Verordening W financieringsheffing wijn 2009

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2013 t/m 01-03-2013

Verordening van het Productschap Wijn van 5 november 2008, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing 2009 (Verordening W financieringsheffing wijn 2009)

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

productschap

:

Productschap Wijn;

secretaris

:

secretaris van het productschap;

ondernemer

:

de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;

wijn

:

stille wijn, mousserende wijn, parelwijn, likeurwijn en gearomatiseerde wijn van verse druiven, zoals aangeduid onder de GNcodes 2204 en 2205, ook indien hieraan naderhand de alcohol geheel of gedeeltelijk is onttrokken (GN-code 2202 90 10) alsmede alcoholhoudende drank, ex GN-code 2206, al dan niet mousserend, op basis van andere vruchten dan druiven met een effectief alcoholvolumegehalte van tenminste 8,5 % vol en ten hoogste 15 % vol bij een temperatuur van 20 graden Celsius, waarbij het alcoholgehalte tenminste voor een deel is verkregen door vergisting;

hoofdproductschap

:

Hoofdproductschap Akkerbouw.

§ 2. Heffing

Artikel 2

De ondernemer is verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van € 0,30 per hectoliter terzake van de invoer dan wel de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen.

Artikel 3

  • 1 In de gevallen waarin op basis van de Wet op de accijns teruggaaf wordt verleend van op wijn geheven accijns, wordt op verzoek van de ondernemer teruggaaf van de heffing verleend die ter zake is geheven.

  • 2 De ondernemer dient door middel van een teruggaafbeschikking van de douane voor de accijns zijn recht op teruggaaf van de heffing aan te tonen.

Artikel 4

De heffing bedoeld in artikel 2 is bestemd voor de huishoudelijke uitgaven van het productschap met het oog op zijn activiteiten ten behoeve van de sector wijn.

Artikel 5

  • 1 De ondernemer is verplicht door middel van een hiertoe dienend opgavenformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de heffing, bedoeld in artikel 2. De Verordening W algemene bepalingen 2012 is hierbij van toepassing.

  • 2 De opgave dient maandelijks te geschieden en wel uiterlijk op de laatste dag van de maand, volgend op de maand waarop de opgave betrekking heeft.

  • 3 De ondernemer is eveneens verplicht een opgavenformulier in te sturen indien in de betrokken maand géén wijn in de handel is gebracht.

Artikel 6

  • 1 De heffing, bedoeld in artikel 2, wordt vastgesteld aan de hand van de gegevens van het opgavenformulier.

  • 2 De secretaris kan de ondernemer verplichten een afschrift van de aangifte op grond van de Wet op de accijns of een door een accountant afgegeven verklaring te overleggen met betrekking tot de hoeveelheid in de handel gebrachte wijn in een bepaalde periode.

  • 3 De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in artikel 5 bedoelde opgave.

§ 3. Ambtshalve heffing

Artikel 7

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 6 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor de betreffende maand ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk ambtshalve vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

  • 3 Indien het productschap, op verzoek van de ondernemer nadat de termijn genoemd in het tweede lid is verstreken, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.

Artikel 8

  • 1 Het ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedrag wordt betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgende op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening is gebracht.

  • 2 Het productschap kan besluiten de in het eerste lid genoemde termijn te verlengen.

Artikel 9

Het productschap kan besluiten nota's van minder dan € 50,- samen te voegen tot verzamelnota's welke betrekking hebben op meerdere perioden.

Artikel 10

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 4. Contributie-aftrek

Artikel 11

  • 1 Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het betreffende jaar aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing.

  • 2 De in een bestuursbesluit vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur.

Artikel 12

Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en anders indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur:

  • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het productschap een taak heeft te vervullen;

  • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad;

  • c. tot de werkingssfeer van het productschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is;

  • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

  • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

Artikel 13

Een verzoek tot aanwijzing van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 12 dient ingediend te worden vóór 1 juli van het betreffende jaar.

Artikel 14

  • 1 De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 11 bedoelde aftrek, indien uit de door de aangewezen ondernemersorganisaties verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het betreffende jaar is betaald.

  • 2 De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 oktober de betreffende gegevens bij het productschap aan te leveren.

Artikel 15

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 De aftrek wordt in december verrekend met de heffing.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2013, 10, datum inwerkingtreding 02-03-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2013.

1 De aftrek, bedoeld in artikel 11, eerste lid bedraagt 50% van de heffing en maximaal 70% van de contributie en maximaal € 10.000.

Artikel 16

  • 1 Voor de toepassing van de artikelen 11 tot en met 15 wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het betreffende jaar als contributie aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is.

  • 2 Het bestuur kan bij besluit nadere voorschriften geven.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2009, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2009, met uitzondering van de toepassing van de Verordening W algemene bepalingen 2003.

Artikel 18

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening W financieringsheffing wijn 2009.

Den Haag, 5 november 2008

Th.A.M. MEIJER

voorzitter

J.N. BURGHOORN

secretaris