1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-05-2012]
Een aspect van de handhaving van het milieurecht vormt de strafrechtelijke transactiebevoegdheid
in handen van het bestuur onder toezicht van het OM (hierna: bestuurlijke transactie). Deze bevoegdheid is gebaseerd op art. 37 van de Wet op de economische delicten (WED). Dit artikel biedt de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur lichamen
en personen belast met een publieke taak (hierna: het bestuur) aan te wijzen en dezelfde (transactie)bevoegdheid te verlenen als aan de officier
van justitie is verleend op basis van art. 74 Sr. Het bestuur dient de transactiebevoegdheid uit te oefenen binnen de in het Transactiebesluit milieudelicten van 8 juli 2000 (Stb. 2000, 320) bepaalde grenzen alsmede onder toezicht van en volgens de richtlijnen
van het openbaar ministerie (art. 37, lid 2 WED). Ook mag van het bestuur worden verwacht
dat het bij de toepassing van de bestuurlijke transactiebevoegdheid gebruik maakt
van het algemeen kader dat geldt binnen het OM (zie de Aanwijzing handhaving milieurecht). Deze bevoegdheid geldt vooralsnog voor een zestal pilots en voor een beperkte periode.
De pilots betreft de arrondissementen: Leeuwarden, Zwolle, Den Bosch, Rotterdam, Middelburg
en Haarlem. De bestuurlijke organisaties die aan de pilots deelnemen zijn: De directeur-generaal
van Rijkswaterstaat en het dagelijks bestuur van het waterschap Friesland, de directeur
van de Algemene Inspectiedienst, het college van gedeputeerde staten van de provincie
Noord-Brabant, de hoofdinspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, belast
met het toezicht op de hygiëne van het milieu, de colleges van burgemeester en wethouders
van de gemeenten Veere en Vlissingen, de colleges van burgemeester en wethouders van
de gemeenten Beverwijk, Castricum, Heemskerk en alsmede de directeur van de directie
Douane van de Belastingdienst. De bestuurlijke transactie zal in het kader van de
implementatie van de Wet OM-afdoening (Stb. 2006, 330) worden omgezet naar een bestuurlijke strafbeschikking milieu.
Al naar gelang de omstandigheden en afhankelijk van het feit of tegen overtreding
van het desbetreffende milieudelict de bestuurlijke weg openstaat, kan het bestuur
voortaan een keuze maken tussen toepassing van een bestuursrechtelijk (bijv. dwangsom
of bestuursdwang) of een strafrechtelijk handhavingsinstrument of van beide instrumenten.
Hierdoor is een gedifferentieerde aanpak van milieudelicten mogelijk. Het bestuur
heeft, onverlet de bevoegdheden van het OM, voortaan de mogelijkheid zelf strafrechtelijk
handhavend op te treden in situaties waarin dat met de bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen
voorheen niet goed of niet mogelijk was. De transactiebevoegdheid aan het bestuurlijk
bevoegd gezag op basis van art. 37 WED past in het streven naar een snelle afdoening van eenvoudige milieuovertredingen.
Het feit dat het bestuur de bevoegdheid heeft een transactie aan te bieden ten aanzien
van de delicten genoemd in het Transactiebesluit, impliceert niet dat het OM voor
deze delicten geen transactie meer zal kunnen aanbieden. Daar waar het bestuur geen
gebruik maakt van zijn transactiebevoegdheid kan het OM in beginsel zelf (al dan niet
via de politie) een transactie aanbieden of een strafbeschikking uitvaardigen.
Voor wat betreft de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de in het besluit
genoemde gemeenten bepaalt het Transactiebesluit milieudelicten in art. 12 dat zij voor specifieke feiten uit de bijlage niet meer beschikken over hun transactiebevoegdheid
op grond van art. 74c Sr. Het Transactiebesluit milieudelicten staat er echter niet aan in de weg dat de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn strafbeschikkingsbevoegdheid
gebruikt voor de zaken die hij bevoegd is op te sporen én die zijn genoemd in artikel 3.3 onder b van het Besluit OM-afdoening. Voor de toepassing van deze strafbeschikkingsbevoegdheid door buitengewoon opsporingsambtenaar
gelden de aanwijzing OM-afdoening en de Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen
en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.