Bijlage 1. Modelovereenkomst ter instelling van een internationaal gemeenschappelijk
onderzoeksteam overeenkomstig artikel 13 van de Overeenkomst betreffende de wederzijdse
rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie van 29 mei 2000
(‘de overeenkomst’) en het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke
onderzoeksteams (‘het kaderbesluit’)
1. Partijen bij de overeenkomst
De volgende partijen hebben een overeenkomst gesloten ter instelling van een internationaal
gemeenschappelijk onderzoeksteam:
1. [Naam van de eerste autoriteit van een lidstaat die partij is bij de overeenkomst]
en
[Naam van de tweede autoriteit van een lidstaat die partij is bij de overeenkomst]
(…)
[Naam van de laatste autoriteit van een lidstaat die partij is bij de overeenkomst]
De partijen bij deze overeenkomst kunnen in onderlinge overeenstemming besluiten,
autoriteiten van andere lidstaten te verzoeken partij te worden bij deze overeenkomst.
Voor mogelijke regelingen met derde landen, organen die krachtens bepalingen die in
het kader van de Verdragen zijn aangenomen in dit opzicht bevoegd zijn en internationale
instanties die betrokken zijn bij de activiteiten van het gemeenschappelijk onderzoeksteam:
zie het aanhangsel bij deze modelovereenkomst.
2. Doel van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
De overeenkomst heeft betrekking op de instelling van een gemeenschappelijk onderzoeksteam
voor het volgende doel:
[Beschrijving van het specifieke doel van het gemeenschappelijk onderzoeksteam] De
partijen kunnen in onderlinge overeenstemming het specifieke doel van het gemeenschappelijk
onderzoeksteam opnieuw definiëren.
3. Periode die door de overeenkomst bestreken wordt
Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de overeenkomst en artikel 1, lid 1, van het
kaderbesluit wordt een gemeenschappelijk onderzoeksteam ingesteld voor een beperkte
periode. Het krachtens deze overeenkomst ingestelde gemeenschappelijke onderzoeksteam
kan gedurende de volgende periode actief zijn:
[Vermeld datum]
tot en met
[Vermeld datum]
De in deze overeenkomst genoemde periode kan in onderlinge overeenstemming tussen
de partijen worden verlengd. In geval van verlenging wordt de overeenkomst bijgewerkt.
4. Lidstaat/lidstaten waar het gemeenschappelijk onderzoeksteam actief zal zijn
Het gemeenschappelijk onderzoeksteam is actief in de volgende lidstaat/lidstaten:
[Vermeld de lidstaat of lidstaten waar het gemeenschappelijk onderzoeksteam volgens
de plannen actief zal zijn]
Overeenkomstig artikel 13, lid 3, onder b), van de overeenkomst en artikel 1, lid
3, onder b), van het kaderbesluit treedt het team op in overeenstemming met het recht
van de lidstaat waar het actief is. Indien het team zijn activiteiten naar een andere
lidstaat verlegt, is het recht van deze lidstaat van toepassing.
5. Leider(s) van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
Artikel 1, lid 3, onder a), van het kaderbesluit is van toepassing, dat wil zeggen:
de leider van het team is een vertegenwoordiger van de aan de strafrechtelijke onderzoeken
deelnemende bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het team actief is.
De partijen hebben de volgende persoon/personen, die een vertegenwoordiger is/vertegenwoordigers
zijn van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat/lidstaten waar het gemeenschappelijk
onderzoeksteam actief is, aangewezen als leider(s) van het gemeenschappelijk onderzoeksteam,
onder wiens/wier leiding de leden van het team hun taken verrichten in de lidstaat
waartoe deze persoon/personen behoort/behoren:
Lidstaat
|
Naam
|
Rang
|
Gedetacheerd door [naam van de autoriteit]1
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 Hier zou de suggestie kunnen ontstaan dat elke lidstaat een leider aanwijst. Duidelijk
moet echter onderscheid worden gemaakt tussen de leider van het team (afkomstig uit
het land van vestiging) en de contactpersonen (afkomstig uit de overige deelnemende
landen).
Indien één van de bovengenoemde personen verhinderd is, zal diens superieur de andere
partijen schriftelijk meedelen wie zijn vervanger is.
6. Leden van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
De volgende personen maken deel uit van het gemeenschappelijk onderzoeksteam:
6.1. Justitiële autoriteiten
Naam
|
Rang
|
Functie
|
Gedetacheerd door [naam van de autoriteit]1
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 Hier kan ten onrechte de suggestie ontstaan dat er slechts enkel gedetacheerde leden
zijn. Leden van het team afkomstig uit het land van vestiging kunnen in dit overzicht
echter als ‘gewone’ leden opgenomen worden.
Indien één van de bovengenoemde personen verhinderd is, zal diens superieur de andere
partijen schriftelijk meedelen wie zijn vervanger is.
6.2. Politiële autoriteiten
Onder deze politiële autoriteiten kunnen vanzelfsprekend ook leden van de nationale
eenheden van Europol vallen. Deze nationale eenheden zijn in de lidstaten gevestigd
en zijn nationale politiële autoriteiten. Zelfs de verbindingsofficieren van de lidstaten
bij Europol behouden in principe de mogelijkheid om als nationale politiële autoriteiten
op te treden.
Naam
|
Rang
|
Functie
|
Gedetacheerd door [naam van de autoriteit]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien één van de bovengenoemde personen verhinderd is, zal diens superieur de andere
partijen schriftelijk meedelen wie zijn vervanger is.
6.3. Nationale leden van Eurojust die optreden op basis van hun nationaal recht
Uit artikel 9, lid 3, van het besluit van de Raad van 28 februari 2002 betreffende
de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit
te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1) vloeit voort dat de nationale leden van
Eurojust kunnen handelen ten aanzien van buitenlandse gerechtelijke autoriteiten (d.w.z.
dat zij ook kunnen deelnemen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams), welk recht door
elke lidstaat wordt omschreven.
Naam
|
Taak:
Operationeel of ondersteunend
|
Lidstaat
|
|
|
|
|
|
|
Indien één van de bovengenoemde personen verhinderd is, zal diens superieur de andere
partijen schriftelijk meedelen wie zijn vervanger is.
7. Deelname van ambtenaren van Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF) of andere instanties
die krachtens het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn opgericht, alsmede van
ambtenaren van derde landen
De partijen bij deze overeenkomst komen overeen dat een verzoek/de aanvaarding van
een voorstel Eurojust kan krachtens artikel 7 onder a van het Eurojust-besluit zelf
voorstellen om een gemeenschappelijk onderzoeksteam in te stellen. Tevens voorziet
het nieuwe artikel 3 ter van de Europol-Overeenkomst, dat na de inwerkingtreding van
het Protocol tot wijziging van de Europol-Overeenkomst zoals vastgesteld bij de Akte
van de Raad van 28 november 2002 (PB C 312 van 16.12.2002, blz. 3) zal worden ingevoegd,
er in dat Europol een lidstaat kan verzoeken een strafrechtelijk onderzoek in te stellen
of te coördineren. tot deelnameDie deelname is niet verplicht, maar afhankelijk van
de omstandigheden van het onderzoek en de bevoegdheid van de betreffende instantie
om deel te nemen aan de activiteiten van een gemeenschappelijk onderzoeksteam. van
Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF) geschiedt volgens de in het aanhangsel bij deze
overeenkomst opgenomen regeling.
[Indien ambtenaren van Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF) deelnemen aan het gemeenschappelijk
onderzoeksteam, kan dit onder deze paragraaf vermeld worden. Wat Eurojust betreft,
heeft dit betrekking op de deelname van Eurojust, handelend als college en niet via
de nationale leden. De partijen komen overeen dat de precieze regels voor de deelname
van ambtenaren van Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF) aan het gemeenschappelijk
onderzoeksteam in een afzonderlijke, aan deze overeenkomst te hechten regelingIn deze
afzonderlijke regeling zal onder meer bepaald moeten worden of de rechten die de leden
en gedetacheerde leden uit hoofde van het kaderbesluit of van artikel 13 van de overeenkomst
bezitten, ook van toepassing zijn op ambtenaren van de hier genoemde instanties die
deelnemen aan het gemeenschappelijk onderzoeksteam. met Europol/Eurojust/de Commissie
(OLAF) worden opgenomen.]
8. Algemene voorwaarden van de overeenkomst
In het algemeen zijn de in artikel 13 van de overeenkomst en in het kaderbesluit genoemde
voorwaarden, zoals die worden toegepast door de lidstaat waar het gemeenschappelijk
onderzoeksteam actief is, van toepassing.
9. Specifieke regelingen van de overeenkomst
De volgende specifieke regelingen kunnen van toepassing zijn op deze overeenkomst
(een aantal van de hier genoemde aspecten wordt ook geregeld in de overeenkomst en
in het kaderbesluit):
(Vermelden voorzover van toepassing. De volgende sub-items zijn bedoeld om de aandacht
te vestigen op terreinen die mogelijkerwijs specifiek beschreven moeten worden).
9.1. Voorwaarden waaronder gedetacheerde leden van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
kunnen worden uitgesloten van deelneming wanneer er onderzoekshandelingen worden verricht
9.2. Specifieke voorwaarden waaronder gedetacheerde leden van het gemeenschappelijk
onderzoeksteam onderzoekshandelingen kunnen verrichten in de lidstaat waar het team
actief is
9.3. Specifieke voorwaarden waaronder een gedetacheerd lid van een gemeenschappelijk
onderzoeksteam zijn nationale autoriteiten kan verzoeken, maatregelen te nemen waar
het team om heeft verzocht zonder dat daartoe een schrijven met een verzoek om goedkeuring
vereist is
9.4. Voorwaarden waaronder bijstand krachtens de overeenkomst en andere regelingen
kan worden verleend
9.5. Voorwaarden waaronder gedetacheerde leden informatie afkomstig van de lidstaat
die hen heeft gedetacheerd, kunnen delen met de overige leden van het gemeenschappelijk
onderzoeksteam
9.6. Specifieke regels inzake gegevensbescherming
9.7. Voorwaarden waaronder gedetacheerde leden wapens mogen dragen/gebruiken
9.8. Verwijzing naar eventuele andere, reeds bestaande bepalingen of regelingen inzake
de instelling of het functioneren van gemeenschappelijke onderzoeksteams
10. Organisatorische voorzieningen
De bevoegde autoriteiten van [vermeld lidstaat] treffen de noodzakelijke organisatorische
voorzieningen om het gemeenschappelijk onderzoeksteam in staat te stellen zijn werkzaamheden
uit te voeren.
De gebieden die voorbehouden zijn aan de exclusieve bevoegdheid van [vermeld lidstaat]
of van de andere partijen, of die het voorwerp zijn van een lastenverdelingsregeling
tussen de bevoegde autoriteiten van [vermeld lidstaat] en de andere partijen, worden
hieronder beschreven.
(In de onderstaande lijst worden slechts bij wijze van voorbeeld een aantal terreinen
genoemd die mogelijkerwijs beschreven moeten worden)
10.1. Kosten van het functioneren van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
10.4. Overige technische voorzieningen
10.5. Toelagen voor gedetacheerde leden van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
10.6. Verzekering voor gedetacheerde leden van het gemeenschappelijk onderzoeksteam
10.7. Gebruik van verbindingsfunctionarissen
10.8. Gebruik van het Europees justitieel netwerk
10.9. Taal die in de communicatie wordt gebruikt
Gedaan te [plaats van ondertekening], [datum]
[Handtekening van alle partijen]
Bijlage 2. Aanhangsel bij de modelovereenkomst ter instelling van een internationaal
gemeenschappelijk onderzoeksteam
Regeling met Europol / Eurojust / de Commissie (OLAF), organen die krachtens bepalingen
die in het kader van de Verdragen zijn aangenomen in dit opzicht bevoegd zijn of andere
internationale instanties of derde landen
1. Partijen bij de regeling
Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF) … en de [naam van de eerste autoriteit van een
lidstaat die partij is bij de overeenkomst], de [naam van de tweede autoriteit van
een lidstaat die partij is bij de overeenkomst] en de [naam van de … autoriteit van
een lidstaat die partij is bij de overeenkomst] zijn overeengekomen dat ambtenaren
van [Europol]/[Eurojust]/[de Commissie (OLAF)]Schrappen wat niet van toepassing is.
zullen deelnemen aan het internationaal gemeenschappelijk onderzoeksteam dat zij bij
overeenkomst van … [datum en plaats van de overeenkomst waaraan deze regeling wordt
gehecht] hebben ingesteld. Deze deelname zal plaatsvinden onder de volgende voorwaarden.
2. Deelnemende ambtenaren
De volgende ambtenaren van Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF) zullen deelnemen aan
het gemeenschappelijk onderzoeksteam:
Naam
|
Rang
|
Functie
|
Gedetacheerd door [naam van de autoriteit]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien één van de bovengenoemde personen verhinderd is, zal diens superieur de andere
partijen schriftelijk meedelen wie zijn vervanger is.
3. Specifieke regelingen
3.2. Geleverde technische voorzieningen
4. Rechten van de ambtenaren van Europol/Eurojust/de Commissie (OLAF)/ organen die
krachtens bepalingen die in het kader van de Verdragen zijn aangenomen in dit opzicht
bevoegd zijn of andere internationale instanties of derde landen die deelnemen aan
het gemeenschappelijk onderzoeksteam
5. Regelingen voor de deelname van derde landen aan het gemeenschappelijk onderzoeksteam
Datum/handtekeningen