Circulaire pilot Tussen Rijk en Onderwijs (2008)

Geraadpleegd op 18-11-2024.
Geldend van 09-06-2008 t/m heden

Circulaire pilot Tussen Rijk en Onderwijs

Inleiding

Met deze circulaire informeer ik u over de pilot ‘Tussen Rijk en Onderwijs’ en vraag ik om uw medewerking. Via deze pilot krijgen 50 rijksambtenaren de kans om op vrijwillige basis de overstap te maken naar een baan als leraar op een school in het voortgezet onderwijs in de regio Den Haag. Initiatiefnemer van het project is het A+O fonds Rijk.

De pilot

Geïnteresseerde rijksambtenaren met minimaal een hbo-diploma kunnen zich aanmelden bij Manpower, het bureau dat door de Mobiliteitsorganisatie is ingeschakeld. Kandidaten krijgen een intakegesprek en worden, als zij geschikt bevonden zijn, gekoppeld aan een vacature bij een school.

Dan volgt een oriëntatieperiode van maximaal drie maanden op de school. In de meeste gevallen zal deze periode naar verwachting korter duren. Deelnemers lopen mee met een leraar en kunnen op die manier proeven aan het vak en aan de schoolcultuur. Deze periode is bedoeld om een afgewogen besluit te kunnen nemen, voor zowel de kandidaat als voor de school. Gedurende deze fase doorlopen de kandidaten een EVC-procedure, die bepalend is voor het opleidingsprogramma. Na afloop van de oriëntatieperiode nemen kandidaat en school het besluit of de overstap gerealiseerd wordt. Indien de oriëntatiefase tot wederzijds genoegen is verlopen krijgt de kandidaat een tijdelijke aanstelling bij de school. Op dat moment neemt de kandidaat ontslag als rijksambtenaar. Er volgt een duaal opleidingstraject (combinatie van leren en werken), waarmee de kandidaat zijn onderwijsbevoegdheid haalt. Op dat moment krijgt de deelnemer een vaste aanstelling bij de school.

Faciliteiten vanuit BZK

Deze pilot draagt bij aan de gewenste vernieuwing van de Rijksdienst. Daarom heb ik een bedrag van circa € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld om faciliteiten te kunnen bieden voor de rijksambtenaren die de overstap willen maken.

Op 8 april 2008 heb ik een convenant gesloten met het A&O fonds Rijk en de scholen in het voortgezet onderwijs in de regio Den Haag waarin de afspraken over deze pilot zijn vastgelegd (zie bijlage).

De volgende faciliteiten komen voor rekening van het ministerie van BZK:

  • Het ministerie van BZK betaalt 50% van de opleidingskosten van de kandidaat.

  • Het ministerie van BZK verleent gedurende 5 jaar na aanstelling van de kandidaat een aanvulling op het salaris, indien de overstap leidt tot een lager salarisniveau. Deze aanvulling bedraagt in het eerste en tweede jaar 100% van het inkomensverschil, in het derde en vierde jaar 80% en in het vijfde jaar 75%.

Faciliteiten vanuit de ministeries

Wanneer rijksambtenaren vanuit uw ministerie deelnemen aan deze pilot, vraag ik u op de volgende wijze uw medewerking te verlenen:

  • het ministerie biedt geïnteresseerde rijksambtenaren de mogelijkheid deel te nemen aan de pilot;

  • het ministerie betaalt het salaris van de deelnemer door tijdens de oriëntatiefase;

  • het ministerie biedt de deelnemer de mogelijkheid over te stappen per de datum dat hij/zij een aanstelling bij een school krijgt;

  • het ministerie biedt de deelnemer een nieuwe aanstelling in vaste dienst bij het ministerie aan, wanneer de kandidaat buiten zijn schuld of toedoen wordt ontslagen tijdens de eerste twaalf maanden na de overstap (terugkeergarantie).

Rechtspositionele aspecten

Gedurende de oriëntatiefase geniet de ambtenaar buitengewoon verlof van lange duur met behoud van bezoldiging (artikel 34 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement). Blijkt dat een vervolg niet in de rede ligt dan kan het verlof worden beëindigd en valt de deelnemer terug op zijn (rechts)positie zoals die was voordat het verlof werd verleend. Voor zover de deelnemer na 1 januari 2008 is aangewezen als herplaatsingskandidaat wordt de herplaatsingstermijn automatisch verlengd met de tijd dat de oriëntatiefase heeft geduurd (onderdeel 6.1 van de Overeenkomst loopbaanondersteuning, arbeidsmarkt, aanpassing BWWW en sociaal flankerend beleid 2008–2012). De overige voorzieningen van het sociaal flankerend beleid zijn in voorkomend geval uiteraard ook van toepassing met uitzondering van enkele voorzieningen die te maken hebben met de overstap naar een functie buiten de sector Rijk. Het gaat daarbij om de aanvulling op het salaris (daarvoor kent het convenant immers een zelfstandige voorziening), de compensatie van wegvallende toelagen (maakt onderdeel uit van de aanvulling op het salaris), de stimuleringspremie (kan niet gelijktijdig met de aanvulling salaris), de bijdrage pensioenopbouw (is niet nodig want betrokkene blijft deelnemer Abp) en de terugkeergarantie (ook hier kent het convenant een zelfstandige voorziening).

Met ingang van de datum van het ontslag als rijksambtenaar heeft deze recht op een aanvulling van het salaris als leerkracht, indien dit lager is dan het salaris dat als ambtenaar werd genoten. Dit recht vervalt op het moment dat de deelnemer niet langer werkzaam is bij een school in het voortgezet onderwijs in de regio Den Haag. De aanvulling wordt berekend op basis van het inkomensverschil tussen het oude inkomen (salaris, vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering en overige toelagen) en van het nieuwe inkomen (inclusief alle componenten), gerelateerd aan de omvang van de ambtelijke betrekking.

De aanvulling wordt jaarlijks per 1 augustus (aanvang nieuwe schooljaar) herberekend op basis van een door de deelnemer over te leggen verklaring van de school, waaruit het salaris c.a. per 1 augustus van dat jaar bedraagt.

De toekenning van de aanvulling geschiedt per brief.

Bij ontslag als leerkracht aantoonbaar buiten schuld of toedoen van de deelnemer tijdens het eerste jaar bestaat recht op terugkeer bij de rijksoverheid. Hiertoe wordt de betrokkene door het ministerie waarbij hij laatstelijk in dienst was een nieuwe aanstelling in vaste dienst verleend. De arbeidsvoorwaarden (salaris, arbeidsduur enz.) zijn daarbij gelijk aan die welke voor de betrokkene golden voor de datum van het ontslag als rijksambtenaar. Voor wat betreft de functie wordt zoveel mogelijk aangesloten bij artikel 49h van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (passende functie).

Administratieve afhandeling

De kosten van de aanvulling op het salaris kunnen, onder vermelding van ‘Tussen Rijk en Onderwijs’ driemaandelijks worden gedeclareerd bij:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Afdeling Financiële Administratie

t.a.v. DGOBR/POIR

Postbus 20011

2500 EA Den Haag

Teneinde vooraf enig inzicht te krijgen in de kosten verzoek ik u het bedrag van de berekende aanvulling alvast per e-mailbericht door te geven aan tobia.potters@minbzk.nl.

Voor vragen over de pilot als zodanig kunt u contact opnemen met Hanna Fisscher, ambtelijk secretaris van het A+O fonds Rijk en projectleider van ‘Tussen Rijk en Onderwijs’, 070-3765772, h.fisscher@caop.nl.

Voor overige vragen kunt u contact opnemen met John van Baarle, 070-4267661, john.baarle@minbzk.nl.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Convenant tussen Rijk en Onderwijs

Convenant tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs in Den Haag, Voorburg/Leidschendam en Rijswijk, de stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk, het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt betreffende de overstap van 50 rijksambtenaren naar het onderwijs in de regio Haaglanden.

Partijen ondersteunen het pilotproject ‘Tussen Rijk en Onderwijs’. Deze pilot heeft tot doel om rijksambtenaren op vrijwillige basis de overstap te laten maken naar een baan in het onderwijs. Hiermee kan een bijdrage worden geleverd aan het invullen van vacatures in tekortvakken, zoals bètavakken, economie en (klassieke) talen. Het project streeft ernaar om het komende schooljaar 2008/2009 50 rijksambtenaren de overstap te laten maken naar het onderwijs.

Geïnteresseerde rijksambtenaren met minimaal een hbo diploma kunnen zich aanmelden, krijgen een intakegesprek bij de Mobiliteitsorganisatie van de sector Rijk en hebben een eerste selectiegesprek met één of meerdere scholen.

Dan volgt een oriëntatieperiode van maximaal drie maanden op de school. In deze drie maanden lopen ze mee met een leraar en kunnen op die manier proeven aan het vak en aan de schoolcultuur. De kandidaten worden begeleid door de school.

Gedurende deze fase doorlopen de kandidaten een EVC-procedure, waaruit mogelijke vrijstellingen voor de opleiding blijken. Tijdens deze fase krijgen de kandidaten salaris doorbetaald door de ‘oude’ werkgever. Aan het eind van deze periode besluiten kandidaten en scholen of een aanstelling volgt.

De kandidaten krijgen op dat moment een tijdelijke aanstelling bij de scholen, die op basis van een positieve beoordeling en het behalen van een onderwijsbevoegdheid wordt omgezet in een vaste aanstelling. De kandidaten volgen een duaal leertraject om een onderwijsbevoegdheid te halen. Mede afhankelijk van de vooropleiding van de kandidaat betreft het een eerste- of tweedegraads onderwijsbevoegdheid. Over het opleidingstraject maken de kandidaat, de school waar de kandidaat wordt aangesteld en het opleidingsinstituut separaat afspraken.

Ondertekenende partijen:

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelend als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, mevrouw dr. G. ter Horst, verder te noemen: minister

en

De schoolbesturen in het voortgezet onderwijs in Den Haag, Voorburg/Leidschendam en Rijswijk, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. P.H. van Meenen, verder te noemen: scholen

en

De stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds in de sector Rijk, te dezen vertegenwoordigd door de heer J.W. Dieten, verder te noemen: A+O fonds Rijk

en

Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt, te dezen vertegenwoordigd door de heer G. Stemerding, verder te noemen: SBO

Overwegende dat:

  • binnen de Rijksoverheid een vernieuwing plaatsvindt, waardoor intersectorale mobiliteit van medewerkers extra aandacht krijgt;

  • in Nederland naar verwachting de komende jaren een groot lerarentekort zal ontstaan;

  • naar verwachting een groep rijksambtenaren de ambitie heeft om de overstap te maken naar een baan in het onderwijs;

  • het zinvol is het proces te monitoren om tussentijds te kunnen bijstellen en te leren van de opgedane ervaringen,

Komen daarom het volgende overeen:

De minister:

  • verbindt zich om geïnteresseerde rijksambtenaren de mogelijkheid te bieden om een overstap naar het onderwijs te maken.

  • betaalt het salaris van de kandidaat door tijdens de oriëntatiefase.

  • betaalt 50% van de opleidingskosten van de kandidaat.

  • verleent gedurende 5 jaar na aanstelling van de kandidaat een aanvulling op het salaris, indien de overstap leidt tot een lager salarisniveau. Deze aanvulling bedraagt in het eerste en tweede jaar 100% van het salarisverschil, in het derde en vierde jaar 80% en in het vijfde jaar 75%.

  • biedt de kandidaat een nieuwe aanstelling in vaste dienst bij het Rijk aan, wanneer de kandidaat buiten zijn schuld of toedoen wordt ontslagen tijdens de eerste 12 maanden na de overstap.

De scholen:

  • verbinden zich om voor 50 rijksambtenaren via het project een aanstelling aan te bieden met name in tekortvakken voor het schooljaar 2008–2009.

  • bieden kandidaten een voltijds aanstelling aan, waarbij de kandidaat één dag per week wordt vrijgesteld van lestaken voor het volgen van de opleiding. Indien de kandidaat dit wenst, kan een aanstelling van beperktere omvang worden overeengekomen.

  • zorgen voor een intensieve begeleiding van de kandidaat door een ervaren leraar, zowel tijdens de oriëntatieperiode als tijdens de periode dat de kandidaat de opleiding volgt.

  • zorgen voor de organisatie van de oriëntatieperiode van de kandidaat op de school.

  • besluiten samen met de kandidaat na de oriëntatieperiode of aanstelling bij de school volgt.

  • betalen 50% van de opleidingskosten van de kandidaat.

Het A+O fonds Rijk:

  • voert de regie over het project ‘Tussen Rijk en Onderwijs’.

  • werft de kandidaten.

  • geeft opdracht aan de Mobiliteitsorganisatie om de intake en de matching van kandidaten en vacatures op zich te nemen.

  • betaalt de EVC-procedures van kandidaten.

Het SBO:

  • brengt kennis, ervaring en netwerken in over instroom vanuit andere sectoren in het onderwijs.

  • financiert en laat de monitoring en evaluatie uitvoeren. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de redenen voor tussentijdse uitstroom. Dit biedt de mogelijkheid tijdens het project succes- en faalfactoren te benoemen.