Circulaire ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoeding wethouders, raadsleden en commissieleden

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 26-12-2024.
Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Circulaire ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoeding wethouders, raadsleden en commissieleden

1. Bezoldiging burgemeesters

De bezoldiging van burgemeesters wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Naar aanleiding van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel, die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010, bent u bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-181639, geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de rechtspositie van burgemeesters.

De informatie in de circulaire van 19 juni 2007 over de bezoldiging van de burgemeesters is nog steeds van toepassing.

2. Ambtstoelage burgemeesters

In artikel 16, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is bepaald dat de ambtstoelage van burgemeesters per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2008 is bepaald op 105,19. Voor 2007 was dit indexcijfer 102,07. Dit betekent dat de bedragen van de ambtstoelage per 1 januari 2009 worden verhoogd met 3,1%.

Met ingang van 1 januari 2009 luiden de bedragen genoemd in artikel 16, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters als volgt:

Inwonersklasse

Ambtstoelage

Klasse 1 en 2

€ 626,68

Klasse 3 en 4

€ 658,79

Klasse 5 en 6

€ 686,54

Klasse 7 t/m 11

€ 709,37

3. Vergoedingen wethouders

De vergoeding van wethouders wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Naar aanleiding van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel, die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010, bent u bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-181639, geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de rechtspositie van wethouders.

De informatie in de circulaire van 19 juni 2007 over vergoeding van de wethouders is nog steeds van toepassing.

4. Onkostenvergoeding wethouders

In artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat de onkostenvergoeding voor wethouders per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2008 is bepaald op 105,19. Voor 2007 was dit indexcijfer 102,07. Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoedingen van de wethouders per 1 januari 2009 worden verhoogd met 3,1%.

Met ingang van 1 januari 2009 luiden de bedragen genoemd in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders als volgt:

Tabel II

Aantal inwoners gemeente

Max. onkostenverg. per maand

 

8.000

€ 263,83

8.001

14.000

€ 433,57

14.001

18.000

€ 560,86

18.001

 

€ 612,00

5. Vergoeding raadsleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Toepassing van het bovenstaande houdt in dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari 2009 worden verhoogd met 5,6%. Dit is de verhoging van het indexcijfer van 2008 (125,1) ten opzichte van 2007 (118,5).

Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van werkzaamheden voor raadsleden genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2009:

Tabel I

Klasse

Inwonertal

Maximum vergoeding werkzaamheden per maand

1

 

6.000

€ 201,62

2

6.001

8.000

€ 223,32

3

8.001

10.000

€ 259,69

4

10.001

12.000

€ 301,17

5

12.001

14.000

€ 352,87

6

14.001

18.000

€ 444,12

7

18.001

24.000

€ 550,03

8

24.001

30.000

€ 691,68

9

30.001

40.000

€ 853,77

10

40.001

50.000

€ 1.022,95

11

50.001

60.000

€ 1.111,52

12

60.001

80.000

€ 1.214,48

13

80.001

100.000

€ 1.300,65

14

100.001

125.000

€ 1.394,66

15

125.001

150.000

€ 1.476,66

16

150.001

250.000

€ 1.565,23

17

250.001

375.000

€ 1.720,26

18

375.001

 

€ 2.094,35

6. Onkostenvergoeding raadsleden

In artikel 2, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2008 is bepaald op 105,19. Voor 2007 was dit indexcijfer 102,07. Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoedingen voor de raadsleden per 1 januari 2009 worden verhoogd met 3,1%.

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2009:

Tabel II

Klasse

Inwonertal

Onkostenvergoeding raadsleden per maand

1

 

6.000

€ 39,18

2

6.001

8.000

€ 41,34

3

8.001

10.000

€ 45,16

4

10.001

12.000

€ 48,95

5

12.001

14.000

€ 54,93

6

14.001

18.000

€ 62,56

7

18.001

24.000

€ 72,90

8

24.001

30.000

€ 84,33

9

30.001

40.000

€ 100,10

10

40.001

50.000

€ 121,86

11

50.001

60.000

€ 129,47

12

60.001

80.000

€ 139,27

13

80.001

100.000

€ 147,43

14

100.001

125.000

€ 156,66

15

125.001

150.000

€ 164,84

16

150.001

250.000

€ 172,46

17

250.001

375.000

€ 196,38

18

375.001

 

€ 235,54

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) genoemd in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2009:

Tabel III

Klasse

Inwonertal

Onkostenvergoeding raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) per maand

1

 

6.000

€ 81,60

2

6.001

8.000

€ 85,95

3

8.001

10.000

€ 94,11

4

10.001

12.000

€ 102,28

5

12.001

14.000

€ 114,22

6

14.001

18.000

€ 130,58

7

18.001

24.000

€ 151,23

8

24.001

30.000

€ 175,71

9

30.001

40.000

€ 208,35

10

40.001

50.000

€ 253,52

11

50.001

60.000

€ 269,82

12

60.001

80.000

€ 289,96

13

80.001

100.000

€ 306,83

14

100.001

125.000

€ 326,96

15

125.001

150.000

€ 343,27

16

150.001

250.000

€ 359,59

17

250.001

375.000

€ 408,55

18

375.001

 

€ 490,69

7. Commissieleden

In artikel 14, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Toepassing van het bovenstaande houdt in dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden voor commissieleden per 1 januari 2009 worden verhoogd met 5,6%. Dit is de verhoging van het indexcijfer van 2008 (125,1) ten opzichte van 2007 (118,5).

De maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2009:

Tabel IV

Klasse

Inwonertal

Vergoeding per vergadering

1

 

10.000

€ 53,64

2

10.001

20.000

€ 59,30

3

20.001

50.000

€ 71,15

4

50.001

100.000

€ 87,54

5

100.001

250.000

€ 111,80

6

250.001

 

€ 141,74

8. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze:
de

directeur Arbeidszaken Publieke Sector

,

L.D.P. Lombaers