Stcrt. 2014, 817, datum inwerkingtreding 16-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-05-2012.
Hoofdstuk 3. Dienstonderdelen van het ministerie
Het Ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:
-
3.1 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de SG:
-
3.2 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de pSG:
-
1e. Bestuursondersteuning en Advies (BOA)
-
2e. Communicatie (COM)
-
3e. Facilitair Management en ICT (FM/ICT)
-
4e. Financieel-Economische Zaken (FEZ)
-
5e. Internationaal Beleid (IB)
-
6e. Kennis
-
7e. Personeel & Organisatie (P&O)
-
8e. Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)
-
3.3 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGPV:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirecties gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.4 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGHBWE:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
1e. Beroeps- en Volwasseneneducatie (BVE)
-
2e. Hoger Onderwijs & Studiefinanciering (HO&S)
-
3e. Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)
-
b. Beleidsdirectie gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.5 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGCM:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirectie ingericht als buitendienst:
-
c. Baten-lastendienst:
-
d. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.6 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGDUO:
Hoofdstuk 4. Taken en verantwoordelijkheden ondersteunende directies
De ondersteunende directies hebben de volgende taken en verantwoordelijkheden:
4.1 Directie Bestuursondersteuning en Advies (BOA)
De directie BOA is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de sturing op de politiek-
bestuurlijke en organisatorische samenhang van het departement zodat het verkeer tussen
de politieke top en de ambtelijke organisatie goed verloopt. De directie is tevens
verantwoordelijk voor de inhoudelijke, procesmatige, instrumentele en logistieke ondersteuning
van de bewindslieden en de ambtelijke top. De directie is ook verantwoordelijk voor
de behandeling van burgerbrieven, daarin zo nodig inhoudelijk bijgestaan door beleidsdirecties.
Verder is de directie verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein
van veiligheid voor alle sectoren van het Ministerie.
4.2 Directie Communicatie (COM)
De directie COM is verantwoordelijk voor de interne en externe communicatie van het
departement.
4.3 Directie Facilitair Management en ICT (FM/ICT)
De directie FM/ICT verzorgt kaderstellend beleid en centrale regieorganisatie-taken
voor het concern OCW naast decentrale regieorganisatie-taken en ondersteuning voor
het bestuursdepartement op het gebied van Facilitair management, Huisvesting, Inkoop,
Duurzaamheid en services (telefoon, receptie, vervoer, beveiliging, post, archief,
huishoudelijke zaken) en ICT (beleid en beheer en diensten conform productdienstencatalogus).
4.4 Directie Financieel-Economische Zaken (FEZ)
De directie FEZ is verantwoordelijk voor het begrotingsproces en bewaakt de uitkomsten
daarvan. Tevens is de directie verantwoordelijk voor de interne planning & control
cyclus van het Ministerie. Vanuit de financiële expertise ondersteunt zij bij alle
aspecten van beleid en bedrijfsvoering. Dit gebeurt zowel op het niveau van de DG
(DG control) als op het niveau van SG respectievelijk minister (Concern control).
De directie is belast met de algemene beleidsvorming en advisering over toezicht.
De directie is tevens verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein
arbeidszaken.
4.5 Directie Internationaal Beleid (IB)
De directie IB is verantwoordelijk voor de inbreng van Nederland overal waar onderwerpen
op het terrein van OCW in internationale verbanden aan de orde zijn. Omgekeerd brengt
de directie relevante informatie uit het buitenland op de tafel van betrokken directies
binnen het Ministerie – en via hen – van relevante delen van het onderwijs-, onderzoek-
en cultuurveld.
4.6 Directie Kennis
De directie Kennis is verantwoordelijk voor het verbinden van beleidsvorming, wetenschap
en praktijk. Daarmee wordt de kwaliteit van de beleidsvorming vergroot en wordt de
relevantie van wetenschappelijk onderzoek op OCW-gebied versterkt. Door te werken
aan het vergroten van het inzicht in de prestaties van de OCW-stelsels bij alle actoren,
worden die actoren in staat gesteld de eigen prestaties te verhogen.
4.7 Directie Personeel en Organisatie (P&O)
De directie P&O verzorgt binnen de door de rijksoverheid gegeven kaders:
-
– centrale regieorganisatie-, beleids- en adviestaken voor het Concern OCW/(p)SG en
MT OCW;
-
– op directieniveau decentrale regieorganisatie- en adviestaken voor het management
en de medewerkers van het bestuursdepartement en ook aan afzonderlijke diensten;
-
– administratieve beheertaken (concernbreed) voor zover niet ondergebracht in P-Direkt.
Tevens is de directie P&O verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het beheer van
managementinformatie en het uitvoeren van planning en control-taken inclusief advies
en rapportages op het gebied van de bedrijfsvoering (apparaatskosten en centrale budgetten).
4.8 Directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)
De directie WJZ is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de wet- en regelgeving
van OCW. Voorts is de directie WJZ verantwoordelijk voor de advisering op het terrein
van bestuurlijke en juridische aangelegenheden, voor de toetsing van internationale-
en EU-regelgeving alsmede beleid en regels waarvan de totstandkoming tot de rechtstreekse
verantwoordelijkheid van de andere directies behoort.
Stcrt. 2014, 817, datum inwerkingtreding 16-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 05-11-2012.
Hoofdstuk 1. Bewindspersonen van het ministerie
De bewindspersonen van het Ministerie zijn:
-
– minister, mevrouw dr. J. Bussemaker
-
– staatssecretaris, de heer S. Dekker
Stcrt. 2014, 817, datum inwerkingtreding 16-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2013.
Hoofdstuk 2. Managementteam van het ministerie
Het managementteam van het ministerie bestaat uit:
-
– de secretaris-generaal (SG)
-
– de plaatsvervangend secretaris-generaal (PSG)
-
– de directeuren-generaal (DG)
-
– de inspecteur-generaal van het Onderwijs (IGO).
De SG is ambtelijk verantwoordelijk voor het functioneren van het ministerie en voor
de voorbereiding en uitvoering van het beleid waarvoor de politieke leiding de politieke
verantwoordelijkheid draagt. De SG heeft als hoogste ambtenaar tot taak te zorgen
voor een goede onderlinge afstemming van de verschillende beleidsterreinen en voor
de uitvoering en uitvoerbaarheid van het ontwikkelde beleid.
De SG wordt in de ambtelijke leiding van het departement bijgestaan door een PSG.
Deze vervangt hem bij zijn afwezigheid in al zijn taken en behartigt, namens de SG,
de SG-taken op het gebied van het beheer van het departement. De PSG is verantwoordelijk
voor de directies binnen haar kolom. Voor de inhoudelijke beleidsthema's van de directie
Kennis is de SG echter eerste aanspreekpunt.
Daarnaast wordt hij in zijn taak bijgestaan door de directeuren-generaal Hoger Onderwijs,
Beroepsonderwijs, Wetenschap en Emancipatie (DGHBWE), de directeur-generaal Primair
en Voortgezet Onderwijs (DGPV), de directeur-generaal Cultuur en Media (DGCM) en de
directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs (DGDUO). Deze directeuren-generaal
zijn ambtelijk verantwoordelijk voor de beleidsterreinen van de onder hen ressorterende
directies en voor de samenhang tussen die beleidsterreinen. Zij kunnen daarnaast ambtelijk
verantwoordelijk zijn voor één of meer specifieke beleidsonderwerpen of projecten,
die niet zonder meer tot de hierboven genoemde beleidsterreinen kunnen worden gerekend.
DGDUO heeft zitting in het managementteam, om zo te waarborgen dat de onder hem ressorterende
uitvoeringsinstantie betrokken is bij de voorbereiding van en de besluitvorming over
nieuw beleid en om de betrokkenheid van de DG's bij de uitvoerbaarheid van beleid
te waarborgen.
De SG, de DGHBWE, de DGPV en de DGCM worden ondersteund door een stafbureau. Deze
stafbureaus zijn verantwoordelijk voor de secretariële ondersteuning en/of persoonlijke
ambtelijke ondersteuning aan de SG, de DGHBWE, de DGPV onderscheidenlijk de DGCM.
De SG, de DGHBWE, de DGPV onderscheidenlijk de DGCM zijn direct-leidinggevende van
de medewerkers van de stafbureaus.
Hoofdstuk 3. Dienstonderdelen van het ministerie
Het Ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:
-
3.1 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de SG:
-
3.2 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de pSG:
-
1e. Bestuursondersteuning en Advies (BOA)
-
2e. Communicatie (COM)
-
3e. Facilitair Management en ICT (FM/ICT)
-
4e. Financieel-Economische Zaken (FEZ)
-
5e. Kennis
-
6e. Personeel & Organisatie (P&O)
-
7e. Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)
-
3.3 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGPV:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirecties gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.4 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGHBWE:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
1e. Beroeps- en Volwasseneneducatie (BVE)
-
2e. Hoger Onderwijs & Studiefinanciering (HO&S)
-
3e. Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)
-
b. Beleidsdirectie gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.5 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGCM:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirectie gericht op ondersteuning internationaal beleid:
-
c. Beleidsdirectie ingericht als buitendienst:
-
d. Baten-lastendienst:
-
e. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.6 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGDUO:
Hoofdstuk 4. Taken en verantwoordelijkheden ondersteunende directies
De ondersteunende directies hebben de volgende taken en verantwoordelijkheden:
4.1 Directie Bestuursondersteuning en Advies (BOA)
De directie BOA is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de sturing op de politiek-
bestuurlijke en organisatorische samenhang van het departement zodat het verkeer tussen
de politieke top en de ambtelijke organisatie goed verloopt. De directie is tevens
verantwoordelijk voor de inhoudelijke, procesmatige, instrumentele en logistieke ondersteuning
van de bewindslieden en de ambtelijke top. De directie is ook verantwoordelijk voor
de behandeling van burgerbrieven, daarin zo nodig inhoudelijk bijgestaan door beleidsdirecties.
Verder is de directie verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein
van veiligheid voor alle sectoren van het Ministerie.
4.2 Directie Communicatie (COM)
De directie COM is verantwoordelijk voor de interne en externe communicatie van het
departement.
4.3 Directie Facilitair Management en ICT (FM/ICT)
De directie FM/ICT verzorgt kaderstellend beleid en centrale regieorganisatie-taken
voor het concern OCW naast decentrale regieorganisatie-taken en ondersteuning voor
het bestuursdepartement op het gebied van Facilitair management, Huisvesting, Inkoop,
Duurzaamheid en services (telefoon, receptie, vervoer, beveiliging, post, archief,
huishoudelijke zaken) en ICT (beleid en beheer en diensten conform productdienstencatalogus).
4.4 Directie Financieel-Economische Zaken (FEZ)
De directie FEZ is verantwoordelijk voor het begrotingsproces en bewaakt de uitkomsten
daarvan. Tevens is de directie verantwoordelijk voor de interne planning & control
cyclus van het Ministerie. Vanuit de financiële expertise ondersteunt zij bij alle
aspecten van beleid en bedrijfsvoering. Dit gebeurt zowel op het niveau van de DG
(DG control) als op het niveau van SG respectievelijk minister (Concern control).
De directie is belast met de algemene beleidsvorming en advisering over toezicht.
De directie is tevens verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein
arbeidszaken.
4.5 Directie Kennis
De directie Kennis is verantwoordelijk voor het verbinden van beleidsvorming, wetenschap
en praktijk. Daarmee wordt de kwaliteit van de beleidsvorming vergroot en wordt de
relevantie van wetenschappelijk onderzoek op OCW-gebied versterkt. Door te werken
aan het vergroten van het inzicht in de prestaties van de OCW-stelsels bij alle actoren,
worden die actoren in staat gesteld de eigen prestaties te verhogen.
4.6 Directie Personeel en Organisatie (P&O)
De directie P&O verzorgt binnen de door de rijksoverheid gegeven kaders:
-
– centrale regieorganisatie-, beleids- en adviestaken voor het Concern OCW/(p)SG en
MT OCW;
-
– op directieniveau decentrale regieorganisatie- en adviestaken voor het management
en de medewerkers van het bestuursdepartement en ook aan afzonderlijke diensten;
-
– administratieve beheertaken (concernbreed) voor zover niet ondergebracht in P-Direkt.
Tevens is de directie P&O verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het beheer van
managementinformatie en het uitvoeren van planning en control-taken inclusief advies
en rapportages op het gebied van de bedrijfsvoering (apparaatskosten en centrale budgetten).
4.7 Directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)
De directie WJZ is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de wet- en regelgeving
van OCW. Voorts is de directie WJZ verantwoordelijk voor de advisering op het terrein
van bestuurlijke en juridische aangelegenheden, voor de toetsing van internationale-
en EU-regelgeving alsmede beleid en regels waarvan de totstandkoming tot de rechtstreekse
verantwoordelijkheid van de andere directies behoort.
Hoofdstuk 7. Taken en verantwoordelijkheden beleidsdirecties ressorterend onder DGCM
De beleidsdirecties van het DGCM hebben de volgende taken en verantwoordelijkheden:
7.1 Directie Cultureel Erfgoed (DCE)
DCE is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van het cultureel
erfgoed verdeeld over de sectoren: archiefdocumenten, museale voorwerpen, archeologische
voorwerpen en monumenten.
7.2 Directie Kunsten (DK)
DK is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van kunsten.
7.3 Directie Media, Letteren en Bibliotheken (MLB)
De directie MLB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van
omroep, pers, nieuwe media, het boek en lezen (letteren, bibliotheken en leesbevordering).
Doel is dat zoveel mogelijk burgers toegang hebben tot een onafhankelijk, gevarieerd
en kwalitatief hoogstaand media- en informatieaanbod.
7.4 Directie Internationaal Beleid (IB)
De directie IB is verantwoordelijk voor de inbreng van Nederland overal waar onderwerpen
op het terrein van OCW in internationale verbanden aan de orde zijn. Omgekeerd brengt
de directie relevante informatie uit het buitenland op de tafel van betrokken directies
binnen het ministerie – en via hen – van relevante delen van het onderwijs-, onderzoek-
en cultuurveld.
7.5 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
De RCE voert, namens de minister, de Monumentenwet 1988 uit en fungeert als kenniscentrum
voor de instandhouding van het archeologische, gebouwde en cultuurlandschappelijke
erfgoed van Nederland. De dienst is (mede) verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling
en het uitvoeren van het beleid met betrekking tot het cultureel erfgoed en fungeert
als kennisinstituut voor de bescherming van waardevolle sporen van menselijke bewoning.
De dienst draagt in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
zorg voor de kunstcollectie van het Rijk voor zover niet ondergebracht bij rijksmusea
en streeft ernaar deze optimaal toegankelijk te maken.
De dienst is (mede)verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van het beleid
voor roerend cultureel erfgoed en fungeert op dat terrein als kenniscentrum.
De dienst ontwikkelt en verspreidt kennis die het beheer en behoud van de erfgoedcollectie
ondersteunt en verbetert en die de betekenis daarvan duidt en kenbaar maakt.
Stcrt. 2014, 817, datum inwerkingtreding 16-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-11-2013.
Hoofdstuk 3. Dienstonderdelen van het ministerie
Het Ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:
-
3.1 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de SG:
-
3.2 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de pSG:
-
1e. Bestuursondersteuning en Advies (BOA)
-
2e. Communicatie (COM)
-
3e. Facilitair Management en ICT (FM/ICT)
-
4e. Financieel-Economische Zaken (FEZ)
-
5e. Kennis
-
6e. Personeel & Organisatie (P&O)
-
7e. Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)
-
3.3 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGPV:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirecties gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.4 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGHBWE:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
1e. Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
-
2e. Hoger Onderwijs & Studiefinanciering (HO&S)
-
3e. Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)
-
b. Beleidsdirectie gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.5 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGCM:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirectie gericht op ondersteuning internationaal beleid:
-
c. Beleidsdirectie ingericht als buitendienst:
-
d. Baten-lastendienst:
-
e. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.6 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGDUO:
Hoofdstuk 5. Taken en verantwoordelijkheden beleidsdirecties ressorterend onder DGPV
De beleidsdirecties hebben de volgende taken en verantwoordelijkheden:
5.1 Directie Primair Onderwijs (PO)
De directie PO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor het primair onderwijs.
