Diploma vwo en havo
Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’,
dan wordt de naam van de betreffende profielen vermeld op het diploma ingevolge artikel 52,
tweede lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, derde lid, van het Staatsexamenbesluit.
Op het diploma eindexamen vwo wordt achter eindexamen vermeld: gymnasium of atheneum
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
-
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
– welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen vwo/havo
en vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
-
• artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
-
• artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
-
• artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het profiel’, de officiële
benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het derde lid van artikel 12 van de WVO).
In het geval een kandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk
profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee of meer
profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben
gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt het op
elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende
ruimte vermeld: n.v.t.
Aangepaste vakbenamingen
De volgende vakken uit de ‘nieuwe’ profielen die overeenkomen met vakken uit de ‘oude’
profielen, hebben een andere naam gekregen:
Oud
|
Nieuw
|
maatschappijleer (profieldeel of vrij deel)
|
maatschappijwetenschappen
|
lichamelijk opvoeding 2
|
bewegen, sport en maatschappij
|
ckv2
|
kunst (algemeen)
|
de ckv2,3-varianten komen overeen met
|
kunst (beeldende vormgeving),
|
|
kunst (muziek),
|
|
kunst (dans),
|
|
kunst (drama).
|
ckv1
|
(gemeenschappelijk deel) ckv
|
handenarbeid en textiele werkvormen
|
handvaardigheid en textiele vormgeving
|
letterkunde
|
literatuur.
|
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde
van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld
op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig
de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma
naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer
een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5): artikel 49, lid 8, van
het Eindexamenbesluit. Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk
deel) is een asterisk *) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel
uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 49, lid 6, van het Eindexamenbesluit),
welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde
cijfer en het(zelfde) afgerondeeindcijfer (in een cijfer en in letters). Inclusief
het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde kolom
met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking
heeft.
Naast de relatief kleine (becijferde) vakken maakt ook het profielwerkstuk onderdeel
uit van het combinatiecijfer. Het profielwerkstuk wordt nu ook met een cijfer gewaardeerd.
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4: artikel 49, lid 5, onderdeel b. In de uitslagregel
wordt het combinatiecijfer beschouwd als het eindcijfer van één vak.
Vakken die in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn:
In het havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk;
In het vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer
(zie voorwaarde: artikel 49, zevende lid, van het Eindexamenbesluit):
-
• Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of
dat dit onderdeel in het cijfer voor de talen wordt meegenomen. Als het apart wordt
becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval
dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
-
• Kcv. Scholen kunnen ervoor kiezen om klassieke culturele vorming (kcv) onderdeel te
laten uitmaken van het combinatiecijfer. Hier wordt dan ‘klassieke culturele vorming’,
vermeld, met dien verstande dat deze vakbenaming mag worden afgekort tot kcv. Wordt
hier niet voor gekozen, dan dient kcv onderdeel te zijn van het schoolexamen van de
klassieke talen en wordt de klassieke taal en literatuur met kcv, vermeld.
-
• Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen
worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school
kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen
vak dat de school alleen met toestemming van de minister als examenvak kan aanbieden.
-
• Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet meer voorkomt in het gemeenschappelijke
deel, kan bij die schoolsoort wel deel uitmaken van het vrije deel. De school kan
dit ter keuze laten aan de leerling, maar kan ook besluiten om het vak verplicht te
stellen voor alle leerlingen of voor leerlingen met een bepaald profiel. Het cijfer
voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (volgens artikel 49 van het Eindexamenbesluit).
Vrijstelling of ontheffing
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond
van artikel 26e, lid 4, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.), waarbij de taal moet worden vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in
het vijfde lid van dat artikel), dan wordt dat examenvak vermeld op de cijferlijst
in plaats van de vervangen taal (dus in het gemeenschappelijke deel).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk oud naar nieuw
Indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of
meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de kandidaat en
waarvoor een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald,
kan de kandidaat daar op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit/artikel 10
van het Staatsexamenbesluit voor worden vrijgesteld.
Vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van deze artikelen worden op
de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde cijfer (zie artikel
52, lid 5, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, lid 6, van het Staatsexamenbesluit).
Hierop bestaat een uitzondering indien de kandidaat zijn profielwerkstuk volgens de
‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en vervolgens
het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen wil
behalen. Het volgende is dan mogelijk:
-
• in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk:
‘vr’ vermeld,
-
• het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of
-
• de kandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk
in.
Combinatiecijfer aan het vavo/staatsexamen
Indien achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld en de vakken anw en maatschappijleer
hoeven geen deel uit te maken van het eindexamen en er zijn geen andere onderdelen
die deel uitmaken van het combinatiecijfer, dan wordt ook achter ‘het combinatiecijfer’:
‘vr’ vermeld.
Vermelding van vwo-vak in plaats van havo-vak
Op het havo kunnen een of meer vakken worden vervangen door de overeenkomstige vakken
op vwo-niveau. Bij toepassing van deze mogelijkheid wordt achter het afgesloten overeenkomstige
vwo-vak op de havo-cijferlijst tussen haakjes opgenomen: (vwo). Artikel 52, vijfde
lid, van het Eindexamenbesluit, regelt dat de vakken waarvoor de kandidaat (met diploma)
in het havo of vwo is vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld
op de cijferlijst met overname van de eerder behaalde resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de kandidaat met het profiel cultuur en maatschappij het eindexamen aflegt
in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving, muziek, drama of dans) in het vrije
deel om te voldoen aan de verplichting dat in dat vrije deel het eindexamen tenminste
één vak omvat met een normatieve studielast van tenminste 320 (havo, of 440 bij vwo)
studielasturen en hij ook als onderdeel van het profieldeel reeds eindexamen aflegt
in een van de vakken kunst (een andere variant), wordt het onderdeel kunst (algemeen)
in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende
en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst in het schoolexamen met een normatieve
studielast van tenminste 120 (havo, of 160 in vwo) studielasten, door het bevoegd
gezag te bepalen. Er is dan dus geen centraal examen. Op de cijferlijst wordt dan
ook alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.