Actor: Minister van Justitie
Kansspelbeleid in het algemeen
Beleidsontwikkeling en evaluatie
(1.)
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen en coördineren van het algemene beleid
betreffende kansspelen
Periode: 1945–
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen
Bijvoorbeeld:
– Nota kansspelen in perspectief (1989);
– Nota Kansspelen in balans (1994);
– Nota kansspelen herijkt (1995).
Waardering: B 1
(2.)
Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van kansspelen
Periode: 1945–
Waardering: B 1
(3.)
Handeling: Het instellen van commissies en (interdepartementale) werkgroepen ten behoeve
van het algemene kansspelenbeleid alsmede het formuleren van de onderzoeks- of adviesopdracht
Periode: 1945–
Product: Instellingsbeschikking Commissie Loterijwezen (Commissie Wiarda) van 3 maart
1959
– Werkgroep invoering casinospelen (1974);
– Interdepartementale werkgroep speelautomaten (Commissies Kuyper en Van Tilburg –
1974–1977) ;
– Instellingsbeschikking commissie coördinatie en harmonisatie kansspelbeleid (commissie
Haars) (Stcrt. 1991, 50);
– Werkgroep kansspelen herijkt (1997).
Opmerking: Uit de instellingsbeschikking van de Commissie Haars valt op te maken dat
de Minister van Justitie (advies)commissies voor het algemene kansspelbeleid instelt,
maar daarbij vaak in overeenstemming handelt met de andere betrokken Ministers.
Waardering: B 4
Totstandkoming van wetgeving
(9.)
Handeling: Het voorbereiden van de wijziging of intrekking van de Loterijwet
Periode: 1945–1964
Product: Besluit houdende nadere regelen inzake de verbindende kracht van maatregelen
op het gebied van het loterijbedrijf, welke zijn uitgevaardigd gedurende de vijandelijke
bezetting van het Rijk in Europa (Stb. 1945, F103);
– Wet houdende wijziging van de Loterijwet 1905 en vaststelling van enige met het
loterijwezen verband houdende bepalingen (Stb. 1950, K619);
– Wet houdende nadere wijziging van de Loterijwet (Stb. 1955, 339);
– Wet houdende wijziging van de Loterijwet (Stb. 1961, 312);
– Wet op de loterijbelasting (Stb. 1961, 313).
Opmerking: De Minister belast met sportzaken zal hierbij niet vanaf 1945 bij betrokken
zijn, aangezien deze Minister wettelijk gezien pas bij de toevoeging van regels met
betrekking tot sportprijsvragen in 1961 een actor werd op het beleidsterrein.
Waardering: B 1
(10.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming en wijziging van de Wet op de kansspelen
Periode: 1945–
Product: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483)
Wijzigingen bij: (Stb. 1967, 108); (Stb. 1968, 288); (Stb. 1970, 612); (Stb. 1971,
287); (Stb. 1973, 287); (Stb. 1974, 441); (Stb. 1976, 229); (Stb. 1981, 154); (Stb.
1984, 91); (Stb. 1985, 600); (Stb. 1988, 672); (Stb. 1988, 673); (Stb. 1991, 394);
(Stb. 1992, 282); (Stb. 1992, 371); (Stb. 1992, 636); (Stb. 1993, 650); (Stb. 1993,
658); (Stb. 1994, 573); (Stb. 1995, 300); (Stb. 1997, 63); (Stb. 1997, 510); (Stb.
1998, 270); (Stb. 1998, 298); (Stb. 1998, 446); (Stb. 1999, 9); (Stb. 1999, 30)
Opmerking: De Minister van Economische Zaken was niet vanaf het begin betrokken bij
de totstandkoming en wijziging van de Wet op de kansspelen; hij is voor het eerst
medeondertekenaar van de wetswijziging in 1974, waarbij casino’s en de lotto werden
gelegaliseerd.
Waardering: B 1
Verantwoording van beleid
(11.)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over kansspelen
Periode: 1945–
Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Opmerking: Het betreft hier de verslaglegging waarvoor geen grondslag kan worden aangewezen
in de voor het beleidsterrein specifieke wet- en regelgeving. Bij de selectie dient
rekening te worden met het feit dat jaarverslagen vaak een samenvatting geven van
de verslagen die betrekking hebben op een kortere periode.
Bewaring op het hoogste niveau betekent dat kwartaalverslagen alleen worden bewaard
als er geen jaarverslagen zijn, en maandverslagen alleen als er geen jaar- en kwartaalverslagen
zijn, etcetera.
Waardering: B, 3 voor verslagen op het hoogste niveau
V 2 jaar voor verslagen op onderliggend niveau
(12.)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten Generaal betreffende
het kansspelbeleid
Periode: 1945–
Grondslag: GW 1938/46/48, art. 97; GW 1953/56/72, art. 104; GW 1983/87/95, art. 68
Product: brieven, notities
Opmerking: De Minister van Justitie is als coördinerend bewindspersoon betrokken bij
de beantwoording van alle Kamervragen. Wanneer het over specifieke zaken gaat, zal
hierbij tevens de betreffende vakMinister betrokken zijn, bijvoorbeeld de Minister
van Economische Zaken voor speelautomaten of casino’s. In het geval van loterijen
en premieleningen treedt de Minister van Justitie eveneens op als vakMinister (zie
de betreffende handeling in hoofdstuk 4)
Waardering: B 2,3
(13.)
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het algemene beleid betreffende kansspelen
Periode: 1945–
Product: brieven, notities
Waardering: B 2,3
Informatieverstrekking
(14.)
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende kansspelen
Periode: 1945–
Product: brieven, notities
Waardering: V 5 jaar
(15.)
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van kansspelen
Periode: 1945–
Product: voorlichtingsmateriaal
Opmerking: Zie voor het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid (voorlichting
als beleidsinstrument) handeling 1.
Waardering: B 5 één exemplaar van het eindprodukt, overige neerslag V 10 jaar
Onderzoek
(16.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van intern of extern
(wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van het algemene kansspelbeleid
Periode: 1945–
Product: nota’s, notities, onderzoeksrapporten
Voorbeelden:
M. Heuvel en J van Kalmthout, Lucky 10 in Nederland. Een evaluatie van de dagelijkse
lotto. Vakgroep Vrijetijdswetenschappen van de Katholieke Universiteit Brabant 1994
Waardering: B 1
(17.)
Handeling: Het financieren en begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek
ten behoeve van het algemene kansspelbeleid
Periode: 1945–
Product: notities, notulen, brieven, begrotingen, rekeningen, declaraties
Waardering: V 10 jaar
Toezicht en opsporing
(18.)
Vervallen
College van Toezicht op de kansspelen
(19.)
Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten waarbij de voorzitter, de overige
leden, of de secretaris van het College van toezicht op de kansspelen worden benoemd
en ontslagen
Periode: 1996–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 36, lid 1; zoals ingevoegd bij (Stb. 1995, 300)
Besluit College van toezicht op de kansspelen, art. 12 jo. art. 14, lid 1 jo. 16,
lid 3
Product: Koninklijke Besluiten
Opmerking: De voordracht voor de benoeming of het ontslag van deze functionarissen
gebeurt in overeenstemming met de Ministers wie het mede aangaat. Dat wil zeggen:
de Minister van Economische Zaken, de Minister van Financiën, de Minister belast met
sportzaken en de Minister van Landbouw. Wanneer het gaat om een voordracht voor ontslag
dient het College te worden gehoord.
Waardering: V 5 jaar
(20.)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Financiën en de Minister van Economische
Zaken inzake de benoeming of het ontslag van de voorzitter, de overige leden of de
secretaris van het College van toezicht op de kansspelen
Periode: 1996–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 36, lid 1; zoals ingevoegd bij (Stb. 1995, 300)
Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595) art. 12 jo. art 14,
lid 1 jo. 16, lid 3
Product: Brief
Waardering: V 5 jaar
(21.)
Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten waarbij de voorzitter, een lid
of de secretaris van het College van toezicht op de kansspelen wordt geschorst
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595), art. 17
Product: Koninklijke Besluiten
Waardering: V 5 jaar
(22.)
Handeling: Het benoemen van de leden van het bureau van het College van toezicht op
de kansspelen
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595), art. 14,
lid 2
Opmerking: Het gaat hier om de benoeming van alle leden van het bureau van het College
van toezicht op de kansspelen behalve de secretaris.
Waardering: V 5 jaar
(23.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij nadere regels
worden gegeven met betrekking tot de taak, bevoegdheden, samenstelling en benoeming
van de leden en de secretaris van het College van toezicht op de kansspelen
Periode: 1996–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 37; zoals ingevoegd bij (Stb. 1995, 300)
Product: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595)
Opmerking: Deze regels hebben mede betrekking op de werkwijze en de vergoeding van
de kosten van het College
Waardering: B 5
(24.)
Deze handeling komt te vervallen
(25.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij nadere regels
worden gegeven ten aanzien van de wijze waarop het College van toezicht op de kansspelen
aanbevelingen kan doen aan personen en instellingen die op grond van de Wet op de
kansspelen een vergunning hebben voor het houden van kansspelen
Periode: 1996–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 35, lid 2; zoals ingevoegd in 1995 (Stb. 1995,
300)
Product: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595)
Waardering: B 5
(26.)
Handeling: Het geven van toestemming voor het vaststellen van en het goedkeuren van
het reglement van orde waarin het College van toezicht op de kansspelen nadere regels
geeft ten aanzien van zijn werkwijze
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen, art. 20; zoals laatstelijk
gewijzigd in 1997 (Stb. 1997, 764)
Opmerking: Het reglement van orde bevat onder meer regels met betrekking tot het aanwijzen
van plaatsvervangende voorzitters, de openbaarheid van vergaderingen en de wijze waarop
eventuele voorstellen en aanbevelingen bekend worden gemaakt. Het reglement van orde
wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Voor de wetswijziging diende de Minister het reglement goed te keuren, daarna is sprake
van het vaststellen met toestemming van de Minister.
Waardering: V 10 jaar als het alleen gaat om de toestemming
V 20 jaar als ook de beleidsmatige aspecten van de toestemming worden bedoeld
B 4 mbt goedkeuren reglement
(27.)
Handeling: Het goedkeuren van het bestedingsplan en het bekostigen van de uitgaven
van het College van toezicht op de kansspelen
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595) art. 22,
lid 2
Opmerking: In afwijking van de normale procedure ziet het Besluit voor dat de Minister
van Justitie het bestedingsplan voor het kalenderjaar 1996 opstelt.
De Minister van Justitie bekostigt de uitgaven.
Waardering: V 7 jaar
(28.)
Handeling: Het richten van een verzoek om advies aan het College van toezicht op de
kansspelen
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595), art. 2,
lid 1
Opmerking: Verzoeken om advies van andere Ministers die het kansspelbeleid aangaat
worden tevens via de Minister van Justitie gedaan.
Waardering: B 5 advies met bijlagen
V 10 jaar overige neerslag
(30.)
Handeling: Het richten van het verzoek aan het College van toezicht op de kansspelen
om een onderzoek in te stellen naar de naleving van de wettelijke bepalingen, de statuten
en reglementen door een rechtspersoon waaraan een vergunning voor het organiseren
van kansspelen is verleend
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen (Stb. 1995, 595), art. 5
Opmerking: Verzoeken tot het verrichten van een onderzoek door andere Ministers die
het kansspelbeleid aangaat, lopen eveneens via de Minister van Justitie.
Waardering: B 5 advies met bijlagen
V 10 jaar overige neerslag
(32.)
Handeling: Het afgeven van legitimatiebewijzen aan de leden van het College van toezicht
op de kansspelen, de secretaris en de overige medewerkers van het bureau van het College
Periode: 1996–1997
Grondslag: Besluit College van toezicht op de kansspelen, art. 6, lid 1; vervallen
in 1997 (Stb. 1997, 764)
Waardering: V 5 jaar
Loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Algemeen
(33.)
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen en coördineren van het beleid ten aanzien
van loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: notities, nota’s, rapporten
Opmerking: Hier treedt de Minister niet op als coördinerend bewindspersoon maar als
vakMinister.
Waardering: B 1
(34.)
Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van loterijen, premieleningen
prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: evaluaties, verslagen
Waardering: B 2
(35.)
Handeling: Het instellen van commissies en (interdepartementale) werkgroepen ten behoeve
van het beleid ten aanzien van loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere
vormen van kansspelen, alsmede het formuleren van de onderzoeks- of adviesopdracht
Periode: 1945–
Product: Instellingsbeschikking Commissie Tenkink van 9 maart 1954
Waardering: B 4
(37.)
Handeling: Het voorbereiden van Koninklijke Besluiten waarbij nadere voorschriften
worden gegeven ten aanzien van legale loterijen, premieleningen en prijsvragen
Periode: 1945–
Grondslag: Loterijwet 1905, art. 4, lid 1 en 4, zoals ingevoegd bij Stb. 1925, 242;
ingetrokken bij Stb. 1964; 483
Wet op de kansspelen, art. 6, lid 1
Product: Koninklijk Besluit tot vaststelling van den algemeenen maatregel van bestuur
als bedoeld in artikel 4, 1e en 4e lid, der Loterijwet 1905 (Stb. 1928, 380);
– Koninklijk Besluit van 24 mei 1947, houdende wijziging van het Koninklijk besluit
van 21 september 1928 (Stb. 1947, H159);
– Koninklijk Besluit van 9 april 1951 (Stb. 1951, 105);
– Kansspelenbesluit (Stb. 1964, 509) en (Stb. 1997, 616).
Opmerking: Deze nadere voorschriften kunnen betrekking hebben op:
– de wijze waarop en de middelen waarmee prijs- en premietrekkingen moeten plaats
hebben;
– de waarde van de gezamenlijk uit te geven aandelen in loterijen en premieleningen
op geldelijke waarborgen die van de houders van een loterij kunnen worden verlangd
die onder hierbij vast te stellen omstandigheden verbeurd kunnen worden verklaard;
– voorschriften die dienen te worden verbonden aan vergunningen.
Waardering: B 5
(38.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij regels worden
gegeven met betrekking tot het bedrag dat is verschuldigd voor het in behandeling
nemen van de aanvraag voor een vergunning tot het organiseren van een loterij, een
premielening of prijsvragen
Periode: 1996–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art 6, lid 2; zoals ingevoegd bij in 1995 (Stb. 1995,
300)
Product: Besluit van 26 oktober 1995 tot wijziging van het Kansspelenbesluit (Stb.
1995, 523)
Waardering: V 10 jaar
(39.)
Handeling: Het aanmerken van bepaalde handelingen als een verboden loterij
Periode: 1943–1951
Grondslag: Besluit van de Secretarissen-Generaal van de Departementen van Financiën
en van Justitie betreffende het loterijbedrijf (Stcrt. 1943, 142) art. 2, lid 3; zoals
vervallen (Stb. 1950, K619)
Waardering: B 5
(40.)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over loterijen, premieleningen,
prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Opmerking: Bewaring op het hoogste niveau betekent dat kwartaalverslagen alleen worden
bewaard als er geen jaarverslagen zijn, en maandverslagen alleen als er geen jaar-
en kwartaalverslagen zijn, etcetera.
Waardering: B, 3 voor verslagen op het hoogste niveau
V 5 jaar voor verslagen op onderliggend niveau
(41.)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden of commissies uit de Kamers der Staten Generaal betreffende loterijen,
premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Grondslag: GW 1938/46/48, art. 97; GW 1953/56/72, art. 104; GW 1983/87/95, art. 68
Product: Brieven, notities
Waardering: B 2,3
(42.)
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten Generaal naar
aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende
loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: B 2,3
(43.)
Handeling: Het beslissen op beroepsschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen, alsmede
het voeren van verweer in beroepschriftenprocedures voor administratief rechterlijke
organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: V 10 jaar na uitspraak
(44.)
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: brieven, notities
Waardering: V 5 jaar
(45.)
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van loterijen,
premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: B 5 één exemplaar van het eindprodukt, overige neerslag V 10 jaar
(46.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van intern of extern
(wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van het beleid ten aanzien van loterijen,
premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen van kansspelen
Periode: 1945–
Product: Nota’s, notities, onderzoeksrapporten
Waardering: B 1
(47.)
Handeling: Het financieren en begeleiden van interne of extern (wetenschappelijk)
onderzoek ten behoeve van loterijen, premieleningen, prijsvragen en bijzondere vormen
van kansspelen
Periode: 1945–
Product: Notulen, rekeningen, declaraties
Waardering: V 10 jaar
Aanwijzingen met betrekking tot de prijsbepaling bij loterijen en premieleningen
(48.)
Handeling: Het op verzoek verlenen van toestemming om bij loterijen en premieleningen
de trekking te laten plaatsvinden op een wijze die afwijkt van de hiervoor gestelde
regels
Periode: 1947 -
Grondslag: Koninklijk Besluit tot vaststelling van den algemeenen maatregel van bestuur
als bedoeld in artikel 4, 1e en 4e lid, der Loterijwet 1905 (Stb. 1928, 380) art. I; zoals ingevoegd in 1947 (Stb. 1947),
H159); gewijzigd bij in 1951 (Stb. 1951, 105); vervallen in 1964 (Stb. 1964, 483);
Kansspelenbesluit, art. 5; zoals laatstelijk gewijzigd in 1997 (Stb. 1997, 616).
Product: Beschikking
Opmerking: De bedoelde toestemming is alleen mogelijk voor loterijen waarvan de prijzen
gezamenlijk een grotere waarde hebben dan 4.500 euro. De Minister kan de toestemming
onder voorwaarden verlenen. Het gaat hier overigens om toestemming voor afwijking
van bepalingen die in de achtereenvolgende uitvoeringsbesluiten (zie grondslag) zelf
zijn gegeven, en niet die van de Loterijwet.
Waardering: V 10 jaar
(49.)
Handeling: Het aanwijzen van een onafhankelijke deskundige of keuringsinstelling die
de methode van prijsbepaling goedkeurt wanneer daarbij mechanische, elektrische of
elektronische processen gebruikt worden
Periode: 1996–
Grondslag: Kansspelenbesluit, art. 5, lid 3; zoals laatstelijk gewijzigd in 1997 (Stb.
1997, 616)
Product: Beschikking
Opmerking: Een dergelijke goedkeuring is overigens alleen vereist indien de gezamenlijke
waarde van prijzen en premies meer is dan 45.000 euro.
Waardering: V 20 jaar
(50.)
Handeling: Het goedkeuren van de methode volgens welke de prijsbepaling bij premieleningen
en prijsvragen geschiedt
Periode: 1964–
Grondslag: Kansspelenbesluit, art. 6; zoals laatstelijk gewijzigd in 1997 (Stb. 1997,
616)
Product: Beschikking
Opmerking: De prijsbepaling geschiedt door de notaris in overleg met de organisator.
Waardering: V 10 jaar
Loterijen
(51.)
Handeling: Het voorbereiden van Koninklijke Besluiten waarbij toestemming wordt gegeven
voor het houden van een loterij
Periode: (1905) 1945–1951
Grondslag: Loterijwet 1905, art. 3; zoals vervallen bij in 1950 (Stb. 1950, K619)
Product: Koninklijke Besluiten
Opmerking: De Minister van Justitie draagt de toestemming voor een loterij voor aan
de Kroon wanneer de totale waarde van de prijzen meer is dan 45 euro. Wanneer het
minder is dan kan toestemming worden verleend door burgemeester en wethouders van
de gemeente waar de loterij zal worden gehouden.
Waardering: B 5
(52.)
Handeling: Het verlenen en intrekken van een vergunning voor het houden van een loterij
alsmede het vaststellen, wijzigen of intrekken van de voorschriften die aan de vergunning
worden verbonden
Periode: 1951–
Grondslag: Loterijwet, art. 3; zoals laatstelijk gewijzigd in 1950 ( Stb. 1950, K619);
ingetrokken in 1964 (Stb. 1964, 483)
Wet op de kansspelen (Stb, 483) art. 3, lid 1
Product: Verlening vergunning Stichting de Nationale Sporttotalisator voor organiseren
kansspel (Stcrt. 1981, 208); (Stcrt. 1986, 101); (Stcrt. 1987, 65); (Stcrt. 1988,
24); (Stcrt. 1989; 14); (Stcrt. 1989, 247); (Stcrt. 1991, 36); Stcrt. 1992, 46); Beschikking
sporttotalisator (Stcrt. 1992, 244; (Stcrt. 1994, 242); (Stcrt. 1995, 251); (Stcrt.
1997, 197); (Stcrt. 1997, 249); (Stcrt. 1999, 246
Beschikking BankLoterij en GiroLoterij (beschikking 14 december 1990, L.O. 700/088/207.71;
(Stcrt. 1994,5); (Stcrt. 1995, 15); (Stcrt. 1997, 153)
Beschikking Sponsorloterij (Beschikking 16 november 1988, L.O. 730/002/221.88; (Stcrt.
1994, 5; (Stcrt. 1995, 15); (Stcrt. 1997, 248); (Stcrt. 1999, 80); (Stcrt. 1999, 109)
Beschikking Postcodeloterij (Stcrt. 1993, 48); (Stcrt. 1995, 251); (Stcrt. 1997, 73);
(Stcrt. 1997; 248; (Stcrt. 1998, 142); (Stcrt. 1999, 33)
Opmerking: Wanneer de prijzen en premies samen een waarde hebben van minder dan 225
euro of, wanneer het gaat om een gemeente met meer dan vijftigduizend inwoners, 450
euro, zal deze toestemming worden gegeven door de burgemeester en wethouders van die
gemeente. Deze bedragen zijn overigens regelmatig naar boven aangepast sinds 1951.
Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. Deze voorschriften worden
in het besluit waarbij de vergunning wordt verleend, opgenomen.
Waardering: B 5
(300.)
Handeling: Het verlenen en intrekken van tijdelijke, zogenaamde artikel 3-vergunningen
Periode: 1951–
Grondslag: Loterijwet, art. 3; zoals laatstelijk gewijzigd in 1950 ( Stb. 1950, K619);
ingetrokken in 1964 (Stb. 1964, 483)
Wet op de kansspelen (Stb, 483) art. 3, lid 1
Product: Beschikking
Opmerking: De bankgiroloterij, de Sponsorloterij en de postcodeloterij zijn sinds
geruime tijd semi-permanente vergunninghouders. Jaarlijks worden enige honderden artikel
3-vergunningen verstrekt.
Waardering: V 10 jaar
(53.)
Handeling: Het verlenen of intrekken van een vergunning tot het organiseren van een
instantloterij aan één rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid alsmede het vaststellen,
wijzigen of intrekken van de voorschriften die aan deze vergunning worden verbonden
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 14b, lid 1 en 14c; zoals ingevoegd in 1993 (Stb.
1993, 658)
Product: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5)
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: Over het voornemen tot verlening of intrekking van de vergunning wordt
vanaf 1996 het College van toezicht op de kansspelen gehoord. Wanneer de voorschriften
betrekking hebben op het deel van de opbrengst dat de houder van een instantloterij
aan de Staat moet overdragen, op inrichtingen waar tevens deelnamebewijzen van de
staatsloterij verkrijgbaar zijn of op de vertegenwoordiging namens de organisator
van de Staatsloterij in het bestuur van de vergunninghouder van de instantloterij,
worden deze vastgesteld in overeenstemming met de Minister van Financiën.
Waardering: B 5
(54.)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Financiën en de Minister belast
met sportzaken inzake de vaststelling van voorschriften die worden verbonden aan de
vergunning voor het organiseren van een instantloterij
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 14c, lid 4; zoals ingevoegd in 1993 (Stb. 1993,
658)
Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5), art 3, lid 4; art. 11; art. 16, lid 3;
art. 19, lid 2; art. 20, lid 4; vervallen 30 april 1996
Product: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5)
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: In de beschikking instantloterij is precies aangegeven met de vaststelling
of wijziging van welke voorschriften de Minister van Financiën moet overeenstemmen.
Het gaat om bepalingen in de beschikking instantloterij waarbij is bepaald:
– dat de Minister van Financiën de bepalingen in de statuten van de Stichting Nationale
Instantloterij moet goedkeuren voor zover zij betrekking hebben op de vertegenwoordiging
van de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS);
– wat het maximum aantal verkooppunten is, waarvan 1500 eenmalig worden aangewezen
op bindende voordracht van de SENS;
– dat een bepaald deel van de netto-opbrengst van de instantloterij wordt afgedragen
aan de Minister van Financiën;
– dat de Stichting Nationale Instantloterij elk kwartaal een financieel verslag aan
de Minister van Justitie en de Minister belast met sportzaken stuurt, alsmede een
afschrift daarvan aan de Minister van Financiën;
– dat de Stichting Nationale Instantloterij de jaarrekening tevens aan de Minister
van Financiën zendt
In de beschikking instantloterij 1996 keren deze bepalingen niet terug.
Waardering: B 5
(55.)
Handeling: Het goedkeuren van de statuten en reglementen van de Stichting Algemene
Loterij Nederland en de Stichting Uitvoeringsorgaan Financiële Akties
Periode: 1970–
Grondslag: Beschikking BankLoterij en GiroLoterij, art. 4, lid 2; zoals laatstelijk
gewijzigd in 1995 (Stcrt. 1995, 251)
Opmerking: Alvorens tot goedkeuring over te gaan vraagt de Minister het College van
toezicht op de kansspelen om advies
Waardering: V 20 jaar
(56.)
Handeling: Het bepalen dat de omvang van de reservering die door de Stichting Uitvoeringsorgaan
Financiële Akties wordt gevormd hoger kan zijn dan in de verleende vergunning tot
het organiseren van de BankLoterij en de GiroLoterij is vastgelegd
Periode: 1970–
Grondslag: Beschikking BankLoterij en GiroLoterij, art. 12, lid 3
Opmerking: Volgens de beschikking mag de reservering hoogstens 2,5 % van de totale
bruto jaaropbrengst zijn.
Waardering: V 10 jaar
(57.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting Algemene Loterij Nederland
en de Stichting Uitvoeringsorgaan Financiële Akties ten aanzien van de inrichting
van de jaarrekening en het jaarverslag
Periode: (1970) 1994–
Grondslag: Beschikking BankLoterij en GiroLoterij, art. 17, lid 1; zoals laatstelijk
gewijzigd in 1995 (Stcrt. 1995, 251)
Opmerking: De Minister vraagt hierover advies aan het College van toezicht op de kansspelen
Waardering: V 10 jaar
(58.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting Algemene Loterij Nederland
en de Stichting Uitvoeringsorgaan Financiële Akties ten aanzien van wervings- en reclameactiviteiten
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking BankLoterij en GiroLoterij art. 6, lid 4; zoals ingevoegd in
1995 (Stcrt. 1995, 251)
Opmerking: De Minister vraagt hierover advies aan het College van toezicht op de kansspelen.
Waardering: B 5
(59.)
Handeling: Het goedkeuren van de statuten en reglementen van de Stichting Fondsen
Promoties
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking sponsorloterij (Stcrt. 1994, 5), art. 3, lid 2
Waardering: V 20 jaar
(60.)
Handeling: Het aanwijzen van een onafhankelijke deskundige of keuringsinstantie die
de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de
deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars van de sponsorloterij goedkeuren
en periodiek controleren
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking sponsorloterij (Stcrt. 1994, 5), art. 7, lid 1
Waardering: V 10 jaar
(61.)
Handeling: Het bepalen dat de omvang van de reserveringen van de Stichting Fondsen
Promoties hoger mogen zijn dan het percentage dat is vastgesteld in de vergunning
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking sponsorloterij (Stcrt. 1994, 5), art. 14, lid 3
Waardering: V 10 jaar
(62.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting Fondsen Promoties omtrent de
inrichting van de jaarrekening en het jaarverslag
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking sponsorloterij (Stcrt. 1993, 48), art. 18, lid 1
Waardering: V 10 jaar
(63.)
Handeling: Het goedkeuren van de (wijziging) van de statuten en reglementen van de
Stichting Nationale Postcode Loterij
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking Postcodeloterij (Stcrt. 1993, 48) art. 3, lid 2
Opmerking: Vanaf 1996 moet de Minister hierover advies vragen aan het College van
toezicht op de kansspelen
Waardering: V 20 jaar
(64.)
Handeling: Het goedkeuren van de benoeming van de leden van de raad van toezicht van
de Stichting Nationale Postcode Loterij
Periode: 1989
Grondslag: Beschikking Postcodeloterij (Stcrt. 1993, 48), art. 3, lid 4
Waardering: V 5 jaar
(65.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting Nationale Postcode Loterij
ten aanzien van wervings- en reclameactiviteiten
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking Postcodeloterij, art. art. 5, lid 4; zoals ingevoegd in 1995
(Stcrt. 1995, 251)
Opmerking: De Minister vraagt hierover om advies bij het College van toezicht op de
kansspelen.
Waardering: B 5
(66.)
Handeling: Het aanwijzen van onafhankelijke deskundigen of keuringsinstellingen die
de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de
deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars van de postcodeloterij goedkeuren
en periodiek controleren
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking Postcodeloterij (Stcrt. 1993, 48), art. 10, lid 1
Waardering: V 20 jaar
(67.)
Handeling: Het bepalen dat de omvang van de reservering die de Stichting Nationale
Postcode Loterij vormt, hoger mag zijn dan is vastgelegd in de verleende vergunning
tot het organiseren van de postcodeloterij
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking Postcodeloterij (Stcrt. 1993, 48), art. 11, lid 3
Waardering: V 10 jaar
(68.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting Nationale Postcodeloterij ten
aanzien van de inrichting van de jaarrekening en het jaarverslag
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking Postcodeloterij (Stcrt. 1993, 48) art. 15, lid 1
Opmerking: Vanaf 1996 vraagt de Minister hierover eerst advies aan bij het College
van toezicht op de kansspelen.
Waardering: V 20 jaar
(69.)
Handeling: Het bepalen dat een gedeelte van de opbrengst van de instantloterij ten
goede komt aan de schatkist
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 14b, lid 4; zoals ingevoegd in 1993 (Stb. 1993,
658)
Product: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5) en
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: Hierbij wordt tevens vastgesteld hoe groot dit deel moet zijn. Een en ander
gebeurd pas nadat overeenstemming is bereikt met de Minister van Financiën.
Waardering: B 5
(70.)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Financiën en de Minister belast
met sportzaken inzake de bepaling dat een gedeelte van de opbrengst van de instantloterij
moet worden afgedragen aan de Staat
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 14b, lid 4; zoals ingevoegd in 1993 (Stb. 1993,
658)
Product: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5)
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Waardering: B 5
(71.)
Handeling: Het rapporteren aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de werking
van de Wet tot wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met het organiseren
van de instantloterij en de op basis daarvan verleende vergunning
Periode: 1994–1996
Grondslag: Wet van 2 december 1993 tot wijziging van de Wet op de kansspelen in verband
met het organiseren van de instantloterij (Stb. 1993, 658) art. III
Product: De Krasloterij in Nederland. Deelname, deelnemers, risico’s en handhaving
(Ministerie van Justitie/Den Haag, 1995)
Opmerking: De eerste vergunning tot het organiseren van de instantloterij werd als
proef voor de duur van twee jaar verleend aan de Stichting Nationale Instantloterij.
Het onderzoek voor het rapport aan de Tweede Kamer werd in opdracht van het Ministerie
van Justitie uitgevoerd door Bakkenist Management Consultants en het Instituut voor
Verslavingsonderzoek (IVO)
Waardering: B 2,3
(72.)
Handeling: Het goedkeuren van de statuten en reglementen van de Stichting Nationale
Instantloterij
Periode: 1994–
Grondslag: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5) art. 3, lid 2; vervallen 30 april
1996
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92) art. 3, lid 2
Waardering: V 20 jaar
(73.)
Handeling: Het instemmen met de (wijziging van de) bepalingen in de statuten van de
Stichting Nationale Instantloterij die betrekking hebben op de vertegenwoordiging
van de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij in het bestuur van de stichting.
Periode: 1994–
Grondslag: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5) art. 3, lid 4; vervallen 30 april
1996
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 3, lid 4
Waardering: V 20 jaar
(74.)
Handeling: Het aanwijzen van een onafhankelijke deskundige of keuringsinstelling die
de mechanische, elektrische en elektronische processen die worden gebruikt bij de
prijsbepaling en vaststelling van de winnaars van de instantloterij, goedkeuren en
periodiek controleren
Periode: 1994–
Grondslag: Beschikking instantloterij (Stcrt. 1994, 5), art. 14, lid 1; vervallen
30 april 1996
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 11, lid 1
Waardering: V 10 jaar
(75.)
Handeling: Het goedkeuren van het aanmerken van kosten, die niet rechtstreeks verband
houden met het organiseren van de instantloterij of met de normale bedrijfskosten,
als exploitatiekosten
Periode: 1994–
Grondslag: Beschikking instantloterij, (Stcrt. 1994, 5) art. 17, lid 2; vervallen
30 april 1996
Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 13, lid 2; zoals laatstelijk
gewijzigd bij Stcrt. 2000, 111
Waardering: V 10 jaar
(76.)
Handeling: Het aanwijzen van een onafhankelijke instelling die van de Stichting Nationale
Instantloterij de opdracht krijgt tot het opstellen en uitvoeren van een plan tot
controle van de verkooppunten van de instantloterij
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 5, lid 2
Waardering: V 10 jaar
(77.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting Nationale Instantloterij omtrent
de inrichting van haar jaarrekening en jaarverslag
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 17, lid 1
Waardering: V 20 jaar
(78.)
Handeling: Het overeenstemmen met de Stichting Nationale Instantloterij inzake het
verlenen van de opdracht aan een onafhankelijke instelling tot het gedurende een periode
van tenminste vier jaar verrichten van longitudinaal onderzoek naar het gedrag van
deelnemers aan de instantloterij
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking instantloterij 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 18, lid 1
Opmerking: De aangewezen instelling rapporteert jaarlijks aan de Ministers en het
College van toezicht op de kansspelen.
In 2006 en 2007 zal een onderzoek plaatsvinden naar gokverslaving onder allochtonen.
Waardering: B 5
Premieleningen
(79.)
Handeling: Het voorbereiden van Koninklijke Besluiten waarbij naamloze vennootschappen,
coöperatieve of andere, rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen en stichtingen,
toestemming wordt verleend tot het openstellen van een premielening
Periode: 1945–1964
Grondslag: Loterijwet 1905, art. 2bis, zoals ingevoegd in 1925 (Stb. 1925, 242); vervallen
in 1964 (Stb. 1964, 483)
Product: KB’s
Opmerking: In de wet wordt gesteld dat het hier moet gaan om tegen een niet hogere
dan de parikoers uitgegeven werkelijke geldleningen, die een jaarlijkse en jaarlijks
ter beschikking te stellen rente geven van tenminste drie procent.
Bij het verlenen van de toestemming tot het houden van een premielening kan worden
bepaald dat de houder een waarborg onder berusting van de Staat moet stellen (hetzij
in een geldbedrag, hetzij in een fonds), zodat is verzekerd dat de verplichtingen
aan de deelnemers kunnen worden nagekomen. Het beheer van deze waarborgsommen en fondsen
is in handen van de Agent van het Ministerie van Financiën in Amsterdam.
Waardering: B 5
(80.)
Handeling: Het verlenen en intrekken van een vergunning aan rechtspersonen met volledige
rechtsbevoegdheid voor het openstellen van een premielening
Periode: 1964–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 4, lid 1; zoals laatstelijk gewijzigd in 1976
(Stb. 1976, 229)
Product: Beschikking
Opmerking: Een dergelijke vergunning kan alleen worden verleend voor geldleningen
waarvan het geplaatste geld algemene belangen moet dienen.
Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. Deze voorschriften worden
in het besluit waarbij de vergunning wordt verleend, opgenomen.
Tot 1971 was er sprake van het verlenen van een vergunning aan een: naamloze vennootschap,
een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting
Waardering: B 5
(83.)
Handeling: Het beslissen of, en zo ja in hoeverre, de waarborgsom dient te worden
aangesproken wanneer de houder van een premielening niet aan zijn verplichtingen jegens
de deelnemers kan voldoen
Periode: 1945–1964
Grondslag: Koninklijk Besluit tot vaststelling van den algemeenen maatregel van bestuur
als bedoeld in artikel 4, 1e en 4e lid, der Loterijwet 1905 (Stb. 1928, 380) art. IV; vervallen in 1964 (Stb. 1964,
483)
Opmerking: De Minister van Justitie voerde bij het nemen van de beslissing overleg
met de Minister van Financiën
Waardering: V 20 jaar na uitspraak
(88.)
Handeling: Het geven van nadere regels met betrekking tot de afwikkeling van legale
loterijen die als gevolg van de wetswijziging van 1950 geen voortgang meer mogen vinden
Periode: 1951–1964
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Loterijwet 1905 en vaststelling van enige
met het loterijwezen verband houdende bepalingen (Stcrt. 1950, K619) art. III, lid
3; vervallen in 1964 (Stb. 1964, 483)
Opmerking: Deze nadere regels kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de termijn
waarbinnen de afwikkeling moet zijn gerealiseerd of dat een maatschappij het af te
wikkelen loterijbedrijf in een afzonderlijke rechtspersoon moet onderbrengen
Waardering: B 5
(89.)
Handeling: Het benoemen van een liquidateur die de afwikkeling van een loterijbedrijf
uitvoert
Periode: 1951–1964
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Loterijwet 1905 en vaststelling van enige
met het loterijwezen verband houdende bepalingen (Stb. 1950, K619) art. III, lid 4;
vervallen in 1964 (Stb. 1964, 483)
Waardering: V 30 jaar
Prijsvragen
(90.)
Handeling: Het verlenen en intrekken van een vergunning voor het houden van prijsvragen
Periode: 1961–
Grondslag: Loterijwet, art. 18, lid 1; zoals ingevoegd in 1961 (Stb. 1961, 312)
Wet op de kansspelen, art. 28, lid 1 (Stb. 1964, 483)
Opmerking: Een vergunning is nodig wanneer het totale prijs en premiegeld meer is
dan een bepaald bedrag. In 1964 werd dit bedrag op duizend gulden (= 450 euro) gesteld,
maar dit is sindsdien meerdere keren verhoogd.
Voorts is een dergelijke vergunning niet nodig wanneer van de deelnemers een wetenschappelijke,
kunstzinnige of technische prestatie wordt verwacht. Vergunning kan verder alleen
worden verleend voor gelegenheden, ‘opengesteld teneinde met de opbrengst enig algemeen
belang te dienen.’
Waardering: B 5
(91.)
Handeling: Het voorbereiden van Koninklijke Besluiten waarbij nadere regels worden
gegeven met betrekking tot prijsvragen waarvoor een vergunning is verleend alsmede
over de voorwaarden die aan een dergelijke vergunning worden verbonden
Periode: 1964–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 6 en 29 (Stb. 1964, 483)
Product: Kansspelenbesluit (Stb. 1964, 509) en (Stb. 1997, 616)
Waardering: B 5
(92.)
Handeling: Het opstellen van de voorschriften die worden verbonden aan een vergunning
voor het houden van prijsvragen
Periode: 1961–
Grondslag: Loterijwet, art. 23, lid 1; zoals in 1961 (Stb. 1961, 312); ingetrokken
in 1964 (Stb 1964, 483)
Wet op de kansspelen, art. 5 en 29 (Stb. 483)
Waardering: B 5
Bijzondere vormen van kansspelen (winkelweekacties en kleine kansspelen)
(93.)
Handeling: Het vaststellen van het percentage waarmee de maximale waarde van de prijzen
bij winkelweekacties en kleine kansspelen wordt verhoogd
Periode: 1974–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 7e; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974, 441)
Product: Beschikking van de staatssecretaris van Justitie van 31 oktober 1994 (Stcrt.
1994, 214)
Opmerking: In de wet worden zowel voor winkelacties als voor kleine kansspelen restricties
gegeven ten aanzien van de (totale) waarde van de prijzen. Wanneer in een jaar het
prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie ten minste tien procent afwijkt van het indexcijfer
van het jaar waarin de genoemde bedragen zijn vastgesteld, schrijft de wet voor dat
de maxima worden aangepast. De Minister van Justitie bepaald dan de mate waarin dit
gebeurt.
Waardering: B 5
(94.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij het bedrag
wordt vastgesteld dat wordt betaald bij de aanvraag van een vergunning voor het houden
van een winkelweekactie
Periode: 1974–
Grondslag: Wet op de Kansspelen, art. 7b, lid 7; zoals ingevoegd in (Stb. 1974, 441)
Product: Besluit van 17 augustus 1974 tot vaststelling van het bedrag bedoeld in artikel
7b, zevende lid, van de Wet op de kansspelen (Stb. 1974, 476)
Beschikking van de Staatssecretaris van Justitie van 31 oktober 1994 (Stcrt. 1994,
214)
Waardering: V 10 jaar
(95.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij vormen van
kansspel worden aangewezen als een klein kansspel
Periode: 1974–
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 7d; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974, 441)
Product: AMvB
Waardering: B 5
De Staatsloterij
Algemeen (1945–)
(109.)
Handeling: Het geven van nadere regels ten aanzien van de inrichting van de Staatsloterij
Periode: 1951–1992
Grondslag: Loterijwet, art. 7, lid 4; art. 8 lid 1; art. 9 lid 1; art. 11, lid 3;
zoals ingevoegd in (Stb. 1950, K619); vervallen in 1964 (Stb. 1964, 483)
Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 9, lid 7 en 8; vervallen in 1992 (Stb.
1992, 282)
Product: Beschikking Staatsloterij (Uitvoering van de art. 7, leden 1, 3 en 4; 8,
lid 1; en 11, leden 3 en 4, der Loterijwet) (Stcrt. 1952, 125)
Beschikking Staatsloterij (Uitvoering artikel 9 van de Wet op de kansspelen) (Stcrt.
1964, 253)
Beschikking Staatsloterij (Uitvoering artikel 9 Wet op de kansspelen) (Stcrt. 1973,
148)
Vaststelling prijzen Staatsloterij (Stcrt. 1983, 71)
Opmerking: Deze bepalingen hebben betrekking op:
– het aantal loterijen dat jaarlijks plaatsvindt;
– het aantal series en klassen per loterij;
– de verkoopprijs van de loten;
– het aantal bewijzen van het aandeel waarin de loten zijn verdeeld;
– de aantallen en de hoogte van de in elke klasse te trekken prijzen;
– de wijze waarop de trekkingen plaatsvinden;
– regels omtrent de teruggave van een deel van de aankoopprijs van een lot (tot 1964);
– andere zaken die nodig zijn om een behoorlijk functioneren van de Staatsloterij
te bevorderen;
– De Minister dient hierbij te blijven binnen de kaders die in de Wet op de kansspelen
ten aanzien van de Staatsloterij zijn vastgelegd.
Waardering: B 5
De periode 1945–1992
(152.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen over de wijze waarop de firma ‘Verkoopkantoor
van Nederlandse Staatsloten’ wordt geliquideerd
Periode: 1945–1951
Grondslag: Besluit van den Minister van Financiën, ter uitvoering van het besluit
van de Secretarissen-Generaal van de Departementen van Financiën en Justitie van 15
October 1943 betreffende het loterijbedrijf (Stcrt. 1945, 122) art. 13, lid 2
Opmerking: Het bedoelde verkoop kantoor was opgericht in het kader van aanpassingen
die onder de bezetting waren gedaan in de organisatie van de Staatsloterij. De activiteiten
van het kantoor werden bij het Ministeriële besluit van 1945 beëindigd.
Waardering: B 5
De periode vanaf 1992
(153.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming van de Wet Stichting Exploitatie
Nederlandse Staatsloterij
Periode: 1990–
Product: Wet Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (Stb. 1992, 282)
Opmerking: Van deze handeling is de looptijd gezet vanaf 1990, omdat vanaf dat jaar
de eerste kamerstukken aanwezig zijn.
Waardering: B 5
(159.)
Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Financiën inzake het verlenen of
intrekken van de vergunning tot het organiseren van de staatsloterij en het vaststellen,
wijzigen of intrekken van de voorwaarden die aan een dergelijke vergunning worden
verbonden
Periode: 1992–
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 9, lid 1; zoals laatstelijk
gewijzigd in 1992 (Stb. 1992, 282)
Waardering: B 5
Sportprijsvragen en de lotto
Algemeen
(170.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij:
– categorieën van sportverenigingen en ondernemingen worden aangewezen die formulieren
voor deelname aan een lotto of een sportprijsvraag beschikbaar kunnen stellen,
– voorschriften worden gegeven ten aanzien van de wijze waarop een lotto of een sportprijsvraag
worden georganiseerd
Periode: 1974–1992
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27d, lid 1; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1992 (Stb. 1992, 636)
Product: Lotto-toto-besluit (Stb. 1974, 477)
Opmerking: De voorschriften betreffen de verspreiding, de administratie en de inname
van formulieren, de administratie en de afdracht van de ter zake ontvangen gelden,
alsmede de vergoeding welke aan individuele medewerkers uit de aangewezen categorieën
ter zake van hun medewerking toekomt.
Waardering: B 5
Handelingen met betrekking tot vergunningverlening
(179.)
Handeling: Het verlenen, verlengen en intrekken van een vergunning tot het houden
van sportprijsvragen en het opstellen, wijzigen of aanvullen van de daaraan verbonden
voorwaarden
Periode: 1959–
Grondslag: Loterijwet, art. 3; art. 18, lid 1 en 23, lid 1; zoals ingevoegd in 1961
(Stb. 1961, 312); vervallen in 1964 (Stb. 1964, 483) en Wet op de kansspelen (Stb.
1964, 483) art. 16, lid 1 en 21, lid 2; zoals laatstelijk gewijzigd in 1974 (Stb.
1974, 441)
Product: Vergunning tot het aanleggen en houden van sportprijsvragen d.d. 3 januari
1963 nr. LO 620/068/136
Beschikking van de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen van 21 december 1964, houdende vergunning voor het aanleggen en houden
van sportprijsvragen
Vaststelling vergunning tot het aanleggen en houden van sportprijsvragen (Stcrt. 1968,
146); (Stcrt. 1969, 138); (Stcrt. 1970, 145); (Stcrt. 1973, 126); (Stcrt. 1974, 164
en 173); (Stcrt. 1976, 2); (Stcrt. 1981, 223); (Stcrt. 1982, 253); (Stcrt 1985, 230);
(Stcrt.1986, 13); (Stcrt. 1987, 65); (Stcrt. 1988; 24); (Stcrt. 1989, 14); (Stcrt.
1989, 247); (Stcrt. 1991, 36); (Stcrt. 1992, 102); (Stcrt. 1992, 102); Stcrt. 1992,
46) en Beschikking Sporttotalisator (Stcrt. 1992, 244); (Stcrt. 1995, 251); (Stcrt.
1997, 197); (Stcrt. 1997, 249); (Stcrt. 1999, 246)
Opmerking: Bij de vergunning worden tevens de voorwaarden vastgesteld. Aangezien de
vergunning voor een relatief korte duur, doorgaans enkele jaren, wordt verleend, dient
deze regelmatig verlengd te worden. Hierbij zijn van tijd tot tijd ook wijzigingen
en aanvullingen doorgevoerd in de voorwaarden. Sinds 1992 wordt de vergunning voor
het houden van sportprijsvragen, het organiseren van een cijferspel en de lotto, verleend
met één beschikking, de Beschikking Sporttotalisator. Vanaf 1996 horen de Ministers
bij het verlenen van de vergunning en het vaststellen van de voorwaarden het College
van toezicht op de kansspelen om advies te vragen.
Waardering: B 5
(180.)
Handeling: Het verlenen, verlengen en intrekken van een vergunning voor het organiseren
van een lotto aan instellingen die toestemming hebben voor het houden van sportprijsvragen
alsmede het opstellen, wijzigen of aanvullen van de hieraan verbonden voorschriften
Periode: 1974–
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27b, lid 1, 27 c, lid 1 en
art. 27f; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974, 441) en gewijzigd in 1992 (Stb. 1992,
636)
Product: Vergunning voor het organiseren van een lotto (Stcrt. 1974, 164); (Stcrt.
1976, 2); (Stcrt. 1982, 253); (Stcrt. 1985, 230); (Stcrt. 1986, 101); (Stcrt. 1987,
65); (Stcrt. 1988; 24); (Stcrt. 1989, 14); (Stcrt. 1989, 247); (Stcrt. 1991, 36);
(Stcrt. 1992, 147); (Stcrt. 1992, 46)
Beschikking Sporttotalisator (Stcrt. 1992, 244); (Stcrt. 1994, 242); (Stcrt. 1995,
251); (Stcrt. 1997, 197); (Stcrt. 1997, 249); (Stcrt. 1999, 246)
Opmerking: In feite kon hiermee alleen vergunning worden verleend aan de Stichting
de Nationale Sporttotalisator. Na 1992 wordt de vergunning verleend en de voorschriften
vastgesteld met de Beschikking Sporttotalisator. Over het voornemen tot verlening
of intrekking van de vergunning wordt vanaf 1996 het College van toezicht op de kansspelen
gehoord.
Waardering: B 5
Toezicht op het bestuur van de vergunninghouder
(181.)
Handeling: Het goedkeuren van de (wijziging van de) statuten en reglementen van de
Stichting De Nationale Sporttotalisator
Periode: (1961) 1968–1992
Grondslag: Lotto-toto-besluit (Stb. 1974, 477), art. 8, lid 3; ingetrokken in 1992
(Stb. 1992, 636), Vergunning tot het aanleggen en houden van sportprijsvragen (Stcrt.
1968, 146); (Stcrt. 1972, 129); (Stcrt. 1974, 173); (Scrt. 1976, 2) art. 14, Vergunning
tot het organiseren van de lotto (Stcrt. 1974, 173) art. 1, Vergunning tot het organiseren
van een kansspel (Stcrt. 1981, 208) lid 1, Beschikking Sporttotalisator (Stcrt. 1992,
244); (Stcrt. 1994, 242); (Stcrt. 1995, 251); (Stcrt. 1997, 197); (Stcrt. 1997, 249)
art. 3, lid 2
Opmerking: Het reglement voor de aan de lotto medewerking verlenende ondernemers in
het midden- en kleinbedrijf behoeft tevens de goedkeuring van de Minister belast met
sportzaken.
Waardering: V 20 jaar
(184.)
Handeling: Het goedkeuren van de samenstelling, de taak en de werkwijze van de commissie
die een vervangende uitslag vaststelt van afgelaste sportwedstrijden die worden gebruikt
voor een sportprijsvraag
Periode: 1968–1974
Grondslag: Opnieuw vaststelling vergunning tot het aanleggen en houden van sportprijsvragen
(Stcrt. 1968, 146) art. 14 en Vergunning tot het houden van sportprijsvragen voor
de Stichting ‘De Nationale Sporttotalisator’ (Stcrt. 1972, 129) art. 14
Opmerking: Deze handeling vervalt in 1974 omdat toen bij de wijziging van de Wet op
de kansspelen de bepaling ten aanzien van vervangende uitslagen werd aangepast en
er daar niet langer sprake was van een speciaal hiervoor bestemde commissie.
Waardering: V 5 jaar
(185.)
Handeling: Het goedkeuren van de wijze waarop vervangende wedstrijduitslagen bij sportprijsvragen
worden bepaald en vastgesteld
Periode: 1974–1992
Grondslag: Vergunningen tot het organiseren van lotto en sportprijsvragen (Stcrt.
1974, 173) art. 6; vervallen in 1992 (Stcrt. 1992, 244)
Opmerking: In de Wet op de kansspelen was aanvankelijk bepaald dat een speciaal hiervoor
bestemde commissie de vervangende uitslagen diende vast te stellen. Na 1974 werd in
de wet alleen vastgesteld dat vervangende uitslagen konden worden bepaald. Enige regeling
hieromtrent is niet meer terug te vinden in de Beschikking Sponsorloterij 1992.
Waardering: V 10 jaar
Toezicht op het financiële beheer door de vergunninghouder
(186.)
Handeling: Het goedkeuren van de raming van de exploitatiekosten door de stichting
De Nationale Sporttotalisator
Periode: 1974–
Grondslag: Vergunning tot het organiseren van sportprijsvragen (Stcrt. 1974, 173);
(Stcrt. 1976, 2) art. 12a en 13, Vergunning tot het organiseren van de lotto (Stcrt.
1974, 173); (Stcrt. 1976, 2) art. 12a; (Stcrt. 1981, 223) art. 12a en art. 13 en Beschikking
sporttotalisator (Stcrt. 1992, 244) art. 12, lid 2
Opmerking: Vanaf 1974 schreven de vergunningen aan de SNS voor dat de stichting een
taakstellende begroting moest opstellen van haar exploitatiekosten. Wanneer de stichting
andere kosten dan in de vergunning was voorzien wilde beschouwen als exploitatiekosten
diende de Minister belast met sportzaken dit goed te keuren. Beide activiteiten moeten
onder deze handeling worden gerekend. In de Beschikking sporttotalisator vervalt de
goedkeuring van de begroting, en moet de Minister van Justitie de raming van de exploitatiekosten
mede goedkeuren.
Waardering: V 10 jaar
(187.)
Handeling: Het geven van richtlijnen met betrekking tot de jaarlijkse rapportages
inzake de financiële uitkomsten van de georganiseerde prijsvragen en lotto
Periode: 1974–
Grondslag: Vergunning tot het organiseren van sportprijsvragen (Stcrt. 1974, 173;
Stcrt. 1976, 2) art. 17, Vergunning tot het organiseren van sportprijsvragen d.d.
18 december 1980, art. 23,
Vergunning tot het organiseren van de lotto (Stcrt. 1974, 173; Stcrt. 1976, 2) art.
17,
Vergunning tot het organiseren van de lotto d.d. 18 december 1980, art. 23 en Beschikking
sporttotalisator (Stcrt. 1992, 244) art. 15
Waardering: V 5 jaar
Casinospelen
Raad voor de Casinospelen
(302.)
Handeling: Het instellen van de Raad voor de Casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 27, lid 2; zoals ingevoegd bij Stb. 1974, 441;
vervallen bij Stb. 1995, 300
Waardering: B 4
(206.)
Handeling: Het benoemen, schorsen of ontslaan van onafhankelijke deskundigen voor
de Raad voor de Casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 482), art. 27i, lid 3 jo. lid 6; zoals
ingevoegd bij in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Opmerking: De Raad voor de Casinospelen bestaat uit ten hoogste twaalf leden, voor
de helft uit onafhankelijke deskundigen en voor andere helft uit ambtenaren. De deskundigen
worden benoemd voor een periode van twee jaar, terwijl voor elk lid ook een plaatsvervanger
kan worden benoemd.
Waardering: V 5 jaar
(207.)
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die zitting hebben in de Raad voor de Casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 27i, lid 3; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974,
441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Waardering: V 5 jaar
(208.)
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur waarbij regels worden
gegeven voor de wijze waarop leden van de Raad voor de Casinospelen kunnen worden
ontslagen of geschorst
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 27i, lid 6; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974,
441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Besluit van 27 februari 1975 tot uitvoering van artikel 27i, zesde lid, van
de Wet op de kansspelen (Stb. 1975, 63)
Waardering: V 10 jaar
(209.)
Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten waarbij de voorzitter van de
Raad voor de Casinospelen wordt benoemd of ontslagen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 27j, lid 1; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974,
441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: KB
Opmerking: De voorzitter wordt voor onbepaalde tijd benoemd. Bij ontslag moeten de
Ministers advies vragen aan de Raad voor de Casinospelen
Waardering: V 5 jaar
(211.)
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de secretaris van de Raad voor de Casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 482), art. 27k, lid 1; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Opmerking: De secretaris heeft in de Raad een raadgevende stem
Waardering: V 5 jaar
(213.)
Handeling: Het goedkeuren van de nadere regels die door de Raad voor de Casinospelen
worden gesteld ten aanzien van haar werkwijze
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 482), art. 27l, lid 1; zoals ingevoegd
in (Stb. 1974, 441); vervallen in (Stb. 1995, 300)
Waardering: V 5 jaar
Vergunning en voorschriften
(216.)
Handeling: Het verlenen en intrekken van een vergunning aan een rechtspersoon met
volledige rechtsbevoegdheid voor het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1974 –
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27h, lid 1; zoals laatstelijk
gewijzigd in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252)
Opmerking: De vergunning wordt verleend voor een hierbij bepaalde tijd. Tot 1996 dienden
de Ministers alvorens zij deze vergunning verleenden advies in te winnen bij de Raad
van de Casinospelen.
Waardering: B 5
(217.)
Handeling: Het aanwijzen van een gemeente waar een speelcasino mag worden gevestigd
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art. 27p lid 1; zoals ingevoegd in
1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: beschikkingen:
Valkenburg-Houthem en Zandvoort (Stcrt. 1975, 252); Den Haag (Stcrt. 1979, 19); Amsterdam
(Stcrt. 1986, 82); Groningen (Stcrt. 1987, 58); Eindhoven (Stcrt. 1992, 60); Enschede
(Stcrt. 1993, 237); Utrecht (Stcrt. 1994, 1); Haarlemmermeer (Stcrt. 1995, 42)
Opmerking: Een voorstel tot het aanwijzen van gemeenten werd in eerste instantie gedaan
door de Raad voor de casinospelen. De definitieve aanwijzing geschiede nadat de gemeenteraad
van de betreffende gemeente hiermee had ingestemd.
Bij de wijziging van de Wet op de kansspelen in 1995 verviel de bepaling dat de Ministers
bij aparte beschikking de vestigingsgemeenten voor casino’s moesten aanwijzen. In
het vervolg werden de gemeenten waar de vergunninghouders casino’s mocht exploiteren
genoemd in de vergunning, dus in de beschikking casinospelen.
Waardering: B 5
(219.)
Handeling: Het intrekken van een vergunning voor het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1974–
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art. 27k; zoals laatstelijk gewijzigd
in 1995 (Stb. 1995, 300)
Opmerking: De vergunning kan worden ingetrokken wanneer sprake is van overtreding
van voorschriften die op grond van de Wet op de kansspelen zijn vastgesteld. De intrekking
kan betrekking hebben op alle vergunningen, of op met name genoemde gemeenten. Alvorens
de vergunning in te trekken vragen de Ministers de Raad voor de Casinospelen om advies
(tot 1996). Na 1996 moet het College van Toezicht op de kansspelen worden gehoord.
Waardering: Deze handeling komt te vervallen. Zie ook handeling 216
(221.)
Handeling: Het opstellen, wijzigen of aanvullen van voorschriften die worden verbonden
aan een vergunning voor het organiseren van een speelcasino
Periode: 1974–
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art. 27i; zoals laatstelijk gewijzigd
in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252); (Stcrt. 1978, 103);
(Stcrt. 1986, 231),
Beschikking casinospelen 1988 (Stcrt. 1988; 139) (Stcrt. 1990, 79) (Stcrt. 1991, 156);(Stcrt.
1992, 2); (Stcrt. 1994, 5); (Stcrt. 1994, 65); (Stcrt. 1995, 110), Beschikking casinsospelen
1996 (Stcrt. 1996, 92); (Stcrt. 1997, 144); (Stcrt. 1998. 132); (Stcrt. 2000, 120)
en Reglement houdende voorschriften voor de beoefening van casinospelen (Stcrt. 1981,
116); (Stcrt. 1983, 57); (Stcrt. 1985, 109); (Stcrt. 1986, 231); (Stcrt. 1987, 91)
Opmerking: De voorschriften hebben onder meer betrekking op:
– bouwkundige indeling van het casino
– de spelen en andere activiteiten die zullen worden beoefend
– werving en reclame
– minimum en maximum van de inzet van spelers en eventuele andere voorwaarden die
aan hen worden gesteld
– de administratie
– aanstelling en instructie van het personeel
– controle van overheidswege
Bij wijziging of aanvulling van voorschriften die aan een vergunning zijn verbonden
vragen de Ministers advies aan de Raad voor de Casinospelen
Waardering: B 5
Bestuur en personeel
(223.)
Handeling: Het geven van nadere richtlijnen ten aanzien van de taak en de werkwijze
van het bestuur van een instelling die een vergunning heeft voor het organiseren van
een speelcasino
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art 27p, lid 1; zoals ingevoegd in
1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in (Stb. 1995, 300)
Product: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252)
Waardering: B 5
(224.)
Handeling: Het goedkeuren van de (wijziging van de) statuten en reglementen van de
houder van een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1975–
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 3, lid 1;
ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139), Beschikking casinospelen 1988 (Stcrt. 1988,
139) art. 2, lid 2; art. 8, lid 4; ingetrokken in 1996 (Stcrt. 1996, 92) en Beschikking
casinospelen 1996, art 3, lid 2 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: Alvorens tot goedkeuring over te gaan vragen de Ministers advies aan de
Raad voor de Casinospelen.
Vanaf 1996 moeten de statuten, het huisreglement en het spelreglement door de Ministers
worden goedgekeurd
Waardering: V 20 jaar
(226.)
Handeling: Het met betrekking tot de houder van een vergunning tot het organiseren
van speelcasino’s goedkeuren van:
– de samenstelling van het bestuur
– de aanstelling van de adviseur(s)
– de exploitatie van horeca- en amusementsbedrijven, culturele evenementen en andere
voorzieningen ten behoeve van de bezoekers
Periode: 1975–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27p, lid 1; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300) en Organisatiebeschikking
casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 3, lid 2 en art. 4, lid 3; ingetrokken in 1988
(Stcrt. 1988, 139)
Opmerking: Alvorens tot goedkeuring over te gaan vragen de Ministers advies aan de
Raad voor de Casinospelen. Ten aanzien van het laatste punt: voor het exploiteren
van een bar of buffet in het casino hoeft de vergunninghouder geen toestemming aan
de Ministers te vragen.
Waardering: V 20 jaar
(228.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van de raad van commissarissen
van de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen (Holland Casino’s)
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 3, lid 3
Waardering: V 20 jaar
(230.)
Handeling: Het maken van bezwaar tegen de voorgenomen benoeming van de voorzitter
en de leden van het bestuur van de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 3, lid 4
Opmerking: De Ministers hoeven na 1996 niet langer de samenstelling van het bestuur
van de stichting goed te keuren. Het toezicht op het bestuur is grotendeels overgenomen
door de Raad van commissarissen. De voorgenomen benoeming van voorzitter en leden
van het bestuur wordt aan de Ministers gemeld, waarna deze twee weken de tijd hebben
om hiertegen eventueel bezwaar aan te tekenen.
Waardering: V 20 jaar
(234.)
Handeling: Het goedkeuren van (een wijziging van) de modellen voor de arbeidsovereenkomsten
van de algemeen directeur, de directeur van een speelcasino en zijn plaatsvervanger
alsmede van het overige personeel
Periode: 1975–
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 6, lid 2;
ingetrokken in 1988 ( Stcrt. 1988, 139) en Beschikking casinospelen 1996 (Stb. 1996,
92), art. 13, lid 1
Waardering: V 20 jaar
Kansspelen in de speelcasino’s
(237.)
Handeling: Het aanwijzen van casinospelen die in een casino kunnen worden georganiseerd
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 19, lid 1
onder d.; ingetrokken IN 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Product: Aanwijzing ‘punto banco’ als spel dat in speelcasino’s kan worden georganiseerd
(Stcrt. 1986, 139)
Opmerking: Op grond van de organisatiebeschikking mogen al een aantal met name genoemde
casinospelen worden georganiseerd, de Ministers kunnen hiernaast echter nog andere
spelen aanwijzen.
Waardering: B 5
(240.)
Handeling: Het geven van toestemming voor het organiseren van andere casinospelen
of het opstellen van andere kansspeelautomaten dan voorzien in de beschikking casinospelen
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen 1988 (Stcrt. 1988, 139), art. 3, lid 4; ingetrokken
in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Product: Brief
Opmerking: Wanneer er behoefte bestaat aan het beproeven van de exploitatiemogelijkheden
van afwijkende of nieuwe casinospelen of kansspeelautomaten kunnen de Ministers hiervoor
voor een periode van ten hoogste zes maanden toestemming geven. Zij winnen hierover
eerst advies in bij de Raad voor de Casinospelen.
Waardering: B 5
(241.)
Handeling: Het geven van een aanwijzing aan de Nationale Stichting tot Exploitatie
van Casinospelen om de proefopstelling van een casinospel te beëindigen
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 4, lid 5
Product: Aanwijzing
Opmerking: De stichting mag gedurende een jaar in een casino één casinospel organiseren
waarvoor niet is voorzien in de beschikking casinospelen met de bedoeling de exploitatiemogelijkheden
hiervan de beproeven.
Waardering: B 5
(242.)
Handeling: Het met maximaal zes maanden verlengen van de periode van een jaar dat
een casinospel in proefopstelling mag worden georganiseerd door de Nationale Stichting
tot Exploitatie van Casinospelen
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1996, 92), art. 4, lid 6
Waardering: V 20 jaar
(245.)
Handeling: Het aanwijzen van een onafhankelijke keuringsinstelling die de kansgenerator
bij casinospelen vooraf goedkeurt en periodiek controleert
Periode: 1988–
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 4, lid 2; ingetrokken
in 1996 (Stcrt. 1996, 92) en
Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 7, lid 1
Waardering: V 10 jaar
Administratie en financieel beheer
(255.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Nationale Stichting tot Exploitatie van
Casinospelen in Nederland met betrekking tot wervings- en reclameactiviteiten en de
organisatie van bijzondere evenementen
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 16; ingetrokken in 1996
( Stcrt. 1996, 92) en Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 15, lid
2
Waardering: B 5
(256.)
Handeling: Het goedkeuren van de jaarlijkse begroting en van het jaarverslag van de
houder van een vergunning tot het organiseren van casinospelen
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen, art. 27; art. 31; ingetrokken bij
Stcrt. 1988, 139
Waardering: V 5 jaar
(259.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen ten aanzien van inrichting van de jaarrekening
en het jaarverslag
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 22, lid 1
Opmerking: De jaarrekening en het jaarverslag worden vanaf 1996 goedgekeurd door de
raad van commissarissen van Holland Casino’s.
Waardering: V 20 jaar
(266.)
Handeling: Het goedkeuren van de omvang van de voorziening die door de vergunninghouder
is getroffen ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie van de speelcasino’s
Periode: 1975–
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 28; ingetrokken
in 1988 (Stcrt. 1988, 139), Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 18;
ingetrokken in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Beschikking casinospelen 1996, art. 19 (Stcrt. 1996, 92)
Waardering: V 20 jaar
(268.)
Handeling: Het maken van bezwaar tegen activiteiten van de Nationale Stichting tot
Exploitatie van Casinospelen die geen verband houden met het organiseren van speelcasino’s
en die een omvang hebben van meer dan ƒ 450.000 per jaar
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 3, lid 5
Opmerking: Hier is dezelfde constructie gekozen als bij de benoeming van het bestuur
van de Stichting. In plaats van toestemming te geven, houdt de Minister toezicht door
middel van de bevoegdheid om tegen de genoemde activiteiten bezwaar aan te tekenen.
Activiteiten waartegen de Minister bezwaar heeft aangetekend kunnen geen doorgang
vinden.
Waardering: B 5
(270.)
Handeling: Het goedkeuren van activiteiten van de Nationale Stichting tot Exploitatie
van Casinospelen die betrekking hebben op buitenlandse casino’s
Periode: 1996–
Grondslag: Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 3, lid 5
Waardering: B 5
Toezicht en opsporing
(271.)
Handeling: Het op voordracht van de Raad van de Casinospelen aanwijzen van ambtenaren
die belast zijn met de handhaving en de zorg voor de naleving van regels die zijn
gesteld ten aanzien van het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27v, lid 1; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Aanwijzing controle-ambtenaren in speelcasino’s (Stcrt. 1976, 225)
Aanwijzing controle-ambtenaren IJkwezen b.v. (Stcrt. 1989, 188)
Opmerking: De aangewezen ambtenaren zijn opsporingsambtenaar in de zin van artikel
142 van het Wetboek van Strafrecht. Zij doen bij rapport verslag van hun bevindingen
bij de Raad van de Casinospelen.
Waardering: V 20 jaar
(274.)
Handeling: Het goedkeuren van de door de Raad van de Casinospelen vastgestelde regels
ten aanzien van de werkwijze van ambtenaren die zijn belast met de handhaving en de
zorg voor de naleving van regels die zijn gesteld ten aanzien van het organiseren
van speelcasino’s
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art 27v, lid 2; zoals ingevoegd in
1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Aanwijzing controle-ambtenaren IJkwezen b.v. (Stcrt. 1989, 188)
Waardering: B 5
Speelautomaten
Algemeen
(275.)
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen en coördineren van het beleid ten aanzien
van speelautomaten
Periode: 1945–
Product: Beleidsnotities, rapporten, adviezen
Bijvoorbeeld:
– Notitie speelautomatenbeleid (1993)
Opmerking: Ook de Minister van Justitie is betrokken bij het voorbereiden van het
beleid ten aanzien van de speelautomaten. Deze doet dit echter uit hoofde van zijn
coördinerende rol inzake kansspelen, zodat deze activiteiten onder handeling 1 vallen
(Kansspelbeleid in het algemeen)
Waardering: B 1
(277.)
Handeling: Het (mede) instellen van werkgroepen of commissies die de verantwoordelijke
Ministers adviseren over het beleid inzake speelautomaten
Periode: 1945–
Product: Instelling Interdepartementale Werkgroep Speelautomaten (Commissie Kuyper)
(1974)
Instelling Interdepartementale Werkgroep Speelautomaten (Commissie Van Tilburg) (1977)
Instellingsbeschikking Commissie kansspelautomaten (Commissie Nijpels) Stcrt. 1994,
Opmerking: De Minister handelt hier in overeenstemming met de Minister van Justitie
en de Minister belast met sportzaken. Bij de instellingsbeschikking formuleert de
Minister de opdracht van de commissie en worden tevens de voorzitter en de leden van
de werkgroep of commissie benoemd.
De commissie Kuyper werd ingesteld door de Minister van Justitie. De commissie Nijpels
werd ingesteld door de Minister van Economische Zaken, in overeenstemming met de Minister
van Justitie en de Minister belast met sportzaken.
Waardering: B 1
(288.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van intern of extern
(wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van het beleid ten aanzien van speelautomaten
Periode: 1945–
Product: Rapporten van SGBO, onderzoeksadviesbureau van de Vereniging Nederlandse
Gemeenten
Bijvoorbeeld:
– Onderzoek gemeentelijk beleid speelautomaten; verslag eerste fase – nulpuntmetingen (1992);
– Inzetten op beleid; gemeenten en speelautomaten(1993);
– Het iets-nul-nul-beleid; landelijk onderzoek gemeentelijk beleid speelautomaten
in 1995, vergelijkingen met 1992 en 1993 (1995).
Waardering: B 1
Het aanwezig hebben van speelautomaten
(289.)
Handeling: Het verlenen of intrekken van een vergunning voor het aanwezig hebben van
speelautomaten in een speelcasino
Periode: 1986–
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 30z, lid 1; zoals ingevoegd
in 1985 (Stb. 1985, 600); laatstelijk gewijzigd in 1999 (Stb. 1999, 9)
Product: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139) en Beschikking casinospelen 1996
( Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: De Ministers vragen alvorens over te gaan tot het verlenen van een vergunning
advies aan de Raad voor de Casinospelen (tot 1996). Na 1996 moet het College van toezicht
op de kansspelen worden gehoord.
Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden, die zonodig kunnen worden
gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.
Waardering: B 5
Toezicht
(299.)
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving
van de regels die zijn gesteld ten aanzien van speelautomaten
Periode: 1986–
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 30w, lid 1; zoals ingevoegd
in 1985 (Stb. 1985, 600)
Product: Aanwijzing ambtenaren Dienst van het IJkwezen als toezichthoudende ambtenaren
Wet op de kansspelen (Stcrt. 1987, 2)
Beschikking van de staatssecretaris van Justitie van 1 juni 1989, houdende aanwijzing
van personen belast met het toezicht op de naleving van de voorschriften, gesteld
bij of krachtens titel Va van de Wet op de kansspelen (Stcrt. 1989, 214)
Waardering: V 20 jaar
Actor: Raad voor de Casinospelen
(203.)
Handeling: Het op verzoek of uit eigener beweging adviseren van de Ministers van Justitie
en Economische Zaken in zaken betreffende casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 482), art. 27h, lid 2; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Opmerking: Het gaat hier om adviezen voor zover deze niet worden gegeven op grond
van gegeven wettelijke procedures.
Waardering: B 1
(204.)
Handeling: Het opstellen van jaarverslagen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 482), art. 27h, lid 3; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Jaarverslagen
Opmerking: In deze jaarverslagen dient de Raad verslag te doen van zijn werkzaamheden
en van de ontwikkelingen van de speelcasino’s in Nederland. Het jaarverslag wordt
in ieder geval naar de Ministers van Justitie en Economische Zaken en naar de Staten-Generaal
gestuurd.
Waardering: B 2,3
(205.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van extern (wetenschappelijk)
onderzoek ten behoeve van het beleid inzake casinospelen
Periode: 1974–1996
Bron: Jaarverslagen Raad voor de casinospelen
Product: rapporten, bijvoorbeeld:
– Nederlands Research Instituut voor Rekreatie en Toerisme, De economische en toeristische betekenis van de casino’s in Nederland (1982)
– Vakgroep Planning en Beleid, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Rijksuniversiteit
Utrecht, Kansspelen als riskante gewoonte; probleemaspecten van gokken in Nederland verkend (Utrecht, 1988) Ook bekend als het KARGO-onderzoek.
Waardering: B 1
(210.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische Zaken inzake
het ontslag van de voorzitter van de Raad voor de Casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 482), art. 27j, lid 1; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Waardering: V 5 jaar
(212.)
Handeling: Het stellen van nadere regels betreffende de werkwijze van de Raad voor
de Casinospelen
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 27l, lid 1; zoals ingevoegd in 1974 (Stb. 1974,
441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Waardering: B 5
(218.)
Handeling: Het voordragen van gemeenten die door de Ministers van Justitie en Economische
Zaken kunnen worden aangewezen als vestigingsplaatsen voor speelcasino’s
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art. 27p lid 4; zoals ingevoegd in
1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Advies, voordracht
Waardering: B 5
(220.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische zaken inzake
het verlenen of intrekken van een vergunning voor het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art. 27p en art. 27u; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in (Stb. 1995, 300)
Product: advies
Waardering: B 5
(222.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische Zaken inzake
de wijziging of aanvulling van voorschriften die zijn verbonden aan een vergunning
voor het organiseren van een speelcasino
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483, art. 27q, lid 3; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in (Stb. 1995, 300)
Product: advies
Waardering: B 5
(225.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische Zaken inzake
de goedkeuring van de (wijziging van de) statuten en reglementen van de houder van
een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1975–1996
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 3, lid 1;
ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139) en Beschikking casinospelen 1988 (Stcrt. 1988,
139), art. 2, lid 2; art. 8, lid 4; ingetrokken in 1996 (Stb. 1996, 92)
Product: advies
Waardering: V 20 jaar
(227.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische Zaken inzake
de goedkeuring van
– de samenstelling van het bestuur
– de aanstelling van de adviseur(s)
– de exploitatie van horeca- en amusementsbedrijven, culturele evenementen en andere
voorzieningen ten behoeve van de bezoekers
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 3, lid 2;
art. 4, lid 3; ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Product: Advies
Waardering: B 5
(231.)
Handeling: Het verlenen van een machtiging aan instellingen die een speelcasino organiseren
tot het tewerkstellen van personeelsleden of het laten uitvoeren van werk door derden
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27r; zoals ingevoegd in 1974
(Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Waardering: V 5 jaar
(232.)
Handeling: Het vaststellen van een model voor een machtiging tot het tewerkstellen
van personeelsleden of door derden laten uitvoeren van werk
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27r; zoals ingevoegd in 1974
(Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Waardering: V 5 jaar
(233.)
Handeling: Het instemmen met de benoeming van de algemeen directeur van het bureau
van de houder van een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1975–1996
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 5, lid 2;
ingetrokken in 1996 ( Stcrt. 1996, 92)
Waardering: V 5 jaar
(236.)
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken inzake de toestemming
aan de houder van een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s voor het aangaan
van een collectieve arbeidsovereenkomst
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 13, lid 2; ingetrokken
in 1996 ( Stcrt. 1996, 92)
Product: Advies
Waardering: V 20 jaar
(238.)
Handeling: Het aanwijzen van soorten kansspeelautomaten die in een casino mogen worden
opgesteld
Periode: 1986–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 19, lid 2;
zoals ingevoegd IN 1986 (Stcrt. 1986, 231); ingetrokken IN 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Waardering: B 5
(239.)
Handeling: Het instemmen met het ter beoefening toelaten van casinospelen, alsmede
het ter bespeling toelaten van kansspeelautomaten in het speelcasino door de houder
van een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 19, lid 3;
zoals laatstelijk gewijzigd in1986 (Stcrt. 1986, 231); ingetrokken in 1988 (Stcrt.
1988, 139)
Opmerking: De Ministers van Justitie en Economische Zaken geven aan welke casinospelen
georganiseerd kunnen worden. Wanneer de vergunninghouder deze spelen ook daadwerkelijk
gaat organiseren in een casino, moet de Raad voor de Casinospelen hiermee instemmen.
Vanaf 1986 geldt dit tevens voor het opstellen van kansspeelautomaten in casino’s
Waardering: V 20 jaar
(243.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische Zaken inzake
het geven van toestemming voor het organiseren van andere casinospelen of het opstellen
van andere kansspeelautomaten dan voorzien in de beschikking casinospelen
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 3, lid 4; ingetrokken
bij Stcrt. 1996, 92
Product: Advies
Waardering: B 5
(244.)
Handeling: Het instemmen met de opstelling van kansspeelautomaten in andere dan de
uitsluitend hiervoor bestemde ruimten van speelcasino’s
Periode: 1986–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 14, lid 2;
zoals ingevoegd in 1986 (Stcrt. 1986, 23)1; ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Waardering: V 20 jaar
(246.)
Handeling: Het goedkeuren van het in speelcasino’s aanbrengen of aanbieden van voorzieningen
ten behoeve van bezoekers die geen verband houden met de organisatie van de spelen
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 7, lid 2; ingetrokken
in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: Een dergelijke toestemming is niet nodig wanneer het gaat om nevenactiviteiten
van beperkte omvang die het karakter van het casino niet wijzigen.
Waardering: V 10 jaar
(247.)
Handeling: Het geven van toestemming aan de houder van een vergunning tot het organiseren
van speelcasino’s om een deel van de speelzaal af te scheiden waarin casinospelen
kunnen worden aangeboden met minimuminzetten die afwijken van de minimuminzetten in
de rest van de speelzaal
Periode: 1994–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 9, lid 6; zoals ingevoegd
in 1994 (Stcrt. 1994, 10); ingetrokken in 1996 ( Stcrt. 1996, 92)
Waardering: V 5 jaar
(248.)
Handeling: Het goedkeuren van de regels die de houder van een vergunning tot het organiseren
van speelcasino’s heeft gesteld ten aanzien van de door hem aangeboden pokersoorten
Periode: 1994–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), bijlage, art. 10, lid 11;
ingetrokken in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Waardering: V 5 jaar
(249.)
Handeling: Het vaststellen van het maximaal aantal groepen van vier en zes speelkaarten
dat een speelcasino ten behoeve van black jack en baccara in voorraad mag hebben
Periode: 1975–1988
Grondslag: Reglement houdende voorschriften voor de beoefening van casinospelen (Stb.
1981, 116), art. 3, lid 1; ingetrokken in (Stcrt. 1988, 136)
Waardering: V 5 jaar
(250.)
Handeling: Het instemmen met de keuze van de houder van een vergunning voor het organiseren
van speelcasino’s voor de fabrikant die de groepen van vier en zes speelkaarten levert
Periode: 1975–1988
Grondslag: Reglement houdende voorschriften voor de beoefening van casinospelen, art.
3, lid 3; ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 136)
Waardering: V 5 jaar
(251.)
Handeling: Het vaststellen van het model slede waarin de kaarten bij het blackjackspel
worden geplaatst
Periode: 1975–1988
Grondslag: Reglement houdende voorschriften voor de beoefening van casinospelen (Stb.
1981, 116), art. 13, lid 4; ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Opmerking: Deze slede wordt ook wel slof of ‘sabot’ genoemd
Waardering: V 5 jaar
(252.)
Handeling: Het instemmen met de kledingvoorschriften voor bezoekers die door de houder
van een vergunning voor het organiseren van speelcasino’s is opgesteld
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 22; ingetrokken
in 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Waardering: V 5 jaar
(253.)
Handeling: Het instemmen met de houder van een vergunning tot het organiseren van
casinospelen inzake het verlagen van het entreebedrag van bezoekers van een casino,
het in bepaalde gevallen afzien van het heffen van een entreebedrag of het afgeven
van entreebewijzen op naam bij groepen waarvan de samenstelling aan de vergunninghouder
bekend zijn gemaakt
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139); art. 9, lid 4 en 5; ingetrokken
in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: Met betrekking tot het eerste punt staat in de beschikking casinospelen
niet letterlijk dat de Raad moet instemmen, maar dat over het verlagen van het entreebedrag
overleg moet plaatsvinden tussen de Raad en de vergunninghouder
Waardering: V 5 jaar
(254.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de vergunninghouder in het kader van een
doelmatige organisatie, administratie en beheer van de speelcasino’s
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 25, lid 1;
ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 13)
Opmerking: Het gaat hier niet om aanwijzingen ten aanzien van het financiële beheer.
Waardering: V 20 jaar
(255.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Nationale Stichting tot Exploitatie van
Casinospelen in Nederland met betrekking tot wervings- en reclameactiviteiten en de
organisatie van bijzondere evenementen
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 16; ingetrokken in 1996
( Stcrt. 1996, 92) en Beschikking casinospelen 1996 (Stcrt. 1996, 92), art. 15, lid
2
Waardering: B 5
(257.)
Handeling: Het goedkeuren van de jaarrekening van de houder van een vergunning tot
het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 22; ingetrokken in 1996
(Stcrt. 1996, 92)
Waardering: V 5 jaar
(262.)
Handeling: Het instemmen met het model van het sociaal jaarverslag dat is vastgesteld
door de houder van een vergunning voor het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 25, lid 1; ingetrokken
in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Waardering: V 10 jaar
(263.)
Handeling: Het goedkeuren van de meerjareninvesteringsbegroting die jaarlijks door
de houder van een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s aan de Raad voor
de casinospelen wordt voorgelegd
Periode: 1988–1996
Grondslag: Beschikking casinospelen (Stcrt. 1988, 139), art. 25, lid 1; ingetrokken
in 1996 (Stcrt. 1996, 92)
Opmerking: Ook andere meerjarige overeenkomsten van de vergunninghouder waarmee grote
bedragen zijn gemoeid dienen door de Raad te worden goedgekeurd.
Waardering: B 5
(265.)
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de vergunninghouder ten aanzien van het
financiële beheer van de speelcasino’s
Periode: 1975–1996
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 27; art. 28;
art. 29; art. 30; ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139) en Beschikking casinospelen
(Stcrt. 1988, 139), art. 18; ingetrokken bij Stcrt. 1996, 92
Opmerking: In deze handelingen zijn een aantal activiteiten van de Raad voor de Casinospelen
ten aanzien van het financiële beheer van de casino’s gebundeld die in verschillende
bepalingen van de organisatiebeschikking staan:
– het geven van aanwijzingen bij het opstellen van de jaarlijkse begroting (art. 27)
– wanneer overschrijdingen van de begrote uitgaven worden voorzien, dient de vergunninghouder
dit tijdig aan de Raad van de Casinospelen voor te leggen (art. 27)
– het voeren van overleg met de vergunninghouder over de omvang van de te treffen
voorziening ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie van de casino’s (art.
28)
– het voeren van overleg met de vergunninghouder over de driemaandelijkse afdracht
van de gezamenlijke netto-opbrengst van de speelcasino’s (art. 29)
– het bepalen van de onderwerpen die in het verslag moeten voorkomen dat de vergunninghouder
ieder kwartaal naar de Raad stuurt. Dit verslag bevat in ieder geval een verkort resultatenoverzicht
en een liquiditeitsoverzicht. (art. 30)
Na 1988 blijft van de genoemde punten alleen het derde en het vijfde over. Ten aanzien
van het vijfde punt wordt dan overigens bepaald dat de Raad dient in te stemmen met
het model van het verslag
Waardering: B 5
(267.)
Handeling: Het (doen) instellen van een tussentijds onderzoek van de administratie
van de houder van een vergunning tot het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1975–1988
Grondslag: Organisatiebeschikking casinospelen (Stcrt. 1975, 252), art. 32; ingetrokken
bij in 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Product: Rapport
Waardering: B 5
(269.)
Handeling: Het geven van instructies aan speelcasino’s over de wijze waarop de boeking
en controle van de cagnotte-bedragen plaats vindt
Periode: 1975–1988
Grondslag: Reglement houdende voorschriften voor de beoefening van casinospelen (Stb.
1981, 116), art. 16; ingetrokken in 1988 (Stcrt. 1988, 139)
Opmerking: Bij het baccara-spel (chemin de fer) treedt het casino niet op als tegenspeler,
maar als intermediair. Het heeft daarom het recht om een heffing te verrichten van
5% van de winst van de speler die de bank houdt. Deze heffing vindt plaats na iedere
winstslag. De croupier is verplicht het geheven bedrag onmiddellijk te deponeren in
een pot, de zogenaamde cagnotte.
Waardering: V 5 jaar
(272.)
Handeling: Het voordragen van ambtenaren die door de Ministers van Justitie en Economische
Zaken zullen worden belast met de handhaving en de zorg voor de naleving van regels
die zijn gesteld ten aanzien van het organiseren van speelcasino’s
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 27v, lid 1; zoals ingevoegd
in 1974 (Stb. 1974, 441); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Waardering: V 5 jaar
(273.)
Handeling: Het vaststellen van regels ten aanzien van de werkwijze van ambtenaren
die door de Ministers van Justitie en Economische Zaken zijn belast met de handhaving
en de zorg voor de naleving van regels die zijn gesteld ten aanzien van het organiseren
van speelcasino’s
Periode: 1974–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen, art. 27v, lid 2; zoals ingevoegd bij Stb. 1974, 441;
vervallen bij Stb. 1995, 300
Waardering: B 5
(290.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Justitie en Economische Zaken inzake
het verlenen van een vergunning voor het aanwezig hebben van speelautomaten in een
speelcasino
Periode: 1986–1996
Grondslag: Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483), art. 30g, lid 1; zoals ingevoegd
in 1985 (Stb. 1985, 600); vervallen in 1995 (Stb. 1995, 300)
Product: Advies
Waardering: B 5