§ 6.2. Fiscaal vertegenwoordiger met een algemene vergunning
[Regeling vervallen per 25-12-2013]
Voor de fiscaal vertegenwoordiger met een algemene vergunning wordt voor de hoogte
van het bedrag aan zekerheid tot uitgangspunt genomen het gemiddelde bedrag aan belasting
dat per kwartaal wordt voldaan of, zo dit meer is, de belasting die gemiddeld per
maand verschuldigd zou zijn, indien over de verrichte leveringen, diensten en intracommunautaire
verwervingen en invoer geen vrijstelling of nultarief van toepassing zou zijn. In
dat verband mag ervan worden uitgegaan dat indien goederen ter zake van meer dan één
belastbaar feit in de heffing kunnen zijn betrokken, voor het bepalen van de hoogte
van de zekerheid wordt uitgegaan van één van die feiten.
Indien een fiscaal vertegenwoordiger met algemene vergunning voor meerdere buitenlandse
ondernemers optreedt als fiscaal vertegenwoordiger met algemene vergunning kan de
inspecteur, op verzoek van de fiscaal vertegenwoordiger, toestaan dat voor (een deel
van) deze vertegenwoordigingen één bedrag aan zekerheid wordt gesteld. De fiscaal
vertegenwoordiger moet in zijn verzoek aangeven voor welke ondernemers hij collectief
zekerheid wenst te stellen. De hoogte van dit bedrag aan zekerheid kan tot een lager
bedrag worden vastgesteld dan de som van de bedragen aan zekerheid, indien per vertegenwoordiging
afzonderlijk zekerheid zou zijn gesteld. De totale zekerheid kan eventueel worden
aangewend voor de voldoening van de vordering op één of meer ondernemers waarvoor
de desbetreffende collectieve zekerheid (mede) is gesteld.
Overigens kan de inspecteur ook indien zekerheid per fiscale vertegenwoordiging wordt
gesteld, de zekerheid vaststellen op een bedrag dat lager is dan op de voet van de
eerste en de tweede alinea zou kunnen worden geëist.
Het is niet bezwaarlijk indien een fiscaal vertegenwoordiger met algemene vergunning
voor meerdere te onderscheiden groepen van buitenlandse ondernemers afzonderlijk collectief
zekerheid stelt of indien hij naast collectief ook individueel zekerheid stelt. Zowel
bij het vaststellen van een bedrag aan collectieve zekerheid als bij het vaststellen
van een bedrag aan zekerheid per fiscale vertegenwoordiging is het financiële risico
bepalend voor de hoogte van dat bedrag. Elementen die in de beoordeling van dat risico
een rol kunnen spelen zijn de aard van de goederen (grondstoffen versus consumptiegoederen),
alsmede de solvabiliteit, de gevoerde administratie en de fiscale antecedenten van
de fiscaal vertegenwoordiger en/of zijn cliënt.
De hoogte van de te stellen zekerheid mag echter nooit minder zijn dan 5% van hetgeen
op grond van de eerste en de tweede alinea zou kunnen worden verlangd. Anderzijds
kan de inspecteur in afwijking van die alinea's een ander bedrag aan zekerheid vragen,
indien hiervoor reden aanwezig is in verband met de te verhalen bedragen.
De fiscaal vertegenwoordiger met een algemene vergunning is ingevolge artikel 24c, vierde lid, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit aansprakelijk voor de verschuldigde belasting en de daarmee samenhangende heffings-
en invorderingsrente en administratieve boetes. Deze aansprakelijkheid wordt per kalenderjaar
beperkt tot het door de inspecteur vastgestelde bedrag van de zekerheid. Ten aanzien
van een buitenlandse ondernemer waarvoor op collectieve basis zekerheid is gesteld,
houdt dit in dat de aansprakelijkheid is beperkt tot het totale, door de inspecteur
vastgestelde bedrag van de collectieve zekerheid.