Het is aan het bevoegd gezag om, zonodig met toepassing van de hardheidsclausule,
te beoordelen of de plaats van tewerkstelling doelmatig met het openbaar vervoer te
bereiken is. In het sinds 1 juli 2008 in werking getreden voorzieningenstelsel voor
het woon-werkverkeer zijn echter vijf omstandigheden onderkend, waarin aangenomen
wordt dat in elk geval niet doelmatig per openbaar vervoer kan worden gereisd, namelijk:
-
• als de afstand tussen de plaats van tewerkstelling en de dichtstbijzijnde halte van
het openbaar vervoer groter is dan 1 kilometer;
-
• als de ambtenaar door de vastgestelde werktijdregeling de plaats van tewerkstelling
met het openbaar vervoer niet kan bereiken of verlaten;
-
• als het openbaar vervoer minder dan tweemaal per uur bij de plaats van tewerkstelling
stopt;
-
• als gebruik van openbaar vervoer door de ligging van de plaats van tewerkstelling
de persoonlijke veiligheid van de ambtenaar in gevaar brengt;
-
• als de bedrijfsarts openbaar vervoer om medische redenen afraadt.
Aan deze vijf criteria wordt tijdelijk het volgende criterium toegevoegd:
De ambtenaar, voor wie dit criterium van toepassing is heeft voor het reizen met eigen
vervoer recht op de hoge tegemoetkoming per kilometer, uiteraard rekening houdend
met het geldende maximumbedrag. Dit aanvullende criterium is, conform de afspraak
met de centrales van overheidspersoneel, van toepassing met terugwerkende kracht tot
en met 1 oktober 2008. De ambtenaren voor wie deze situatie op of na 1 oktober 2008
van toepassing is en die sindsdien met eigen vervoer gereisd hebben, dienen zich zo
spoedig mogelijk tot het bevoegd gezag te wenden met een verzoek om een nabetaling
te laten plaatsvinden. Via een toelichtende mededeling bij de salarisspecificatie
van de maand april zullen de ambtenaren hierop geattendeerd worden. De ambtenaar kan
het verzoek tot nabetaling indienen tot 1 augustus 2009, zo is met de centrales afgesproken.
Met de Inspecteur der belastingen heeft overleg plaatsgevonden over de fiscale gevolgen
van deze nabetaling over de periode oktober 2008 t/m december 2008.
De Inspecteur is van mening, dat de vergoeding niet onbelast is, aangezien de ambtenaar
in 2008 nog geen onvoorwaardelijk recht op de vergoeding had.