WVW 1994
|
|
|
36, lid 1, WVW 1994
(geen kenteken opgegeven)
|
Neen
|
Voertuig alleen in beslag nemen als geen typegoedkeuring is afgegeven of indien is
‘geknoeid’ met het voertuigidentificatienummer (VIN-nummer).
|
36, lid 3, sub b
WVW 1994
(ongeldig kentekenbewijs)
|
Neen
|
Voertuig in beslag nemen.
|
36, lid 3, sub c
WVW 1994
(invordering kentekenbewijs)
|
Neen
|
Uitsluitend indien bij controle blijkt dat met het voertuig wordt gereden terwijl
dit niet is gerepareerd.
|
41 WVW 1994
(vals kenteken)
|
Ja
|
Voertuig in beslag nemen, indien met het kenteken ‘geknoeid’ is.
|
|
Neen
|
Indien uitsluitend kentekenplaten in beslag worden genomen.
|
8/163 WVW 1994
(rijden onder invloed, weigeren medewerking onderzoek art. 8 WVW 1994)
|
Neen
|
Voertuig inbeslagnemen indien bij een onderzoek als bedoeld in art. 8, lid 2, onder a, of lid 3, onder a, WVW 1994 blijkt dat het ademalcoholgehalte hoger is dan 570 mg/l of als beginnend bestuurder,
als bestuurder zonder rijbewijs dan wel als bromfietsbestuurder jonger dan 24 jaar
en in het bezit van een bromfietscertificaat1 350 mg/l uitgeademde lucht, of bij het ontbreken van dit onderzoek, een ernstig vermoeden
bestaat van een zodanig ademalcoholgehalte, dan wel bij overtreding van art. 163, lid 2, 6 of 8 WVW 1994 en tweemaal recidive binnen de vijf daaraan voorafgaande jaren terzake van art. 8, 163 en/of 175, lid 2, WVW 1994.
|
9, lid 1, WVW 1994
(rijden tijdens
ontzegging)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen drie jaar voertuig in beslag nemen.
|
9, lid 2, WVW 1994
(rijden terwijl rijbewijs ongeldig is verklaard)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
9, lid 4, WVW 1994
(rijden terwijl rijbewijs conform art. 130 WVW 1994 is ingevorderd)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
9, lid 7, WVW 1994
(rijden terwijl rijbewijs conform art. 164 WVW 1994 is ingevorderd)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
107 WVW 1994
(rijden zonder rijbewijs)
|
Neen
|
Bij eerste overtreding teneinde voortzetting van het delict te verhinderen, voertuig
in beslag nemen, doch aan een door de eigenaar/houder gemachtigde bestuurder teruggeven.
|
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
|
|
|
RVV 1990
|
|
|
62 jo. bord A1 & A3
20, 21a, 22, 66 jo.
bord A1 RVV 1990
(overschrijding maximum snelheid)
|
Ja
|
Bij overschrijding van de maximumsnelheid met meer dan 100% in samenhang met geconcretiseerde
gevaarzetting voertuig in beslag nemen.
|
|
|
|
Voertuigreglement
|
|
|
Radardetector
(5.1.6 VR)
|
Neen
|
Bij de inbeslagneming van een radardetector moet het totale apparaat, inclusief antenne
en kabels inbeslag worden genomen. Dit is noodzakelijk om zonodig later de geschiktheid
aan te kunnen tonen.
Als een radardetector wordt aangetroffen, die niet op eenvoudige wijze kan worden
gedemonteerd, dient eerst te worden vastgesteld of het apparaat geschikt is om als
radardetector te functioneren. Om dit te kunnen vaststellen, kan het motorvoertuig
ingevolge artikel 160, lid 4, WVW 1994 worden overgebracht naar een plaats van onderzoek. Dit zal in de meeste gevallen
een politiebureau zijn waar de geschiktheid wordt vastgesteld door te testen of de
radardetector een signaal afgeeft bij een in werking zijnde radarsnelheidsmeter. Daarna
volgt inbeslagneming van het volledige apparaat en dient het te worden gedemonteerd.
|
Maximum constructiesnelheid brom- en snorfietsen
(5.6.8, lid 1, VR)
|
Neen
|
Indien bij het meten van de snelheid met behulp van de bromfietsrollentestbank wordt
geconstateerd dat niet bij voortduring wordt voldaan aan de door de constructie bepaalde
maximumsnelheid, vermeerderd met 5 km/h, kan tot inbeslagneming van het gehele voertuig,
worden overgegaan als is voldaan aan de volgende voorwaarden (cumulatief):
1. De geconstateerde maximumconstructiesnelheid van het voertuig bedraagt meer dan
de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximum constructiesnelheid,
vermeerderd met 5 km/h, en deze overschrijding van de maximum constructiesnelheid
valt onder strafrecht2.
2. Er is sprake van een door dezelfde verdachte voor de 3e keer begane overtreding (strafrecht) van art. 5.6.8 VR binnen een tijdbestek van 2 jaar;
3. Aan verdachte werd (aan het door hem opgegeven adres) bij één van de 2 voorafgaande
overtredingen van art. 5.6.8 VR een waarschuwingsbrief uitgereikt of toegezonden, waarin het in deze paragraaf geformuleerde
beleid over inbeslagneming van brom- en snorfietsen wordt uitgelegd. Een afschrift
van deze brief moet als bijlage bij het ter zake opgemaakte proces-verbaal worden
gevoegd.
|
|
|
|
|
|
Invordering kentekenbewijs
Invordering van deel I A van het kentekenbewijs is bij constatering van overschrijding
van de maximum constructiesnelheid mogelijk onder de volgende voorwaarden:
– Om het aantal invorderingen van het kentekenbewijs van brom- en snorfietsen te limiteren
wordt deel I A slechts ingevorderd indien een onder het strafrecht vallende overtreding
van de maximum constructiesnelheid wordt geconstateerd.
– Controle van de maximum constructiesnelheid is met de bromfietsrollentestbank een
eenvoudige zaak. Ter voorkoming van een overvloed aan door de RDW te keuren brom-
en snorfietsen geldt voor brom- en snorfietsen dat het ingevorderde deel I A van het
kentekenbewijs pas naar de RDW kan worden opgestuurd indien niet binnen de daarvoor
geldende termijn van 4-weken bij de politie wordt aangetoond dat het voertuig in overeenstemming
is gebracht met de bij of krachtens de wet gestelde eisen.
|
Snelheidsbegrenzer bromfiets (5.6.8, lid 2, VR)
|
Neen
|
Altijd inbeslagneming snelheidsbegrenzer.
Als bij controle blijkt dat een bromfiets is voorzien van een snelheidsbegrenzer dan
moet deze begrenzer in beslag worden genomen.
Na demontage van de snelheidsbegrenzer moet alsnog een onderzoek worden ingesteld
naar overschrijding van de maximum constructiesnelheid. Van deze overschrijding moet
afzonderlijk proces-verbaal worden opgemaakt.
NB Indien is voldaan aan de voorwaarden, zoals vermeld onder de maximum constructiesnelheid
dan kan tot inbeslagname van het gehele voertuig worden overgegaan.
|
Overschrijding geluidsnormen door brom- en snorfietsen
(5.6.11 VR)
|
Neen
|
Indien het voertuig niet voldoet aan de gestelde eisen t.a.v. het geluidsniveau kan
tot inbeslagneming van de uitlaatdemper, worden overgegaan als is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a. de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde waarde van het geluidsniveau,
vermeerderd met 2 dB(A), wordt tenminste vanaf 10 dB(A overschreden;
b. indien geen waarde op het kentekenbewijs is vermeld dan wordt bij bromfietsen,
die geconstrueerd zijn voor een maximum snelheid van meer dan 25 km/h de toegestane
maximale waarde van 97 dB(A) of voor andere bromfietsen 90 dB(A) vanaf 102 dB(A) overschreden.
|
|
|
|
|
|
Invordering kentekenbewijs
Invordering van deel I A van het kentekenbewijs is bij constatering van overschrijding
van het maximum toegestane geluidsniveau mogelijk onder de volgende voorwaarden:
– Om het aantal invorderingen van het kentekenbewijs van brom- en snorfietsen te limiteren
wordt deel I A slechts ingevorderd indien een onder het strafrecht vallende overtreding
van het geluidsniveau wordt geconstateerd.
– Controle van het geluidsniveau is een eenvoudige zaak. Ter voorkoming van een overvloed
aan door de RDW te keuren brom- en snorfietsen geldt voor brom- en snorfietsen dat
het ingevorderde deel I A van het kentekenbewijs pas naar de RDW kan worden opgestuurd
indien niet binnen de daarvoor geldende termijn van 4-weken bij de politie wordt aangetoond
dat het voertuig in overeenstemming is gebracht met de bij of krachtens de wet gestelde
eisen.
|
|
|
|
WAM
|
|
|
30 WAM
(onverzekerd rijden)
|
Neen
|
1. Inbeslagneming indien:
In geval van staandehouding van een bekennende verdachte kan het voertuig in beslag
worden genomen. Teruggave binnen twee weken zonder tussenkomst van het OM, indien:
a. verdachte niet terzake de WAM als recidivist staat geregistreerd; en
b. verdachte schriftelijk aantoont dat hij een verzekering heeft afgesloten en voor
tenminste drie maanden premie heeft betaald.
|
|
Ja
|
2. Indien een motorrijtuig niet als verzekerd staat geregistreerd in het CRWAM en
de datum tenaamstelling van het kentekenbewijs meer dan zeven weken ligt voor de datum
staandehouding volgt inbeslagneming van het voertuig indien tevens sprake is van:
a. verdenking van een misdrijf uit de WVW 1994; of
b. bekende recidive voor de WAM ten tijde van de staandehouding.
|
|
Ja
|
3. In die gevallen, waarin uit het CRWAM blijkt dat het voertuig niet is verzekerd
en tevens in die gevallen waarin het hierboven onder 1 en 2 genoemde niet van toepassing
is.
|