Bijlage t.b.v. ‘Machtigingen’ (overzicht van de verschillende vergunningen)
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Inleiding:
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Uiteenzetting van het gebruik van een ritmachtiging en C.E.M.T-vergunning bij het
grensoverschrijdend vervoer door in Nederland gevestigde ondernemingen naar niet EU-landen
en door buiten de EU-landen gevestigde ondernemingen naar Nederland.
Inhoudsopgave:
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. Algemeen
2. Verplichte Transportvergunning/machtiging Grensoverschrijdend vervoer
a. Beroepsvervoer Nederlandse ondernemingen
b. Eigen vervoer Nederlandse ondernemingen
c. Beroepsvervoer Niet in Nederland gevestigde ondernemingen
d. Eigen vervoer Niet in Nederland gevestigde ondernemingen
3. Wettelijke eisen gebruik C.E.M.T.vergunning en machtiging op grond van overeenkomsten
t.a.v. het grensoverschrijdend beroepsvervoer
4. Wettelijke eisen gebruik machtiging t.a.v. het grensoverschrijdend eigen vervoer
5. Begrippen- en referentielijst
1. Algemeen:
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Om grensoverschrijdend wegvervoer te mogen verrichten zijn een aantal aanvullende
voertuigdocumenten nodig. Deze documenten kunnen zijn vereist door de Nederlandse
vervoers-wetgeving (Wgw) of door de wetgeving van het land waarheen wordt vervoerd. Het betreft hier documenten
die naast de voertuigdocumenten voor nationaal vervoer aanwezig moeten zijn.
Naast de al genoemde vergunningen moet een vervoerder voor verschillende landen toestemming
hebben om op of via hun grondgebied vervoer te verrichten. Dergelijke ‘toestemmingen’
worden ‘machtigingen’ of transportvergunningen genoemd. Deze machtigingen kunnen door
het beroepsvervoer worden aangevraagd bij de NIWO en door het eigen vervoer bij de
SIEV. Of een machtiging wordt verstrekt is niet alleen afhankelijk van de NIWO of
SIEV. Elk van de betreffende landen geeft namelijk per jaar een bepaalde hoeveelheid
(contingent) machtigingen af. Deze landen wensen geen onbeperkte toegang tot hun land.
Zij willen hun eigen nationale wegvervoer beschermen tegen overmatige buitenlandse
concurrentie.
In veel landen waar machtigingen worden vereist is deze verplichting alleen van toepassing
op beroepsgoederenvervoer en niet op eigen vervoer.
Voor grensoverschrijdend beroepsvervoer geldt in het algemeen de verplichting van
een CEMT-vergunning of ritmachtigingen (naast de door de EU voorgeschreven communautaire
vergunning) voor de in Nederland gevestigde ondernemer, en de machtiging voor grensoverschrijdend
eigen vervoer voor de in Nederland gevestigde houder van een inschrijving eigen vervoer.
Voor NIET in Nederland gevestigde ondernemers geldt bij grensoverschrijdend vervoer
op Nederlands grondgebied dat zij in bezit moeten zijn van een machtiging.
Van deze (aanvullende) documenten kan vrijstelling worden verleend. Dit geschiedt
in het algemeen ter uitvoering van bilaterale overeenkomsten met andere landen, al
dan niet in aanvulling op EG-recht of C.E.M.T.-afspraken, o.a. zoals opgenomen in
art. 102 van het Besluit goederenvervoer over de weg (Bgw), de Bijlage 2 van de EEG-verordening nr. 881/92 en de C.E.M.T. Resolutie d.d. 27 mei 1994.
De Regeling vrijstelling documenten werd in 1992 opnieuw vastgesteld bij gelegenheid
van de inwerkingtreding van de Wet goederenvervoer over de weg, en is sindsdien enkele malen bijgesteld. Sinds 1992 hebben zich echter vele ontwikkelingen
voorgedaan. Nieuwe landen zijn ontstaan waarmee overeenkomsten gesloten werden. Met
reeds bestaande landen, vooral voormalige oostbloklanden, zijn overeenkomsten gesloten,
dan wel bestaande overeenkomsten verder geliberaliseerd. Dit heeft ertoe geleid dat
met ingang van 1 december 1998 de Regeling vrijstelling documenten in haar geheel
opnieuw is vastgesteld. De vrijstellingen waarin de regeling voorziet, betreffen slechts
die documenten, die betrekking hebben op de toegang tot de vervoersmarkt.
Voor landen die niet in de Regeling vrijstelling documenten goederenvervoer over de
weg zijn opgenomen, geldt dat er ofwel geen overeenkomst bestaat, ofwel dat er een
overeenkomst bestaat die slechts voorziet in uitruil van ritmachtigingen. Vervoer
naar landen waarmee geen overeenkomst bestaat, is ofwel in het geheel niet toegestaan,
ofwel kan in incidentele gevallen met toestemming van de autoriteiten plaatsvinden.
2. Verplichte transportvergunning/ritmachtiging grensoverschrijdend vervoer:
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
a. Beroepsvervoer Nederlandse ondernemingen
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Het grensoverschrijdend beroepsvervoer dient verricht te worden onder dekking van
een communautaire vergunning, tenzij vrijstelling geldt. Deze communautaire vergunning
dient tijdens dit vervoer in de vrachtauto aanwezig te zijn. (art. 5 lid 3 Wgw en 17 lid 1 Bgw)
Voor vervoer van, naar door en in andere EU-lidstaten kan worden volstaan met de communautaire
vergunning. Naast de communautaire vergunning kan een C.E.M.T.-vergunning worden vereist
of één of meer machtigingen op grond van overeenkomsten met andere staten, tijdens
het grensoverschrijdend beroepsvervoer naar landen buiten de EU. (art 26 lid 1 Wgw, art. 63, 64 Bgw, en art. 75 t/m 81 Bgw)
b. Eigen vervoer Nederlandse ondernemingen
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Het grensoverschrijdend vervoer naar en van de EU-landen kan de eigen vervoerder verrichten
op basis van de (nationale) inschrijving voor eigen vervoer. Voor eigen vervoer naar
sommige niet EU-landen kan naast het inschrijvingsbewijs nog een machtiging worden
vereist. (art. 49, 50 BGW)
c. Beroepsvervoer niet in Nederland gevestigde ondernemingen
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
De niet in Nederland gevestigde ondernemer kan grensoverschrijdend beroepsvervoer
verrichten met een communautaire vergunning (EU-lidstaat) of een C.E.M.T.-vergunning
(EU-Lidstaat en/of C.E.M.T.-land) of een machtiging, tenzij één van de vrijstellingen
geldt zoals reeds eerder werd aangegeven. (art. 25 Wgw, 101 Bgw en 102 lid 1 Bgw)
d. Eigen vervoer niet in Nederland gevestigde ondernemingen
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
De niet in Nederland gevestigde eigen vervoerder kan onder dekking van een machtiging
grensoverschrijdend eigen vervoer verrichten, tenzij vrijstelling geldt. (art. 56 t/m 59 Bgw)
3. Wettelijke eisen voor het grensoverschrijdend beroepsvervoer t.a.v. het gebruik
van de C.E.M.T.-vergunning en de machtiging op grond overeenkomsten
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Onderstaand zijn de belangrijkste bepalingen opgenomen voor het gebruik van een C.E.M.T.-vergunning
voor Nederlandse ondernemingen.
art. 75 Bgw: C.E.M.T.-vergunningen worden door de NIWO uitsluitend uitgereikt aan de houders van
een geldige communautaire vergunning.
art. 77 lid 1 Bgw: De houder van een C.E.M.T.-vergunning moet een daarbijbehorend rittenboekje bijhouden,
uitgegeven door het Secretariaat van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer.
art. 77 lid 3 Bgw; De houder van een C.E.M.T.-vergunning moet een verslag van het verrichte vervoer
opmaken voor elke beladen rit, afgelegd tussen elke plaats waar geladen of gelost
wordt, alsmede voor elke ledige rit, met inachtneming van de in het rittenboekje gegeven
aanwijzingen.
art. 78 Bgw: Degene, die krachtens een C.E.M.T.-vergunning grensoverschrijdend beroepsvervoer met
een vrachtauto verricht, alsmede de bestuurder van die vrachtauto is, onverminderd
het bepaalde in artikelen 17 en 27 BGW, verplicht er voor zorg te dragen dat de geldige C.E.M.T.-vergunning en het bijbehorende
rittenboekje aanwezig is.
art. 80 Bgw: De C.E.M.T.-vergunning wordt door de NIWO ingetrokken:
-
a. Op verzoek van de ondernemer,
-
b. Indien de ondernemer niet meer in het bezit is van een geldige communautaire vergunning.
Onderstaande eisen gelden zowel voor machtigingen afgegeven voor binnen en buiten
Nederland gevestigde ondernemers die grensoverschrijdend beroepsvervoer verrichten
onder dekking van een machtiging.
art. 83 Bgw aanvraag machtiging:
De NIWO beschikt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen acht weken op de ingediende
aanvraag om machtigingen.
art. 100 Bgw uitreiking machtigingen door buitenlandse instanties:
De NIWO kan ter uitvoering van een overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en
een andere Staat of volkenrechtelijke organisatie of van een besluit van een volkenrechtelijke
organisatie, danwel om reden van internationaal vervoerbeleid bepalen, dat door de
NIWO te verstrekken machtigingen worden uitgereikt door een buitenlandse instantie.
art. 84 Bgw trekkend voertuig geregistreerd in staat vestiging:
Een machtiging wordt verleend voor een vrachtauto al dan niet met een aanhangwagen,
of voor een samenstel van een trekker en oplegger, waarbij het trekkend voertuig in
de Staat van vestiging van de vergunninghouder geregistreerd dient te zijn.
art. 85 Bgw vermelding op machtiging:
Op een machtiging worden vermeld naam en adres van de houder, de datum waarop op het
verzoek om machtiging gunstig is beslist alsmede haar geldigheidsduur.
art. 86 Bgw intrekking machtiging:
De machtiging wordt door de NIWO ingetrokken:
-
a. op verzoek van de ondernemer;
-
b. indien de ondernemer niet meer in het bezit is van een geldige communautaire vergunning
of,
-
c. bij geen of onvoldoende gebruik.
art. 87 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:
(geldt alleen voor in Nederland gevestigde beroepsvervoerders) Degene die grensoverschrijdend
beroepsvervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder
van die vrachtauto is, onverminderd het bepaalde in de artikelen 17 en 27 verplicht er voor zorg te dragen, dat bij de vrachtauto een geldige machtiging aanwezig
is. Tijdens het verrichten van vervoer op grondgebied van een bepaalde Staat, indien
voor grensoverschrijdend beroepsvervoer naar, door of van die Staat een machtiging
wordt geëist.
art. 101 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:
(geldt alleen voor niet in Nederland gevestigde beroepsvervoerders) Degene die grensoverschrijdend
beroepsvervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder
van die vrachtauto is verplicht ervoor zorg te dragen dat bij de vrachtauto een geldige
machtiging aanwezig is.
4. Wettelijke eisen voor het grensoverschrijdend eigen vervoer t.a.v. het gebruik
van een machtiging op grond van overeenkomsten
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Onderstaande eisen gelden voor binnen en buiten Nederland gevestigde ondernemers die
grensoverschrijdend eigen vervoer verrichten onder dekking van een machtiging.
art. 51 lid 1 Bgw aanvraag machtiging:
Aanvragen om machtigingen worden ingediend bij de SIEV.
art. 52 Bgw Bij inwilliging van de aanvraag worden door de SIEV aan de aanvrager een of meer
machtigingen verstrekt.
art. 53 Bgw intrekking machtiging: De machtiging wordt door de SIEV ingetrokken:
-
a. op verzoek ondernemer;
-
b. indien de ondernemer niet meer in het bezit is van een inschrijving eigen vervoer
als bedoeld in art. 15 Wgw of,
-
c. bij geen of onvoldoende gebruik.
art. 54 Bgw vermelding op machtiging:
Op een machtiging worden vermeld naam en adres van de houder, de aard van de onderneming
de datum waarop op het verzoek om machtiging gunstig is beslist alsmede haar geldigheidsduur.
