5.3. Dividendstripping en duurzame reorganisatie
[Regeling vervallen per 25-11-2010]
De maatregelen tegen dividendstripping kunnen, afhankelijk van de omstandigheden,
van toepassing zijn op interne reorganisaties. Het hangt echter van verschillende
factoren af of een interne reorganisatie onder de maatregelen tegen dividendstripping
valt. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het tijdsverloop tussen de verhanging
en de dividenduitkering, het karakter van de dividenduitkering (regulier, incidenteel
of liquidatie-uitkering) en de duurzaamheid van de verhanging.
De maatregelen inzake dividendstripping zijn er niet op gericht duurzame, niet fiscaal
gedreven, reorganisaties binnen concern te bemoeilijken. Als leidraad geldt hierbij
dat geen sprake is van dividendstripping als zich een duurzame reorganisatie voordoet
in combinatie met een reguliere dividenduitkering. Dit geldt ongeacht het tijdsverloop
tussen de verhanging en de dividenduitkering.
Het ligt anders bij een duurzame reorganisatie in combinatie met een dividenduitkering
met een niet-regulier karakter, bijvoorbeeld uitdeling van een zogenoemd superdividend.
In een dergelijk geval spelen ook de hiervoor genoemde factoren een rol voor de bepaling
of sprake is van dividendstripping, zoals het tijdsverloop tussen de verhanging en
de dividenduitkering. Daarbij is het niet wenselijk om een safe haven aan te geven in de vorm van een termijn waarbuiten juist geen sprake is van dividendstripping.
Een transactie in aandelen, winstbewijzen of dividendbewijzen met als doel gebruik
te maken van het feit dat het op de koper van toepassing zijnde regime van de dividendbelasting
gunstiger is dan voor de verkoper zou dan immers worden ontzien als die transactie
(net) buiten die termijn plaatsvindt.
Als bij een duurzame reorganisatie behoefte bestaat aan een safe haven, kan belanghebbende deze vinden in een beperking tot reguliere dividenduitkeringen.
Daarbij wordt onder reguliere dividenduitkeringen in ieder geval verstaan tweemaal
het gemiddeld, volgens een bestendige gedragslijn, uitgekeerde dividend in drie voorafgaande
kalenderjaren (nadere memorie van antwoord, Kamerstukken I 2001/02, 27 896, nr. 117d,
blz. 2).