Artikel 15ae van de Wet Vpb bevat een regeling voor de verrekening van verliezen over het voegingstijdstip heen.
De verrekening van een voorvoegingsverlies van een (moeder- of dochter)maatschappij
met belastbare winst van de fiscale eenheid kan slechts plaatsvinden voor zover deze
winst aan die maatschappij is toe te rekenen (carry forward; artikel 15ae, eerste
lid, onderdeel a, van de Wet Vpb). De verrekening van een verlies van de fiscale eenheid
met voorvoegingswinst van een maatschappij kan slechts plaatsvinden voor zover het
verlies van de fiscale eenheid aan die maatschappij is toe te rekenen (carry back;
artikel 15ae, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Vpb).
Ingeval bij de moeder- of dochtermaatschappij sprake is van een bestaande fiscale
eenheid (hierna: cluster), geldt bij carry forward en carry back een clusterbenadering
(artikel 15ae, eerste lid, onderdelen c en d, van de Wet Vpb). De verrekening van een voorvoegingsverlies van een cluster kan slechts plaatsvinden
met winst van de fiscale eenheid die aan dat cluster is toe te rekenen (carry forward),
en een verlies van de fiscale eenheid kan slechts worden teruggewenteld naar voorvoegingswinst
van een cluster voor zover dat verlies van de fiscale eenheid aan dat cluster is toe
te rekenen (carry back). In artikel 12 van het Bfe is een regeling getroffen inzake de volgorde van horizontale verliesverrekening.
In artikel 12, tweede lid, van het Bfe is bepaald hoe de horizontale verliesverrekening
moet worden toegepast bij een clusterbenadering. In deze bepaling staat de volgende
zinsnede opgenomen: ‘wordt onder maatschappij ook verstaan een bestaande fiscale eenheid
die is uitgebreid onderscheidenlijk een bestaande fiscale eenheid die is opgenomen
in een nieuwe fiscale eenheid’.
Voor de interpretatie van die zinsnede is primair bepalend het cluster zoals dat bestond
in een voorvoegingsjaar en waarbij nog de mogelijkheid bestaat om een in dat jaar
geleden verlies te verrekenen met winst van de fiscale eenheid die aan dat cluster
toerekenbaar is, dan wel waarbij nog de mogelijkheid bestaat het verlies van de fiscale
eenheid dat aan dat cluster toerekenbaar is, te verrekenen met winst van dat cluster
in een voorvoegingsjaar.
Aan artikel 15ae van de Wet Vpb ligt ten grondslag dat over het voegingstijdstip heen
alleen verrekening mogelijk is tussen het voorvoegingsresultaat van een maatschappij/cluster
en het resultaat van de fiscale eenheid dat aan die maatschappij/dat cluster is toe
te rekenen. Aan artikel 12 van het Bfe ligt ten grondslag een zodanige volgorde van de horizontale verliesverrekening dat
de mogelijkheid van verrekening van resultaten over het voegingstijdstip heen zo ruim
mogelijk blijft, uiteraard binnen het uitgangspunt van artikel 15ae van de Wet Vpb.
Voorbeeld
Jaar
|
Fiscale Eenheid
per 1/1
|
FE
|
A
|
B
|
C
|
D
|
2006
|
A-B
|
– 700
|
– 900
|
+ 200
|
0
|
0
|
2007
|
A-B-C
|
negatief
|
|
|
|
0
|
2008
|
A-B-C-D
|
+ 900
|
+ 700
|
0
|
– 800
|
+1000
|
De vraag is of (een deel van) het verlies van de fiscale eenheid (A-B) over 2006 kan
worden verrekend met de winst van de fiscale eenheid (A-B-C-D) over 2008.
Carry forward is mogelijk. Bij de toepassing van artikel 12 van het Bfe vormen slechts die (afzonderlijke) maatschappijen een cluster, die al in 2006 een
cluster vormden. Voor de toepassing van artikel 12 van het Bfe is dan sprake van drie
maatschappijen/clusters, te weten cluster A-B, maatschappij C en maatschappij D. Bij
de volgorde horizontale verliesverrekening van artikel 12 van het Bfe wordt het verlies
(-800) van C zoveel mogelijk in mindering gebracht op de winst van de andere maatschappijen/clusters
die niet over voorvoegingswinst beschikken. Gevolg hiervan is dat het verlies (-800)
van C wordt gesaldeerd met de winst (+1000) van D, en dat de winst (+700) van cluster
A-B beschikbaar is voor de carry forward van het voorvoegingsverlies van cluster A-B
over 2006.