Besluit van 30 oktober 2007, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen
burgerservicenummer (Besluit burgerservicenummer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
van 17 oktober 2006, nr. 2006-0000339264, CS/CZW;
Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 6, 8, vijfde lid, 16, 18, derde lid, en 21, vierde lid, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer en de artikelen 5, 6, eerste lid, 34, vierde lid, 35, achtste lid, 59, tweede lid, 91, 99 en 114, vijfde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
De Raad van State gehoord (advies van 15 november 2006, nr. W04.06.0456/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 15 oktober 2007, nr. 2007-0000370830, STAF/CZW/WVOB;
Hebben goedgevonden en verstaan: