Hoofdstuk A-100. Inleiding en fundamentele beginselen
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Artikel A-100.2
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
De registeraccountant maakt bij het signaleren van een bedreiging van het in deel A van deze verordening beschreven conceptuele raamwerk gebruik. Hij evalueert een bedreiging
naar aard en belang. Indien blijkt dat een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis
is, treft de registeraccountant waarborgen die de bedreiging wegnemen of terugbrengen
tot een aanvaardbaar niveau, zodat de naleving van de fundamentele beginselen geen
geweld wordt aangedaan.
De registeraccountant legt een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis, de naar
aanleiding daarvan getroffen waarborgen en zijn conclusie vast.
Artikel A-100.3
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Deze verordening bestaat uit vier delen. Deel A bevat de fundamentele beginselen van
de beroepsethiek voor de registeraccountant, alsmede het conceptuele raamwerk voor
de toepassing van deze fundamentele beginselen. Het conceptuele raamwerk geeft richting
aan de toepassing van deze fundamentele beginselen.
De delen B en C bevatten een illustratie van de toepassing van het conceptuele raamwerk in specifieke
situaties. Hierin zijn voorbeelden van waarborgen opgenomen die in aanmerking komen
om een bedreiging weg te nemen of terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau. Ook
zijn daarin voorbeelden opgenomen van situaties waarin geen waarborgen beschikbaar
zijn en van activiteiten of relaties die als gevolg daarvan moeten worden vermeden.
In deel D wordt het bestuur de bevoegdheid gegeven om de leden gehoord nadere voorschriften
uit te geven. Bovendien zijn in deel D de wijziging van de Verordening kwaliteitstoetsing en de slotbepalingen opgenomen.
Deel A is van toepassing op iedere registeraccountant. Deel A en deel B1 zijn van toepassing op de openbaar accountant en deel A en deel B2 op de intern accountant of overheidsaccountant.
Deel A en deel C zijn van toepassing op de accountant in business.
De voor de individuele openbaar accountant van toepassing zijnde regelgeving is opgenomen
in de delen A en B1 van de onderhavige verordening en de voor de intern en overheidsaccountant van toepassing
zijnde regelgeving in de delen A en B2. De nadere voorschriften die door het bestuur op grond van deze verordening gegeven
kunnen worden, hebben, tenzij anders bepaald, eveneens betrekking op de individuele
openbaar accountant, de individuele intern accountant of de individuele overheidsaccountant.
In de Verordening accountantsorganisaties, de Nadere voorschriften accountantskantoren en de Nadere voorschriften accountantsafdelingen,
die eveneens per 1 januari 2007 in werking treden, alsmede in de per 1 oktober 2006
in werking getreden Wet toezicht accountantsorganisatie en het Besluit toezicht accountantsorganisaties zijn bepalingen opgenomen ter zake van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, de onafhankelijkheid
en de integere bedrijfsvoering van accountantsorganisaties, accountantskantoren en
accountantsafdelingen.
Voor zover in de onderhavige verordening, genoemde wet, besluit, verordening en nadere voorschriften bepalingen voorkomen die betrekking hebben op de onderwerpen
stelsel van kwaliteitsbeheersing, onafhankelijkheid en integere bedrijfsvoering zijn
deze voorschriften aanvullend op elkaar, met dien verstande dat de normadressaat verschillend
kan zijn, namelijk of de individuele openbaar accountant, intern accountant of overheidsaccountant
dan wel de accountantsorganisatie, het accountantskantoor of de accountantsafdeling.
Zo zijn er bijvoorbeeld zowel in de onderhavige verordening als in de voor accountantsorganisaties
en accountantskantoren geldende regelgeving bepalingen ter zake van het aanvaarden
van opdrachten opgenomen. Omdat volgens de voor accountantsorganisaties en -kantoren
geldende bepalingen de met de opdrachtgever te sluiten overeenkomst tot de verantwoordelijkheid
van de organisatie of het kantoor behoort, zien de in deze verordening ter zake opgenomen
bepalingen op de interne opdrachtaanvaarding.
Op deze wijze is geregeld dat de individuele accountant, de accountantsorganisatie,
het accountantskantoor en de accountantsafdeling, weliswaar ieder op zijn eigen wijze,
verantwoordelijk zijn voor de adequate naleving van de op hem van toepassing zijnde
voorschriften.
Conceptueel raamwerk
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Artikel A-100.5
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
De registeraccountant handelt in overeenstemming met het conceptuele raamwerk bij
iedere door hem gesignaleerde bedreiging die van niet te verwaarlozen betekenis is
en bij de naar aanleiding daarvan te treffen waarborgen die deze bedreiging wegnemen
of terugbrengen tot een aanvaardbaar niveau.
De omstandigheid waaronder de registeraccountant zijn werkzaamheden verricht kan leiden
tot een bedreiging. Het is niet mogelijk iedere situatie te beschrijven waarin een
bedreiging ontstaat en aan te geven welke waarborgen daartegen kunnen worden getroffen.
Bovendien kunnen de aard van de opdrachten en van de uit te voeren werkzaamheden verschillen.
Als gevolg daarvan kunnen ook verschillende en meerdere bedreigingen optreden, waardoor
het treffen van verschillende en meerdere waarborgen noodzakelijk is. Een conceptueel
raamwerk dat van de registeraccountant vraagt iedere bedreiging te signaleren, te
evalueren en aan de orde te stellen, in plaats van te voldoen aan een aantal min of
meer arbitraire specifieke regels, is in het algemeen belang. Deze verordening biedt
een raamwerk ter ondersteuning van de registeraccountant bij het signaleren en evalueren
van iedere bedreiging en bij het in reactie daarop treffen van de juiste waarborgen.
Artikel A-100.6
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
De registeraccountant evalueert iedere omstandigheid of relatie waarmee hij bekend
is of in redelijkheid bekend behoort te zijn, die de naleving van de fundamentele
beginselen in gevaar kan brengen.
Artikel A-100.7
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
De registeraccountant betrekt bij het beoordelen van de aard en het belang van een
bedreiging zowel kwalitatieve als kwantitatieve factoren. Indien de registeraccountant
niet in staat is adequate waarborgen te treffen weigert of beëindigt hij een opdracht
tot het verlenen van een professionele dienst of beëindigt hij de opdrachtrelatie
met de cliënt, dan wel neemt hij actie gericht op het zo nodig beëindigen van zijn
relatie met de organisatie waarbij of ten behoeve waarvan hij werkzaam is.
Artikel A-100.8
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Indien de registeraccountant constateert dat hij onopzettelijk een bepaling uit de
verordening overtreedt en vaststelt dat als gevolg daarvan sprake is van een bedreiging
van niet te verwaarlozen betekenis, treft hij onverwijld waarborgen die de bedreiging
wegnemen of terugbrengen tot een aanvaardbaar niveau.
Artikel A-100.9
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
De registeraccountant beperkt zich bij het toepassen van het conceptuele raamwerk
niet tot de in deze verordening opgenomen voorbeelden.
In de delen B en C van deze verordening is aan de hand van voorbeelden toegelicht op welke wijze het
conceptuele raamwerk kan worden toegepast. De voorbeelden zijn niet bedoeld als een
limitatieve opsomming van alle situaties waarmee de registeraccountant kan worden
geconfronteerd en die als een bedreiging zijn aan te merken.
Het is daarom niet voldoende als de registeraccountant zich aan de gegeven voorbeelden
houdt. Hij is immers gehouden in iedere situatie het conceptuele raamwerk toe te passen.
Bedreigingen en waarborgen
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Artikel A-100.10
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Het scala aan bedreigingen is groot. Een bedreiging valt doorgaans in één van de volgende
categorieën:
-
a. bedreiging als gevolg van eigenbelang: Dit is de bedreiging die ontstaat uit een financieel
of ander belang van de registeraccountant dan wel van een gezinslid of een naaste
verwant van hem;
-
b. bedreiging als gevolg van zelftoetsing: Dit is de bedreiging die ontstaat indien de
registeraccountant zijn eigen werkzaamheden of het resultaat daarvan beoordeelt;
-
c. bedreiging als gevolg van belangenbehartiging: Dit is de bedreiging die ontstaat indien
de registeraccountant op een zodanige wijze een standpunt verdedigt dat zijn objectiviteit
in het gedrang komt;
-
d. bedreiging als gevolg van vertrouwdheid: Dit is de bedreiging als gevolg van het ontstaan
van een nauwe band tussen de registeraccountant en zijn opdrachtgever als gevolg waarvan
de registeraccountant te veel sympathie koestert voor de belangen van een ander; en
-
e. bedreiging als gevolg van intimidatie: Dit is de bedreiging die ontstaat indien de
registeraccountant door feitelijke of vermeende dreigementen wordt afgehouden van
objectief handelen.
In de delen B en C van deze verordening zijn voorbeelden opgenomen van omstandigheden waarin voor de
openbaar accountant, de intern accountant of de overheidsaccountant respectievelijk
de accountant in business deze bedreigingen kunnen ontstaan.
De voorbeelden in deel C kunnen in specifieke omstandigheden ook van belang zijn voor de openbaar accountant,
de intern accountant of de overheidsaccountant.
Artikel A-100.11
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Waarborgen die een bedreiging wegnemen of tot een aanvaarbaar niveau terugbrengen
zijn globaal in twee categorieën te verdelen:
-
a. waarborgen tot stand gebracht door de wetgever, het NIVRA of andere regelgevers; en
-
b. waarborgen in de werkomgeving.
Artikel A-100.12
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
De waarborgen tot stand gebracht door de wetgever, het NIVRA of andere regelgevers
omvatten onder meer:
-
a. regelgeving ten aanzien van Corporate Governance;
-
b. eisen voor inschrijving in het accountantsregister ter zake van opleiding, ervaring
en goed gedrag;
-
c. eisen ten aanzien van de permanente educatie;
-
d. vaktechnische en overige beroepsvoorschriften;
-
e. stelsel van kwaliteitsbeheersing;
-
f. extern onafhankelijk publiek toezicht op de door de openbaar accountant, de intern
accountant of de overheidsaccountant uitgevoerde assurance en aan assurance verwante
opdrachten;
-
g. klacht- en tuchtrecht.
Artikel A-100.13
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
In de delen B en C van deze verordening is aandacht besteed aan in de werkomgeving te treffen waarborgen
door de openbaar accountant, de intern accountant of de overheidsaccountant respectievelijk
de accountant in business.
Artikel A-100.14
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Bepaalde waarborgen kunnen de kans dat onethisch gedrag wordt voorkomen of wordt ontdekt
vergroten. Dergelijke waarborgen die kunnen zijn getroffen door de wetgever, het NIVRA,
andere regelgevers of de entiteit waaraan de registeraccountant is verbonden of waarbij
hij werkzaam is, omvatten onder meer een effectieve en in ruime kring bekend gemaakte
procedure, uitgevoerd door de werkgever, het NIVRA of een andere regelgever, die het
mogelijk maakt dat collega’s, werkgevers of andere personen onprofessioneel of onethisch
gedrag kunnen melden.
Artikel A-100.15
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
In zijn professionele oordeelsvorming neemt de registeraccountant in aanmerking hetgeen
een redelijk en goed geïnformeerde derde die over alle relevante informatie beschikt,
waaronder de aard en het belang van de bedreiging en de getroffen waarborgen, als
onaanvaardbaar zal aanmerken.
De aard en het belang van de te treffen waarborgen zijn afhankelijk van de specifieke
omstandigheden.
Oplossen van beroepsethische conflicten
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Artikel A-100.16
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Bij het beoordelen van het al dan niet naleven van de fundamentele beginselen is het
mogelijk dat de registeraccountant een beroepsconflict bij de toepassing van de fundamentele
beginselen moet oplossen.
Artikel A-100.17
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Indien de registeraccountant formeel dan wel informeel het initiatief neemt een beroepsethisch
conflict over de toepassing van de fundamentele beginselen op te lossen neemt hij
de volgende aspecten, hetzij afzonderlijk, dan wel in hun onderlinge samenhang, in
aanmerking:
-
a. de relevante feiten;
-
b. de relevante beroepsethische aspecten;
-
c. de fundamentele beginselen die van toepassing zijn op het conflict;
-
d. de geldende interne procedures; en
-
e. de mogelijke alternatieve handelwijzen.
Nadat de registeraccountant deze aspecten in aanmerking heeft genomen, kiest hij een
adequate handelwijze overeenkomend met de in het geding zijnde fundamentele beginselen.
Daarbij weegt de registeraccountant de gevolgen van de alternatieve handelwijzen tegen
elkaar af.
Indien voor het beroepsethische conflict geen oplossing wordt gevonden vraagt de registeraccountant
advies aan de daartoe aangewezen personen van de accountantspraktijk, de entiteit
waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden of aan het NIVRA.
Artikel A-100.18
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Als de kwestie bestaat uit een beroepsethisch conflict met of binnen een organisatie
overweegt de registeraccountant daarnaast om degenen die zijn belast met het bestuur
van of met het toezicht op die organisatie te raadplegen.
Hierbij kan gedacht worden aan de directie, Raad van Commissarissen of de audit commissie.
Artikel A-100.19
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Het is in het belang van de registeraccountant dat hij de meest belangrijke aspecten
van het beroepsethische conflict, de details van de gevoerde besprekingen en de daaromtrent
genomen besluiten conform het bepaalde in artikel A-100.2 documenteert.
Artikel A-100.20
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Indien de registeraccountant een ernstig beroepsethisch conflict niet kan oplossen,
verdient het aanbeveling dat hij, zonder de vertrouwelijkheid geweld aan te doen,
advies vraagt aan het NIVRA of aan een juridisch adviseur.
Indien de registeraccountant bijvoorbeeld wordt geconfronteerd met een fraude waarvan
bekendmaking kan leiden tot een bedreiging voor de naleving van de geheimhoudingsplicht,
overweegt hij of het noodzakelijk is juridisch advies in te winnen om te bepalen of
hij al dan niet verplicht is de fraude bij de daarvoor aangewezen instanties te melden.
Artikel A-100.21
[Regeling vervallen per 04-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]
Indien, nadat alle denkbare oplossingen in de beoordeling zijn betrokken, het niet
mogelijk blijkt het beroepsethische conflict op te lossen, maakt de registeraccountant,
indien mogelijk, een einde aan zijn betrokkenheid bij de aangelegenheid die heeft
geleid tot het conflict.
Dit kan betekenen dat de registeraccountant, gezien de omstandigheden, moet besluiten
zich uit het opdrachtteam terug te trekken, zijn medewerking aan een deelopdracht
te beëindigen, zijn functie bij de opdracht neer te leggen of zijn relatie met de
accountantspraktijk of de organisatie waarbij of ten behoeve waarvan hij werkzaam
is te verbreken of ontslag te nemen.