Tijdelijke subsidieregeling voorkomen en tegengaan van polarisatie en radicalisering

[Regeling vervallen per 01-07-2012.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-12-2010.
Geldend van 25-12-2010 t/m 30-06-2012

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 juli 2008 nr. 2008-000313872 CS/CZW/WVOB, tot stimulering van bovenlokale activiteiten die polarisatie en radicalisering voorkomen en tegengaan (Tijdelijke subsidieregeling voorkomen en tegengaan van polarisatie en radicalisering)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 14 en 15 van de Wet overige BZK-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Minister kan op aanvraag een subsidie verstrekken voor bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren.

  • 2 Onder activiteiten die polarisatie en radicalisering voorkomen of tegengaan wordt verstaan:

    • a. het voorkomen dat jongeren afglijden of zich afkeren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde;

    • b. het vroegtijdig signaleren door bestuurders en professionals van processen van polarisatie en radicalisering.

  • 3 De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 4 Deze subsidie wordt niet verstrekt aan provincies of gemeenten.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt in 2008 € 2 miljoen, voor 2009 en 2010 € 1 miljoen per jaar en voor 2011 € 0.

  • 2 Op de aanvragen wordt in de volgorde van ontvangst beslist.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De aanvraag voor de beschikking tot subsidieverlening kan tot en met 31 oktober 2011 worden ingediend bij de Minister.

  • 2 De aanvraag bevat ten minste een beschrijving van:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b. de aard en omvang van polarisatie en radicalisering waarop de activiteiten zijn gericht en de kennis daarover;

    • c. de wijze waarop de beoogde effecten van de activiteiten bijdragen aan de doelstelling genoemd in artikel 1, eerste lid;

    • d. de benodigde personele en materiële middelen;

    • e. de duur van de activiteiten;

    • f. de wijze van evaluatie, en

    • g. de geraamde uitgaven voor de activiteiten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De subsidie wordt geweigerd als:

    • a. de uitvoering van de activiteiten plaatsvindt na 2011;

    • b. de subsidie is bedoeld voor instandhouding van een organisatie;

    • c. de activiteiten bedoeld zijn om goederen of diensten met winstoogmerk te verhandelen.

  • 2 De Minister weigert de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk wanneer naar zijn oordeel:

    • a. de activiteiten onvoldoende bijdragen aan het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren;

    • b. de aard en de omvang van de problematiek waar de activiteiten op zijn gericht te gering is;

    • c. de activiteiten onvoldoende innovatief zijn;

    • d. de kosten van de activiteiten te hoog zijn in verhouding tot het beoogde resultaat;

    • e. de activiteiten niet passen binnen de prioriteiten die de Minister voorafgaand aan het subsidiejaar heeft vastgesteld in een beleidsregel.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Minister beschikt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2 De subsidie kan voor meerdere jaren tot aan 2011 worden verleend.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat de activiteiten worden uitgevoerd zoals in de beschikking tot subsidieverlening is beschreven.

  • 2 De Minister kan in de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen opleggen over:

    • a. de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;

    • b. de openbaarmaking van het activiteitenverslag, en andere resultaten van de activiteiten die in documenten zijn vastgelegd;

    • c. tussentijdse financiële en beleidsrapportage.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De subsidie-ontvanger voert een zondanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Minister kan op aanvraag een voorschot verlenen van maximaal 80% van het te subsidiëren bedrag. De aanvraag voor een voorschot wordt bij de aanvraag tot subsidieverlening gevoegd.

  • 2 Het voorschot wordt binnen vier weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening betaald.

  • 3 In het geval een subsidie voor meerdere jaren is verleend kan de Minister, in afwijking van het vorige lid, bepalen dat het voorschot in termijnen wordt betaald.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De subsidie-ontvanger dient een aanvraag tot subsidievaststelling in binnen dertien weken na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is verleend.

  • 3 De Minister beslist binnen tien weken over de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2012, maar blijft van toepassing op subsidies die voor 1 juli 2012 op basis van deze regeling zijn verleend.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling voorkomen en tegengaan van polarisatie en radicalisering.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst