Paragraaf 1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
b.
instelling: privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel een rechtspersoon
krachtens publiekrecht ingesteld;
-
c.
instellingssubsidie: subsidie voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende, structurele activiteiten
van een instelling;
-
d.
projectsubsidie: subsidie voor tijdelijke, incidentele activiteiten;
-
e.
subsidie: instellingssubsidie of projectsubsidie;
-
f.
jaarrekening: jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
-
g.
accountant: accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
-
h.
kosten: kosten van de subsidieontvanger voor zover die samenhangen met de te subsidiëren
of gesubsidieerde activiteit;
-
i.
eigen bijdrage: bijdrage van de subsidieontvanger zelf voor de te subsidiëren of gesubsidieerde activiteit;
-
j.
bijdragen van derden: bijdragen die de subsidieontvanger van een derde ontvangt en die de subsidieontvanger
aanwendt voor de te subsidiëren of gesubsidieerde activiteit;
-
k.
opbrengsten: eigen bijdrage en bijdragen van derden, vermeerderd met de aangevraagde, verleende
of vastgestelde subsidie;
-
l.
egalisatiereserve: egalisatiereserve, bedoeld in artikel 34.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
4 Uit hoofde van het Beleidskader voor subsidiëring van patiënten- en gehandicaptenorganisaties
kan onder overeenkomstige toepassing van artikel 8, onderdeel a, onder 2°, een subsidie worden verstrekt tot een bedrag van € 125.000.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister maakt de hoofdlijnen van zijn beleid bekend aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Een projectsubsidie kan worden verstrekt aan een instelling of een natuurlijke persoon.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Een instellingssubsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een instelling.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2015, 3986, datum inwerkingtreding 17-02-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2014.
3 Het tweede lid geldt niet voor aan jeugdhulporganisaties te verstrekken subsidies
ten behoeve van bijzondere kosten die in het kader van de transitie van de jeugdhulp
naar gemeenten als gevolg van de inwerkingtreding van de Jeugdwet gemaakt worden.
4 De minister kan een projectsubsidie verstrekken voor een periode die zich uitstrekt
over meer dan een kalenderjaar.
5 Een projectsubsidie wordt voor ten hoogste vier jaren verstrekt.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister verstrekt uitsluitend:
-
a. indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt:
-
1°. een subsidie die zonder voorafgaande verlening direct wordt vastgesteld op een bedrag
waarvan de hoogte door de minister bij de vaststelling wordt genoemd of
-
2°. een subsidie die ambtshalve wordt vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door
de minister bij de verlening is genoemd,
-
b. een subsidie die wordt vastgesteld op een bedrag per gerealiseerde prestatie-eenheid
waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd, voor ten hoogste het
aantal maximum prestatie-eenheden dat door de minister bij de verlening is genoemd:
indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt en de activiteiten uit meetbare prestatie-eenheden
bestaan,
-
c. een subsidie die wordt vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door de minister
bij de verlening is genoemd: indien de subsidie € 25.000 tot € 125.000 bedraagt en
er naar het oordeel van de minister voldoende zekerheid bestaat over de kosten en
opbrengsten,
-
d. een subsidie die wordt vastgesteld op een bedrag dat bestaat uit de totale werkelijke
kosten verminderd met de totale werkelijke bijdragen van derden en de begrote eigen
bijdrage, maar dat niet hoger is dan het maximum dat door de minister bij de verlening
is genoemd: indien de subsidie € 25.000 tot € 125.000 bedraagt en er vanwege de aard
van de activiteiten naar het oordeel van de minister onvoldoende zekerheid bestaat
over de kosten en opbrengsten,
-
e. een subsidie die wordt vastgesteld op een bedrag dat bestaat uit de werkelijke kosten,
verminderd met de werkelijke bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage, maar
dat niet hoger is dan het maximum dat door de minister bij de verlening is genoemd:
indien het een projectsubsidie betreft en de subsidie € 125.000 of meer bedraagt,
of
-
f. een subsidie die wordt vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door de minister
bij de verlening is genoemd, verminderd met de eventuele overschrijding van de maximaal
toegestane egalisatiereserve: indien het een instellingssubsidie betreft en de subsidie
€ 125.000 of meer bedraagt.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 De kosten worden berekend op basis van een controleerbare, voor de subsidieontvanger
gebruikelijke methode, die is gebaseerd op bedrijfseconomische grondslagen en normen
die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd en die door de
subsidieontvanger stelselmatig worden toegepast.
Paragraaf 2. Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister kan een subsidieplafond vaststellen.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Bij projectsubsidies verdeelt de minister het ingevolge het subsidieplafond beschikbare
bedrag in volgorde van datum van ontvangst van de aanvragen of na onderlinge afweging
van de aanvragen.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Bij instellingssubsidies verdeelt de minister het ingevolge het subsidieplafond beschikbare
bedrag na onderlinge afweging van de aanvragen.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 Indien het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag na onderlinge afweging
van de aanvragen wordt verdeeld, geeft de minister die aanvragen voorrang waarvan
de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting van meer belang
is voor het beleid en meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel van de
subsidie.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister kan tegelijk met het vaststellen van het subsidieplafond bepalen dat het
ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag op een wijze wordt verdeeld die afwijkt
van de artikelen 11, 12 en 13.
Paragraaf 3. Aanvraag
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Een aanvraag tot verlening van een projectsubsidie wordt ingediend voor aanvang van
de periode waarvoor projectsubsidie wordt aangevraagd.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2015, 3986, datum inwerkingtreding 17-02-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2014.
1 Een aanvraag tot verlening van een projectsubsidie wordt ingediend voor aanvang van
de periode waarvoor projectsubsidie wordt aangevraagd.
2 De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor aanvragen van een subsidie
als bedoeld in artikel 6, derde lid.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Een aanvraag tot verlening van een instellingssubsidie wordt ingediend uiterlijk dertien
weken voor de aanvang van het boekjaar waarvoor de instellingssubsidie wordt aangevraagd.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 19
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De aanvraag tot verlening van de subsidie bestaat uit:
-
a. een activiteitenplan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen
behoefte is, en
-
b. een begroting, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet
van belang is.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Het activiteitenplan:
-
a. behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd,
-
b. beschrijft aard, omvang, duur en wijze van uitvoering van de activiteiten en
-
c. beschrijft de met de activiteiten nagestreefde doelstellingen.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 22
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote kosten tevens subsidie of een andere
financiële bijdrage heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan, doet hij daarvan
mededeling in de aanvraag tot verlening van de subsidie, onder vermelding van de stand
van zaken met betrekking tot de beoordeling van die andere aanvraag.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Op verzoek van de minister legt de privaatrechtelijke rechtspersoon of de natuurlijke
persoon die verlening van een projectsubsidie aanvraagt, een volledig en recent overzicht
van zijn financiële toestand over.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Indien de aanvraag tot verlening van de instellingssubsidie wordt ingediend door een
privaatrechtelijke rechtspersoon waaraan de minister geen instellingssubsidie heeft
verstrekt ten behoeve van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor de instellingssubsidie
wordt aangevraagd, gaat de aanvraag voorts vergezeld van:
-
a. een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten
zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en
-
b. de laatst opgemaakte jaarrekening dan wel de balans en de staat van baten en lasten
en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de
financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.
Paragraaf 4. Verlening
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 25
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
4 De termijnen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn veertig weken in plaats van
dertien weken indien de verlening afhankelijk is van het oordeel van een internationale
commissie of van buitenlandse deskundigen.
Artikel 26a
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister bepaalt in het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 2°:
-
a. voor welke periode de subsidie wordt verleend,
-
b. voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend,
-
c. het bedrag dat aan subsidie wordt verleend,
-
d. de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en
-
e. de datum waarop de subsidie uiterlijk ambtshalve wordt vastgesteld.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister bepaalt bij het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel b:
-
a. voor welke periode de subsidie wordt verleend,
-
b. wat de prestatie-eenheid is waarvoor de subsidie wordt verleend,
-
c. het bedrag dat per prestatie-eenheid aan subsidie wordt verleend,
-
d. het maximum aantal prestatie-eenheden waarvoor subsidie wordt verleend,
-
e. op welke wijze de subsidieontvanger kan aantonen dat de prestatie-eenheden waarvoor
de subsidie is verleend, zijn gerealiseerd en
-
f. op welke wijze de subsidieontvanger kan aantonen dat voldaan is aan de verplichtingen
die verbonden zijn aan de verleende subsidie.
Artikel 28
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister bepaalt in het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel c:
-
a. voor welke periode de subsidie wordt verleend,
-
b. voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend,
-
c. het bedrag dat aan subsidie wordt verleend,
-
d. op welke wijze de subsidieontvanger kan aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie
is verleend, zijn verricht en
-
e. op welke wijze de subsidieontvanger kan aantonen dat voldaan is aan de verplichtingen
die verbonden zijn aan de verleende subsidie.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De minister vermeldt in het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel d:
-
a. voor welke periode de subsidie wordt verleend,
-
b. voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend,
-
c. de hoogte van de begrote eigen bijdrage die in aanmerking wordt genomen bij het verstrekken
van de subsidie en
-
d. het maximum bedrag dat aan subsidie wordt verleend.
Artikel 30
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 31
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Paragraaf 7. Verplichtingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 37
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien een subsidie is verleend, zorgt de subsidieontvanger ervoor dat:
-
a. de doelstellingen van de gesubsidieerde activiteiten op doelmatige wijze worden nagestreefd,
-
b. de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten op verantwoorde wijze wordt bestuurd
en
-
c. de voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten benodigde middelen op verantwoorde
wijze worden beheerd.
Artikel 38
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Indien een subsidie als bedoeld in artikel 8, onderdeel b, is verleend, houdt de subsidieontvanger een zodanig ingerichte registratie bij dat
daarin altijd de gerealiseerde prestatie-eenheden kunnen worden nagegaan.
Artikel 39
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Indien een subsidie als bedoeld in artikel 8, onderdeel d, e of f, is verleend, voert de subsidieontvanger een zodanig ingerichte administratie, dat
daarin altijd de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en
verplichtingen, betalingen en ontvangsten alsmede kosten en opbrengsten kunnen worden
nagegaan.
Artikel 40
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 41
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 Indien een subsidie als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 2°, is verleend, doet de subsidieontvanger onverwijld een schriftelijke melding bij
de minister zodra de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht is
verstreken zonder dat de activiteiten geheel zijn verricht.
Artikel 42
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De subsidieontvanger die aan derden goederen ter beschikking stelt of voor derden
diensten verricht, brengt daarvoor een vergoeding in rekening die ten minste kostendekkend
is, tenzij het derden betreft voor wie de gesubsidieerde activiteiten bestemd zijn.
Artikel 43
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De subsidieontvanger werkt, onder meer door het verschaffen van de daartoe benodigde
inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens de minister ingesteld
onderzoek dat erop is gericht de minister inlichtingen te verschaffen:
Artikel 44
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 45
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 Indien de subsidie gericht is of mede gericht is op de totstandkoming van een werk
als bedoeld in artikel 10, onder 1°, van de Auteurswet, zorgt de subsidieontvanger er voor auteursrechthebbende te zijn ter zake van dat
werk.
Artikel 47
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de activiteiten waarvoor de instellingssubsidie is verstrekt geheel of gedeeltelijk
worden beëindigd of indien de instellingssubsidie wordt beëindigd, verstrekt de subsidieontvanger
aan de minister op diens verzoek alle gegevens, bescheiden, informatie, medewerking
en gebruiksrechten op auteursrechten die redelijkerwijs verlangd kan worden of kunnen
worden voor de continuïteit van de activiteiten waarvoor de instellingssubsidie is
verstrekt.
Artikel 48
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
3 Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van
de goederen en andere vermogensbestanddelen, waaronder de egalisatiereserve, op het
tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat:
-
a. de waarde van de egalisatiereserve gelijk is aan het bedrag van de egalisatiereserve;
-
b. de waarde van een schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken gelijk is
aan het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen;
-
c. de waarde van onroerende zaken wordt bepaald door drie onafhankelijke deskundigen.
De minister en de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling
overleg een derde deskundige aanwijzen.
-
4 De vergoeding aan de minister voor goederen en andere vermogensbestanddelen, waaronder
de egalisatiereserve, die geheel zijn gevormd met de subsidie, is gelijk aan hun waarde.
De vergoeding aan de minister voor goederen en andere vermogensbestanddelen, die gedeeltelijk
zijn gevormd met de subsidie, is gelijk aan de waarde waarmee de subsidiëring door
de minister in verhouding tot andere middelen aan de vorming van dat vermogen heeft
bijgedragen.
Paragraaf 8. Vaststelling
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 49a
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Uiterlijk op de datum, vermeld in het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld
in artikel 8, onderdeel a, onder 2°, neemt de minister ambtshalve een besluit over de vaststelling van de subsidie.
Artikel 50
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 51
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 52
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 1° bestaat in ieder geval uit:
-
a. een activiteitenverslag, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen
behoefte is, en
-
b. een financieel verslag, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie
niet van belang is.
Artikel 53
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Het activiteitenverslag, bedoeld in artikel 52:
-
a. behelst een overzicht van de gerealiseerde activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd,
-
b. beschrijft de aard, omvang, duur en wijze van uitvoering van de gerealiseerde activiteiten
waarvoor subsidie wordt aangevraagd en
-
c. beschrijft de met de activiteiten gerealiseerde doelstellingen.
Artikel 54
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Het financieel verslag, bedoeld in artikel 52, geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden
beschouwd, een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent
de kosten en opbrengsten per gerealiseerde activiteit en geeft de nodige informatie
om de subsidie vast te stellen.
Artikel 55
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 De subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 1° wordt vastgesteld op een door de minister te bepalen bedrag dat in het besluit tot
vaststelling wordt genoemd.
Artikel 57
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 8, onderdeel b, c, d, e of f, dient een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in:
-
a. indien het een projectsubsidie betreft: binnen tweeëntwintig weken na afloop van de
periode waarvoor de projectsubsidie is verleend;
-
b. indien het een instellingssubsidie betreft: binnen tweeëntwintig weken na afloop van
het boekjaar waarvoor de instellingssubsidie is verleend.
Artikel 58
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 In de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel b of c, toont de subsidieontvanger op de bij het besluit tot verlening van de subsidie bepaalde
wijze aan dat:
-
2 Indien de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel b, € 125.000 of meer bedraagt, gaat de aanvraag tot vaststelling vergezeld van:
-
a. een assurancerapport van een accountant dat is opgesteld overeenkomstig een door de
minister vastgesteld model met inachtneming van een door de minister vastgesteld protocol;
-
b. een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de subsidie
verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger, opgesteld door een accountant
overeenkomstig een door de minister vastgesteld model met inachtneming van een door
de minister vastgesteld protocol.
Artikel 59
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel b, wordt vastgesteld op een bedrag per gerealiseerde prestatie-eenheid waarvan de hoogte
door de minister bij de verlening is genoemd, voor ten hoogste het maximum aantal
subsidiabele prestatie-eenheden dat door de minister bij de verlening is genoemd.
Artikel 60
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig
is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt
de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel c, vastgesteld op het bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is
genoemd.
Artikel 61
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel d, bestaat uit een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten.
Artikel 62
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 De subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel d, wordt vastgesteld op een bedrag dat bestaat uit de totale werkelijke kosten verminderd
met de totale werkelijke bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage, maar dat
niet hoger is dan het maximum dat door de minister bij de verlening is genoemd.
-
2 Voor het vaststellen van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel d, worden uitsluitend in aanmerking genomen de kosten en bijdragen van derden met betrekking
tot activiteiten waarvoor de subsidie is verleend en die werkelijk zijn verricht.
Artikel 63
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel e of f, bestaat in ieder geval uit een activiteitenverslag en een financieel verslag.
Artikel 64
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Het activiteitenverslag, bedoeld in artikel 63:
-
a. beschrijft de aard, omvang, duur en wijze van uitvoering van de activiteiten waarvoor
subsidie werd verleend,
-
b. bevat een vergelijking van de verrichte activiteiten met de in het activiteitenplan
voorgenomen activiteiten en een toelichting op de verschillen,
-
c. bevat een vergelijking van de nagestreefde doelstellingen met de gerealiseerde doelstellingen
en een toelichting op de verschillen en
-
d. beschrijft in hoeverre is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 65
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Het financieel verslag, bedoeld in artikel 63, geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden
beschouwd, een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over
de besteding van de subsidie door de subsidieontvanger en geeft de nodige informatie
om de subsidie vast te stellen.
-
2 Het financieel verslag, bedoeld in artikel 63, sluit aan op de indeling van de begroting op basis waarvan de subsidie is verleend.
Een verschil tussen het financieel verslag en de begroting van 20% van een afzonderlijke
begrotingspost wordt toegelicht, tenzij het verschil lager is dan € 25.000.
Artikel 66
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 De subsidieontvanger doet het financieel verslag, bedoeld in artikel 63, vergezellen van een controleverklaring van een accountant, opgesteld overeenkomstig
een door de minister vastgestelde model met inachtneming van een door de minister
vastgesteld protocol.
-
2 Het financieel verslag, bedoeld in artikel 63, gaat vergezeld van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van
de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger, opgesteld door
een accountant overeenkomstig een door de minister vastgesteld model met inachtneming
van een door de minister vastgesteld protocol.
Artikel 67
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Op verzoek van de minister legt de ontvanger van de instellingssubsidie, bedoeld in
artikel 8, onderdeel f, in aanvulling op de aanvraag tot vaststelling van de instellingssubsidie een jaarrekening
over.
Artikel 68
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 De projectsubsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel e, wordt vastgesteld op een bedrag dat bestaat uit de werkelijke kosten verminderd
met de werkelijke bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage, maar dat niet
hoger is dan het maximum dat door de minister bij de verlening is genoemd.
-
2 Voor het vaststellen van de projectsubsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel e, worden uitsluitend in aanmerking genomen de kosten en de bijdragen van derden met
betrekking tot activiteiten waarvoor de projectsubsidie is verleend en die werkelijk
zijn verricht.
Artikel 69
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig
is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt
de instellingssubsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel f, vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is
genoemd verminderd met de eventuele overschrijding van de maximaal toegestane toevoeging
aan de egalisatiereserve.
Artikel 70
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Binnen tweeëntwintig weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie,
bedoeld in artikel 8, onderdeel b, c, d, e of f, neemt de minister een besluit op de aanvraag.