Belastingplan 2011

Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011.
Geldend van 01-01-2011 t/m 28-02-2011

Wet van 23 december 2010 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor het jaar 2011 wenselijk is fiscale maatregelen te treffen in het kader van inkomensbeleid, constructie- en fraudebestrijding, (innovatief) ondernemerschap alsmede de woningmarkt;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel VII

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel IX

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]

Artikel X

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]

Artikel XI

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]

Artikel XII

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]

Artikel XVII

Artikel XVIII

Artikel XIXa

Artikel XXIa

[Treedt in werking op 01-03-2011]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIb

Bij verzekeringen waarbij de laatste prolongatiedatum of datum van stilzwijgende verlenging, of bij afwezigheid van die datum de ingangsdatum van de verzekering vóór 1 januari 2015 ligt, is het assurantiebelastingtarief dat op 1 januari 2015 geldt, van toepassing op de premies die na 31 december 2014 vervallen.

Artikel XXII

In afwijking van artikel 13, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt in geval van verkrijging van een woning binnen twaalf maanden na een vorige verkrijging in 2011 van dezelfde woning door een ander, de waarde verminderd met het bedrag waarover ter zake van de vorige verkrijging was verschuldigd hetzij overdrachtsbelasting welke niet in mindering heeft gestrekt van schenk- of erfbelasting, hetzij omzetbelasting welke in het geheel niet op grond van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in aftrek kon worden gebracht.

Artikel XXIII

[Red: Wijzigt de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.]

Artikel XXVI

  • 1 De accijns op sigaretten wordt met ingang van 1 maart 2011 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse sigaretten € 11,68 per 1 000 stuks hoger zal liggen dan het accijnsbedrag voor deze prijsklasse op 28 februari 2011. Indien met ingang van 1 maart 2011 het aldus berekende accijnsbedrag lager is dan het bedrag dat overeenkomt met 57 percent van de kleinhandelsprijs van de meest gevraagde prijsklasse van sigaretten, berekend per 1 000 stuks, geldt het laatstbedoelde bedrag.

  • 2 De accijns op rooktabak wordt met ingang van 1 maart 2011 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse rooktabak € 4,93 per kilogram hoger zal liggen dan het accijnsbedrag voor deze prijsklasse op 28 februari 2011.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden met ingang van 1 maart 2011 de tarieven van de accijns, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet op de accijns gewijzigd. De wijziging geschiedt zodanig dat voor sigaretten en rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse het specifieke gedeelte van de accijns 50% bedraagt van de som van de totale accijns en de omzetbelasting. Daarbij dient het bedrag van de totale accijns gelijk te blijven aan het bedrag van de totale accijns dat na de verhoging van de accijns verschuldigd zou zijn zonder de wijziging. De wijziging van de bedragen die in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, zijn opgenomen als de ten minste te betalen accijns voor 1 000 stuks sigaretten respectievelijk 1 kilogram rooktabak, geschiedt zodanig dat deze accijns na de wijziging van de tarieven gelijk is aan het totale bedrag van de accijns voor 1 000 stuks sigaretten respectievelijk 1 kilogram rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse. Bij de wijziging vindt afronding plaats van het procentuele gedeelte van de accijns op honderdsten van een percent.

  • 4 Indien een wijziging van de meest gevraagde prijsklasse van sigaretten onderscheidenlijk rooktabak als bedoeld in artikel 35a van de Wet op de accijns in het kalenderjaar 2010 heeft plaatsgevonden, treedt in afwijking van het vierde lid van artikel 35a van de Wet op de accijns de in het eerste lid van artikel 35a van de Wet op de accijns bedoelde ministeriële regeling tot wijziging van de tarieven in werking met ingang van 1 maart 2011.

Artikel XXIXa

Voor het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera’s, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen, en optredens door uitvoerende kunstenaars die op of na 1 januari 2011 plaatsvinden en ter zake waarvan vóór deze datum de vergoeding is ontvangen, blijven post 14, onderdeel d, onderscheidenlijk post 17, van Tabel I, onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals deze bepalingen luidden op 31 december 2010, van toepassing.

Artikel XXX

Ingeval de samenloop van wetten die in 2010 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

Artikel XXXI

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 23 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de negenentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten