Subsidieregeling restauratie en herbestemming cultureel erfgoed

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 03-10-2009.
Geldend van 03-10-2009 t/m 31-12-2012

Tijdelijke regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 september 2009, nr. WJZ/156350 (8267), houdende regels voor subsidiëring van restauratie van beschermde monumenten in verband met het stimuleringsbudget woningbouw (Subsidieregeling restauratie en herbestemming cultureel erfgoed)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 43, vijfde lid, van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Besluit: Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten;

  • industrieel erfgoed: Gebouwen vanaf 1850 die tastbaar getuigen van voorbije fasen in de ontwikkeling van bedrijf en techniek;

  • minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • religieus erfgoed: gebouwen die in oorsprong uitsluitend ten behoeve van de eredienst of het belijden van de geloofsovertuiging zijn opgericht of die in oorsprong met dit gebruik direct verband hielden;

  • restauratie: het verrichten van die werkzaamheden, de normale instandhouding te boven gaand, die voor het herstel van een beschermd monument noodzakelijk zijn;

  • restauratieplan: plan als bedoeld in artikel 9, tweede lid;

  • subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 43 van het Besluit.

Artikel 2. Toepasselijke bepalingen Besluit

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De artikelen 8, 9, 14, 16, tweede lid, 17, 23 tot en met 31, 34 en 35 van het Besluit zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat instandhouding en instandhoudingsplan telkens worden gelezen als restauratie, onderscheidenlijk restauratieplan en dat in artikel 14 ’subsidiabele kosten’ wordt gelezen als: totale kosten.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister kan aan de eigenaar van een beschermd monument op aanvraag subsidie verlenen voor de restauratie van het desbetreffende beschermde monument.

  • 2 Subsidie als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden verleend ten behoeve van:

    • a. beschermd religieus erfgoed met een (gedeeltelijke) herbestemming tot wonen; of

    • b. beschermd industrieel erfgoed met een (gedeeltelijke) herbestemming tot wonen .

  • 3 Onverminderd het bepaalde in artikel 5, tweede lid, verstrekt de minister per gemeente slechts ten behoeve van één beschermd monument subsidie.

Artikel 4. Looptijd

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een restauratie waarvoor subsidie wordt verleend vangt aan in 2010 en is uiterlijk op 31 december 2011 afgerond.

Artikel 5. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor subsidieverlening is een bedrag van € 15 miljoen beschikbaar.

  • 2 Indien het bedrag, bedoeld in het eerste lid, niet volledig is verleend, kan de minister artikel 3, derde lid, buiten toepassing laten en subsidie verlenen ten behoeve van meerdere beschermde monumenten per gemeente.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen als bedoeld in de Leidraad Brim subsidiabele instandhoudingskosten, opgenomen als bijlage bij de Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten, met dien verstande dat kosten uitsluitend voor subsidie in aanmerking komen voor zover de werkzaamheden naar het oordeel van de minister:

    • a. strekken tot restauratie van het monument en zijn monumentale waarden;

    • b. sober en doelmatig zijn;

    • c. technisch noodzakelijk zijn; en

    • d. gericht zijn op maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische materialen en constructies.

  • 2 Tevens komen voor subsidie in aanmerking de kosten voor werkzaamheden die:

    • a. gericht zijn op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade; of

    • b. bestaan uit het vervangen van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen.

  • 3 Niet voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor werkzaamheden die:

    • a. voortvloeien uit veranderd gebruik;

    • b. gericht zijn op comfortverbetering; of

    • c. gericht zijn op reconstructie, tenzij ze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van de minister ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn.

  • 4 Het totaal van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, bedraagt ten minste € 300.000 en ten hoogste € 3.000.000.

Artikel 7. Subsidiebedrag

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 De subsidie voor eigenaren die recht hebben op fiscale aftrek van onderhoudskosten bedraagt 60% van de subsidiabele kosten.

§ 2. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 8. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een aanvraag voor subsidie wordt voor 15 november 2009 ingediend.

Artikel 9. In te dienen documenten

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De aanvraag omvat in ieder geval:

    • a. een restauratieplan;

    • b. een bouwkundig inspectierapport per beschermd monument dat niet ouder is dan twee jaar;

    • d. een financieel dekkingsplan waaruit blijkt dat de financiering van het gedeelte van de kosten van het restauratieplan dat niet door subsidie wordt gedekt, zeker is gesteld; en

    • d. een afschrift van de voor de restauratie verleende vergunning, bedoeld in artikel 11 van de wet.

  • 2 Het restauratieplan, bedoeld in het eerste lid, onder a, bestaat uit:

    • a. overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van het beschermde monument en zijn gebreken;

    • b. tekeningen van de bestaande toestand van het beschermde monument en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • c. een bestek of werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan;

    • d. een begroting die niet ouder is dan twee jaar en die is gespecificeerd in hoeveelheden uren en materialen, stelposten en onderaannemers; en

    • e. in voorkomende gevallen rapporten inzake bouwfysische, bouwhistorische, constructieve, decoratieve, materiaaltechnische of preventieve aspecten.

§ 3. Verlening

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 10. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Onverminderd artikel 9 van het Besluit wordt geen subsidie verstrekt indien:

  • a. voor de voorgenomen restauratie geen vergunning als bedoeld in artikel 11 van de wet is verleend;

  • b. naar het oordeel van de minister niet is gewaarborgd, dat het beschermde monument na uitvoering van het restauratieplan zonder aanvullende restauratiewerkzaamheden in een goede staat kan worden gehouden; of

  • c. de toekomstige bestemming van het te restaureren beschermde monument naar het oordeel van de minister een belemmering vormt voor de instandhouding van het monument.

Artikel 11. Verlening

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister behandelt de aanvragen in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvullende informatie is ontvangen met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

  • 2 Het eerste lid is tevens van toepassing in het geval dat de minister toepassing geeft aan artikel 5, tweede lid.

  • 3 Indien meerdere aanvragen die voldoen aan de regeling op een bepaalde dag worden ingediend, en verlening van subsidie op deze aanvragen tot overschrijding van het subsidieplafond leidt, wordt op deze aanvragen in volgorde van subsidiabele kosten beslist, waarbij een aanvraag met lagere subsidiabele kosten voorrang heeft.

Artikel 12. Bevoorschotting

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister kan aan de subsidieontvanger voorschotten verstrekken op basis van door de subsidieontvanger ingediende overzichten van gemaakte kosten die vergezeld gaan van de desbetreffende originele rekeningen.

  • 2 Indien rekeningen betrekking hebben op kosten van personeel dat in loondienst is bij de eigenaar, gaan de overzichten, bedoeld in het eerste lid, tevens vergezeld van een verklaring van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent waaruit blijkt hoeveel uren door dat personeel is besteed aan de restauratie, waarvoor subsidie is verleend.

  • 3 De minister keert de voorschotten uit voor zover de rekeningen werkzaamheden betreffen die in overeenstemming zijn met het restauratieplan.

§ 4. Subsidieverplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 13. Aanvullende subsidieverplichting

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de restauratie waarvoor subsidie is verleend, voor 31 december 2011 is afgerond.

§ 5. Vaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 14. Vaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de vaststelling van een verleende subsidie is artikel 32 van het Besluit van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat een aanvraag tot vaststelling door de subsidieontvanger binnen drie maanden nadat de restauratie is afgerond, bij de minister wordt ingediend.

§ 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling restauratie en herbestemming cultureel erfgoed.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk