Toelichting bij de vragen
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Algemeen
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Aanvragen dienen plaats te vinden per individueel project.
Door een duidelijke beantwoording van de vragen kan worden vermeden dat de behandeling
van een aanvraag dient te worden opgeschort voor het vragen van nadere informatie.
U dient er rekening mee te houden dat de beslissingsprocedure doorgaans tussen acht
en dertien weken zal vergen, te rekenen vanaf het moment dat de ontvangst van de volledig
ingevulde en gedocumenteerde aanvraag wordt bevestigd. Een aanvraag wordt eerst geacht
volledig te zijn ingediend na ontvangst door de minister van een volledig ingevuld
aanvraagformulier inclusief de daarin genoemde bijlagen.
Als u vragen heeft, kunt u zich wenden tot:
EVD, agentschap van het ministerie van Economische Zaken, unit internationale financiering
(070) 778 8085
Vraag 1.2
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Een scheepswerf is een bedrijf dat in Nederland zeeschepen ontwikkelt, ontwerpt, (ver)bouwt
en uitrust.
Vraag 1.3
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
U dient over een vaste bouwlocatie te beschikken om als scheepswerf in de zin van
deze Regeling te kunnen worden aangemerkt.
Vraag 1.5
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Het aantal werknemers dat gedurende het afgelopen boekjaar voltijds arbeid heeft verricht
binnen uw onderneming (verrichte arbeid in deeltijd en seizoensarbeid meetellen naar
evenredigheid).
Vraag 1.7
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
De SBI-code wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onder andere gebruikt
om bedrijfseenheden te rubriceren naar hunhoofdactiviteit, de zogenaamde standaard
bedrijfsindeling.
Vraag 1.8
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Een groep is een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
1. een natuurlijke rechtspersoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
-
– meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
-
– volledig aansprakelijk vennoot is van,
-
– of overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen,
en
-
2. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen.
Vraag 2.1 t/m 2.3
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Subsidie wordt uitsluitend verleend voor de bouw van de volgende zichzelf voorstuwende
schepen in de handelsvaart:
-
– Schepen van 100bt of meer voor het vervoer van passagiers en/of goederen;
-
– Schepen van 100bt of meer voor het verrichten van een speciale dienst (bijvoorbeeld
baggerschepen en ijsbrekers);
-
– Sleepboten van 365 kW of meer;
Voor verbouw wordt uitsluitend subsidie verleend indien het een zeeschip in de handelsvaart
van 1000bt of meer betreft, en voor zover de uitgevoerde werken een ingrijpende wijziging
van het laadplan, de romp, het voorstuwingsmechanisme of de passagiersverblijven met
zich brengen.
Vraag 2.3
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Bij sleepboten dient het vermogen in kW te worden vermeld.
Vraag 2.4
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Ook (ver)bouwcontracten tussen verschillende rechtspersonen binnen een Groep kunnen
voor subsidie in het kader van deze Regeling in aanmerking komen.
Vraag 2.5
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
De afkorting cgt staat voor compensated gross tonnage en is een maat voor de complexiteit
van een schip. Voor de meeste schepen volgt de cgt-waarde uit de volgende internationaal
vastgestelde formule , met vaste factoren per scheepstype (zie onderstaande tabel).
cgt = A * gtB
hierbij staat:
-
– gt voor het gross tonnage van het schip;
-
– de factor A voor de invloed van het scheepstype;
-
– de factor B voor de invloed van de grootte van het schip.
Scheepstype
|
A
|
B
|
Oil tankers (double hull)
|
48
|
0.57
|
Chemical tankers
|
84
|
0.55
|
Bulk carriers
|
29
|
0.61
|
Combined carriers
|
33
|
0.62
|
General cargo ships
|
27
|
0.64
|
Reefers
|
27
|
0.68
|
Full container
|
19
|
0.68
|
Ro ro Vessels
|
32
|
0.63
|
Car carriers
|
15
|
0.70
|
LPG carriers
|
62
|
0.57
|
LNG carriers
|
32
|
0.68
|
Ferries
|
20
|
0.71
|
Passenger ships
|
49
|
0.67
|
Aanvullend op deze OESE-factoren zijn voor onderstaande scheepstypen specifieke cgt-factoren
bepaald.
Jachten: A= 75 B= 0,65
Sleephopperzuigers A= 25 B= 0,73
Snijkopzuigers: A= 26 B= 0,75
Non Cargo Carrying Vessels A= 71 B= 0,61
Voorbeeld: een 'chemical tanker' (dus factor A=84 en factor B=0.55) van 3.950 gt geeft
als uitkomst een cgt waarde van 7.987.
Vraag 3
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Geen subsidie wordt verstrekt indien ten tijde van de aanvraag al een contract is
afgesloten. Dit geldt ook indien dit contract opschortende of ontbindende voorwaarden
bevat.
Vraag 4.1
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Subsidie is uitsluitend beschikbaar voor het in Nederland (ver)bouwen van een schip.
Dit betekent dat de scheepsnieuwbouwactiviteiten in principe in Nederland dienen plaats
te vinden. Daarbij is echter wel oog voor het feit dat in sommige gevallen Nederlandse
werven de (ver)bouw van delen van het schip, zoals het casco, in het buitenland uitbesteden.
Vraag 4.2
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Indien alle bouwfases in Nederland plaatsvinden is per definitie sprake van bouwen
in Nederland.
Vraag 4.3
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Geef per bouwfase een omschrijving daarvan, de locatie waar deze fase wordt uitgevoerd
(plaats, evt. land) en het percentage van de bouwkosten dat daarop betrekking heeft.
In geval van uitbesteding van werk dient tevens de onderaannemer te worden vermeld.
Indien alle bouwfases buiten Nederland plaatsvinden is in ieder geval geen sprake van bouwen in Nederland. De aanvraag komt dan niet in aanmerking voor subsidie.
Indien niet alle bouwfases in Nederland plaatsvinden, dient u op een andere wijze
aan te tonen dat het schip in Nederland zal worden gebouwd/verbouwd. De wijze waarop
u dat doet staat u vrij. Een tweetal in ieder geval aanvaardbare onderbouwingsvarianten
zijn onder 4.4 en 4.5 geïndiceerd.
Hierbij dient een kostenopbouw van de contractprijs bijgevoegd te worden op basis
van de gekozen variant.
Vraag 4.4
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Bij deze onderbouwingsvariant dient de toerekening van kosten aan de categorieën Eigen
produktie (I), Nederlandse toeleveringen (II) en Buitenlandse toeleveringen (III)
plaats te vinden op basis van de vestigingsplaats van de toeleverancier die factureert
en waaraan betaling verschuldigd is.
Vraag 4.5
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Bij deze onderbouwingsvariant dient de toerekening van kosten aan de categorieën Eigen
produktie (I), Nederlandse toeleveringen (II) en Buitenlandse toeleveringen (III)
plaats te vinden op basis van de mate waarin het toegeleverde product van Nederlandse
origine is.
Vraag 5
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
U dient de kerngegevens van het innovatieproject in het aanvraagformulier te vermelden.
In een bijlage dient u deze zodanig uit te werken dat kan worden beoordeeld of sprake
is van een technologische innovatie die in Europees perspectief als vernieuwend kan
worden aangemerkt. Tevens dient te kunnen worden vastgesteld dat het innovatieproject
het risico van technologische of industriële mislukking in zich draagt.
Vraag 5.4
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Het gaat hier om de namen van betrokken partijen, hun aandeel in het project en een
omschrijving van de activiteit.
Vraag 5.5
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
U dient hier te beschrijven wat de thans gangbare toepassingspraktijk is bij het te
vernieuwen product of proces.
Vraag 5.6
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Waarom is de door u beoogde innovatieve stap in Europees perspectief als vernieuwend
aan te merken?
Vraag 6
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Subsidiabel zijn drie verschillende type innovatieprojecten (A, B of C).
Per type innovatieproject zijn diverse in het model kostenverantwoording aangegeven
activiteiten, subsidiabel.
Per subsidiabele activiteit dient u de gemaakte en betaalde kosten naar de onderscheiden
categorieën uit te splitsen. Het kan daarbij zowel gaan om de kosten van de werf (manuren)
als om de kosten voor de levering van goederen en diensten door derden (voor zover
deze rechtstreeks en uitsluitend verband houden met het innovatieproject).
U dient de begrote kosten voor de levering van goederen en diensten door derden onder
de posten materiaal; uitbesteed werk; externe dienstverlening; gebruiksklare toeleveringen
en overig, naar afzonderlijke kostenposten uit te splitsen in een bijlage. Posten
kleiner dan EUR 25.000 hoeven niet nader gespecificeerd te worden en kunnen per kostensoort
in een verzamelpost worden opgenomen.
Kosten zijn slechts subsidiabel voor zover deze plaatsvinden na de datum waarop de
subsidie is aangevraagd (eventueel uitgezonderd de kosten voor haalbaarheidsonderzoeken
die binnen twaalf maanden voor de aanvraag zijn uitgevoerd).
De subsidie bedraagt maximaal 20 procent van de voor subsidie in aanmerking komende
kosten.
Vraag 7
[Regeling vervallen per 20-08-2014]
Het gaat hierbij onder meer om de in artikel 10e.7 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie genoemde aspecten, en een eventuele
aanvraag voor faillissement c.q. surséance van betaling voor de aanvrager en eventuele
andere vormen van aan het project verstrekte staatssteun.