1. Algemene uitgangspunten
1.1. Begripsbepalingen
In dit controleprotocol wordt verstaan onder:
-
Instellling: Een rechtspersoon die krachtens de Wet op het specifiek cultuurbeleid een vierjaarlijkse instellingssubsidie of een projectsubsidie ontvangt
-
Jaarrekening: Financieel verantwoordingsdocument als bedoeld in artikel 2.26 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid
-
Minister: de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
-
Ministerie van OCW: het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
-
ADR: Auditdienst Rijk
-
NBA: Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
-
Accountantsproducten: De documenten als bedoeld in artikel 2.27 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid
1.2. Doelstelling van het controleprotocol
Dit controleprotocol heeft betrekking op de accountantscontrole van de financiële
verantwoording (jaarrekening of financieel verslag) van de instelling die krachtens
de Wet op het specifiek cultuurbeleid een vierjaarlijkse instellingssubsidie of een projectsubsidie vanaf € 125.000 ontvangt.
De Minister van OCW verlangt van de accountant van de instelling een controleverklaring
omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid bij de financiële verantwoording. Daarnaast
verlangt de Minister dat de werkzaamheden van de accountant zich uitstrekken tot de
prestatieverantwoording van de instelling, die onderdeel is van de jaarrekening. Het
controleprotocol is bedoeld om, aanvullend op de geldende beroepsvoorschriften van
de NBA, limitatief vast te leggen welke onderwerpen door de accountant moeten worden
gecontroleerd. Het controleprotocol is als bijlage opgenomen bij de Regeling op het
specifiek cultuurbeleid. In deze vernieuwde versie is getracht het begrip financiële
rechtmatigheid en de daarmee samenhangende accountantswerkzaamheden te verduidelijken.
Verder zijn in deze versie een aantal technische wijzigingen meegenomen en geactualiseerde
modellen.
1.3. Wettelijk kader
Voor de accountantscontrole is de specifieke wet- en regelgeving (incl. eventuele
wijzigingen) relevant die in hoofdstuk 3 van het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies
Instellingen 2013–2016 op de verantwoording van de cultuurinstellingen is vermeld.
In deze subsidierelatie is verder de volgende algemene regelgeving van toepassing:
Volledige teksten van de geldende wet- en regelgeving zijn onder andere te vinden
via www.wetten.nl.
Het referentiekader voor de controle ligt vast in de wet- en regelgeving. Het controleprotocol
treedt niet in de plaats van de oorspronkelijke wet- en regelgeving, maar verduidelijkt
voor zover nodig de in de oorspronkelijke wet- en regelgeving opgenomen criteria.
Het controleprotocol geeft een limitatieve opsomming van de relevante bepalingen die
in de controle moeten worden betrokken, met aanwijzingen over de reikwijdte en de
diepgang van de accountantscontrole.
Dit controleprotocol is opgesteld naar analogie van de door de NBA (destijds NIvRA)
uitgegeven ‘Handreiking Controleprotocollen’ (februari 2007). De daarin opgenomen
uitgangspunten zijn specifiek gemaakt voor de OCW-situatie. Voor de controle van de
jaarrekening is in dit controleprotocol een verplichte tekst voor de controleverklaring
opgenomen. De beschreven (minimale) controlewerkzaamheden zijn bedoeld als aanvulling
op de ’Nadere voorschriften Controle- en overige standaarden’ (NV COS).
Waar instellingsaccountants hun controlewerkzaamheden ontoereikend hebben uitgevoerd,
zal een sanctiebeleid worden toegepast. Dit sanctiebeleid is opgenomen in een brief
van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer uit 2003 (Kamerstuk 28 779, nr.1).
1.4. Accountantsproducten
Van de accountant worden de volgende producten verwacht:
-
1.
Verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid bij de financiele verantwoording van
de instelling
-
2.
Een vormvrij rapport van bevindingen, waarin de accountant rapporteert – indien aan
de orde – over enkele in dit controleprotocol genoemde onderwerpen
-
3.
Een rapport van feitelijke bevindingen, als bedoeld in NV COS 4400, over het onderzoek
naar de verantwoording van de prestatiegegevens.
Ad 1. De accountantscontrole op de financiële verantwoording mondt uit in een controleverklaring.
De accountant maakt gebruik van de bij dit controleprotocol gevoegde modelteksten
en betrekt de financiële rechtmatigheid in zijn oordeel. Van de accountant wordt verwacht
dat hij zijn controle in het kader van de financiële rechtmatigheid zo inricht, dat
hij met inachtneming van de gegeven controletolerantie tot een oordeel over de financiële
rechtmatigheid kan komen. Bij een controle van een jaarrekening maakt de accountant
gebruik van de als onderdeel 4 toegevoegde modeltekst. De verklaring heeft geen betrekking
op de in een jaarrekening opgenomen prestatieverantwoording (Regeling op het specifiek
cultuurbeleid, artikel 2.27, vierde lid). Bij de controle van een financieel verslag van een projectsubsidie maakt de accountant
gebruik van de als onderdeel 5 toegevoegde modeltekst. De accountant mag ervoor kiezen
om ten behoeve van OCW een zogenaamde "WG-verklaring" af te geven, waarbij uitsluitend
de naam van de accountant met aanduiding w.g. (was getekend) wordt vermeld. De origineel
ondertekende verklaring/rapport met de persoonlijke handtekening van de accountant
moet in het archief van het fonds worden opgenomen (zie ook Praktijkhandreiking 1103
van het NIVRA).
Ad 2. Dit vormvrije rapport van bevindingen is bedoeld voor het melden van bevindingen
bij het uitvoeren van de aanwijzingen in dit controleprotocol.
Ad 3. De jaarrekening is tevens voorzien van een rapport van feitelijke bevindingen
over de prestatieverantwoording (Regeling op het specifiek cultuurbeleid, artikel 2.27, tweede lid). De prestatieverantwoording geeft een inzichtelijk kwantitatief overzicht van de
activiteiten die zijn verricht in het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft
en wordt opgesteld volgens model III van het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies
Instellingen 2013–2016. De accountant toetst de beheersingsmaatregelen van het proces
van totstandkoming van de prestatiegegevens, zoals uitgewerkt in onderdeel 3 van dit
controleprotocol. De accountant meldt zijn onderzoeksbevindingen in een rapport van
feitelijke bevindingen, als bedoeld in NV COS 4400.
De instelling stuurt het rapport van feitelijke bevindingen en het rapport van bevindingen
samen met de financiële verantwoording, inclusief de daarbij afgegeven controleverklaring,
naar OCW. Daarbij kan het bestuur aangeven hoe het heeft gereageerd op de bevindingen
van de accountant.
1.5. Controlecriteria
De accountant laat zich bij zijn werkzaamheden leiden door de geldende beroepsvoorschriften,
in het bijzonder de VGC (Verordening GedragsCode) en de Nadere voorschriften Controle-
en Overige Standaarden (NV COS).
1.6. Procedure controleprotocol
Dit controleprotocol geldt voor de cultuursubsidies vanaf 2013 en zal tot en met het
verantwoordingsjaar 2016 of tot nader order van toepassing zijn. Het controleprotocol
is afgestemd met vertegenwoordigers uit het gesubsidieerde cultuurveld.
1.7. Dossiervorming
Voor de documentatie van verrichte controlewerkzaamheden, de bevindingen en de conclusie
daarbij gelden de eisen zoals genoemd in Standaard 230. In het controledossier van
de instellingsaccountant dient per aandachtspunt van het controleprotocol minimaal aanwezig te zijn: de uitgevoerde werkzaamheden, de identificatie van het gecontroleerde
stuk (opschrift, totaalsaldo) of een kopie van de laatste pagina, de bevindingen en
de conclusie. Indien bijvoorbeeld proceduretests zijn uitgevoerd, dan zijn niet kopieën
van de inkoopfacturen in het dossier aanwezig, maar wel een lijst met factuurnummers
en van items waarop de facturen zijn gecontroleerd.
2. De controleverklaring bij de financiële verantwoording
2.1. Algemeen
Dit onderdeel bevat nadere aanwijzingen voor de inrichting van de accountantscontrole
en bestaat uit de volgende onderdelen
-
• De jaarlijkse verantwoording
-
• Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
-
• Omgaan met afwijkingen (fouten en onzekerheden, foutdefinities)
-
• Controleverklaring bij het financieel verslag over een projectsubsidie
2.1.1. De jaarlijkse verantwoording
De jaarlijkse verantwoording van de instelling voor het ministerie van OCW vindt zijn
grondslag in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. De verantwoording bestaat
uit een jaarrekening en een bestuursverslag. De accountant moet controleren of de
subsidie rechtmatig is besteed. Hiertoe stelt hij vast dat de in de financiële verantwoording
van de instelling verantwoorde baten, lasten en balansmutaties voldoen aan de eisen
van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn
met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen en met de eventueel
in de subsidiebeschikking opgenomen aanvullende verplichtingen.
2.1.2. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
De accountant richt zijn controle zodanig in, dat hij met een redelijke mate van zekerheid
kan verklaren dat in de jaarrekening geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) voorkomen
met een belang groter dan de voorgeschreven toleranties. Indien dit begrip voor het
gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden
van een betrouwbaarheid van 95 procent. Voor de strekking van het accountantsoordeel
geldt de volgende tolerantietabel:
Tabel 1
|
Fouten
(in de financiële verantwoording)
|
Onzekerheden
(in de controle)
|
Beperking
|
Afkeuring
|
Beperking
|
Oordeelonthouding
|
Rechtmatigheid
|
|
|
|
|
A) Rechtmatigheid besteding
(% van de totale baten)
|
>1 en <3
|
≥3
|
>3 en <10
|
≥10
|
Getrouwheid
|
|
|
|
|
B) Balans
(% van de balanstelling)
|
>5 en <10
|
≥10
|
>5 en <10
|
≥10
|
C) Exploitatierekening
(% van de totale lasten)
|
>2 en <5
|
≥5
|
>5 en <10
|
≥10
|
Projectsubsidies kunnen in de jaarrekening worden verantwoord. Indien in de subsidiebeschikking
expliciete voorwaarden zijn gesteld aan de besteding van de subsidie is sprake van
een geoormerkte subsidie. De accountant controleert, in geval de projectsubsidies
€ 125.000 te boven gaan, de rechtmatigheid van de besteding van de geoormerkte subsidie.
Het totaalbedrag van de bestedingen van de projectsubsidies vormt een afzonderlijke
massa waarop de toleranties van de bovenstaande tabel moeten worden toegepast. Als
deze toleranties worden overschreden, maar de grens voor de jaarrekeningcontrole niet,
heeft dit geen invloed op de controleverklaring bij de jaarrekening. In dat geval
is sprake van uitzonderingsrapportage in het rapport van bevindingen.
2.1.3. Omgaan met afwijkingen (fouten en onzekerheden, foutdefinities)
Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde
controle is gebleken dat een (gedeelte van een) post niet in overeenstemming is met
één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat
voor zover het de naleving van de wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten
is daarom niet toegestaan.
Van een onzekerheid in de controle is sprake als er onvoldoende (controle-)informatie
beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Bijvoorbeeld
als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de wet- en regelgeving. Voor
een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de accountant fouten
en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert.
Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door de instelling moeten
worden gecorrigeerd. Ten aanzien van fouten, die betrekking hebben op rechtmatigheid
geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats heeft
gevonden.
Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole
van de jaarrekening:
-
• Ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening behoeft de instelling fouten
met een gezamenlijk financieel belang beneden de goedkeuringstolerantie niet te corrigeren
en de accountant behoeft ze niet te rapporteren. Het effect op de vermogenspositie
(de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering.
-
• Met betrekking tot de financiële rechtmatigheid wordt onderscheid gemaakt tussen materiële
en niet-materiële fouten. De instelling corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde
fouten. De instelling kan echter fouten niet altijd corrigeren. De accountant informeert
het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan hierover conform de geldende beroepsvoorschriften.
Materiële fouten (d.w.z. fouten groter dan de goedkeuringstolerantie) hebben invloed
op de strekking van de controleverklaring en worden uit dien hoofde in de controleverklaring
toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële fouten (d.w.z. fouten kleiner dan de goedkeuringstolerantie)
stelt de accountant een rapport van bevindingen op met inachtneming van de geldende
rapportagetolerantie. De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten
gemeld moeten worden. Het controleprotocol geeft per onderdeel aan welke rapportagetolerantie
van toepassing is zodra dit afwijkt van het standaardpercentage van 0,1% van de totale
subsidie van OCW.
2.1.4. Controleverklaring bij het financieel verslag over een projectsubsidie
Een (meerjarig) projectsubsidie kan, na afloop van de projectperiode, in een financieel
verslag over de projectperiode worden verantwoord. De aanwijzingen voor de accountant
in dit controleprotocol gelden ook in die situatie, tenzij de aanwijzingen alleen
betrekking hebben op de controle van de jaarrekening. De accountant maakt gebruik
van het model controleverklaring projectsubsidie (onderdeel 5) en hanteert daarbij
de volgende tolerantietabel:
Tabel 2
Toleranties voor het oordeel bij het financieel verslag over een projectsubsidie
|
Rechtmatigheid
|
1% van het totaalbedrag van de bestedingen van de projectsubsidie van OCW
|
Juistheid
|
2% van het totaalbedrag van de bestedingen van de projectsubsidie van OCW
|
2.2. Getrouwheid
2.2.1. Verslaggevingscriteria
Uitgangspunt zijn de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (Boek 2 Titel 9), de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 640, nader van toepassing
verklaard in hoofdstuk 5 van het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Instellingen
2013–2016. De accountant stelt vast dat de jaarrekening aan deze eisen voldoet. RJ
660 geldt voor de onderwijssector van OCW en is hier niet van toepassing.
Het Ministerie van OCW steunt bij de berekening van de entreenorm met betrekking tot
het verdienvermogen (eigen inkomsten/structurele subsidies) in belangrijke mate op
de juiste rubricering en specificatie van de (eigen) inkomsten en overige bijdragen.
Indien uit de jaarrekeningcontrole blijkt dat de instelling fouten in deze rubrieken
niet heeft hersteld, meldt de accountant deze in zijn rapport van bevindingen. Hiervoor
geldt een rapportagetolerantie van 0%.
2.2.3. Het bestuursverslag
De accountant stelt vast dat het bestuursverslag alle elementen bevat die zijn voorgeschreven
in artikel 2.15 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid en in hoofdstuk 2, onder ‘bestuursverslag’ van het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Instellingen
2013–2016. Als de accountant tekortkomingen constateert die de instelling niet herstelt,
neemt hij dit bij wijze van uitzonderingsrapportage op in zijn rapport van bevindingen.
2.3. Financiële rechtmatigheid
Algemeen
De financiële rechtmatigheid heeft betrekking op publieke middelen. Financiële rechtmatigheid
houdt in dat een financiële transactie betrekking hebbende op publieke middelen waarvan
de uitkomst in de jaarrekening dient te worden verantwoord, in overeenstemming is
met de in internationale regelgeving, Nederlandse wetten, algemene maatregelen van
bestuur en ministeriele regelingen opgenomen bepalingen die de uitkomst van de financiële
transactie beïnvloeden.
De accountant stelt vast of de instelling de subsidie van OCW rechtmatig heeft verkregen
en besteed. Het referentiekader voor het accountantsoordeel over de financiële rechtmatigheid
wordt gevormd door de relevante categorieën van wet- en regelgeving (paragraaf 1.3).
Indien een financiële transactie, naar het oordeel van de accountant, met het bovenstaande
in strijd is, merkt hij het totale bedrag van de financiële transactie als een fout
in de verantwoording aan.
Rechtmatigheidsaspecten
-
1. De accountant stelt vast dat in de financiële verantwoording alleen posten zijn opgenomen
die zijn verbonden aan de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is toegekend
en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen (onder andere opgenomen
in de subsidiebeschikking).
-
2. De accountant gaat na of de instelling zich houdt aan de regels voor het doteren en
onttrekken aan het bestemmingsfonds OCW (Artikel 2.16 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid). Daarbij is de accountant in het
bijzonder alert op situaties waarin de instelling niet overgaat tot doteren of onttrekken.
De accountant vraagt in dat geval de instelling om een motivering. Indien de accountant
de motivering van de instelling niet overtuigend acht, meldt hij dit in zijn rapport
van bevindingen.
-
3. In bepaalde gevallen is een instelling in de zin van de Europese regelgeving een aanbestedende
dienst. De accountant controleert of bij in het controlejaar aangegane verplichtingen
de Europese aanbestedingsregels zijn nageleefd. Van de accountant wordt niet verwacht,
dat hij de stappen van de instelling in het proces van Europees aanbesteden inhoudelijk
beoordeelt. De accountant weegt zijn bevindingen mee in zijn oordeel. Indien de accountantscontrole
fouten aan het licht brengt die de instelling niet herstelt, vermeldt de accountant
deze in zijn rapport van bevindingen. Hiervoor geldt een rapportagetolerantie van
0%.
-
4. De accountant stelt vast dat de instelling een kostendekkende vergoeding in rekening
brengt in de situaties als bedoeld in artikel 2.19 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Het is de verantwoordelijkheid van
het bestuur van de instelling om kostendekkende afspraken te maken. Indien de accountant
naar aanleiding van het bovenstaande tekortkomingen constateert die de instelling
niet herstelt, neemt hij dit op in zijn rapport van bevindingen.
-
5. De accountant stelt vast dat de instelling geen hoger bedrag betaalt aan een organisatie
in de situaties als bedoeld in artikel 2.18 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Indien de accountant naar aanleiding
van het bovenstaande tekortkomingen constateert die de instelling niet herstelt, neemt
hij dit op in zijn rapport van bevindingen.
-
6. De accountant stelt integraal vast dat de instelling de vastgestelde maxima en toegestane
bezoldigingen voor topfunctionarissen (Wet normering en bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) niet overschrijdt. Indien dit wel het geval is dan neemt de accountant dit
op in zijn rapport van bevindingen. In het bijzonder gelden de volgende artikelen
van de WNT: artikel 1.6, 2.1, 2.2, 2.3, 2.10, 2.11, 7.3 en 7.9. Hiervoor geldt een controle- en een rapportagetolerantie van 0%.
3. Het onderzoek naar de verantwoording van de prestatiegegevens
Doelstelling
De prestatiegegevens dienen te voldoen aan de onderstaande eisen.
Zij zijn:
-
a) op een ordelijke, controleerbare en deugdelijke wijze tot stand gekomen:
-
• de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het proces zijn duidelijk vastgelegd;
-
• het totstandkomingsproces is achteraf reconstrueerbaar;
-
• de prestatiegegevens die als uitkomst van het proces worden opgeleverd stemmen overeen
met die in de verantwoording zijn opgenomen.
-
b) niet strijdig met de financiële informatie in de verantwoording.
Ordelijk wil zeggen opgezet in overeenstemming met de in de administratieve organisatie
en interne controle vastgelegde procedures en functionerend in overeenstemming daarmee.
Controleerbaar wil zeggen dat de beschikbare informatie de controlerende instanties
van een organisatie in staat stelt om de besluitvorming en de administratieve verwerking
hiervan te beoordelen en op werking te toetsen. Deugdelijk betreft de mate waarin
de totstandkoming voldoet aan de daaraan te stellen technische en systeemgerichte
eisen.
Uit te voeren specifieke werkzaamheden
Het onderzoek omvat de volgende specifieke werkzaamheden:
-
1. Vaststellen dat het proces van verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van
de prestatiegegevens is beschreven.
-
2. Vaststellen dat in de beschrijving van het proces beheersingsmaatregelen, waaronder
functiescheiding, zijn opgenomen om de juistheid en volledigheid van de prestatiegegevens
te waarborgen.
-
3. Vaststellen door middel van deelwaarneming, waarvan de omvang afhankelijk is van het
aantal malen per jaar dat het proces wordt uitgevoerd, dat het proces en de daarin
opgenomen beheersingsmaatregelen bestaan conform de beschrijving.
-
4. Vaststellen dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot het proces
zijn vastgelegd.
-
5. Vaststellen dat de in de verantwoording opgenomen prestatiegegevens overeenstemmen
met de vastlegging daarvan in de desbetreffende onderdelen van de administratie.
-
6. Vaststellen in gevallen dat prestatiegegevens zijn geschat, dit in de verantwoording
daarbij is vermeld inclusief de wijze van totstandkoming van de schatting (methodologie).
-
7. Vaststellen in gevallen dat prestatiegegevens zijn geschat, dat de schattingen zijn
bepaald overeenkomstig de methodologie zoals uiteengezet in de verantwoording.
-
8. Vaststellen dat prestatiegegevens niet strijdig zijn met de financiële gegevens zoals
opgenomen in de jaarrekening.
Het behoort niet tot de taak van de accountant om de prestatiegegevens opnieuw te
meten en te onderzoeken, om daarmee ook een uitspraak te doen over de uitkomsten van
het proces. Het beoordelen van deze uitkomsten vormt geen onderdeel van de taak van
de accountant.
Rapportage
De accountant meldt zijn onderzoeksbevindingen in een rapport van feitelijke bevindingen,
als bedoeld in COS 4400.
4. Model controleverklaring bij de jaarrekening over een (vier)jaarlijkse instellingssubsidie
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Afgegeven ten behoeve van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan: <<Naam opdrachtgever>>
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit [verslag][rapport] op pagina <<nummer>> tot en met pagina <<nummer>>
opgenomen jaarrekening <<jaartal>> van <<naam entiteit>> te <<statutaire vestigingsplaats>>
gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december <<jaartal>>
en de exploitatierekening over <<jaartal>> met de toelichting, waarin zijn opgenomen
een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere
toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de <<entiteit>> is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening
die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen
van het bestuursverslag (alleen van toepassing bij een vierjaarlijkse instellingssubsidie), beide in overeenstemming met het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Fondsen.
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in
de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze
bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet – en regelgeving
opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige
interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en
de naleving van de relevante wet – en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen
van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis
van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands
recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol Cultuursubsidies
Fondsen. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften
en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid
wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie
over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden
zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip
van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel
belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen
neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken
van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van
de relevante wet – en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden
die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet
tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne
beheersing van de <<entiteit>>. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid
van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële
rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de <<entiteit>>
gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt
is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel **)
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling
van het vermogen van <<naam entiteit>> per 31 december <<jaartal>> en van het resultaat
over <<jaartal>> in overeenstemming met het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies
Fondsen.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten
en balansmutaties over <<jaartal>> voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid.
Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet
– en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in de subsidiebeschikking en het
Controleprotocol Cultuursubsidies Fondsen zijn vermeld.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek
of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW en het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Fondsen is opgesteld, en of de in
artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd.* Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag,
voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist
in artikel 2:391 lid 4 BW. (alleen van toepassing bij vierjaarlijkse instellingssubsidie)
<<Plaats>>, <<datum>>
<<Naam accountant>>
* De onder lid 1 genoemde punten b tot en met f zijn van toepassing op op winst gerichte
rechtspersonen.
** Indien niet wordt voldaan aan de WNT vervalt de optie van een goedkeurend getrouwheidsoordeel.
5. Model controleverklaring bij het financieel verslag over een projectsubsidie
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Afgegeven ten behoeve van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan: <<Naam opdrachtgever>>
Wij hebben de bijgaande financiële verantwoording betreffende het project (naam project)
van (naam entiteit) te ... (statutaire vestigingsplaats) over ...(periode/jaar) gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opstellen van de financiële
verantwoording in overeenstemming met de voorwaarden en regelgeving van het Handboek
Verantwoording Cultuursubsidies Fondsen. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor
de financiële rechtmatigheid van de bestedingen die zijn opgenomen in de financiele
verantwoording. Dit houdt in dat deze bestedingen in overeenstemming dienen te zijn
met de in de relevante regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is ten slotte
verantwoordelijk voor een zodanig interne beheersing als het noodzakelijk acht om
het opstellen van de financiële verantwoording en de naleving van de relevante wet-
en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg
van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de financiële verantwoording
op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met
Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol
Cultuursubsidies Fondsen. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische
voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke
mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen afwijkingen
van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie
over de bedragen en de toelichtingen in de financiële verantwoording. De geselecteerde
werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste professionele
oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de financiële
verantwoording een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing
in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de financiële verantwoording
door de entiteit, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn
in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel
tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de
entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte
grondslagen voor het opstellen van de financiële verantwoording.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt
is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel is de financiële verantwoording betreffende het project (naam project)
van (naam entiteit) over (verantwoordingsperiode), in alle van materieel belang zijnde
aspecten, juist en rechtmatig en in overeenstemming met de voorwaarden en regelgeving
zoals genoemd in de beschikking van (datum, kenmerk) van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.
Beperking in gebruik en verspreidingskring
De financiële verantwoording is opgesteld voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap met als doel ... (naam entiteit(en) in staat te stellen te voldoen aan
de voorwaarden en regelgeving van het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Fondsen.
Hierdoor is de financiële verantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden.
De financiële verantwoording met onze controleverklaring is derhalve uitsluitend bestemd
voor ... (naam entiteit(en) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
<<Plaats>>, <<datum>>
<<Naam accountant>>