art. 57 Bgw verstrekking door buitenlandse instanties:
De SIEV kan ter uitvoering van een overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en
een andere Staat of volkenrechtelijke organisatie of van een besluit van een volkenrechtelijke
organisatie, danwel om reden van internationaal vervoerbeleid bepalen, dat door de
SIEV te verstrekken machtigingen worden uitgereikt door een buitenlandse instantie.
art. 55 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:
(geldt alleen voor Nederlandse eigen vervoerders) Degene die grensoverschrijdend eigen
vervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder
van die vrachtauto is, onverminderd het bepaalde in artikel 47 Bgw, (aanwezigheid inschrijvingsbewijs) verplicht ervoor zorg te dragen dat bij de vrachtauto
een geldige machtiging aanwezig is.
art. 59 Bgw aanwezigheid machtiging in vrachtauto:
(geldt alleen voor niet in Nederland gevestigde eigen vervoerders) Degene die grensoverschrijdend
eigen vervoer verricht krachtens een machtiging met een vrachtauto alsmede de bestuurder
van die vrachtauto is verplicht ervoor zorg te dragen dat bij de vrachtauto een geldige
machtiging aanwezig is.
5. Begrippen- en referentielijst
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Wetgeving:
Wet goederenvervoer over de weg (Wgw) en Besluit goederenvervoer over de weg (Bgw).
Regeling vrijstelling documenten goederenvervoer over de weg: Regeling, houdende uitvoering van de artikelen 50, 58, 64, 92 derde lid, 98 derde lid en 102, tweede lid, van het Besluit goederenvervoer over de weg, laatste gewijzigd op 1-12-1998.
C.E.M.T. Resolutie: de resolutie d.d. 27 mei 1994 regelende het grensoverschrijdend beroepsvervoer van,
naar en door de bij de C.E.M.T. aangesloten landen, dit zijn alle EU-landen en een
groot aantal voormalige Oostbloklanden.
Communautaire vergunning: de vergunning als bedoeld in verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 maart 1992 betreffende de toegang
tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het
grondgebied van een of meer EU-lidstaten.
C.E.M.T.-vergunning: de vergunning die door het Secretariaat van de Europese Conferentie van Ministers
van Verkeer (C.E.M.T.) wordt uitgegeven voor het verrichten van grensoverschrijdend
beroepsvervoer.
Ritmachtiging: een transportvergunning voor Nederlandse ondernemers voor het grensoverschrijdend
beroeps-en eigen goederenvervoer over de weg van, naar en door niet EU-landen, en
een transportvergunning voor ondernemers uit niet EU-landen om op Nederlands grondgebied
het eerder vermelde vervoer te mogen verrichten, uitgegeven door de NIWO of SIEV,
op basis van bilaterale afgeslo-ten verdragen (wegvervoerovereenkomsten).
NIWO: Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie.
SIEV: Stichting Inschrijving Eigen Vervoer.
Grensoverschrijdend vervoer:
art. 1 lid 1 onder i. Wgw eigen vervoer of beroepsvervoer waarbij tussen de plaats waar goederen worden geladen
en de plaats waar goederen worden gelost tenminste één grens tussen twee landen wordt
overschreden, met dien verstande dat grensoverschrijdend vervoer tussen twee in Nederland
gelegen plaatsen gelijk gesteld wordt met binnenlands vervoer.
Eigen vervoer:
art. 1 lid 1 onder g. vervoer met vrachtauto’s van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van
eigen onderneming of bedrijf.
Beroepsvervoer:
art. 1 lid 1 onder h. Wgw, vervoer met vrachtauto’s van goederen uitsluitend bestemd voor of afkomstig van
eigen onderneming of bedrijf.
Ondernemer:
art. 1 lid 1 j. Wgw, de natuurlijke persoon, vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, maatschap of
rechtspersoon voor wiens rekening en risico het beroepsvervoer of eigen vervoer wordt
verricht.
Vrachtauto:
art. 1 lid 1 onder e. Wgw, een voor het vervoer van goederen ingericht motorrijtuig of geleed motorrijtuig
alsmede een voor het vervoer ingerichte, met een motorrijtuig of geleed motorrijtuig
samengevoegde aanhangwagen.