Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017.]
Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2010.
Geldend van 01-10-2010 t/m 31-12-2010

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 13 december 2009, nr. WJZ/9178621, houdende vaststelling van subsidie-instrumenten op het terrein van internationaal excelleren (Subsidieregeling internationaal excelleren)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 1.1

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • DAC-land: land dat voorkomt op de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vastgestelde lijst van ontvangers van officiële ontwikkelingshulp (DAC Lijst);

  • doelland: land waarop de internationaliseringsstrategie gericht is;

  • eerste wezenlijke toeleverancier: directe leverancier van producten, halfproducten of grondstoffen die voor het productieproces dat het subsidieproject beoogt op te zetten van substantiële betekenis zijn;

  • internationaliseringsstrategie: een strategie ten behoeve van een samenwerkingsverband die gericht is op positionering in een buitenlandse markt, waarin de kansen, risico’s en knelpunten die zich voordoen op de buitenlandse markt worden beschreven en wordt aangegeven welke activiteiten zullen worden uitgevoerd en welke niet-financiële ondersteuning van de overheid nodig is, om de doelstellingen van de strategie te realiseren;

  • kinder- of dwangarbeid: elke vorm van arbeid die de Internationale Arbeidsorganisatie beoogt te verhinderen met het Verdrag betreffende den gedwongen of verplichten arbeid, 1930 (C29, Stb. 1933, 236), het Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, 1957 (C105, Trb. 1957, 210), het Verdrag betreffende de minimumleeftijd, 1973 (C138, Trb. 1974, 71) of het Verdrag betreffende de ergste vormen van kinderarbeid, 1999 (C182, Trb. 2000, 152);

  • minister: de Minister van Economische Zaken;

  • tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun: Mededeling van de Commissie – Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (PbEU 22 januari 2009, C 16/1).

Hoofdstuk 2. Basismodule 2getthere

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 2.1

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een deelnemer in een samenwerkingsverband die één of meer activiteiten ten behoeve van een internationaliseringsstrategie uitvoert.

  • 2 Voor subsidie komen uitsluitend de volgende activiteiten in aanmerking:

    • a. informatiestudies: verrichten van diensten door adviseurs die ervaren zijn op het gebied van commerciële, juridische, politieke of technische haalbaarheid van projecten, die specifieke kennis hebben over de wijze waarop opdrachten voor grote projecten gericht op het doelland worden verkregen of het vertalen van voor de doelen van de internationaliseringsstrategie relevante documenten;

    • b. bezoeken en bijeenkomsten: bezoeken van het doelland en het ontvangen van delegaties vanuit het doelland en het bezoeken en organiseren van seminars en bijeenkomsten;

    • c. beurzen en tentoonstellingen: deelname aan en het bezoeken van beurzen en tentoonstellingen;

    • d. economische missies: deelname aan Nederlandse economische missies met ten minste zes deelnemers;

    • e. plaatsing van studenten: het inschakelen van één of meer studenten van een instelling voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs, die een voor de uitvoering van de internationaliseringsstrategie relevante studieopdracht uitvoeren in het doelland en studenten vanuit het doelland die een relevante studieopdracht uitvoeren in Nederland;

    • f. inhuren van adviseurs: tijdelijke inhuur van één of meer adviseurs of begeleiders met voor de uitvoering van de internationaliseringsstrategie relevante ervaring ter ondersteuning van de uitvoering van de internationaliseringsstrategie;

    • g. investeringsproject: samenhangend geheel van activiteiten dat aanvangt met de investering in een duurzaam kapitaalgoed in een onderneming in het doelland en eindigt als het kapitaalgoed drie maanden productie heeft geleverd;

    • h. coördinatie: coördinatie van de uitvoering van de internationaliseringsstrategie door het samenwerkingsverband.

Artikel 2.2

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een samenwerkingsverband bestaat uit ten minste acht niet in een groep verbonden in Nederland gevestigde ondernemers.

Artikel 2.3

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie bedraagt:

    • a. 100 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op de organisatie van economische missies;

    • b. 50 procent in het eerste jaar, 50 procent in het tweede jaar en 50 procent in het derde jaar van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op coördinatie of het inhuren van adviseurs waarbij de subsidie voor beide categorieën afzonderlijk niet meer dan € 150.000 bedraagt;

    • c. 50 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op de overige activiteiten.

  • 2 Het maximumsubsidiebedrag bedraagt € 450.000 per subsidie-ontvanger.

  • 3 De subsidie bedraagt voorts:

    • a. 50 procent van de kosten voor het huren, opzetten en gebruiken van een standplaats voor de eerste keer dat een MKB-ondernemer aan een bepaalde vakbeurs of tentoonstelling deelneemt;

    • b. 50 procent van de kosten van door externe adviseurs verrichte diensten ten gunste van een MKB-ondernemer voor zover de betrokken diensten niet van permanente of periodieke aard zijn en niet tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren.

  • 4 Indien verscheidene aanvragen worden gedaan die betrekking hebben op dezelfde internationaliseringsstrategie en die tezamen een subsidiebedrag van meer dan € 1.500.000 betreffen, wordt het meerdere naar rato in mindering gebracht op de aan de betrokken aanvragers te verstrekken subsidie.

  • 5 De subsidie wordt verlaagd voor zover dit nodig is op basis van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun.

Artikel 2.4

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De kosten die in aanmerking komen voor subsidie op grond van dit hoofdstuk zijn: het aantal uren dat de direct bij de subsidiabele activiteiten betrokken personen ten behoeve van deze activiteiten hebben gemaakt, vermenigvuldigd met een vast uurtarief van € 87,50, waarin zowel de directe loonkosten als daaraan toegerekende indirecte kosten zijn begrepen, en vermeerderd met:

    • a. de kosten van het gebruik van apparatuur en de kosten van verbruikte materialen indien deze in de administratie te onderscheiden zijn;

    • b. de aan derden betaalde kosten.

Artikel 2.5

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 2.6

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 Er is een Adviescommissie 2getthere, die tot taak heeft de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent de afwijzingsgronden, bedoeld in artikel 2.7, derde lid.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste vier en ten hoogste acht leden.

  • 3 De voorzitter en de andere leden worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vijf jaar.

Artikel 2.7

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 Een aanvraag wordt niet ingediend dan nadat daarover door de Adviescommissie 2getthere aan de aanvrager advies is uitgebracht op basis van een vooraanmelding, dan wel nadat er zes weken verstreken zijn na indiening van de vooraanmelding.

  • 2 In de vooraanmelding wordt aangegeven:

    • a. de gewenste te subsidiëren activiteiten;

    • b. de wijze waarop naar verwachting aan de voorwaarden en verplichtingen op grond van deze regeling zal kunnen worden voldaan;

    • c. de kern van de internationaliseringsstrategie.

Artikel 2.9

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. subsidieverstrekking niet is toegestaan onder toepassing van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun of de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • b. onvoldoende vertrouwen bestaat in de politieke haalbaarheid van de activiteiten in het doelland;

  • c. er onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten zijn;

  • d. indien de activiteiten in strijd zijn met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vastgestelde Richtlijnen voor multinationale ondernemingen ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of met de door de Internationale Arbeidsorganisatie vastgestelde Verklaring Fundamentele Beginselen en Rechten op het Werk;

  • e. bij een investeringsproject in een DAC-land sprake is van het gebruik van kinder- of dwangarbeid door een subsidie-ontvanger, de onderneming waar het project wordt uitgevoerd of de eerste wezenlijke toeleverancier;

  • f. onvoldoende vertrouwen bestaat in de wijze waarop systematisch wordt gecontroleerd en geborgd dat in het kader van de uitvoering van een investeringsproject in een DAC-land geen gebruik wordt gemaakt van kinder- of dwangarbeid door een subsidie-ontvanger, de onderneming waar het project wordt uitgevoerd of de eerste wezenlijke toeleverancier;

  • g. er bij de posten in het doelland, in de betreffende sector in het doelland of door een of meer deelnemers in het samenwerkingsverband te veel internationaliseringsstrategieën worden uitgevoerd, waardoor er onvoldoende capaciteit is om de activiteiten uit te voeren;

  • h. de internationaliseringsstrategie niet ziet op de verwezenlijking van ten minste twee van de volgende doelen:

    • 1°. starten van commerciële activiteiten op een voor het samenwerkingsverband nieuwe markt;

    • 2°. substantieel vergroten van het bestaande marktaandeel op een markt;

    • 3°. aantrekken van kenniswerkers en hoogwaardige investeringen vanuit die markt ten behoeve van het samenwerkingsverband;

    • 4°. starten of intensiveren van een samenwerking tussen deelnemers in het samenwerkingsverband en lokale partijen op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en productie;

  • i. het samenwerkingsverband onvoldoende onderscheidend is in de betreffende sector of nichemarkt.

Artikel 2.9a

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De beschikking tot subsidieverlening kan de bepaling bevatten dat subsidie voor in latere jaarwerkplannen te identificeren projectactiviteiten wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat het betreffende jaarwerkplan – indien het bij de aanvraag zou zijn ingediend – niet zou hebben geleid tot afwijzing van de aanvraag.

Artikel 2.10

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In afwijking van artikel 38, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies voert de subsidie-ontvanger een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:

  • a. de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

  • b. de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 2.11

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 Binnen twee maanden na de subsidieverlening wordt een afschrift verstrekt van de overeenkomst waarin de samenwerking tussen de deelnemers in het samenwerkingsverband is geregeld.

  • 2 De subsidie-ontvanger maakt bij de uitvoering van de internationaliseringsstrategie gebruik van promotiematerialen beschikbaar gesteld door de EVD.

Artikel 2.12

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie-ontvanger dient jaarlijks een rapportage in over de voortgang van de uitvoering van de internationaliseringsstrategie.

  • 2 Een rapportage bevat in ieder geval een verantwoording over de in het afgelopen jaar uitgevoerde activiteiten gerelateerd aan de doelstellingen van de internationaliseringsstrategie en een vooruitblik op de in het komende jaar uit te voeren activiteiten gerelateerd aan de doelstellingen van de internationaliseringsstrategie.

Artikel 2.12a

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 Een subsidie-ontvanger maakt bij de uitvoering van een investeringsproject in een DAC-land geen gebruik van kinder- of dwangarbeid.

  • 2 De subsidie-ontvanger zorgt ervoor dat noch de eerste wezenlijke toeleverancier noch de onderneming waar het project wordt uitgevoerd bij de uitvoering van een investeringsproject in een DAC-land gebruik maken van kinder- of dwangarbeid.

  • 3 De subsidie-ontvanger meldt aanwijzingen die hij heeft of redelijkerwijs behoort te hebben voor het gebruik van kinder- of dwangarbeid in de onderneming waar het project wordt uitgevoerd of in een onderneming van de eerste wezenlijke toeleverancier zo spoedig mogelijk aan de Minister.

  • 4 Na afloop van het project zorgt de subsidie-ontvanger ervoor dat de onderneming waar het kapitaalgoed in productie is en de eerste wezenlijke toeleverancier geen gebruik zullen maken van kinder- of dwangarbeid.

  • 5 De verplichting, bedoeld in het vierde lid, geldt gedurende 2 jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 2.12b

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten ter uitvoering van een investeringsproject voldoen aan de in het doelland geldende wetgeving gericht op de bescherming van mensenrechten, milieu en consumentenrechten, wetgeving gericht op het tegengaan van corruptie en wetgeving op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling.

Artikel 2.13

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

Hoofdstuk 3. Demonstratieprojecten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 3.1

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een deelnemer in een samenwerkingsverband die een demonstratieproject uitvoert dat noodzakelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de internationaliseringsstrategie.

  • 2 Voor subsidie komen uitsluitend de volgende activiteiten in aanmerking:

    • a. het demonstreren van een in het doelland onbekende technologie;

    • b. een demonstratie van wat het samenwerkingsverband een bepaalde sector in het doelland te bieden heeft.

Artikel 3.2

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een samenwerkingsverband bestaat uit ten minste acht niet in een groep verbonden in Nederland gevestigde ondernemers.

Artikel 3.3

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 2 Het maximumsubsidiebedrag bedraagt € 450.000 per subsidieontvanger.

  • 3 Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd voor zover dit nodig is op basis van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun.

  • 4 Indien verscheidene aanvragen worden gedaan die betrekking hebben op dezelfde internationaliseringsstrategie en die tezamen een subsidiebedrag krachtens het eerste lid en krachtens artikel 2.1 van meer dan € 2.000.000 betreffen, wordt het meerdere naar rato in mindering gebracht op de aan de betrokken aanvragers te verstrekken subsidie.

Artikel 3.4

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De kosten die in aanmerking komen voor subsidie op grond van dit hoofdstuk zijn: het aantal uren dat de direct bij de subsidiabele activiteiten betrokken personen ten behoeve van deze activiteiten hebben gemaakt, vermenigvuldigd met een vast uurtarief van € 87,50, waarin zowel de directe loonkosten als daaraan toegerekende indirecte kosten zijn begrepen, en vermeerderd met:

    • a. de kosten van het gebruik van apparatuur en de kosten van verbruikte materialen indien deze in de administratie te onderscheiden zijn;

    • b. de aan derden betaalde kosten.

Artikel 3.5

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 3.7

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien

  • a. subsidieverstrekking niet is toegestaan onder toepassing van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun of de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • b. onvoldoende vertrouwen bestaat in de politieke haalbaarheid van de activiteiten in het doelland;

  • c. er onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten zijn;

  • d. indien de activiteiten in strijd zijn met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vastgestelde Richtlijnen voor multinationale ondernemingen ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of met de door de Internationale Arbeidsorganisatie vastgestelde Verklaring Fundamentele Beginselen en Rechten op het Werk;

  • e. het demonstratieproject onvoldoende bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen van de in uitvoering zijnde internationaliseringsstrategie.

Artikel 3.8

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In afwijking van artikel 38, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies voert de subsidie-ontvanger een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:

  • a. de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

  • b. de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 3.9

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie-ontvanger maakt bij de uitvoering van de internationaliseringsstrategie gebruik van promotiematerialen beschikbaar gesteld door de EVD.

Artikel 3.9a

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten ter uitvoering van een investeringsproject voldoen aan de in het doelland geldende wetgeving gericht op de bescherming van mensenrechten, milieu en consumentenrechten, wetgeving gericht op het tegengaan van corruptie en wetgeving op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling.

Artikel 3.10

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

Hoofdstuk 4. 2xplore

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 4.1

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een deelnemer in een samenwerkingsverband dat een informatiestudie als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, uitvoert, die betrekking heeft op de haalbaarheid van een project, waarbij significante export van kapitaalgoederen of diensten beoogd wordt buiten de EU, de EFTA, de VS, Canada, Japan of Australië.

Artikel 4.2

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het samenwerkingsverband bestaat uit ten minste twee in Nederland gevestigde exporterende of investerende MKB-ondernemers en een partij uit het land waar de informatiestudie wordt verricht.

Artikel 4.3

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 2 Het maximumsubsidiebedrag bedraagt € 125.000 per informatiestudie.

  • 3 Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd voor zover dit nodig is op basis van tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun.

Artikel 4.4

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidiabele kosten worden berekend door het aantal uren dat de direct bij de subsidiabele activiteiten betrokken personen ten behoeve van deze activiteiten hebben gemaakt te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 87,50, waarin zowel de directe loonkosten als daaraan toegerekende indirecte kosten zijn begrepen, vermeerderd met:

    • a. de kosten van het gebruik van apparatuur en de kosten van verbruikte materialen indien deze in de administratie te onderscheiden zijn;

    • b. de aan derden betaalde kosten.

Artikel 4.5

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van aanvragen.

Artikel 4.7

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. subsidieverstrekking niet is toegestaan onder toepassing van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun of de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • b. onvoldoende vertrouwen bestaat in de politieke haalbaarheid van de activiteiten in het doelland;

  • c. er onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten zijn;

  • d. de activiteiten in strijd zijn met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vastgestelde richtlijnen ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen;

  • e. voor de activiteiten subsidie kan worden verkregen op grond van een in uitvoering zijnde internationaliseringsstrategie;

  • f. er in het desbetreffende land geen reële mogelijkheden zijn voor de realisatie van het project na de informatiestudie, met betrokkenheid van in Nederland gevestigde bedrijven;

  • g. de activiteiten vrijwel identiek zijn aan een eerdere deels door de Nederlandse overheid gefinancierde haalbaarheidsstudie en er geen toegevoegde waarde is voor de Nederlandse naamsbekendheid;

  • h. de activiteiten de bekendheid van de buitenlandse partij met het aanbod van het Nederlandse bedrijfsleven onvoldoende vergroot;

  • i. er onvoldoende kans is op orderverwerving van substantiële omvang door het Nederlandse bedrijfsleven in de uitvoeringsfase van het project;

  • j. er vóór aanvang van de activiteiten niet bekend is wie de buitenlandse partij is die bij de desbetreffende activiteit als projectpartner betrokken zal zijn en op welke locatie de activiteit zal worden uitgevoerd.

Artikel 4.8

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In afwijking van artikel 38, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies voert de subsidie-ontvanger een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:

  • a. de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

  • b. de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 4.9

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie-ontvanger dient halverwege de uitvoering van de studie, bedoeld in artikel 4.1 een rapportage in over de voortgang, waarbij wordt ingegaan op de tot dan toe uitgevoerde activiteiten en de voorlopige resultaten van de haalbaarheidsstudie.

Artikel 4.9a

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten ter uitvoering van een investeringsproject voldoen aan de in het doelland geldende wetgeving gericht op de bescherming van mensenrechten, milieu en consumentenrechten, wetgeving gericht op het tegengaan van corruptie en wetgeving op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling.

Artikel 4.10

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

Hoofdstuk 5. Opkomende markten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

§ 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 5.1

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • deelproject: deel van een investeringsproject, dat aanvangt met de investering in een duurzaam kapitaalgoed in een onderneming in de opkomende markt en eindigt als het kapitaalgoed drie maanden productie heeft geleverd en waarvan de kosten op basis van artikel 5.11 voor subsidie in aanmerking komen;

  • externe deskundige: een deskundige die niet is verbonden aan de onderneming van de subsidieaanvrager noch aan een onderneming die tot dezelfde groep als de subsidieaanvrager behoort;

  • investeringsproject: samenhangend geheel van activiteiten bestaande uit investeringen in kapitaalgoederen en gerelateerde diensten door een ondernemer in een onderneming in een opkomende markt;

  • Nederlands aandeel: het gedeelte van het orderbedrag dat kan worden toegerekend aan goederen of diensten geproduceerd respectievelijk verricht door de subsidieontvanger of blijkens facturen kan worden toegerekend aan goederen of diensten die worden geproduceerd respectievelijk verricht door in Nederland gevestigde ondernemers niet zijnde de subsidieontvanger;

  • OESO: de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

  • OESO-Regeling: de Regeling inzake richtsnoeren voor door de overheid gesteunde exportkredieten van de OESO-Raad;

  • OESO-consensus: de OESO-Regeling en de Overeenkomst inzake exportkredieten voor schepen van de OESO-Raad;

  • opkomende markt: China of India;

  • order: een overeenkomst tot levering van kapitaalgoederen, van technische ontwerpen of van agrarisch uitgangsmateriaal aan, of een overeenkomst tot aanneming van werk met een buiten Nederland gevestigde afnemer, die een onderneming in stand houdt en die niet tot dezelfde groep behoort als de opdrachtnemer of een toeleverancier bij de order, dan wel een overheid is, met inbegrip van

    • a. de met die overeenkomst onlosmakelijk verbonden opdrachten tot het verrichten van diensten, mits deze van ondergeschikte aard zijn en

    • b. diensten die direct gerelateerd zijn aan de functionaliteit van te leveren kapitaalgoederen;

  • orderbedrag: bedrag waarvoor de order definitief is afgesloten;

  • overheid: een overheid van China of India, of een privaatrechtelijke rechtspersoon waarover deze overheid direct of indirect overwegende zeggenschap heeft;

§ 2. Subsidiëring van orders

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 5.2

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verstrekt ter zake van een order, af te sluiten door een in Nederland gevestigde ondernemer met een in China of India gevestigde afnemer, op aanvraag een subsidie aan die afnemer, indien:

  • a. het bedrag van de order niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 36, onderdeel b, van de OESO-Regeling, waarbij de koers van de SDR ten opzichte van de euro voor de aanvragen in een kalenderjaar wordt vastgesteld op de eerste koers die in dat kalenderjaar is gemeld;

  • b. ten minste 60 procent van het orderbedrag bestaat uit Nederlands aandeel;

  • c. de order met een China gevestigde afnemer bijdraagt aan de bevordering van een duurzame economische ontwikkeling van de sectoren energie, industrie en technologie, infrastructuur, landbouw, water of transport en logistiek en de order met een in India gevestigde afnemer gericht is op de sectoren agro-industrie, biotechnologie, bouw, gezondheidszorg, informatie- en communicatietechnologie, infrastructuur en logistiek, water (management), transportmiddelenindustrie, creatieve industrie, duurzame energie of milieu;

  • d. de order ingevolge de OESO-consensus niet commercieel haalbaar is;

  • e. voor de order niet reeds door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking subsidie is verstrekt; en

  • f. voor de order niet reeds door de minister subsidie is verstrekt op grond van enige andere regeling.

De aanvraag wordt namens de afnemer ingediend door de in Nederland gevestigde ondernemer die de order afsluit.

Artikel 5.3

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie bedraagt 40% van het orderbedrag en wordt door de minister namens de afnemer als deel van het door deze verschuldigde orderbedrag uitbetaald aan de in Nederland gevestigde ondernemer die de order afsluit.

  • 2 Indien ter zake van het door een toeleverancier of onderaannemer produceren van goederen of verrichten van diensten ten behoeve van het uitvoeren van de order door een niet-Nederlandse overheid hulpfinancieringssteun in de zin van de OESO-consensus is toegezegd of verstrekt, wordt bij het bepalen van het bedrag van de subsidie het orderbedrag verminderd met het bedrag van de toeleverantie of onderaanneming.

  • 3 De subsidie wordt verminderd voor zover door verstrekking van de subsidie het totaal van de subsidies, per twee achtereenvolgende kalenderjaren krachtens deze regeling verstrekt ter zake van orders, afgesloten door de in Nederland gevestigde ondernemer of door de groep waartoe deze behoort, meer zou bedragen dan € 1.500.000.

Artikel 5.4

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 5.5

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien

  • a. subsidieverstrekking in strijd zou zijn met de OESO-consensus;

  • b. een op grond van de OESO-consensus verrichte notificatie tot een voor de aanvrager negatief resultaat heeft geleid;

  • c. gegronde vrees bestaat dat de aanvrager met het oog op de verkrijging van de subsidie dan wel bij het uitvoeren van de order omkoping in de zin van de artikelen 177 en 177a, juncto 178a van het Wetboek van Strafrecht heeft gepleegd, respectievelijk zal plegen;

  • d. de aanvrager of een tot dezelfde groep als de aanvrager behorende ondernemer reeds eerder een contractuele relatie had met de afnemer;

  • e. de order betrekking heeft op tweedehands goederen;

  • f. de ondernemer in de opkomende markt of de aanvrager niet handelt volgens de door de OESO vastgestelde richtlijnen ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of de door de Internationale Arbeidsorganisatie vastgestelde Verklaring Fundamentele Beginselen en rechten op het Werk.

Artikel 5.6

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De beschikking tot subsidieverlening bevat de opschortende voorwaarden dat:

    • a. een op grond van de OESO-consensus verrichte notificatie tot een positief resultaat heeft geleid;

    • b. de subsidieaanvrager vóór een bij de subsidieverlening bepaald tijdstip, behoudens voorafgaande schriftelijke verlenging door de minister, een afschrift van de tussen hem en de afnemer afgesloten order aan de minister heeft gezonden, in welke order

      • 1e de afnemer de minister machtigt om de subsidie namens hem als deel van het door hem verschuldigde orderbedrag uit te betalen aan de in Nederland gevestigde ondernemer die de order afsluit, zodat het subsidiebedrag in mindering komt op het te betalen orderbedrag,

      • 2e de afnemer de in Nederland gevestigde ondernemer die de order afsluit machtigt om ter zake van de subsidie als zijn vertegenwoordiger op te treden en

      • 3e de in Nederland gevestigde ondernemer die de order afsluit zich jegens de minister naast de subsidie-ontvanger hoofdelijk aansprakelijk stelt voor de nakoming door deze laatste van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de subsidierelatie.

  • 2 Aan de subsidie is de verplichting verbonden dat de order is uitgevoerd uiterlijk op het tijdstip dat de minister bepaalt na ontvangst van het afschrift van de afgesloten order.

Artikel 5.6a

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten ter uitvoering van een investeringsproject voldoen aan de in de opkomende markt geldende wetgeving gericht op de bescherming van mensenrechten, milieu en consumentenrechten, wetgeving gericht op het tegengaan van corruptie en wetgeving op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling.

Artikel 5.7

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

§ 3. Investeringsprojecten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 5.8

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan ondernemer die een deelproject in China uitvoert, gericht op duurzaamheid in de sectoren energie, industrie en technologie, infrastructuur, landbouw, water of transport en logistiek, of in India in de sector agro-industrie, biotechnologie, bouw, gezondheidszorg, informatie- en communicatietechnologie, infrastructuur en logistiek, water (management), transportmiddelenindustrie, creatieve industrie, duurzame energie of milieu.

Artikel 5.9

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2 Het maximumbedrag van de subsidie bedraagt € 200.000 per subsidie-ontvanger.

Artikel 5.10

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie valt onder de de-minimisverordening.

Artikel 5.11

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De kosten die in aanmerking komen voor subsidie op grond van deze paragraaf zijn:

    • a. de marktconforme kosten van ten behoeve van het productieproces in te zetten duurzame kapitaalgoederen met uitzondering van onroerende zaken en transportmiddelen;

    • b. de in verband met de duurzame kapitaalgoederen, bedoeld in onderdeel a, te maken marktconforme kosten voor transport, verzekering, inklaring, invoerrechten, installatie en het geven van training.

  • 2 Indien de kosten voor installatie en het geven van training, bedoeld in onderdeel b van het eerste lid, interne kosten zijn, zijn de subsidiabele kosten ten hoogste € 35 per uur.

  • 3 Alleen de kosten die niet zijn uitgesloten in de de-minimisverordening, komen voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 5.12

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 5.13

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zes leden.

  • 3 De voorzitter en de andere leden worden benoemd voor een termijn van ten hoogste drie jaar.

Artikel 5.15

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De minister beslist afwijzend op een aanvraag, indien

    • a. de continuïteit van de subsidieontvanger voor de korte of middellange termijn in het geding is;

    • b. het investeringsproject volledig commercieel financierbaar is;

    • c. de ondernemer in strijd handelt met de door de OESO vastgestelde Richtlijnen voor multinationale ondernemingen ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of met de door de Internationale Arbeidsorganisatie vastgestelde Verklaring Fundamentele Beginselen en rechten op het Werk;

    • d. sprake is van het gebruik van kinder- of dwangarbeid door een subsidie-ontvanger, de onderneming waar het project wordt uitgevoerd of de eerste wezenlijke toeleverancier;

    • e. onvoldoende vertrouwen bestaat in de wijze waarop systematisch wordt gecontroleerd en geborgd dat in het kader van de uitvoering van een project geen gebruik wordt gemaakt van kinder- of dwangarbeid door een subsidie-ontvanger, de onderneming waar het project wordt uitgevoerd of eerste wezenlijke toeleverancier;

    • f. de vaste formatie van de groep waartoe de aanvrager behoort kleiner is dan drie fulltime-equivalents;

    • g. de subsidie minder zou bedragen dan € 125.000;

    • h. het investeringsproject bestaat uit activiteiten die in Nederland of in de opkomende markt verboden zijn;

    • i. het investeringsproject per saldo leidt tot het verplaatsen van arbeidsplaatsen van Nederland naar een opkomende markt;

    • j. het investeringsproject niet voldoet aan de milieuwetgeving van de opkomende markt of in het kader van het investeringsproject geen gebruik wordt gemaakt van de best beschikbare en gangbare technieken om de nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen, of indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te bepreken en ongedaan te maken;

    • k. de weigeringsgronden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur van toepassing zijn;

    • l. Verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector (PbEU L 193) of Verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337) van toepassing is.

  • 2 De minister beslist voorts afwijzend op een aanvraag, indien

    • a. het investeringsproject niet past binnen de bedrijfsstrategie van de aanvrager;

    • b. het investeringsproject onvoldoende verband houdt met de huidige bedrijfsactiviteiten van de aanvrager;

    • c. het deelproject geen betrekking heeft op nieuwe activiteiten van de aanvrager in de opkomende markt, waarbij afzet van productie in belangrijke mate op de lokale markt plaatsvindt;

    • d. het investeringsproject leidt tot marktverstoring op de relevante markt in de opkomende markt, in een aan de opkomende markt grenzende regio of in Nederland;

    • e. het deelproject leidt tot verplaatsing van technisch verouderde technologie;

    • f. onvoldoende vertrouwen bestaat dat een duurzaam samenwerkingsverband wordt aangegaan tussen de aanvrager en een in de opkomende markt gevestigd bedrijf.

Artikel 5.16

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In afwijking van artikel 38, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies voert de subsidie-ontvanger een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:

  • a. de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

  • b. de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 5.16a

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 Een subsidie-ontvanger maakt bij de uitvoering van een deelproject geen gebruik van kinder- of dwangarbeid.

  • 2 De subsidie-ontvanger zorgt ervoor dat noch de eerste wezenlijke toeleverancier noch de onderneming waar het project wordt uitgevoerd bij de uitvoering van een deelproject gebruik maken van kinder- of dwangarbeid.

  • 3 De subsidie-ontvanger meldt aanwijzingen die hij heeft of redelijkerwijs behoort te hebben voor het gebruik van kinder- of dwangarbeid in de onderneming waar het project wordt uitgevoerd of in een onderneming van de eerste wezenlijke toeleverancier zo spoedig mogelijk aan de Minister.

  • 4 Na afloop van het project zorgt de subsidie-ontvanger ervoor dat de onderneming waar het kapitaalgoed in productie is en de eerste wezenlijke toeleverancier geen gebruik zullen maken van kinder- of dwangarbeid.

  • 5 De verplichting, bedoeld in het vierde lid, geldt gedurende 2 jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 5.16b

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Een subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten ter uitvoering van een investeringsproject voldoen aan de in de opkomende markt geldende wetgeving gericht op de bescherming van mensenrechten, milieu en consumentenrechten, wetgeving gericht op het tegengaan van corruptie en wetgeving op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling.

Artikel 5.17

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In afwijking van artikel 46, vierde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies bedraagt het daar genoemde percentage van het voorschot 70%.

Artikel 5.18

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

§ 4. Kennisverwerving

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 5.19

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verstrekt aan een MKB-ondernemer op aanvraag een subsidie voor advisering en begeleiding door een externe deskundige, indien dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor het wegnemen van knelpunten bij het verwezenlijken van zijn ondernemingsbeleid gericht op positionering van zijn onderneming op een opkomende markt.

Artikel 5.20

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidie bedraagt 50% van de begrote aan de externe deskundige verschuldigde kosten.

  • 3 Het maximumsubsidiebedrag bedraagt € 100.000 per subsidie-ontvanger of groep waartoe de subsidieontvanger behoort per opkomende markt.

  • 4 Geen subsidie wordt verstrekt indien het subsidiebedrag minder bedraagt dan € 25.000.

Artikel 5.21

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie valt onder de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 5.22

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 5.23

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. de in de offerte genoemde activiteiten niet passen binnen de bedrijfsstrategie van de aanvrager dan wel onvoldoende verband houden met de huidige bedrijfsactiviteiten van de aanvrager;

  • b. de in de offerte genoemde activiteiten leiden tot het verplaatsen van arbeidsplaatsen van Nederland naar een opkomende markt;

  • c. de aanvrager, of een tot dezelfde groep als de aanvrager behorende onderneming, tevens als externe deskundige van de in de offerte genoemde activiteiten optreedt;

  • d. de externe deskundige tevens als een door de aanvrager gemachtigde partij optreedt voor indiening van een subsidieaanvraag;

  • e. de aanvrager vóór indiening van de subsidieaanvraag ten behoeve van de in de offerte genoemde activiteiten reeds een contractuele verplichting is aangegaan;

  • f. de hoogte van het offertebedrag in relatie tot de genoemde activiteiten onredelijk hoog wordt geacht;

  • g. de bij de aanvraag gevoegde offerte van de externe deskundige onvoldoende inzicht biedt in de te verrichten werkzaamheden;

  • h. de aanvrager of een externe deskundige in een opkomende markt niet handelt volgens de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vastgestelde richtlijnen ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en de door de Internationale Arbeidsorganisatie vastgestelde Verklaring inzake Fundamentele Beginselen en Rechten op het Werk;

  • i. ter zake van de activiteiten of een deel daarvan reeds door een ander bestuursorgaan of de Commissie van Europese gemeenschappen aan de subsidieontvanger subsidie is verstrekt;

  • j. de activiteiten verboden zijn in Nederland of in een opkomende markt.

Artikel 5.24

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld acht weken na de datum waarop de activiteiten volgens de beschikking tot subsidieverlening moeten zijn verricht.

Artikel 5.25

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. de subsidiabele activiteiten moeten zijn verricht binnen een jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

  • b. de subsidieontvanger doet onverwijld een schriftelijke melding aan de minister zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig, of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de verplichtingen, verbonden aan de subsidie, zal worden voldaan;

  • c. de subsidieontvanger verstrekt desgevraagd aan de minister een verklaring van werkelijke kosten, waarin wordt aangegeven dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht, dat is voldaan aan de verplichtingen, verbonden aan de subsidie, en wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is;

  • d. de subsidieontvanger verleent de minister desgevraagd inzage in de niet bedrijfsgevoelige resultaten van de advisering door de externe deskundige;

  • e. de subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de activiteiten ter uitvoering van een investeringsproject voldoen aan de in de opkomende markt geldende wetgeving gericht op de bescherming van mensenrechten, milieu en consumentenrechten, wetgeving gericht op het tegengaan van corruptie en wetgeving op het gebied van arbeidsverhoudingen en tewerkstelling.

Artikel 5.26

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 5.19 is opgenomen in bijlage 5.5.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 6.1

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 6.2

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling internationaal excelleren.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2009

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Vooraanmeldingsformulier 2g@there

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 2.1 van de Subsidieregeling internationaal excelleren

Stuur het volledig ingevulde formulier naar:

 

2getthere@info.evd.nl

Voor nadere informatie over de regeling:

 

– website: www.evd.nl/2getthere

– telefoon: 070-778 8030

U kunt het formulier ook uitprinten en opsturen naar:

EVD

unit 2g@there

Postbus 20105

2500 EC Den Haag

Toelichting

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Met behulp van dit vooraanmeldingsformulier kunt u de procedure voor 2g@there opstarten. Deze vooraanmelding is een vereiste voor aanvragers die willen bepalen of hun programma-idee mogelijk past binnen 2g@there. Zonder deze vooraanmelding is het niet mogelijk een Internationaliseringstrategie en de bijbehorende subsidieaanvraag bij 2g@there in te dienen.

De door u verstrekte informatie geldt niet als officiële 2g@there subsidieaanvraag. De informatie zal vertrouwelijk worden behandeld en voor geen ander doel worden gebruikt dan de 2g@there intake procedure.

Na ontvangst van uw formulier neemt een van de 2g@there-medewerkers contact met u op.

Vragen vooraf

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Indien alle vragen met 'JA' kunnen worden beantwoord is 2g@there wellicht iets voor u. Als een of meer van de vragen worden beantwoord met 'NEE' en u nadere uitleg wilt, neem dan contact op met een van de 2g@there-medewerkers of bezoek de 2g@there-website (www.evd.nl/2getthere).

Wilt u een internationaliseringstrategie ontwikkelen, dwz een meerjarig plan voor het samenwerkingsverband om op een markt te starten, groeien, investeren, of acquireren?

□ Ja □ Nee

Dient u het voorstel in namens minimaal 8 bedrijven en/of kennisinstellingen, die een samenwerkingsverband willen aan gaan?

□ Ja □ Nee

Is niet-financiële ondersteuning van de overheid

(dwz ondersteuning door het brengen van kennis over beleid, wetgeving en handhaving en economische diplomatie/lobby) essentieel voor het realiseren van uw strategie?

□ Ja □ Nee

Zijn de plannen ambitieus en gericht op de betreffende markt en zijn Nederlandse ondernemers op dit gebied internationaal onderscheidend?

□ Ja □ Nee

Biedt de strategie voldoende potentie (groeimogelijkheden) voor Nederlandse ondernemers?

□ Ja □ Nee

1. Penvoerder

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Onderneming
 

Naam onderneming:

 

Telefoon:

 

Website:

Inschrijfnummer KvK:

 

Reguliere bedrijfsactiviteiten

 
Contactpersoon
 

Naam:

 

□ Dhr. □ Mw.

Titel(s):

 

Functie:

 

Telefoon:

 

Mobiel:

E-mail adres:

 

2. Samenwerkingsverband

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In artikel 2.2 van de Subsidieregeling internationaal excelleren is opgenomen dat een samenwerkingsverband dient te bestaan uit minimaal 8 niet in een groep verbonden in Nederland gevestigde ondernemers

Naam samenwerkingsverband:

 
 
 

Naam onderneming:

Kernactiviteit:

Onderneming 1

   

Onderneming 2

   

Onderneming 3

   

Onderneming 4

   

Onderneming 5

   

Onderneming 6

   

Onderneming 7

   

Onderneming 8

   
     
     
     
     

3. Land Sector combinatie

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

 

Land:

 

Sector:

 

Motivatie:

 

4. Strategie

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Geef een korte omschrijving van de Internationaliseringsstrategie.

Houd het kort.

Denk aan in totaal +/- 600 woorden voor de beantwoording van de vragen hiernaast.

Beoogde doelen en resultaten:

 

Verwachte bijdrage aan duurzame economische groei:

 

Verwachte kansen en knelpunten:

 

Beoogde activiteiten:

 

Waaruit blijkt dat de genoemde ondernemingen (bedrijven, kennisinstellingen) graag zouden willen meewerken om de bovengenoemde doelen en resultaten te bereiken?

 

Legitimatie voor overheidsrol:

 

5. Financiën

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Geef een schatting

Totale kosten:

 

Eigen bijdrage ondernemingen:

 

Subsidie:

 

Bijlage 2.2 behorende bij artikel 2.13, onderdeel b, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247244.png
Bijlage 247245.png
Bijlage 247246.png
Bijlage 247247.png
Bijlage 247248.png
Bijlage 247249.png
Bijlage 247250.png
Bijlage 247251.png
Bijlage 247252.png
Bijlage 247253.png
Bijlage 247254.png
Bijlage 247255.png
Bijlage 247256.png
Bijlage 247257.png
Bijlage 247258.png
Bijlage 247259.png
Bijlage 247260.png
Bijlage 247261.png
Bijlage 247262.png

Bijlage 2.3 behorende bij artikel 2.13, onderdeel c, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247263.png
Bijlage 247264.png
Bijlage 247265.png
Bijlage 247266.png
Bijlage 247267.png

Bijlage 3.1 behorende bij artikel 3.10, onderdeel a, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247268.png
Bijlage 247269.png
Bijlage 247270.png
Bijlage 247271.png
Bijlage 247272.png

Toelichting op de gevraagde bijlagen A en B

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

2.1 Doel en samenvatting

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Geef kort weer:

  • Wat het doel is van uw demonstratieproject

  • Wat het demonstratieproject behelst

  • Welke concrete en meetbare resultaten hiermee worden bereikt.

  • Met wie u het demonstratieproject uitvoert (deelnemers uit het samenwerkingsverband of lokale partijen).

  • Hoe past het demonstratieproject bij de Internationaliseringstrategie van het samenwerkingsverband.

  • Geef aan hoe de promotiematerialen van NL EVD Internationaal onderdeel uitmaken van het project. Maw: hoe denkt u te realiseren dat het demonstratieproject zichtbaar maakt welke kennis en kunde in Nederland beschikbaar is.

Vermeld hier het totale budget (in EUR) van het demonstratieproject.

2.1 Projectplan

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Voeg een kopie van het projectplan voor het demonstratieproject toe, waarin onderstaande vragen voldoende inzichtelijk worden gemaakt.

Huidige activiteiten van de aanvrager

  • Het demonstratieproject past binnen de bedrijfsstrategie van de aanvrager (s).

  • Het demonstratieproject past binnen de Internationaliseringstrategie van het samenwerkingsverband.

  • Het demonstratieproject houdt verband met de huidige bedrijfsactiviteiten van de aanvrager.

  • Er is in het doelland niet eerder een soortgelijk demonstratieproject uitgevoerd.

Operationeel plan

  • Het project kan binnen de looptijd van de Internationaliseringstrategie waaronder het wordt uitgevoerd, worden voltooid.

  • Geef aan wat er met het demonstratieproject gebeurt nadat de looptijd van de Internationaliseringstrategie waartoe het project behoort, is verstreken.

Risico analyse

  • Welke risico's de haalbaarheid én de resultaten van het demonstratieproject kunnen beïnvloeden.

  • Wat de impact van deze risico's is.

  • Hoe deze risico's worden ondervangen.

2.2 Duurzame kapitaalgoederen en gerelateerde diensten van het demonstratieproject

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

2.2.1 Duurzame kapitaalgoederen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Specificeer welke duurzame kapitaalgoederen aangeschaft worden en wat hiervan de kosten zijn. Geef tevens een overzicht van gerelateerde diensten zoals transport, verzekering, inklaring, invoerrechten, installatie e.d..

Item/Type/leverancier

Hoeveelheid

Prijs

Bedrag (EUR)

       
       
       
       

Totaal duurzame kapitaalgoederen

 

Omschrijf welke productiemethode of technologie wordt gehanteerd. Is dit een commercieel bewezen technologie? Heeft aanvrager al ervaring met deze technologie? Zo nee, hoe wordt deze ingebracht? Brengen lokale partijen kennis en middelen in?

2.2.2 Training (indien van toepassing)

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Geef hier een gedetailleerd overzicht van de aan de duurzame kapitaalgoederen gerelateerde training (zoals in onderhoud en/of bediening) weer.

Omschrijving

Aantal dagen

Tarief *

Bedrag (EUR)

       
       
       
       

Totaal training

 

Geef een uitwerking van de hierboven genoemde training, waarbij de volgende punten beantwoord worden:

Wie worden getraind? Om hoeveel personen gaat het?

Welke kennis en/of vaardigheden worden bijgebracht? Wat is het niveau van de training?

Door wie wordt getraind? Waar vindt de training plaats?

Hoeveel uur of dagen neemt de training in beslag?

2.2.3 Totale subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Offertes (eventueel pro-forma) waarop deze kosten gebaseerd zijn, dient u bij deze aanvraag te voegen.

Subsidiabele kosten

Bedrag (EUR)

Totaal duurzame kapitaalgoederen (zie tabel 2.2.1)

 

Totaal Training (zie tabel 2.2.2)

 

Totaal subsidiabele kosten

 

2.4 Financieringsplan

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Specificeer hoe het gehele demonstratieproject met aftrek van de subsidie gefinancierd wordt. Hoe lang wordt het project geëxploiteerd? Wat is de eigen inbreng? Externe financiers aanwezig? (eventueel toelichten via een sources and uses analyse).

2.5 Duurzaamheid

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Geeft hier kort aan op welke wijze het demonstratieproject invloed heeft op het milieu en lokale arbeidsomstandigheden. Hoe kunnen eventuele risico's geminimaliseerd worden. Geef aan in hoeverre minder milieu belastende gangbare alternatieven in de branche voorhanden zijn.

Bijlage 4.1 behorende bij artikel 4.10, onderdeel a, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247277.png
Bijlage 247278.png
Bijlage 247279.png
Bijlage 247280.png
Bijlage 247281.png
Bijlage 247282.png
Bijlage 247283.png

Bijlage 3.2 behorende bij artikel 3.10, onderdeel b, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247273.png
Bijlage 247274.png
Bijlage 247275.png
Bijlage 247276.png

Bijlage 4.2 behorende bij artikel 4.10, onderdeel b, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247284.png
Bijlage 247285.png

Bijlage 5.1 behorende bij artikel 5.7, onderdeel a, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247286.png
Bijlage 247287.png
Bijlage 247288.png
Bijlage 247289.png
Bijlage 247290.png
Bijlage 247291.png
Bijlage 247292.png
Bijlage 247293.png

Bijlage 5.2 behorende bij artikel 5.7, onderdeel b, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247294.png
Bijlage 247295.png
Bijlage 247296.png
Bijlage 247297.png
Bijlage 247298.png

Bijlage 5.3 behorende bij artikel 5.18, onderdeel a, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247299.png
Bijlage 247300.png
Bijlage 247301.png
Bijlage 247302.png
Bijlage 247303.png
Bijlage 247304.png
Bijlage 247305.png
Bijlage 247306.png
Bijlage 247307.png
Bijlage 247308.png
Bijlage 247309.png
Bijlage 247310.png
Bijlage 247311.png

Bijlage 5.4 behorende bij artikel 5.18, onderdeel b, van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247312.png
Bijlage 247313.png
Bijlage 247314.png
Bijlage 247315.png
Bijlage 247316.png

Bijlage 5.5 behorende bij artikel 5.26 van de Subsidieregeling internationaal excelleren

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Bijlage 247317.png
Bijlage 247318.png
Bijlage 247319.png
Bijlage 247320.png
Bijlage 247321.png