Regeling controleprotocol Stimuleringsfonds voor de pers

Geraadpleegd op 18-11-2024.
Geldend van 25-03-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 maart 2011, nr. WJZ/281805 (8315), houdende vaststelling van aandachtspunten voor de accountantscontrole bij het Stimuleringsfonds voor de pers (Regeling controleprotocol Stimuleringsfonds voor de pers)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8.9 van de Mediawet 2008;

Besluit:

Artikel 1

Het Stimuleringsfonds voor de pers draagt er zorg voor dat een door hem aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bij het afgeven van de verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening van het Stimuleringsfonds voor de pers, gebruik maakt van het controleprotocol dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage

Controleprotocol stimuleringsfonds voor de pers

1 . Algemene uitgangspunten

1.1. Doelstelling

Dit controleprotocol heeft betrekking op de accountantswerkzaamheden die de accountant van het Stimuleringsfonds voor de Pers (hierna: Stimuleringsfonds) uitvoert ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (hierna: OCW). Artikel 8.9 van de Mediawet geeft aan dat bij ministeriele regeling regels kunnen worden gesteld over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole. Artikel 35, derde en vierde lid van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bepaalt dat de verklaring van de accountant mede betrekking heeft op de rechtmatige inning en besteding van de middelen door het zelfstandig bestuursorgaan en op de vraag of het beheer en de organisatie van een zelfstandig bestuursorgaan voldoen aan eisen van doelmatigheid. Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen ten aanzien van de werkzaamheden van de accountant.

1.2 . Wettelijk kader

Het wettelijk kader1voor de accountantscontrole van het Stimuleringsfonds bestaat uit:

De specifieke eisen voor de financiële verantwoording en de accountantscontrole liggen vast in artikel 35 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

  • Artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet bepaalt onder meer dat de jaarrekening vergezeld gaat van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 35, derde lid, bepaalt dat de bovengenoemde verklaring mede betrekking heeft op de rechtmatige inning en besteding van de middelen door een zelfstandig bestuursorgaan. Deze eisen leiden tot het hierna in 1.3, onder ad. 1 opgenomen accountantsproduct.

  • Artikel 35, vierde lid, bepaalt dat de accountant een verslag van bevindingen bij zijn verklaring voegt over de vraag of het beheer en de organisatie van een zelfstandig bestuursorgaan voldoen aan de eisen van doelmatigheid. Dit leidt tot het hierna onder 1.3, onder ad. 2 opgenomen accountantsproduct.

Dit controleprotocol is opgesteld naar analogie van de door het NIVRA2uitgegeven ‘Handreiking Controleprotocollen’ (februari 2007). De daarin opgenomen uitgangspunten zijn specifiek gemaakt voor de OCW-situatie. Waar mogelijk zijn tekstpassages uit de handreiking in dit controleprotocol overgenomen. Het controleprotocol treedt niet in de plaats van de oorspronkelijke wet- en regelgeving. Voor de controle van de jaarrekening is in dit controleprotocol een verplichte tekst voor de controleverklaring opgenomen.

De beschreven (minimale) controlewerkzaamheden zijn bedoeld als aanvulling op de ’Nadere voorschriften Controle- en overige standaarden’ (NV COS).

1.3. Accountantsproducten/Rapportering

Van de accountant van het Stimuleringsfonds worden de volgende producten verwacht:

  • 1. Verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid bij de jaarrekening van het Stimuleringsfonds (volgens artikel 35, tweede en derde lid)

  • 2. Een verslag van bevindingen over de doelmatigheid van het beheer en de organisatie (volgens artikel 35, vierde lid).

De accountantscontrole op de jaarrekening mondt uit in een controleverklaring. De accountant maakt voor de controleverklaring gebruik van de in het controleprotocol opgenomen modeltekst. De accountant mag ervoor kiezen om ten behoeve van OCW een zogenaamde ‘WG-verklaring’ af te geven, waarbij uitsluitend de naam van de instellingsaccountant met aanduiding w.g. (was getekend) wordt vermeld. De origineel ondertekende verklaring/rapport met de persoonlijke handtekening van de accountant moet in het archief van de instelling worden opgenomen (zie ook Praktijkhandreiking 1103 van het NIVRA).

Ten aanzien van de in het controleprotocol opgenomen werkzaamheden geldt een rapportagetolerantie. De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten worden aan OCW in het verslag van bevindingen. Voor alle in het controleprotocol genoemde posten, uitgezonderd de Europese aanbesteding en bezoldiging bestuurders, geldt een standaard rapportagetolerantie van 0,1% van de totale bijdragen van OCW. Omdat het uitgangspunt wordt gehanteerd dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk moeten worden gecorrigeerd, beperkt de accountant zich tot een uitzonderingsrapportage. Hiervoor gebruikt hij het verslag van bevindingen, waarin hij de aard en omvang van de geconstateerde fouten vermeldt. Het verslag van bevindingen is vormvrij. Het bestuur van het Stimuleringsfonds stuurt het verslag van bevindingen samen met de controleverklaring en de jaarrekening naar OCW. Het bestuur kan daarbij aangeven hoe het heeft gereageerd op de geconstateerde bevindingen. Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten wordt verwezen naar de in hoofdstuk 2.1.4 daarover opgenomen toelichting.

1.4. Controlecriteria

De accountant laat zich bij zijn werkzaamheden leiden door de geldende beroepsvoorschriften, in het bijzonder de VGC (Verordening GedragsCode) en de Nadere voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS). De accountant betrekt de naleving van de eventueel aanvullende verplichtingen, zoals opgenomen in de beschikking(en) met betrekking tot dat jaar, in zijn controle.

1.5. Procedure controleprotocol

Dit controleprotocol geldt met ingang van de accountantscontrole over het verantwoordingsjaar 2011 en is tot nader order van toepassing.

1.6. Reviewbeleid

OCW kan besluiten tot het uitvoeren van een review, als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. De accountant van het Stimuleringsfonds verstrekt het reviewteam desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden3. De eventuele extra kosten van deze accountant in verband met de review zijn niet voor rekening van het ministerie.

2. De controleverklaring bij de jaarrekening van het Stimuleringsfonds

2.1. Algemeen

Dit onderdeel bevat nadere aanwijzingen voor de inrichting van de accountantscontrole en bestaat de volgende onderdelen

  • Doelstelling controle op de jaarrekening

  • Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole

  • Tolerantietabel

  • Omgaan met fouten (foutdefinities)

2.1.1. Doelstelling controle op de jaarrekening

In dit deel van het controleprotocol staat de jaarrekening centraal. De controleverklaring van de accountant bij de jaarrekening betreft de getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat, evenals de naleving van de wet- en regelgeving. Het oordeel omtrent de naleving van wet- en regelgeving vloeit voort uit het voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. De accountant stelt verder vast dat het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening.

2.1.2. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole

Het begrip omvangsbasis geeft aan tegen welke omvang (bedrag) het percentage goedkeuringstolerantie moet worden afgezet, bijvoorbeeld een bepaalde geldstroom of post in de verantwoording. De te hanteren omvangsbasis bij de controle van de jaarrekening is het totaal van de bijdragen van OCW.

Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de wet- en regelgeving streeft de accountant naar een hoge mate van zekerheid. De accountant richt zijn controle daartoe zodanig in, dat hij met een redelijke mate van zekerheid kan verklaren dat in de jaarrekening geen onjuistheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties.

Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid van 95 procent.

2.1.3. Tolerantietabel

Voor de strekking van het oordeel gelden de volgende controletoleranties:

 

Onjuistheden (in de financiële verantwoording)

Onzekerheden (in de controle)

Beperking

Afkeuring

Beperking

Oordeelonthouding

Rechtmatigheid

       

A Rechtmatigheid besteding (% van de totale bijdragen * van OCW)

>1 en <3

≥3

>3 en <10

≥10

Getrouwheid

       

B Balans (% van de (geconsolideerde) balanstelling)

>5 en <10

≥10

>5 en <10

≥10

C Exploitatierekening (% van de totale lasten, resp. uitgaven)

>2 en <5

≥5

>5 en <10

≥10

* het totaal van de reguliere en de incidentele bijdragen van dat jaar

2.1.4. Omgaan met fouten (foutdefinities)

Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde controle is gebleken dat een (gedeelte van een) post niet in overeenstemming is met één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat, voor zover het de naleving van de wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten is daarom niet toegestaan.

Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (controle-)informatie beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Bijvoorbeeld als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de wet- en regelgeving. Voor een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de accountant fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert.

Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door de instelling moeten worden gecorrigeerd. Ten aanzien van fouten, die betrekking hebben op rechtmatigheid geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats heeft gevonden.

Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole van de jaarrekening:

  • Ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening behoeft de instelling fouten met een gezamenlijk financieel belang beneden de goedkeuringstolerantie niet te corrigeren en de accountant behoeft ze niet te rapporteren. Het effect op de vermogenspositie (de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering.

  • Met betrekking tot de financiële rechtmatigheid wordt onderscheid gemaakt tussen materiële en niet-materiële fouten. De instelling corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde fouten. De instelling kan echter dergelijke fouten niet altijd corrigeren. De accountant informeert het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan hierover conform de geldende beroepsvoorschriften. Materiële fouten (d.w.z. fouten groter dan de goedkeuringstolerantie) hebben invloed op de strekking van de controleverklaring en worden uit dien hoofde in de controleverklaring toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële fouten (d.w.z. fouten kleiner dan de goedkeuringstolerantie) stelt de accountant een verslag van bevindingen op met inachtneming van de geldende rapportagetolerantie.

2.2. Getrouwheid

2.2.1. Verslaggevingscriteria

Het Stimuleringsfonds stelt de jaarrekening op met titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek als basis (artikel 35, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen).

De accountant stelt vast dat de jaarrekening hieraan voldoet.

2.2.2. Bezoldiging bestuurders

De accountant stelt vast dat de opgave van het bedrag van de bezoldiging voor de bestuurders juist en volledig is. De verplichtingen, bedoeld in artikel 383 c van Titel 9 Boek 2 BW zijn van toepassing. Dit betekent voor het Stimuleringsfonds dat zij een opgave op naamsniveau moet doen van alle bestuurders en gewezen bestuurders. (zie ook 2.3, ad 5.)

De accountant stelt aan de hand van de administratie van het Stimuleringsfonds integraal vast of de opgave in de toelichting van de jaarrekening van het Stimuleringsfonds op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is, geeft de accountant een ander dan goedkeurend getrouwheidsoordeel af en vermeldt hij de ontbrekende informatie alsnog in zijn verklaring. Voor deze post geldt een rapportagetolerantie van 0%.

In dit kader wordt verwezen naar NBA Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening.

2.2.3. Jaarverslag

Met betrekking tot het jaarverslag, als bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuurorganen stelt de accountant vast dat:

2.3. Financiële rechtmatigheid

Algemeen

De financiële rechtmatigheid heeft betrekking op publieke middelen. Financiële rechtmatigheid houdt in dat een financiële transactie betrekking hebbende op publieke middelen waarvan de uitkomst in de jaarrekening dient te worden verantwoord, in overeenstemming is met de in internationale regelgeving, Nederlandse wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriele regelingen opgenomen bepalingen die de uitkomst van de financiële transactie beïnvloeden.

De accountant stelt vast of het Stimuleringsfonds de bijdrage van OCW rechtmatig heeft verkregen en besteed. Het referentiekader voor het accountantsoordeel over de financiële rechtmatigheid wordt gevormd de relevante categorieën van wet- en regelgeving (paragraaf 1.2). Indien een financiële transactie, naar het oordeel van de accountant, met het bovenstaande in strijd is, merkt hij het totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan.

Van de accountant wordt verwacht dat hij zijn controle in het kader van de financiële rechtmatigheid zo inricht, dat hij met inachtneming van de gegeven controletolerantie tot een oordeel over de financiële rechtmatigheid kan komen.

Rechtmatigheidsaspecten

De accountant houdt bij het vormen van zijn oordeel rekening met de relevante wet- en regelgeving, zoals opgenomen in 1.2 van dit controleprotocol. Bijlage 3 geeft aan, hoe in dit controleprotocol de relatie is gelegd tussen die wet- en regelgeving en de accountantswerkzaamheden. Hieronder is specifiek aangegeven wat er van de accountant wordt verwacht omtrent de financiële rechtmatigheid en hoe hij over zijn bevindingen rapporteert.

  • 1. De accountant stelt vast dat de door het Stimuleringsfonds verstrekte subsidies rechtmatig zijn, dat wil zeggen in overeenstemming met Titel 8.2 en 8.3 van de Mediawet 2008 en de artikelen 20, 21, tweede lid, 22, tweede lid, 24 en 25a van de Mediaregeling 2008, Hoofdstuk 5, Stimuleringsfonds voor de pers. De accountant neemt de toetspunten voor de rechtmatigheid op in de opzet en uitvoering van zijn controle.

  • 2. Indien de Minister heeft bepaald dat het Stimuleringsfonds voor in artikel 32 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen genoemde rechtshandelingen zijn voorafgaande instemming behoeft, en indien uit de accountantscontrole blijkt dat het Stimuleringsfonds deze voorafgaande instemming niet heeft gevraagd of verkregen, betrekt de accountant dit in zijn oordeel. De accountant beperkt zich tot rechtshandelingen met een mogelijk financieel effect op de jaarrekening. Bij rechtshandelingen die geen financieel effect op de jaarrekening hebben meldt de accountant deze in zijn verslag van bevindingen.

  • 3. De accountant stelt vast dat de jaarrekening voldoet aan de bepalingen omtrent de egalisatiereserve, als bedoeld in artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

  • 4. Het Stimuleringsfonds voor de pers is een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan en is daarmee in de zin van de Europese regelgeving een aanbestedende dienst, zowel Europees, als nationaal (Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten). De accountant controleert of het Stimuleringsfonds de richtlijnen voor Europese aanbesteding naleeft. De accountant gaat na of bij in het controlejaar aangegane verplichtingen de Europese aanbesteding wel of niet terecht heeft plaatsgevonden. Van de accountant wordt niet verwacht, dat hij de inhoudelijke stappen van het Stimuleringsfonds in het proces van Europees aanbesteden beoordeelt. De accountant weegt zijn bevindingen mee in zijn oordeel. Indien de accountantscontrole fouten aan het licht brengt die het Stimuleringsfonds niet herstelt, vermeldt de accountant deze in het verslag van bevindingen. Hiervoor geldt een rapportagetolerantie van 0%.

  • 5. De accountant stelt, aan de hand van de administratie van de instelling integraal vast of de opgave aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is dan neemt de accountant dit op in een verslag van bevindingen zoals vermeld in 1.3 Accountantsproducten/Rapportering.

Zie in dit kader:

Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT), Staatsblad nummer 95 d.d. 9-2-2006.

Wet op de loonbelasting 1964

Informatiebrief over de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT), brief BZK dd. 8 februari 2006, zonder kenmerk. Inclusief het stroomschema waarmee kan worden bepaald of de rechtspersoon onder de Wet valt.

Informatiebrief over de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT), brief BZK dd. 21 maart 2006, kenmerk 2006-0000086399.

3. Het verslag van bevindingen

Doelmatigheid van het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Stimuleringsfonds

De accountant beoordeelt of het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Stimuleringsfonds voldoen aan eisen van doelmatigheid, als bedoeld in artikel 35, vierde lid van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Dit oordeel neemt de accountant op in het verslag van bevindingen. De accountant hanteert als referentiekader de schriftelijke en door de leiding van de organisatie vastgestelde handboeken, procedures en voorwaarden voor de kritieke processen, zoals inkoop, HRM, de overige bepalingen in Titel 8.4 van de Mediawet 2008 en de artikelen 21, eerste lid, 22, eerste en derde lid, 23 en 25 over de subsidieverstrekking van de Mediaregeling 2008.

De accountant betrekt in zijn onderzoek ook artikel 41 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, handelend over de beveiliging van gegevens.

Bijlage 1: Voorbeeldtekst controleverklaring

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: Opdrachtgever

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen) jaarrekening 2010 van .... (naam entiteit) te .... (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per .... 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, met name RJ 640. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 35, tweede en derde lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol Stimuleringsfonds voor de Pers. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel

Naar ons oordeel4geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van .... (naam entiteit) per .... 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, met name RJ 640.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 1.2 Wettelijk kader van het controleprotocol Stimuleringsfonds voor de Pers.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.

Plaats, datum

Naam accountantspraktijk

.... (naam accountant)

Bijlage 2: Procedure ontoereikende accountantscontrole

Doel

Het doel van deze procedure is om voor alle betrokken partijen duidelijkheid te verschaffen over wanneer er sprake is van een ontoereikende accountantscontrole en de te nemen stappen in het geval van ontoereikende accountantscontrole. De brief over accountantscontrole van het Ministerie van Financiën (Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 28 779, nr. 1, d.d. 30 januari 2003) is als basis gebruikt voor onderstaande procedure.

Vaststellen ontoereikende accountantscontrole

De eerste stap in deze procedure is het vaststellen of er sprake is van een ontoereikende accountantscontrole. Dit is het geval indien de controle niet voldoet aan de normen, zoals gesteld in het vigerende controleprotocol. Naast de gewenste uitkomst dat de controle door de instellingsaccountant conform de eisen van het controleprotocol is uitgevoerd, zijn er nog andere bevindingen uit de reviews denkbaar. Indien blijkt dat er tekortkomingen in wet- en regelgeving zijn, zullen deze gerepareerd moeten worden. Als blijkt dat onvoldoende of geen gebruik gemaakt kan worden van de ontvangen controle-informatie, of het dossieronderzoek niet tot het gewenste inzicht leidt, kan door OCW/AD worden besloten tot het uitvoeren van eigen controles ter plaatse. De bevindingen uit de reviews worden neergelegd in een rapport van bevindingen. Dit rapport wordt zowel bij een toereikende als een ontoereikende accountantscontrole gestuurd aan het vaktechnisch centrum van het accountantskantoor en aan het bevoegd gezag.

Maatregelen bij geconstateerde tekortkomingen

Indien is vastgesteld dat instellingsaccountants hun controlewerkzaamheden ontoereikend (niet conform de eisen van het controleprotocol) hebben uitgevoerd, kunnen de volgende maatregelen worden genomen. In deze te nemen maatregelen, die deels ook een handhavingskarakter hebben, zijn verschillende gradaties te onderkennen, naar gelang de aard en de ernst van de tekortkomingen in de controle en de mate waarin er sprake is van herhaalde tekortkomingen. Er moet eerst worden vastgesteld om wat voor tekortkoming het gaat, waarna de bijbehorende maatregel toegepast kan worden.

De instellingsaccountant gelegenheid geven voor herstelactie

Dit is de lichtste maatregel. Deze is aan de orde voor zover tekortkomingen voor de eerste keer worden geconstateerd en naar aard en ernst geen zwaardere maatregel vergen. De accountant bij wie tijdens de dossierreview tekortkomingen in de controle zijn gebleken wordt hiervan op de hoogte gesteld. Met hem worden afspraken gemaakt om deze tekortkomingen binnen een redelijke termijn op te heffen. Na het verstrijken van deze termijn zal er een herhalingsreview worden uitgevoerd om vast te stellen dat de tekortkomingen naar tevredenheid zijn opgeheven.

Jaarlijks aanschrijven van de besturen van accountantskantoren over negatieve reviewbevindingen met het verzoek voor verbetering zorg te dragen

Het rapport van bevindingen wordt zowel bij een toereikende als een ontoereikende accountantscontrole gestuurd aan het vaktechnisch centrum van het accountantskantoor en aan het bevoegd gezag. Voor zover instellingsaccountants geen gehoor hebben gegeven aan de oproep tot herstelactie, of er sprake is van tekortkomingen die herhaaldelijk zijn geconstateerd, of indien het ernstiger tekortkomingen betreft, zullen alle tekortkomingen, gespecificeerd naar opdrachtgever en controlerend accountant, worden doorgegeven aan het bestuur van het accountantskantoor waar de desbetreffende accountant aan is verbonden. De bedoeling hiervan is een signaal te laten uitgaan naar de organisatie waarbinnen de instellingsaccountant werkzaam is.

Besturen van accountantskantoren uitnodigen door de departementsleiding

Als het Ministerie van OCW ernstig wordt gehinderd door tekortkomingen in de controle die niet met een herstelactie zijn opgeheven zal een gesprek worden gearrangeerd tussen departementsleiding en de leiding van het kantoor waarbij de accountant werkzaam is. In dit gesprek zullen duidelijke afspraken worden gemaakt om de tekortkomingen structureel op te heffen. Het is aan het bestuur om interne maatregelen te overwegen, gericht op het opheffen van de tekortkomingen, het behoud van de klant en de goede naam.

Aanschrijven van de opdrachtgever met het verzoek ervoor te zorgen dat er een accountantsverklaring wordt ingediend die aan de vereisten voldoet

Deze maatregel is aan de orde als de mogelijkheid tot herstel van geconstateerde tekortkomingen niet wordt benut, of bij het zich bij herhaling voordoen van soortgelijke tekortkomingen. Deze tekortkomingen worden in het reviewrapport van bevindingen gemeld aan de instellingsaccountant en de opdrachtgever. Voorwaarde is dat het effect van de tekortkomingen van materieel belang is voor de oordeelsvorming over de verantwoording en/of de rechtmatigheid. De opdrachtgever wordt er in het rapport op gewezen dat het niet opheffen van de tekortkomingen gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering van de organisatie, bijvoorbeeld door een latere en/of lagere vaststelling van de Rijksbijdrage. Het ligt voor de hand dat de opdrachtgever de ‘zittende’ instellingsaccountant de gelegenheid geeft om aan deze verplichting te voldoen. Als dit niet het gewenste effect heeft, kan de opdrachtgever ervoor kiezen om de controlewerkzaamheden door een andere accountant uit te laten voeren. OCW zal dit adviseren in het rapport aan de opdrachtgever (voorleggen WJZ). Deze opdrachtgever heeft uiteraard ook de mogelijkheid om jegens de disfunctionerende accountant een procedure voor de tuchtrechter en/of de civiele rechter te starten.

Maatregelen richting de opdrachtgever

Voor zover de opdrachtgever zijn accountant niet wil verzoeken om geconstateerde tekortkomingen op te heffen, of een andere accountant wenst te benoemen, zijn maatregelen richting de opdrachtgever aan de orde. Te denken valt hierbij aan zware maatregelen als de weigering of terugvordering van de subsidie, een korting op de subsidie, het verbreken van de subsidierelatie en het gebruik maken van ministeriële bevoegdheden om in te grijpen (bestuurlijke dwang).

Indienen van een klacht bij de tuchtrechter

Deze zware maatregel kan als een aanloop worden beschouwd naar een civielrechtelijke procedure jegens de disfunctionerende instellingsaccountant. Een belangrijke overweging om deze maatregel toe te passen is dan ook het hebben geleden van financiële schade. Ook de signaalwerking die hiervan uit gaat naar het accountantsberoep kan een overweging zijn om een klacht bij de tuchtrechter in te dienen. Voorwaarden hierbij zijn dat de review zorgvuldig is uitgevoerd en goed is gedocumenteerd, dat de bevindingen zijn afgestemd met de instellingsaccountant met gelegenheid tot wederhoor en dat de eisen aan de verantwoording en de controle voldoende eenduidig zijn. Het spreekt voor zich dat de regelgeving voldoende helder en duidelijk behoort te zijn, en slechts voor één uitleg vatbaar.

Civielrechtelijke vervolging van de instellingsaccountant

Dit is een logische vervolgstap op een geslaagde tuchtrechtelijke procedure als deze was ingegeven door geleden financiële schade. Daarnaast is het verstandig de geconstateerde tekortkomingen te registreren, in ieder geval per accountant, accountantskantoor, regeling en opdrachtgever. Deze registratie is een belangrijke basis voor de inzet van gerichte toezichtinstrumenten, zoals de selectie van reviews en het uitvoeren van controles ter plaatse in de vorm van zoeklichtonderzoeken. Daarnaast zal aan de hand van de registratie mede worden vastgesteld welke sanctie in een concreet geval van toepassing zou moeten zijn. Jaarlijks zullen de departementale bevindingen in IODAD-verband worden besproken. Naar aanleiding hiervan kan worden besloten om in breder verband acties richting bepaalde accountants of kantoren te treffen, bijvoorbeeld door inschakeling van het NIVRA De hierboven opgesomde maatregelen laten zien dat er meerdere mogelijkheden zijn om bij geconstateerde tekortkomingen in de controle door de instellingsaccountant maatregelen te treffen. De volgorde van de maatregelen zal niet altijd hetzelfde zijn. Indien er sprake is van een duidelijk verzuim dat niet wordt hersteld, ligt het eerder voor de hand om onmiddellijk actie richting de instelling te ondernemen, dan wanneer er sprake is van een vaktechnisch verschil van inzicht. In het laatste geval is het zinvol eerst een gesprek met de leiding van het accountantskantoor te organiseren.

Bijlage 3: Controleaspecten stimuleringsfonds voor de pers

Wet- en regelgeving

artikel

strekking

Getrouw heid

Rechtmatigheid

Financieel beheer

– BW 2 titel 9

391

Jaarrekening en jaarverslag

X

   

– Richtlijnen voor de Jaar-verslaggeving

in het bijzonder RJ 640

Jaarrekening

X

   

– Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

18 en 19

Jaarrekening en jaarverslag

X

   
 

32

Voorafgaande instemming minister

 

X

 
 

33

Egalisatiereserve

X

X

 
 

35

Eisen van doelmatigheid aan het beheer en de organisatie van een zelfstandig bestuursorgaan

   

X

 

41

Beveiliging van gegevens

   

X

– Mediawet 2008

Titel 8.2

Subsidieverstrekking tbv persorganen

 

X

 
 

Titel 8.3

Overige vormen subsidieverstrekking

 

X

 
 

Titel 8.4

Overige bepalingen

   

X

           

– Mediabesluit 2008

Hoofdstuk 6

 

Geen controle-aspecten

Geen controle-aspecten

Geen controle-aspecten

– Mediaregeling 2008

Hoofdstuk 5

§ 5.2

Subsidieverstrekking

     
 

20

Aanvraagvereisten

 

X

 
 

21, eerste lid

Behandeling aanvraag

   

X

 

21. tweede lid

Behandeling aanvraag

 

X

 
 

22, eerste en derde lid

Subsidieverlening

   

X

 

22, tweede lid

Subsidieverlening

 

X

 
 

23

Subsidieverplichtingen

 

X

 
 

24

Voorschotten

 

X

 
 

25

Intrekken subsidieverlening

 

X

 
 

25a

Indiening begroting

 

X

 

– WOPT

 

Bezoldiging bestuurders

X

   
   

Topinkomens

 

X

 

– Europese aanbesteding

     

X

 
  1. Titel 4.2 Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het Stimuleringsfonds voor de Pers ^ [1]
  2. NIVRA en NOvAA gaan fuseren en vormen samen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) ^ [2]
  3. Krachtens de Comptabiliteitswet 2001 (artikelen 43, 43a) heeft de Minister – bij commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen aan wie door de Staat of een derde voor rekening of risico van de Staat rechtstreeks of middellijk een subsidie, een lening of garantie wordt verstrekt – het recht nadere inlichtingen in te winnen n.a.v. ter zake ontvangen bescheiden.Ook zijn onze Ministers bevoegd inzage te vorderen in de controledossiers van de accountant die de betreffende bescheiden heeft gecontroleerd om te bepalen of bij de vaststelling kan worden gesteund op de door deze accountant uitgevoerde controle. Met betrekking tot het verlenen van inzage in het controledossier kan de accountant zich niet beroepen op de omstandigheid dat hij op grond van andere bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen tot geheimhouding is verplicht van in dit dossier opgenomen vertrouwelijke gegevens. Onze Ministers zijn bevoegd van stukken inzake de betreffende controle uit de controledossiers kopieën te maken. ^ [3]
  4. Indien niet wordt voldaan aan de WOPT vervalt de optie van een goedkeurend getrouwheidsoordeel ^ [4]