Tevens is zij verantwoordelijk voor het OCW-beleid t.a.v. burgerschap, het onderwijs
in het buitenland en de departementale inbreng ten aanzien van het minderheden- en
asielzoekersbeleid.
Het beleidsterrein van het primair onderwijs omvat de scholen voor basisonderwijs,
speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, en voortgezet speciaal onderwijs.
5.2 Directie Voortgezet Onderwijs (VO)
De directie VO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor het voortgezet
onderwijs. In samenhang daarmee ontwikkelt de directie beleidsvoorstellen op onderwijsinhoudelijk,
financieel, bekostigingstechnisch, juridisch en personeels gebied. Tevens is zij verantwoordelijk
voor de coördinatie van de inzet van het departement rond het jeugdbeleid voor de
hele onderwijssector en meer in het bijzonder voor de operatie Jong en sport.
De directie is ten slotte verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor de onderwijsondersteuning
en coördineert dit beleid voor de directies PO, VO en BVE.
Het beleidsterrein van het voortgezet onderwijs omvat de scholen voor voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo),
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), praktijkonderwijs en de landelijke
ondersteunende instellingen (landelijke pedagogische centra: APS, CPS en KPC-groep,
alsmede CITO en SLO).
5.3 Directie Jeugd en Onderwijszorg
De directie Jeugd en Onderwijszorg is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling
op het terrein van Jeugd en Zorg, voor de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs,
en beroepsonderwijs. De directie is in deze ook het aanspreekpunt voor de minister
voor Jeugd en Gezin.
5.4 Directie Leraren
De directie Leraren is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein
van leraren voor alle onderwijssectoren. In het bijzonder is de directie gericht op
de kwaliteitsbevordering van leraren en de terugdringing van het lerarentekort.
Hoofdstuk 6. Taken en verantwoordelijkheden beleidsdirecties ressorterend onder DGHBWE
De beleidsdirecties van het DGHBWE hebben de volgende taken en verantwoordelijkheden:
6.1 Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
De directie MBO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van
het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, en coördineert het beleid
tegen voortijdig schoolverlaten.
6.2 Directie Hoger Onderwijs & Studiefinanciering (HO&S)
De directie HO&S is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van
hoger onderwijs, academische ziekenhuizen en studiefinanciering. De directie draagt
zorg voor het hoger onderwijsstelsel en beheert wet- en regelgeving omtrent hoger
onderwijs en studiefinanciering.
6.3 Directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)
De directie OWB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling ten aanzien van het
publiek gefinancierde onderzoeksbestel en het bestuur van de door OCW gefinancierde
onderzoeksorganisaties, de interdepartementale aangelegenheden op het gebied van het
wetenschapsbeleid (inclusief de OCW inbreng in het Innovatieplatform en de CWTI),
en het internationale wetenschaps- en technologiebeleid voor zover de minister van
OCW daarvoor verantwoordelijk is. Ook is de directie beleidsmatig verantwoordelijk
voor de Nederlandse Taal.
6.4 Directie Emancipatie (DE)
DE is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van emancipatie
ter bevordering van de integratie van het emancipatiebeleid in het rijksbrede regeringsbeleid.
De directie draagt tevens zorg voor de ondersteuning van het emancipatieproces in
de samenleving (emancipatie subsidiebeleid).
Doel is de verhoging van de arbeidsparticipatie van vrouwen, meer vrouwen in topposities
van overheid, onderwijs en bedrijfsleven, terugdringen van beloningsverschillen, maatschappelijke
participatie van vrouwen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, meer meisjes in
bèta, bestrijden van geweld tegen meisjes en vrouwen, actieve aanpak van homodiscriminatie,
bevorderen combinatie arbeid en zorg tussen 7 en 7 en bijdragen aan verbetering van
de positie van meisjes en vrouwen in de wereld.
Stcrt. 2014, 817, datum inwerkingtreding 16-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.
Hoofdstuk 3. Dienstonderdelen van het ministerie
Het Ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:
-
3.1 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de SG:
-
3.2 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de pSG:
-
1e. Bestuursondersteuning en Advies (BOA)
-
2e. Communicatie (COM)
-
3e. Facilitair Management en ICT (FM/ICT)
-
4e. Financieel-Economische Zaken (FEZ)
-
5e. Kennis
-
6e. Personeel & Organisatie (P&O)
-
7e. Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)
-
3.3 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGPV:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirecties gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.4 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGHBWE:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
1e. Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
-
2e. Hoger Onderwijs & Studiefinanciering (HO&S)
-
3e. Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)
-
b. Beleidsdirectie gericht op een thema:
-
c. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.5 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGCM:
-
a. Beleidsdirecties gericht op het stelsel:
-
b. Beleidsdirectie gericht op ondersteuning internationaal beleid:
-
c. Beleidsdirectie ingericht als buitendienst:
-
d. Baten-lastendienst:
-
e. Ondersteunend bureau voor de:
-
3.6 organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de DGDUO:
Hoofdstuk 7. Taken en verantwoordelijkheden beleidsdirecties ressorterend onder DGCM
De beleidsdirecties van het DGCM hebben de volgende taken en verantwoordelijkheden:
7.1 Directie Erfgoed en Kunsten (E&K)
De directie E&K is verantwoordelijk voor beleidsontwikkeling op het terrein van erfgoed
en kunsten en voert beleid ten aanzien van instellingen waarmee een subsidierelatie
wordt onderhouden. Het beleid omvat de volgende disciplines: monumentenzorg, archeologie,
musea, beeldende kunst, dans, muziek, muziektheater en theater.
7.2 Directie Media en Creatieve Industrie (M&C)
De directie M&C is verantwoordelijk voor het beleid op terrein van media, bibliotheken,
archieven en creatieve industrie. Doel van de directie is het waarborgen van een onafhankelijk,
gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-en informatieaanbod, dat toegankelijk
is en blijft voor alle lagen van de bevolking. Daarnaast is de directie verantwoordelijk
voor de ondersteuning van de ontwikkeling van de creatieve industrie via fondsen,
kennisborging en netwerkvorming. M&C coördineert het topsectorenbeleid creatieve industrie
in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken.
7.3 Directie Internationaal Beleid (IB)
De directie IB is verantwoordelijk voor de inbreng van Nederland overal waar onderwerpen
op het terrein van OCW in internationale verbanden aan de orde zijn. Omgekeerd brengt
de directie relevante informatie uit het buitenland op de tafel van betrokken directies
binnen het ministerie – en via hen – van relevante delen van het onderwijs-, onderzoek-
en cultuurveld.
7.4 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
De RCE voert, namens de minister, de Monumentenwet 1988 uit en fungeert als kenniscentrum
voor de instandhouding van het archeologische, gebouwde en cultuurlandschappelijke
erfgoed van Nederland. De dienst is (mede) verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling
en het uitvoeren van het beleid met betrekking tot het cultureel erfgoed en fungeert
als kennisinstituut voor de bescherming van waardevolle sporen van menselijke bewoning.
De dienst draagt in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
zorg voor de kunstcollectie van het Rijk voor zover niet ondergebracht bij rijksmusea
en streeft ernaar deze optimaal toegankelijk te maken.
De dienst is (mede)verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van het beleid
voor roerend cultureel erfgoed en fungeert op dat terrein als kenniscentrum.
De dienst ontwikkelt en verspreidt kennis die het beheer en behoud van de erfgoedcollectie
ondersteunt en verbetert en die de betekenis daarvan duidt en kenbaar maakt.