Beleidsregels Regeling GLB-inkomenssteun 2006

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2011.
Geldend van 01-04-2011 t/m 31-12-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 16 december 2010, houdende beleidsregels over de toepassing van artikel 68 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 68 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De bevoegdheid bedoeld in artikel 68, eerste lid, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen in de artikelen 4 tot en met 6, 23, 24 en 31 van Verordening (EG) 73/2009, de artikelen 47 en 70 tot en met 72 van Verordening (EG) nr. 1122/2009, alsmede de artikelen 3 en 4 van de Regeling GLB-inkomensteun 2006.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De korting die wordt opgelegd naar aanleiding van een niet-naleving van een randvoorwaarde zoals bedoeld in bijlage I en bijlage II van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 bedraagt 3%.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Gelet op de beoordeling van de niet-naleving van de norm aan de hand van de omvang, de ernst en het al dan niet permanente karakter besluit de minister in afwijking van artikel 2 dat sprake is van een niet-naleving van gering belang zoals bedoeld in artikel 24, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 73/2009 bij de niet-naleving van de in het tweede lid bedoelde randvoorwaarden voor zover de niet-naleving onmiddellijk of binnen de aan de landbouwer door de controleambtenaar mede te delen periode aantoonbaar is hersteld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Voor de toepassing van artikel 70, zesde lid, en artikel 71, vierde lid, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 wordt de goede landbouw- en milieuconditie naast gezondheid, milieu en dierenwelzijn beschouwd als terrein van de randvoorwaarden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Opzet wordt in ieder geval beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. in de omschrijving van de betrokken randvoorwaarde wordt een rechtstreeks verband met de opzettelijkheid van de niet-naleving gelegd;

    • b. de mate van complexiteit van de randvoorwaarde;

    • c. de aanwezigheid van langdurig bestendig beleid;

    • d. de niet-naleving veronderstelt een actieve handeling dan wel het bewust nalaten van een handeling;

    • e. de omstandigheid dat de landbouwer reeds eerder op de hoogte is gesteld van onvolkomenheden in de naleving ten aanzien van de randvoorwaarde, en

    • f. de mate waarin de randvoorwaarde niet wordt nageleefd.

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Ingevolge artikel 21a, vierde lid, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006, wordt een perceel landbouwgrond niet voor de uitvoering van de landbouw gebruikt of beschikbaar gehouden indien:

  • a. het perceel een recreatieve functie kent, blijkend uit het feit dat het perceel wordt betreden of gebruikt ten behoeve van vrijetijdsbesteding, zoals:

    • 1. parken;

    • 2. speelweides;

    • 3. sportvelden, zoals voetbalvelden of golfbanen;

    • 4. onverharde landingsbanen voor luchtsport en luchtvaarthobby’s;

    • 5. kampeerterreinen;

    • 6. moestuinen;

    • 7. siertuinen, zoals bloemen- en kruidentuinen;

    • 8. gazons;

    • 9. erven, inclusief opslagplaatsen, smalle stroken langs gebouwen of kassen;

    • 10. springweides;

    • 11. paardenbakken;

    • 12. dressuurplaatsen;

    • 13. uitloopbakken;

    • 14. geitenweides;

    • 15. kinderboerderijen;

  • b. het perceel hoofdzakelijk een verkeerskundige of infrastructurele functie kent, zoals:

    • 1. bermen langs geasfalteerde of verharde doorgaande wegen;

    • 2. bermen langs parkeerterreinen of toegangspaden;

    • 3. onverharde, maar permanente paden;

    • 4. stroken grasland langs verharde landingsbanen voor vliegverkeer;

  • c. het perceel een bovenste bodemlaag heeft die vanwege in Nederland gebruikelijke natuurlijke omstandigheden zoals getijde, neerslag, of grondwaterstand, onbruikbaar zijn voor de landbouw zoals:

    • 1. slikken,

    • 2. schorren,

    • 3. kwelders, tenzij deze beteelbaar of beweidbaar zijn in de aaneengesloten periode tussen 31 mei en 31 augustus.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Beleidsregels normenkader randvoorwaarden GLB worden ingetrokken.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijven de beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, van toepassing op niet-nalevingen die voor 1 januari 2011 zijn geconstateerd.

  • 3 De verwijzingen in de Beleidsregels verlagen subsidie POP2 naar de Beleidsregels normenkader randvoorwaarden GLB of naar de bijlage bij de Beleidsregels normenkader randvoorwaarden worden gelezen als verwijzing naar onderhavige beleidsregels.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2011.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Regeling GLB-inkomenssteun 2006.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker