Bijlage IV. behorend bij artikel 17
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
A. Model voor het overleggen van informatie t.b.v. dubbeltelling biobrandstoffen
als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Regeling hernieuwbare energie vervoer indien sprake is van biobrandstoffen
geproduceerd uit:
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
-
a.
het lignocellulose deel van grondstoffen,
-
b.
ruwe glycerine,
-
c.
gebruikte frituuroliën en frituurvetten, of
-
d.
dierlijke vetten.
A. Aard van de biobrandstof en de grondstof, herkomst van de grondstof
-
1.
Soort biobrandstof waarop de dubbeltelling wordt toegepast:
Bijvoorbeeld ethanol, butanol, biodiesel (veresterde plantaardige olie), bio-FT-diesel
(via biomassa vergassing en Fischer Tropsch proces verkregen synthetische diesel).
-
2.
Hoeveelheid biobrandstof waarop dubbeltelling wordt toegepast:
-
3.
Grondstof waarvan de biobrandstof afkomstig is:
Indien (een deel van) de biobrandstof is geproduceerd uit het lignocellulose deel
van de grondstof: vul de onderstaande tabel in:
Percentage van biobrandstof afkomstig uit lignocellulosedeel (cellulose, hemicellulose,
lignine) van de grondstof
|
...... %
|
Percentage van biobrandstof afkomstig uit niet-lignocellulose-deel van de grondstof
(o.a. suikers, zetmeel, eiwit, vet)
|
...... %
|
Totaal:
|
100 %
|
Indien (een deel van) de biobrandstof is geproduceerd uit het lignocellulose deel
van de grondstof: geef aan hoe de ingevulde waarden zijn bepaald of berekend. Indien
ze zijn bepaald, voeg de analyses als bijlage toe. Indien ze zijn berekend, voeg de
berekeningen als bijlage toe.
B. Verklaring
Ik verklaar dit formulier volledig en naar waarheid te hebben ingevuld.
C. Ondertekening:
Gegevens geregistreerde:
Naam:
Adres en postcode:
Contactpersoon geregistreerde:
Naam:
voor zover afwijkend van bovenstaand:
Adres:
Postcode woonplaats
Postbus:
Postcode en plaats:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Plaats:
Datum:
Ondertekening door geregistreerde:
B. Model voor het overleggen van informatie t.b.v. dubbeltelling biobrandstoffen
als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Regeling hernieuwbare energie vervoer indien geen sprake is van biobrandstoffen
geproduceerd uit:
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
-
a.
het lignocellulose deel van grondstoffen,
-
b.
ruwe glycerine,
-
c.
gebruikte frituuroliën en frituurvetten, of
-
d.
dierlijke vetten.
A. Aard van de biobrandstof en de grondstof, herkomst van de grondstof
-
1.
Soort biobrandstof waarop de dubbeltelling wordt toegepast:
Bijvoorbeeld ethanol, butanol, biodiesel (veresterde plantaardige olie), bio-FT-diesel
(via biomassa vergassing en Fischer Tropsch proces verkregen synthetische diesel).
-
2.
Hoeveelheid biobrandstof waarop dubbeltelling wordt toegepast
-
3.
Grondstof waarvan de biobrandstof afkomstig is:
-
a.
Indien de grondstof bestaat uit gewasresten:
Beschrijf het hoofdproduct en de wijze waarop de gewasrest als bijproduct is ontstaan.
-
b.
Indien de grondstof afval of een bij- of restproduct is uit een productieproces anders
dan a.:
Beschrijf het productieproces, de wijze waarop het afval of het bij- of restproduct
in dat proces is ontstaan, en, voor zover relevant voor de toetsingscriteria, de manier
waarop deze is ingezameld en beschikbaar is gekomen als grondstof voor biobrandstof.
-
c.
Indien het afval betreft:
Beschrijf de gebruikscyclus die het materiaal heeft doorlopen.
Beschrijf hoe de grondstof is ontstaan:
B. Samenstelling van de grondstof
Vul in de onderstaande tabel de waarden in van de grondstof die is gebruikt voor productie
van biobrandstof. Indien de grondstoffensamenstelling kan fluctueren:
-
• Geef het gemiddelde en de spreiding;
-
• Voeg voor de in te zetten grondstof analyseresultaten bij (literatuurwaarden of waarden
van vergelijkbare, maar qua samenstelling enigszins afwijkende grondstoffen voldoen
niet).
Component
|
Eenheid
|
Waarde (eventueel ook minimum en maximum)
|
Bron van de waarde
|
Drogestofgehalte
|
% van totale gewicht
|
|
|
Organische droge stof
|
% van droge stof
|
|
|
Zetmeel
|
% van droge stof
|
|
|
Cellulose
|
% van droge stof
|
|
|
Hemicellulose
|
% van droge stof
|
|
|
Suikers ¹
|
% van droge stof
|
|
|
Eiwit
|
% van droge stof
|
|
|
Vet
|
% van droge stof
|
|
|
Lignine
|
% van droge stof
|
|
|
As
|
% van droge stof
|
|
|
¹ : de vrije suikers die geen onderdeel uitmaken van het zetmeel, de cellulose en
de hemicellulose.
C. Biobrandstofproductie
-
1. Geef de wijze aan waarop de biobrandstof is geproduceerd.
B.v. via vergassing van biomassa en Fischer Tropsch synthese, via enzymatische voorbehandelingvan
lignocellulose biomassa gevolgd door conventionele fermentatie van C6-suikers tot
ethanol, enz.
-
2. Geef aan welk deel van de biobrandstof is geproduceerd uit het lignocellulosedeel
van de grondstof en welk deel is geproduceerd uit de overige componenten van de grondstof:
-
a. Vul de onderstaande tabel in:
Percentage van biobrandstof afkomstig uit lignocellulosedeel (cellulose, hemicellulose,
lignine) van de grondstof
|
...... %
|
Percentage van biobrandstof afkomstig uit niet-lignocellulose-deel van de grondstof
(o.a. suikers, zetmeel, eiwit, vet)
|
...... %
|
Totaal:
|
100 %
|
-
b. Indien (een deel van) de biobrandstof is geproduceerd uit het lignocellulose deel
van de grondstof: geef aan hoe de ingevulde waarden zijn bepaald of berekend. Indien
ze zijn bepaald, voeg de analyses als bijlage toe. Indien ze zijn berekend, voeg de
berekeningen als bijlage toe.
D. Alternatieve toepassing
Beschrijf op welke wijze(n) de grondstof kan worden toegepast, buiten het gebruik
als grondstof voor biobrandstofproductie.
Het gaat hierbij om de grondstofsoort in zijn algemeenheid, rekening houdende met
de samenstelling en met eventuele wettelijke beperkingen die aan een toepassing van
deze grondstofsoort zijn opgelegd, en niet om een batch/partij grondstof waar deze
betrekking op heeft.
E. Reductie van de broeikasgasemissies
Geef de waarde voor de reductie van broeikasgasemissie van de biobrandstof ten opzichte
van de fossiele biobrandstof die hij vervangt.Geef als de grondstofsamenstelling of
de (efficiëntie van) de productiewijze in de tijd varieert, ook minimum- en maximumwaarden
en leg uit waarvan deze variatie het gevolg is.
F. Verklaring
Ik verklaar dit formulier volledig en naar waarheid te hebben ingevuld.
G. Ondertekening:
Gegevens geregistreerde:
Naam:
Adres:
Postcode en plaats:
Postbus:
Postcode en plaats:
Contactpersoon geregistreerde:
Naam:
voor zover afwijkend van bovenstaand:
Adres:
Postcode woonplaats
Postbus:
Postcode en plaats:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Plaats:
Datum:
Ondertekening door geregistreerde.
Toelichting op de modellen
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Er zijn twee modellen voor het overleggen van informatie t.b.v. dubbeltelling biobrandstoffen,
één model met beperktere informatie voor typen biobrandstoffen:
-
a. die geproduceerd zijn uit het lignocellulose deel van grondstoffen,
-
b. die geproduceerd zijn uit ruwe glycerine,
-
c. uit gebruikte frituuroliën en frituurvetten, of
-
d. uit dierlijke vetten,
en één meer uitgebreid model voor andere typen biobrandstoffen.
Het model dient te worden ingevuld voor iedere partij van een type biobrandstof (bijvoorbeeld
‘bio-ethanol uit stro’ of ‘bio-ethanol uit gewasresten van koolzaad’) waarop dubbeltelling
wordt toegepast. Een grondstof kan zijn een geteeld product, een gewasrest die vrijkomt
bij teelt van andere producten, of een residu of afvalstroom uit een verwerkend proces.
Indien de grondstofsamenstelling varieert in de tijd, dienen naast gemiddelde waarden
ook minimum- en maximumwaarden gegeven te worden. De getallen kunnen worden afgerond
op hele getallen.
Toelichting bij onderdeel D (Alternatieve toepassing)
Indien er alternatieve toepassingen zijn anders dan opwekking van elektriciteit of
warmte, compostering of benutting van het lignocellulose deel van de biomassa als
diervoer, moet, om de wegingsfactor te kunnen toepassen, met een marktanalyse onderbouwd
worden dat met die alternatieve aanwendingen geen of slechts een deel van de totaal
beschikbare hoeveelheid grondstof kan worden verwerkt. Hiermee kan dan het overige
deel van de grondstof alsnog beschikbaar zijn voor energieopwekking (incl. vergisting)
of compostering of moet worden gezien als afvalstroom.