Tijdelijke subsidieregeling gesloten jeugdzorg 2009–2010

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 02-12-2024.
Geldend van 25-12-2009 t/m 27-09-2010

Regeling van de Minister voor Jeugd en Gezin van 16 december 2008, nr. JZ/GJ-2895768, houdende regels voor het tijdelijk subsidiëren van gesloten jeugdzorg (Tijdelijke subsidieregeling gesloten jeugdzorg 2009–2010)

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • accommodatie: accommodatie als bedoeld in artikel 29 k, eerste lid, van de wet;

  • bezettingsgraad: de mate waarin de capaciteit is benut voor gesloten jeugdzorg, uitgedrukt in percentage van die capaciteit;

  • capaciteit: vermogen tot verlenen van gesloten jeugdzorg in een accommodatie, uitgedrukt in aantal voltijdsplaatsen op jaarbasis;

  • gesloten jeugdzorg: verblijf van een jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg en de gedurende dat verblijf aan die jeugdige verleende jeugdzorg;

  • minister: Minister voor Jeugd en Gezin;

  • wet: Wet op de jeugdzorg.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 Een subsidie op grond van deze regeling wordt slechts verstrekt voor zover de minister van oordeel is dat de verstrekking past in zijn beleid.

Hoofdstuk II. Instellingssubsidies

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister kan in de jaren 2009 en 2010 jaarlijks een instellingssubsidie verstrekken ten behoeve van gesloten jeugdzorg.

  • 2 In de beschikking tot verlening van de instellingssubsidie wordt de capaciteit van de accommodatie voor gesloten jeugdzorg vermeld ten behoeve waarvan de instellingssubsidie wordt verstrekt.

  • 5 De instellingssubsidie wordt per accommodatie verstrekt.

§ 2. Berekeningswijze

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De instellingssubsidie kan worden verleend tot ten hoogste:

  • a. indien de minister op grond van deze regeling een instellingssubsidie heeft verleend ten behoeve van gesloten jeugdzorg in de desbetreffende accommodatie gedurende het volledige jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt:

    • 1°. indien de instellingssubsidie wordt verleend voor een capaciteit die gelijk is aan de capaciteit waarvoor in het voorafgaande jaar een instellingssubsidie is verleend op grond van deze regeling: het bedrag van de instellingssubsidie die de minister op grond van deze regeling heeft verleend ten behoeve van gesloten jeugdzorg in de desbetreffende accommodatie voor het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verleend;

    • 2°. indien de instellingssubsidie wordt verleend voor een capaciteit die lager is dan de capaciteit waarvoor in het voorafgaande jaar een instellingssubsidie is verleend op grond van deze regeling: het bedrag van de instellingssubsidie die de minister op grond van deze regeling heeft verleend ten behoeve van gesloten jeugdzorg in de desbetreffende accommodatie voor het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verleend, verlaagd naar rato van de verlaging van de capaciteit;

    • 3°. indien de instellingssubsidie wordt verleend voor een capaciteit die hoger is dan de capaciteit waarvoor in het voorafgaande jaar een instellingssubsidie is verleend op grond van deze regeling: het bedrag van de instellingssubsidie die de minister op grond van deze regeling heeft verleend ten behoeve van de gesloten jeugdzorg in de desbetreffende accommodatie voor het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verleend, verhoogd naar rato van de verhoging van de capaciteit;

  • b. indien de minister op grond van deze regeling niet eerder een instellingssubsidie heeft verleend ten behoeve van gesloten jeugdzorg in de desbetreffende accommodatie gedurende het volledige jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt: een bedrag dat de minister voor de desbetreffende accommodatie bepaalt op basis van een door de aanvrager in te dienen begroting en activiteitenplan, tot ten hoogste € 130.000,– per voltijdsplaats op jaarbasis.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister kan het bedrag van de verleende instellingssubsidie in de loop van het boekjaar bijstellen in verband met de ontwikkeling van het loon- en prijspeil.

  • 2 Met het oog op de toepassing van het eerste lid kan de minister bij de verlening van de instellingssubsidie bepalen welk deel van het subsidiebedrag in aanmerking zal worden genomen voor een bijstelling in verband met de ontwikkeling van het prijspeil, onderscheidenlijk van de kosten van de arbeidsvoorwaarden.

  • 3 Indien de instellingssubsidie met toepassing van het eerste lid wordt bijgesteld, wordt de bevoorschotting overeenkomstig gewijzigd.

§ 3. Bevoorschotting

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister verstrekt de volgende voorschotten op de verleende instellingssubsidie: in januari 15%, februari 7%, maart 7%, april 7%, mei 15%, juni 7%, juli 7%, augustus 7%, september 3%, oktober 11% en november 14% van het voor het desbetreffende jaar verleende subsidiebedrag.

  • 2 De minister kan van het gestelde in het eerste lid op verzoek van de subsidieontvanger afwijken en in het geval dat een aanvraag om instellingssubsidie later wordt ingediend dan in artikel 4:60 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald.

§ 4. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Indien de bezettingsgraad van de capaciteit waarvoor de instellingssubsidie is verleend lager is dan 90%, wordt de instellingssubsidie lager vastgesteld.

  • 2 De verlaging bedraagt een percentage van de verleende instellingssubsidie dat met de volgende formule wordt berekend:

    • a. indien de capaciteit waarvoor de instellingssubsidie is verleend minder dan 100 voltijds plaatsen op jaarbasis is:

      (90% – bezettingsgraad van de capaciteit waarvoor de instellingssubsidie is verleend) x (capaciteit waarvoor de instellingssubsidie is verleend / 100) × 50%;

    • b. indien de capaciteit waarvoor de instellingssubsidie is verleend 100 of meer voltijds plaatsen op jaarbasis is:

      (90% – bezettingsgraad van de capaciteit waarvoor de instellingssubsidie is verleend) × 50%.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De ontvanger van een instellingssubsidie vormt een egalisatiereserve.

  • 2 In afwijking van artikel 4:72, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt het aan de egalisatiereserve toe te voegen dan wel te onttrekken bedrag berekend door het totaal van de met de gesubsidieerde activiteiten samenhangende baten, waaronder de vastgestelde instellingssubsidie en de gerealiseerde overige baten, te verminderen met de lasten van de gesubsidieerde activiteiten. Deze uitkomst wordt vervolgens toegerekend naar rato van de vastgestelde instellingssubsidie en de in de ingediende begroting vermelde, met de gesubsidieerde activiteiten samenhangende overige baten.

  • 3 De egalisatiereserve bedraagt niet meer dan 10% van de in enig jaar verleende instellingssubsidie.

Hoofdstuk III. Projectsubsidies

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister kan een projectsubsidie verstrekken ten behoeve van het realiseren van een accommodatie voor gesloten jeugdzorg, het in gebruik nemen van een accommodatie voor gesloten jeugdzorg of ten behoeve van de ontwikkeling van de kwaliteit van gesloten jeugdzorg.

  • 2 Een projectsubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of een publiekrechtelijke rechtspersoon.

Hoofdstuk IV. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Bij de verlening van de instellingssubsidie voor het jaar 2009 wordt voor de toepassing van artikel 4 onder ‘deze regeling’ verstaan: de Tijdelijke subsidieregeling gesloten jeugdzorg 2008.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De minister kan indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2011 met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling gesloten jeugdzorg 2009–2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet