Besluit toevoeging mediation

Geraadpleegd op 11-01-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 18-12-2009.
Geldend van 18-12-2009 t/m 30-06-2010

Hoofdstuk 2. Toevoeging ten behoeve van mediation

Artikel 3

De artikelen 8 tot en met 10 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en artikel 1 van het Besluit omschrijving indexcijfer zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vaststelling van de financiële draagkracht van een rechtzoekende met het oog op de verlening van een toevoeging ten behoeve van mediation.

Hoofdstuk 3. Eigen bijdrage van rechtzoekenden

Artikel 4

  • 1 De eigen bijdrage, die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van mediation op basis van een toevoeging, bedraagt € 49,– [Red: per 1 januari 2010: € 50] , indien in een zaak minder dan vier uur mediation wordt verleend.

  • 2 De eigen bijdrage, die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van mediation op basis van een toevoeging, bedraagt € 98,– [Red: per 1 januari 2010: € 100] , indien in een zaak vier uur of meer mediation wordt verleend.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid bedraagt de eigen bijdrage die een natuurlijk persoon in een zaak verschuldigd is voor de verlening van mediation, ongeacht de duur van de verlening van mediation, € 49,– [Red: per 1 januari 2010: € 50] , indien:

    • a. uitsluitend zijn inkomen of vermogen in aanmerking wordt genomen en het inkomen ten hoogste € 16 800,– [Red: per 1 januari 2010: € 17.200] bedraagt; of

    • b. in andere gevallen, het inkomen ten hoogste € 23 400,– [Red: per 1 januari 2010: € 24.400] bedraagt.

  • 4 De eigen bijdrage, die een rechtspersoon verschuldigd is voor de verlening van mediation op basis van een toevoeging, bedraagt € 98,– [Red: per 1 januari 2010: € 100] .

Artikel 5

Indien een toevoeging ten behoeve van mediation wordt verleend in een zaak waarin reeds een toevoeging ten behoeve van rechtsbijstand is verleend, is de rechtzoekende voor de verlening van mediation op basis van eerstgenoemde toevoeging geen eigen bijdrage verschuldigd.

Hoofdstuk 4. Vergoeding voor het verrichten van mediation

Artikel 7

  • 1 Een mediator ontvangt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit een vergoeding voor het verlenen van mediation op basis van een toevoeging.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a. de overeenkomstig dit besluit vastgestelde vergoeding voor het verrichten van mediationwerkzaamheden;

    • b. de overeenkomstig dit besluit vastgestelde vergoeding voor bepaalde kosten en het tijdverlet in verband met reizen voor de desbetreffende zaak; en

    • c. de omzetbelasting die is verschuldigd over de vergoedingen, bedoeld in de onderdelen a en b.

Artikel 8

  • 1 Aan een zaak waarin aan een of meer rechtzoekenden een toevoeging ten behoeve van mediation is verleend, wordt per rechtzoekende anderhalf punt, met een maximum van drie punten, toegekend, indien in de zaak minder dan vier uur mediation wordt verleend.

  • 2 Aan een zaak waarin aan een of meer rechtzoekenden een toevoeging ten behoeve van mediation is verleend, wordt per rechtzoekende vier punten, met een maximum van acht punten, toegekend, indien in de zaak vier uur of meer mediation wordt verleend.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid wordt aan een zaak waarbij ten minste zeven rechtzoekenden of anderen met een rechtsbelang in één of meer naar hun aard verknochte geschillen zijn betrokken en mediation door twee mediators wordt verleend, vier en een half onderscheidenlijk tien punten toegekend, indien in die zaak minder dan vier uur onderscheidenlijk vier uur of meer mediation wordt verleend.

  • 4 Indien in een zaak als resultaat van de mediation een vaststellingsovereenkomst is gesloten, die met het oog op de definitieve afhandeling van de zaak op grond van de wet in een rechterlijke uitspraak dient te worden opgenomen, wordt het aantal toe te kennen punten, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, één maal met twee en een half verhoogd.

Artikel 9

Artikel 10

De artikelen 28, eerste lid, 29, 30 en 31 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vaststelling van de vergoeding van een mediator, met dien verstande dat:

  • a. de mediator bij zijn aanvraag tot vaststelling van de vergoeding, indien als resultaat van de mediation een vaststellingsovereenkomst is gesloten en een rechtzoekende uit hoofde hiervan een vordering met betrekking tot een geldsom ter hoogte van tenminste 50% van het heffingvrij vermogen heeft, van deze vordering melding maakt; en

  • b. de vergoeding wordt vastgesteld met inachtneming van artikel 7, eerste tot en met derde lid, van dit besluit.

Artikel 11

  • 1 Het bureau betaalt overeenkomstig de vaststelling, bedoeld in artikel 10, de vergoeding aan de mediator.