Besluit dierlijke bijproducten

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2008.
Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2010

Besluit van 11 december 2007, houdende regels met betrekking tot dierlijke bijproducten (Besluit dierlijke bijproducten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 juli 2007, TRCJZ/2007/2271, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 81f, vierde en vijfde lid, en 81i van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 2007, no. W11.07.0208/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 december 2007, TRCJZ/2007/2750, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 2. Werkgebieden

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Ingeval Onze Minister een werkgebied of soorten categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal die in een werkgebied worden verwerkt, als bedoeld in artikel 81f van de wet, wijzigt, stelt hij, nadat hij de betrokken ondernemers heeft gehoord, vast:

    • a. een aan de ondernemer naar de mate van zijn nadeel als gevolg van de wijziging door de staat toe te kennen schadeloosstelling;

    • b. een door de ondernemer naar de mate van zijn voordeel als gevolg van de wijziging aan de staat te betalen bedrag.

  • 2 Ten behoeve van de vaststelling van de schadeloosstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, verstrekt de ondernemer aan Onze Minister alle door deze verlangde gegevens. De ondernemer staat inzage van boeken en bescheiden door of vanwege Onze Minister toe.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte, de vaststelling, en de betaling van de schadeloosstelling of het bedrag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Ingeval van overmacht als bedoeld in artikel 81f, vijfde lid, van de wet, kan Onze Minister op verzoek van de ondernemer voor wie een werkgebied is vastgesteld, een of meerdere andere ondernemers toestaan het in dat werkgebied aanwezige categorie 1- materiaal of categorie 2-materiaal geheel of gedeeltelijk te verwerken.

  • 2 Ingeval van overmacht als bedoeld in artikel 81f, vijfde lid, van de wet, kan Onze Minister een of meerdere ondernemers aanwijzen om het in een werkgebied aanwezige categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal, geheel of gedeeltelijk te verwerken. Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan de ondernemer voor wie het desbetreffende werkgebied is vastgesteld en tegen wie wegens handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens hoofdstuk VIIA van de wet bepaalde de bijkomende straf, bedoeld in artikel 7, onder c, van de Wet op de economische delicten, is uitgesproken, tijdens de duur van deze straf geen schadeloosstelling wordt toegekend.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Van een beschikking ingevolge artikel 2, eerste lid, en artikel 3 wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Paragraaf 3. Financiële bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De totale opbrengst van de vergoeding, bedoeld in artikel 81i, eerste lid, van de wet, overschrijdt de werkelijke kosten die de ondernemer maakt in het kader van het ophalen, vervoeren, verwerken, of verwijderen van categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal, niet.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de vaststelling van de werkelijke kosten, bedoeld in het eerste lid, de hoogte van de vergoeding en de wijze waarop deze worden berekend.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 De ondernemer verschaft desgevraagd alle noodzakelijke informatie aan Onze Minister ten behoeve van de goedkeuring, bedoeld in het eerste lid. Deze informatie gaat vergezeld van een verklaring omtrent de betrouwbaarheid van de informatie, opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3 De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Indien categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal zodanig is verpakt of is vermengd met ander materiaal dat het desbetreffende categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal niet zonder aanmerkelijke kosten is te verwerken, kan de ondernemer voor deze extra kosten een vergoeding in rekening brengen aan de natuurlijke of rechtspersoon van wie het categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal afkomstig is.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De ondernemer betaalt aan de eigenaar of houder, die de huiden van eenhoevige en herkauwende dieren aanbiedt, een vergoeding.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, de wijze waarop deze wordt berekend en de gevallen waarin, in afwijking van het eerste lid, geen vergoeding verschuldigd is.

Paragraaf 4. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een werkgebied dat is vastgesteld op grond van artikel 10, eerste lid, van de Destructiewet wordt geacht te zijn vastgesteld op grond van artikel 81f, eerste lid, van de wet.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 2 Artikel 3 vervalt drie jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

  • 3 [Red: Wijzigt dit besluit.]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit dierlijke bijproducten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 december 2007

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de twintigste december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin