Algemene projectgegevens
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
1. Datum: datum van indiening.
2. Projecttitel: zorg voor een bondige, aansprekende titel met een woordkeuze die
er bij gebruik van een zoekmachine op Internet toe leidt dat men bij uw project terecht
komt.
3. Projectbijdrage aangevraagd door: geef aan welke partij de aanvraag voor de projectbijdrage/subsidie
doet.
4. Uitvoerende instelling: de hoofdaannemer van het project. Voor branche projecten
(projecten die worden opgezet en (deels) uitgevoerd door de dragende organisaties
van werkgevers of werknemers die vertegenwoordigd zijn in het PT) geldt dat de brancheorganisatie
altijd zelf de hoofdaannemer is en de projectleider levert. Alle contacten van het
PT over het project lopen via de projectleider.
-
– Projectleider: vul de gegevens in van de contactpersoon bij de instelling die het
project als hoofdaannemer uitvoert.
-
– Intern projectnummer: vul het referentienummer in dat de uitvoerende instelling geeft
aan het project.
5. Overige uitvoerende instellingen: geef indien van toepassing aan welke andere instelling(en)
betrokken zijn bij de uitvoering van het project.
6. Beoogde begeleidingscommissie: geef aan, indien van toepassing, hoe vaak de beoogde
begeleidingscommissie bijeenkomt en welke personen de begeleiding van het onderzoek
zullen verzorgen.
7. Looptijd inclusief eindrapportage: wanneer het project dit toelaat, dient het in
fasen verdeeld te worden. De eindrapportage is altijd de laatste fase. Geef per fase
aan wat de voorziene begin- en einddata zijn.
Belang en draagvlak
8. Relatie met de taken van het PT
Het project moet aansluiten bij de taken van het PT. Deze taken zijn jaarlijks vastgelegd
in een voorafvastgesteld en door de sectorcommissie geaccordeerd jaarplan waarin prioriteiten
zijn vastgelegd op de diverse beleidsonderwerpen. Geef aan op welke wijze u denkt
dat het project herleidbaar is tot een of meerdere taken van het PT.
9. Belang voor ondernemingen en organisaties in de tuinbouwsector
Een essentieel sectoraal belang voor ondernemingen en organisaties moet worden aangetoond
en de activiteiten moeten ten goede komen aan alle ondernemingen in de sector. Bij
voorkeur zijn meerdere schakels in de keten bij het project betrokken. Geef aan op
welke wijze het project ten goede komt aan alle ondernemingen in de sector.
10. Betekenis voor arbeid:
Betekenis van het project voor arbeid: geef aan of het project en het resultaat van
invloed is op arbeidsomstandigheden, aard van het werk en/of hoeveelheid werk. Indien
ja op welke wijze worden deze aspecten dan in het project meegenomen.
11. Draagvlak bij ondernemingen en organisaties
Er moet sprake zijn van voldoende draagvlak bij georganiseerde en niet-georganiseerde
ondernemingen in de tuinbouwsector. Het draagvlak moet uit de aanvraag blijken.
Inhoudelijke projectgegevens
12. Thema: Kruis aan op welk thema het onderzoeksproject betrekking heeft.
13. Probleemstelling: geef aan op welk probleem of welke marktkans het onderzoek gericht
is.
14. Doelstelling(en) en afbakening: geef aan welke doelstelling(en) met het project
moeten worden bereikt. Geef ook aan, wat buiten de doelstellingen van het project
valt.
15. Te bereiken resultaten: geef aan welke concrete resultaten en producten het project
zal opleveren, bijvoorbeeld adviezen, protocollen, werkwijzen, prototypes, rapporten
etc..
16. Risico’s: geef indien van toepassing aan of, en zo ja: welke externe, door u en/of
de uitvoerder niet beïnvloedbare factoren serieuze invloed kunnen hebben op het halen
van de doelstelling(en) en resultaten, en wat daarvan de waarschijnlijkheid is.
17. Verwachte rendementscategorie: kruis aan de hand van de volgende categorieën aan,
wat het project aan effect sorteert.
18. Mate van toepassing: geef een indicatie van het aantal bedrijven dat gebruik gaat
maken van de resultaten alsmede van de termijn waarop.
19. Bestaande kennis: geef een overzicht van de huidige stand van de kennis, zowel
binnen als buiten de eigen organisatie, betreffende het projectonderwerp.
20. Plan van aanpak: geef gespecificeerd per fase aan welke activiteiten plaatsvinden
bij welke uitvoerder. N.B.: de activiteiten dienen in de gedetailleerde begroting (zie model bij Bijlage A) zichtbaar te zijn. Geef indien van toepassing in de fasering aan wanneer de activiteiten
worden uitgevoerd en wanneer welke (tussen)resultaten en producten bereikt worden.
21. Beoordelingscriteria go/no-go beslismoment(en): geef indien van toepassing aan
na welke fase(n) een go/ no-go beslissing valt en wat de criteria daarvoor zijn, bijvoorbeeld
welke producten en (tussen)resultaten bereikt moeten zijn.
22. Kennisoverdracht: Geeft aan hoe u alle ondernemingen wilt bereiken en kennis kunnen
nemen van het projectresultaat. Geef aan welke activiteiten door welke instelling
worden uitgevoerd en op welke doelgroep deze activiteiten zijn gericht. Geef ook aan
wanneer (fase of datum) de verschillende activiteiten plaatsvinden.
N.B.: de activiteiten dienen in de gedetailleerde begroting (zie model bij Bijlage A) zichtbaar te zijn.
23. Projectevaluatie:
Geef aan wanneer tussentijdse evaluatie plaatsvindt van de doelmatigheid en doeltreffendheid
van de ingezette middelen (voor projecten met een looptijd van meerdere jaren minimaal
1 x per jaar).
Geef aan wanneer de eindevaluatie plaatsvindt van de doelmatigheid en doeltreffendheid
van de ingezette middelen (uiterlijk binnen 2 maand na afloop van het project).Voor
onderzoeksprojecten is het gebruik van het standaard evaluatieformulier verplicht.
Dit formulier is te vinden op de website www.tuinbouw.nl.
24. Rapportages: geef aan wanneer de rapportages worden opgeleverd. Na iedere fase
is een tussenrapportage verplicht. In het geval van een afwijkende of summiere fasering
geldt een minimum van twee tussenrapportages per jaar. Een tussenrapportage moet door
het PT ontvangen zijn voordat een go / no-go beslissing kan worden genomen. Kruis
voor de oplevering van de eindrapportage het betreffende hokje aan.
Financiële projectgegevens
25. Projectkosten excl. BTW in Euro, inclusief kennisoverdracht: vul de totale projectkosten
in. Geef apart een gespecificeerde begroting (zie toe model bij Bijlage A)
a. Geef aan of de uitvoerder BTW-plichtig is of niet.
b In te vullen door het PT. Het PT beoogt, als subsidieverstrekker, resultaten uit projecten ten goede te laten
komen aan de sectoren en de ondernemers daarbinnen.
Vanwege het ontbreken van een directe relatie tussen de verleende subsidie en de rechtstreeks
daarmee verband houdende tegenprestatie is de subsidie veelal geen belaste vergoeding
in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en hoeft niet tot BTW-betaling over te worden gegaan. De vraag of over bijdragen
door het PT omzetbelasting (BTW) verschuldigd is, is niet altijd eenvoudig te beantwoorden.
Het PT hanteert een beslisboom is bij het afhandelen van aanvragen om een PT-bijdrage.
26. Reden publieke financiering
Geef aan waarom publieke financiering van het project noodzakelijk is?
Is het doel te bereiken door middel van financiering door private organisaties?Heeft
u getracht het project te financieren met private middelen?
-
• Zo ja, geef aan hoe en wat het resultaat is.
-
• Zo nee, geeft aan waarom niet en geef aan of private financiering volgens u mogelijk
is.
27. Financiering
-
• Bijdrage andere financiers per jaar: geef aan om welke financier(s) het gaat en, per
financier, of deze bijdrage in aanvraag (A) dan wel toegezegd (T) is.
-
• Bijdrage in natura per jaar: geef aan om welke partij(en) het gaat. Geef de bijdrage
weer als een bedrag in euro en geef, per partij, een onderbouwing van dit bedrag.
28. Staatsteun
De mogelijkheid bestaat dat het verstrekken van een bijdrage gezien moet worden als
staatsteun. Van toegestane staatsteun is sprake indien zij valt onder een van de vrijstellingsverordeningen
van de Europese Unie, o.a. de minimus-steun in de landbouwsector, opleidingssteun,
werkgelegenheidssteun, steun aan kleine en middelgrote landbouwondernemingen. Met
andere woorden, wordt voldaan aan de eisen die aan deze vrijstellingen worden gesteld.
In enkele gevallen is er daarnaast een meldingsplicht aan de Europese Commissie.
Het onderdeel staatsteun wordt door het PT ingevuld.