Regeling meldings- en informatieplicht vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-03-2003.
Geldend van 16-03-2003 t/m 31-12-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat houdende regels inzake de meldingsplicht bij voorvallen in de luchtvaart en de informatieplicht bij luchtvaartongevallen (Regeling meldings- en informatieplicht vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht)

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 6.60 en 6.61a van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • - divisie Vervoer: divisie Vervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

    • - incident: gebeurtenis met betrekking tot een handeling als bedoeld in artikel 6.51 van de Wet luchtvaart en samenhangt met een dergelijke handeling, geen ongeval zijnde, dat

      • het functioneren van een luchtvaartuig in gevaar heeft gebracht of heeft kunnen brengen,

      • afbreuk heeft gedaan of zou hebben kunnen doen aan een veilige vluchtuitvoering, of

      • een dreiging voor ernstige schade aan het milieu heeft veroorzaakt of heeft kunnen veroorzaken;

    • - minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

    • - NOTOC: mededeling aan de gezagvoerder als bedoeld in Deel 7, hoofdstuk 4, § 1, van de Technische Voorschriften (notification to captain);

    • - ongeval: gebeurtenis met betrekking tot een handeling als bedoeld in artikel 6.51 van de Wet luchtvaart en samenhangt met een dergelijke handeling, waarbij een of meer personen ernstig of dodelijk gewond zijn geraakt dan wel grote materiële schade is aangericht;

    • - PSN: juiste vervoersnaam (proper shipping name);

    • - voorval: incident of ongeval.

  • 2 Onder incidenten wordt mede verstaan administratieve onregelmatigheden met betrekking tot een handeling als bedoeld in artikel 6.51 van de Wet luchtvaart en samenhangen met een dergelijke handeling.

Artikel 2

  • 1 In geval van vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht geeft de houder van het desbetreffende luchtvaartuig tijdig voorafgaand aan de vlucht aan de gezagvoerder in een NOTOC de informatie bedoeld in de Technische Voorschriften. De NOTOC is in ieder geval in de Engelse taal gesteld.

  • 2

In geval van vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht geeft de houder van het desbetreffende luchtvaartuig tijdig voorafgaand aan de vlucht aan de overige leden van het boordpersoneel de nodige informatie, zodat zij hun werkzaamheden naar behoren kunnen verrichten.

Hoofdstuk 2. Melding van voorvallen

Artikel 3

  • 1 Ieder voorval dient onverwijld te worden gemeld, ongeacht of de gevaarlijke stoffen in vracht, luchtpost, of bagage van passagiers of bemanning worden vervoerd.

  • 2 De melding van een voorval vindt elektronisch, per fax of schriftelijk plaats aan de divisie Vervoer.

  • 3 De melding kan worden gedaan overeenkomstig het model zoals opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 4

  • 1 De melding vindt zo nauwkeurig mogelijk plaats en bevat alle met betrekking tot het voorval relevante informatie. De melding bevat, voor zover op het moment waarop de melding wordt opgesteld bekend, in ieder geval de volgende gegevens:

    • a. de datum waarop het voorval plaatsvond;

    • b. de plaats van het voorval en, indien van toepassing, het vluchtnummer en de vluchtdatum van de vlucht;

    • c. een omschrijving van de goederen en het referentienummer van de luchtvrachtbrief, postzak, bagagelabel, vliegticket, e.d.;

    • d. de naam van de gevaarlijke stof, zijnde de PSN, inclusief indien van toepassing de technische naam, en het UN- nummer zoals aangegeven in de Technische Voorschriften, tabel 3.1;

    • e. de klasse en voor zover van toepassing de divisie van de gevaarlijke stof alsmede het secundair risico van die stof;

    • f. indien van toepassing, type van de verpakking en het verpakkingskeurmerk;

    • g. hoeveelheid van de betrokken stof;

    • h. naam en adres van de verlader of de passagier;

    • i. mogelijke oorzaak of oorzaken van het voorval;

    • j. naar aanleiding van het voorval genomen acties;

    • k. eerder naar aanleiding van het voorval gedane melding of meldingen.

  • 2 De melding bevat de naam, de functie, het adres en telefoonnummer van degene die de melding heeft gedaan.

  • 3 Afschriften van de relevante documenten en genomen foto's dienen met de melding te worden meegestuurd of in geval van elektronische melding hetzij elektronisch te worden meegezonden hetzij onverwijld te worden toegestuurd.

Artikel 5

Behoudens in geval van onmiddellijk gevaar mogen de gevaarlijke stoffen, waarop de melding betrekking heeft, alsmede de verpakking niet worden verplaatst dan na toestemming van de divisie Vervoer.

Hoofdstuk 3. Informatie geven aan hulpverlenende instanties

Artikel 6

In geval van

  • a. een ongeval, of

  • b. een incident, dat zich heeft voorgedaan onder omstandigheden dat bijna een ongeval heeft plaatsgevonden,

geeft de houder van het desbetreffende luchtvaartuig onverwijld alle informatie over de aan boord van dat luchtvaartuig vervoerde gevaarlijke stoffen aan de betrokken hulpverlenende instanties, eventueel door tussenkomst van de luchtvaart- of luchthavenautoriteiten of de divisie Vervoer.

Artikel 7

  • 1 De houder van het desbetreffende luchtvaartuig verstrekt in de in artikel 6 genoemde gevallen tenminste de volgende informatie over de vervoerde gevaarlijke stoffen:

    • a. de klasse en voor zover van toepassing de divisie van de gevaarlijke stof alsmede het secundair risico van die stof;

    • b. het UN-nummer, zoals aangegeven in Deel 3, Hoofdstuk 2, tabel 3.1, van de Technische Voorschriften;

    • c. de hoeveelheid van de desbetreffende stof of stoffen aan boord van het luchtvaartuig;

    • d. de locatie van de desbetreffende stof of stoffen aan boord van het vliegtuig.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde informatie kan worden gegeven door overhandiging van een duidelijk leesbare NOTOC betreffende de lading, of een afschrift daarvan.

Hoofdstuk 4. Diverse bepalingen

Artikel 8

  • 1 Een afschrift, daaronder begrepen een elektronisch afschrift, van de NOTOC wordt door de houder van het desbetreffende luchtvaartuig tot 12 uur na de vlucht bewaard op een zodanige plaats op de grond, dat te allen tijde terstond over de inhoud van de NOTOC beschikt kan worden.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde afschrift is

    • a. aanwezig op het station van vertrek op de luchthaven, of

    • b. voor zover het betreft vluchten die al dan niet met een andere bestemming aankomen in Nederland aanwezig op het station van aankomst op de luchthaven in Nederland, voordat de vlucht is gearriveerd.

Artikel 9

De houder van het luchtvaartuig draagt er zorg voor, dat de inhoud van de artikelen 2 tot en met 8 in het vluchthandboek is opgenomen.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling meldings- en informatieplicht vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 februari 2003

De

Staatssecretaris

van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Bijlage als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Regeling meldings- en informatieplicht vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht

DANGEROUS GOODS OCCURRENCE REPORT

Bijlage 246294.png