U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011. Geldend van 01-01-2011 t/m heden
Regeling ex-patriates 1998 BES
De Staatssecretaris van Financiën,
Besluit:
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
a. ex-patriate: de werknemer die direct voorafgaand aan zijn tewerkstelling in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba gedurende een aaneengesloten periode van tenminste vijf jaar in geen van de drie bedoelde openbare lichamen heeft gewoond;
b. werkgever: de inhoudingsplichtige, bedoeld in artikel 4 van de Wet loonbelasting BES.
2. Deze regeling geeft uitvoering aan artikel 58 van de Wet inkomstenbelasting BES en artikel 22 van de Wet loonbelasting BES.
Deze regeling is van toepassing op de ex-patriate:
a. die over een specifieke deskundigheid beschikt op wetenschappelijk of hoger beroepsopleidingsniveau en ten minste vijf jaar relevante werkervaring heeft; alsmede
b. een beloning van zijn werkgever geniet van ten minste USD 83.500 per jaar; en
c. wiens deskundigheid op de lokale arbeidsmarkt niet of in beperkte mate beschikbaar is.
[vervallen]
In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de Wet loonbelasting BES wordt niet tot het loon van de ex-patriate gerekend de in verband met zijn dienstbetrekking genoten:
a. beloningen in natura voor zover die gezamenlijk per kalenderjaar niet meer dan USD 8.380 bedragen;
b. vergoedingen ter dekking van kosten gemaakt ten behoeve van het bezoeken van scholen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, alsmede gelijkwaardige onderwijsinstellingen buiten deze drie openbare lichamen, met dien verstande dat er per kind maximaal USD 13.967 per kalenderjaar buiten de belastingheffing wordt gehouden;
c. vergoedingen ter dekking van de reiskosten verbonden aan de uitzending en repatriëring van de werknemer en diens gezin tot maximaal USD 2.235 voor een alleenstaande, USD 4.470 voor een echtpaar en USD 6.704 voor een echtpaar met kinderen;
d. vergoedingen ter dekking van de hotelkosten gedurende maximaal twee maanden na de aankomst van de werknemer in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba met dien verstande dat de vergoedingen niet hoger zijn dan USD 5.587 voor de alleenstaande werknemer, USD 8.380 voor een echtpaar zonder kinderen en USD 11.732 voor een echtpaar met kinderen;
e. vergoedingen ter dekking van de herinrichtingskosten bij vestiging in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba tot een maximum van twee maanden loon met dien verstande dat het bedrag van USD 6.704 niet wordt overschreden;
f. vergoedingen ter dekking van kosten verbonden met de huur van een vervoermiddel bij aankomst van de werknemer in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba gedurende maximaal 2 maanden met dien verstande dat de vergoedingen niet meer bedragen dan USD 1.509 per maand.
Indien de werkgever de door de werknemer verschuldigde loon- of inkomstenbelasting voor zijn rekening neemt vindt geen brutering van het loon plaats indien tussen de werknemer en werkgever schriftelijk een netto loon is overeengekomen.
1. De werkgever kan de inspecteur schriftelijk verzoeken de werknemer voor een periode van 5 jaar aan te merken als ex-patriate in de zin van deze regeling. Het verzoek van de werkgever dient mede ondertekend te worden door de werknemer.
2. Indien de werkgever vóór het verstrijken van de in het eerste lid genoemde periode aannemelijk maakt dat tengevolge van het voortdurend gebrek aan specifieke deskundigheid op de arbeidsmarkt het noodzakelijk is dat de tewerkstelling van de ex-patriate wordt verlengd, kan de inspecteur door de werkgever schriftelijk worden verzocht de in het eerste lid genoemde termijn eenmalig te verlengen met maximaal 5 jaar. Het verzoek van de werkgever dient mede ondertekend te worden door de werknemer.
3. De inspecteur beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking op de in het eerste en tweede lid bedoelde verzoeken.
1. Het in artikel 6, eerste lid, bedoelde verzoek wordt ingediend door de werkgever binnen drie maanden na aanvang van de tewerkstelling van de ex-patriate in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
2. Het verzoek bevat de volgende gegevens van de werknemer:
a. zijn curriculum vitae;
b. afschriften van relevante diploma’s, cijferlijsten en getuigschriften;
c. afschriften van de werk- en verblijfsvergunning;
d. afschrift van de arbeidsovereenkomst; en
e. een overzicht van de toegekende vergoedingen en beloningen in natura.
3. De werknemer wordt als ex-patriate aangemerkt met ingang van de eerste dag van zijn tewerkstelling, met dien verstande dat bij overschrijding van de termijn genoemd in het eerste lid de werknemer niet eerder als ex-patriate wordt aangemerkt dan met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is gedaan.
4. Als bij het indienen van het verzoek de in het tweede lid, onderdeel c, bedoelde vergunning niet kan worden overlegd wordt, indien aan de overige voorwaarden is voldaan, de werknemer als ex-patriate aangemerkt met ingang van de eerste dag van zijn tewerkstelling voor een periode van een jaar.
5. De periode van één jaar wordt verlengd tot en met vijf jaar indien vóór het verstrijken van het jaar de werk- en verblijfsvergunning aan de inspecteur wordt overlegd.
1. De beschikkingen, bedoeld in artikel 6, derde lid, worden geacht niet langer van toepassing te zijn vanaf het moment waarop de dienstbetrekking met de ex-patriate is beëindigd.
2. De werkgever is gehouden binnen een maand na beëindiging van de dienstbetrekking met de ex-patriate dit kenbaar te maken aan de inspecteur.
1. Indien de ex-patriate van werkgever verandert, kan op verzoek van de nieuwe werkgever de werknemer opnieuw als ex-patriate worden aangemerkt voor het nog niet verstreken gedeelte van de in artikel 6, eerste of tweede lid, bedoelde periode mits de periode tussen de beëindiging van de oorspronkelijke dienstbetrekking en de aanvang van de opvolgende dienstbetrekking niet meer dan drie maanden bedraagt en de opvolgende werkgever kan aantonen dat de regeling op de werknemer van toepassing is geweest alsmede wie de voormalige werkgever van de werknemer is.
2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt schriftelijk aan de inspecteur gedaan. De inspecteur beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking op dat verzoek.
De werkgever is gehouden duidelijk gespecificeerd de bestanddelen van het volbelast loon aan te geven alsmede de beloningen in natura en die in contanten, bedoeld in artikel 4.
1. Als strafbaar feit, bedoeld in artikel 8.77, tweede lid, van de Belastingwet BES wordt aangemerkt:
a. de gehele of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen of voorwaarden gesteld bij deze regeling;
b. het nalaten inlichtingen te verschaffen die voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijk zijn.
2. Indien één of meer van de in het eerste lid genoemde feiten zich voordoet worden de artikelen 4, 5, en 9 geacht nimmer van toepassing te zijn geweest ten aanzien van de desbetreffende werknemer.
Artikel 9, eerste tot en met vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting BES is, voor zover het betreft de categorie beroepskosten, niet van toepassing op de werknemer die wordt aangemerkt als een ex-patriate.
1. De werknemer die op grond van:
a. de in het voormalige land Nederlandse Antillen geldende Beschikking ex-patriates 1998 of Beschikking ex-patriates St. Eustatius 2005;
b. de in de overgangsperiode als ministeriële regeling van toepassing zijnde Beschikking ex-patriates 1998 of Beschikking ex-patriates St. Eustatius 2005;
als ex-patriate is aangemerkt, wordt voor de toepassing van deze regeling geacht bij beschikking van de inspecteur te zijn aangemerkt als ex-patriate.
2. In afwijking in zoverre van artikel 6, eerste lid, bedraagt de periode waarin de werknemer geacht wordt als ex-patriate als bedoeld in het eerste lid te zijn aangemerkt, vijf jaren verminderd met de periode waarover de werknemer reeds als ex-patriate is aangemerkt op grond van:
b. de in de overgangsperiode als ministeriële regeling van toepassing zijnde Beschikking ex-patriates 1998 of Beschikking ex-patriates St. Eustatius 2005.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ex-patriates 1998 BES.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling ex-patriates 1998 BES", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.