Wijzigingswet Spoorwegwet, enz. (implementatie richtlijn 2007/58/EG, enz.)

Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Wet van 16 december 2010 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten ter implementatie van de richtlijnen 2007/58/EG, 2007/59/EG, 2008/57/EG en 2008/110/EG

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de implementatie van richtlijn 2007/58/EG, richtlijn 2007/59/EG, richtlijn 2008/57/EG en richtlijn 2008/110/EG wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten noodzakelijk maakt, alsmede dat het wenselijk is de Spoorwegwet te wijzigen in verband met de uitvoering van het programma «Beter Geregeld» en in die wet in verband met richtlijn 2004/49/EG de veiligheidsvergunning voor de infrastructuurbeheerder te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

Hoofdspoorweginfrastructuur anders dan bedoeld in artikel 121 van de Spoorwegwet, die voor de inwerkingtreding van deze wet in gebruik is genomen en voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 6, eerste lid, en artikel 7 van de Spoorwegwet zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de dag van de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen B en C van deze wet, wordt aangemerkt als in overeenstemming met artikel 6, eerste lid, van de Spoorwegwet.

Artikel V

  • 1 Na de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen FF en II van deze wet, kunnen tot het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen GG en JJ, van deze wet, certificaten van bekwaamheid voor de veiligheidsfunctie van machinist, voor wat betreft de gradaties machinist met volledige bevoegdheid en machinist met beperkte bevoegdheid worden afgegeven overeenkomstig het bij of krachtens de Spoorwegwet bepaalde, zoals dat bepaalde luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen FF en II van deze wet.

  • 2 De certificaten van bekwaamheid, bedoeld in het eerste lid, blijven geldig.

  • 3 De certificaten van bekwaamheid voor de veiligheidsfunctie van machinist, voor wat betreft de gradaties machinist met volledige bevoegdheid en machinist met beperkte bevoegdheid, die voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen FF en II van deze wet, zijn afgegeven, worden gelijkgesteld met beoordelingen van Onze Minister waaruit blijkt dat hij voldoet aan:

    • a. de krachtens artikel 49, tweede lid, vastgestelde eisen inzake algemene kennis en vaardigheden voor de veiligheidsfunctie van machinist met volledige bevoegdheid respectievelijk van machinist met beperkte bevoegdheid, en

    • b. de krachtens artikel 49, tweede lid, vastgestelde eisen inzake specifieke vakkennis inzake de spoorvoertuigen en de hoofdspoorweginfrastructuur waarop een bevoegdheidsbewijs betrekking kan hebben voor de veiligheidsfunctie van machinist met volledige bevoegdheid respectievelijk van machinist met beperkte bevoegdheid.

  • 4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op de certificaten van bekwaamheid, bedoeld in het eerste lid.

Artikel VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 16 december 2010

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de dertiende mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten