Beleidsregel handhaving verordening (EG) nr. 261/2004 inzake passagiersrechten luchtvaart

Geraadpleegd op 19-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-10-2013.
Geldend van 05-10-2013 t/m heden

Beleidsregel van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende bepalingen in verband met de handhaving van een Europese verordening inzake passagiersrechten in de luchtvaart (Beleidsregel handhaving verordening (EG) nr. 261/2004 inzake passagiersrechten luchtvaart)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 2, onderdeel j, en 5, derde lid, van Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PbEU 2004, L 46), de artikelen 11.15 en 11.16 van de Wet luchtvaart en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. ‘aankomsttijd’: het tijdstip waarop het vliegtuig op de luchthaven van aankomst landt;

  • b. ILT: Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • c. Inspecteur: inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • d. Verordening: Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PbEU 2004, L 46).

Artikel 2

Redelijke gronden voor het weigeren een passagier op een vlucht te vervoeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel j, van de Verordening zijn in elk geval:

  • a. de passagier beschikt niet over toereikende reisdocumenten;

  • b. de aanwezigheid van de passagier in het vliegtuig levert naar het oordeel van de bevoegde autoriteiten of van de luchtvaartmaatschappij een veiligheidsrisico op voor het vliegtuig, voor zijn medepassagiers of voor de bemanning;

  • c. de gezondheidstoestand van de passagier levert, gelet op zijn aanwezigheid in het vliegtuig, een gezondheidsrisico voor hemzelf, voor zijn medepassagiers of voor de bemanning op.

Artikel 3

Van buitengewone omstandigheden is in elk geval sprake in de navolgende gevallen:

  • a. wanneer weersomstandigheden de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen;

  • b. wanneer het vliegtuig waarmee de vlucht zal worden uitgevoerd, door sabotage of terrorisme zodanig is beschadigd, dat de vliegveiligheid niet kan worden gegarandeerd;

  • c. wanneer het vliegtuig waarmee de vlucht zal worden uitgevoerd, bij binnenkomst van de voorafgaande vlucht door een van buiten komende oorzaak, zoals een botsing met een van buiten komend voorwerp of met een of meer vogels, door weersomstandigheden, zoals een blikseminslag, of door een harde landing, mogelijk zodanig beschadigd is dat het niet zonder een extra inspectie voor de volgende vlucht kan vertrekken;

  • d. wanneer de fabrikant van de toestellen waaruit de vloot van de betrokken luchtvaartmaatschappij is samengesteld, of een bevoegde autoriteit, bekend maakt dat deze toestellen mogelijk een gebrek vertonen dat gevolgen kan hebben voor de vliegveiligheid en daarom zo spoedig mogelijk geïnspecteerd moeten worden;

  • e. wanneer op een reeds aangevangen vlucht, dat wil zeggen nadat de blokken voor de wielen zijn weggehaald, een onverwacht vliegveiligheidsprobleem ontstaat dat gevolgen heeft voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert en de piloot om die reden de start of de vlucht afbreekt, bijvoorbeeld vanwege een botsing met een of meer vogels;

  • f. wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor het vliegtuig, waarmee de vlucht zal worden uitgevoerd, de annulering van één of meer vluchten of een vertraging van drie uur of meer veroorzaakt;

  • g. wanneer een staking gevolgen heeft voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, indien:

    • 1°. de staking op een zodanig tijdstip is aangekondigd dat de luchtvaartmaatschappij niet in staat was redelijke maatregelen te treffen om de geplande vlucht uit te voeren, of

    • 2°. de staking plaatsvindt op de luchthaven van aankomst en er een aanmerkelijke kans bestaat dat het vliegtuig ten gevolge van de staking op die luchthaven komt vast te staan.

Artikel 5

  • 1 Een luchtvaartmaatschappij kan de ILT verzoeken om te onderzoeken of de annulering dan wel de vertraging van een of meer van haar vluchten is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden.

  • 2 Indien de ILT bij haar onderzoek tot de conclusie komt dat de annulering of de vertraging van deze vlucht of vluchten door buitengewone omstandigheden is veroorzaakt, publiceert de ILT deze vlucht of vluchten op haar website, zodat de luchtvaartmaatschappij daarnaar kan verwijzen wanneer een passagier bij haar een verzoek indient om een van de in artikel 7 van de Verordening genoemde compensatiebedragen te betalen.

  • 3 Indien de passagier bij de ILT een klacht indient, inhoudende dat de luchtvaartmaatschappij hem ten onrechte geen compensatie, als bedoeld in artikel 7 van de Verordening, heeft betaald, zal de ILT deze klacht zonder nader onderzoek afwijzen.

Artikel 6

  • 1 De luchtvaartmaatschappij die een beroep doet op buitengewone omstandigheden of die een verzoek indient als bedoeld in artikel 5, toont aan dat zij deze omstandigheden zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen niet had kunnen voorkomen door het treffen van maatregelen die op het tijdstip van de buitengewone omstandigheden voldeden aan voorwaarden die voor de betrokken luchtvaartmaatschappij technisch en economisch aanvaardbaar zijn.

  • 2 De luchtvaartmaatschappij kan de buitengewone omstandigheden aantonen door, voor zover van belang voor de betreffende vlucht, kopieën van de volgende documenten aan de ILT over te leggen:

    • het rapport van de piloot,

    • inspectierapporten,

    • reparatierapporten,

    • weerrapporten,

    • rapporten van operaties,

    • rapporten van grondafhandeling.

    Zo nodig kan de ILT ook andere documenten opvragen.

Artikel 7

  • 1 Alvorens een klacht over een vermeende inbreuk op de Verordening bij de ILT in te dienen, maakt een passagier zijn klacht aanhangig bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht heeft uitgevoerd of de vlucht heeft geannuleerd. Klachten van passagiers die hun klacht niet eerst aanhangig hebben gemaakt bij de betrokken luchtvaartmaatschappij worden door de ILT, indien niet tijdig hersteld, niet in behandeling genomen.

  • 2 Passagiers kunnen tot uiterlijk één jaar na de vluchtdatum bij de ILT een klacht indienen over een vermeende inbreuk op de Verordening door de betrokken luchtvaartmaatschappij. De ILT stelt hiervoor een klachtformulier vast, dat op de website van de ILT wordt gepubliceerd.

Artikel 8

Indien een inspecteur heeft geconstateerd dat een luchtvaartmaatschappij één van de in de bijlage bij deze beleidsregel opgenomen boetecatalogus omschreven overtredingen nummers DBC 7.1.1 of DBC 7.1.2 heeft gepleegd, legt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan deze luchtvaartmaatschappij een bestuurlijke boete op overeenkomstig onderstaande tabel:

Overtredingen met betrekking tot compensatiebedrag

bedrag van de boete

125 €

250 €

200 €

400 €

250 €

500 €

300 €

600 €

400 €

800 €

600 €

1.200 €

Artikel 8a

Indien een inspecteur heeft geconstateerd dat een luchtvaartmaatschappij één van de in de bijlage bij deze beleidsregel opgenomen boetecatalogus omschreven overtredingen nummers DBC 4.3.2, DBC 5.1.2 of DBC 6.1.2 heeft gepleegd, legt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan deze luchtvaartmaatschappij een bestuurlijke boete op overeenkomstig onderstaande tabel:

Overtredingen in geval van prijs van het vliegticket

bedrag van de boete

150 € of minder

300 €

meer dan 150 € maar niet meer dan 400 €

800 €

meer dan 400 € maar niet meer dan 1.200 €

2.400 €

Meer dan 1.200 €

5.000 €

Artikel 8b

Indien een inspecteur heeft geconstateerd dat een luchtvaartmaatschappij één van de in de bijlage bij deze beleidsregel opgenomen boetecatalogus omschreven overtredingen heeft gepleegd niet zijnde een overtreding als bedoeld in de artikelen 8 of 8a, legt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan de desbetreffende luchtvaartmaatschappij een bestuurlijke boete van 1.000 € op.

Artikel 8c

De luchtvaartmaatschappij wordt in de gelegenheid gesteld om haar zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Indien de luchtvaartmaatschappij daarbij aantoont de overtreding inmiddels te hebben hersteld, wordt het boetebedrag als bedoeld in de artikelen 8, 8a en 8b gematigd met 50%.

Artikel 9

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel handhaving Verordening (EG) nr. 261/2004 inzake passagiersrechten luchtvaart.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,
namens deze:

de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat

,

J. Thunnissen

Boetecatalogus

Instapweigering

Nummer

Omschrijving overtreding

Artikel

DBC 4.1.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs instapweigering kon verwachten, heeft verzuimd om eerst te vragen of er vrijwilligers zijn die hun boekingen in ruil voor bepaalde voordelen willen opgeven.

4, lid 1

DBC 4.1.2

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft een vrijwilliger geen aanvullende bijstand overeenkomstig artikel 8 van de Verordening verstrekt.

4, lid 1

DBC 4.3.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft aan een passagier die zonder redelijke grond tegen zijn wil de toegang tot een vlucht is geweigerd, niet de keuzemogelijkheden van artikel 8, eerste lid, van de Verordening geboden.

4, lid 3 jo. 8, lid 1

DBC 4.3.2

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft aan een passagier, die zonder redelijke grond tegen zijn wil de toegang tot een vlucht is geweigerd en die gekozen heeft voor volledige terugbetaling van het ticket, niet binnen zeven dagen de prijs waarvoor het ticket was gekocht terugbetaald.

4, lid 3, jo. 8, lid 1

DBC 4.3.3

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft verzuimd om aan passagiers die zonder redelijke grond tegen hun wil de toegang tot een vlucht is geweigerd, gratis maaltijden en verfrissingen aan te bieden.

4, lid 3 jo. 9, lid 1, onder a

DBC 4.3.4

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft verzuimd om aan passagiers die zonder redelijke grond tegen hun wil de toegang tot een vlucht is geweigerd, wanneer een verblijf van één of meer nachten noodzakelijk wordt, gratis hotelaccommodatie en gratis vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de hotelaccommodatie aan te bieden.

4, lid 3 jo. 9, lid 1, onder b en c

DBC 4.3.5

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft passagiers, die recht hebben op gratis verzorging, niet in de gelegenheid gesteld om twee gratis telefoongesprekken te voeren of telex- of fax- of e-mailberichten te verzenden.

4, lid 3 jo. 9, lid 2

Annulering

Nummer

Omschrijving overtreding

Artikel

DBC 5.1.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft aan een passagier wiens vlucht is geannuleerd, niet de keuzemogelijkheden van artikel 8, eerste lid, van de Verordening geboden.

5, lid 1 jo. 8, lid 1

DBC 5.1.2

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, heeft aan een passagier, wiens vlucht is geannuleerd en die gekozen heeft voor volledige terugbetaling van het ticket, niet binnen zeven dagen de prijs waarvoor het ticket was gekocht terugbetaald.

5, lid 1, jo. 8, lid 1

DBC 5.1.3

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft verzuimd om aan passagiers, wier vlucht is geannuleerd, gratis maaltijden en verfrissingen aan te bieden.

5, lid 1 jo. 9, lid 1, onder a

DBC 5.1.4

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft verzuimd om aan passagiers, wier vlucht is geannuleerd, wanneer een verblijf van één of meer nachten noodzakelijk wordt, gratis hotelaccommodatie en gratis vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de hotelaccommodatie aan te bieden.

5, lid 1 jo. 9, lid 1, onder b en c

DBC 5.1.5

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft passagiers, die recht hebben op gratis verzorging, niet in de gelegenheid gesteld om twee gratis telefoongesprekken te voeren of telex- of fax- of e-mailberichten te verzenden.

5, lid 1 jo. 9, lid 2

DBD 5.2.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft aan een passagier, wiens vlucht is geannuleerd, niet uitgelegd welk alternatief vervoer er voorhanden is.

5, lid 2

Vertraging

Nummer

Omschrijving overtreding

Artikel

DBC 6.1.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, heeft aan een passagier, wiens vlucht met ten minste vijf uur is vertraagd, niet de keuzemogelijkheid van artikel 8, eerste lid, onder a, van de Verordening geboden.

6, lid 1, jo. 8, lid 1, onder a

DBC 6.1.2

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, heeft aan een passagier, wiens vlucht met ten minste vijf uur is vertraagd en die gekozen heeft voor volledige terugbetaling van het ticket, niet binnen zeven dagen de prijs, waarvoor het ticket was gekocht, terugbetaald.

6, lid 1, jo. 8, lid 1

DBC 6.1.3

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs kon verwachten dat een vlucht van 1.500 km of minder een vertraging van twee uur of meer tot na de geplande vertrektijd zou oplopen, heeft verzuimd om de passagiers binnen twee uur gratis maaltijden en verfrissingen aan te bieden.

6, lid 1, onder a jo. 9, lid 1, onder a

DBC 6.1.4

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs kon verwachten dat de vertrektijd van een vlucht van 1.500 km of minder ten vroegste daags na de geplande vertrektijd zou zijn, heeft verzuimd om de passagiers binnen twee uur gratis hotelaccommodatie en gratis vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de hotelaccommodatie aan te bieden.

6, lid 1, onder a jo. 9, lid 1, onder b en c

DBC 6.1.5

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs kon verwachten dat een intracommunautaire vlucht van meer dan 1.500 km of een andere vlucht tussen 1.500 en 3.500 km een vertraging van drie uur of meer tot na de geplande vertrektijd zou oplopen, heeft verzuimd om de passagiers binnen drie uur gratis maaltijden en verfrissingen aan te bieden.

6, lid 1, onder b jo. 9, lid 1, onder a

DBC 6.1.6

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs kon verwachten dat de vertrektijd van een intracommunautaire vlucht van meer dan 1.500 km of een andere vlucht tussen 1.500 en 3.500 km ten vroegste daags na de geplande vertrektijd zou zijn, heeft verzuimd om de passagiers binnen drie uur gratis hotelaccommodatie en gratis vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de hotelaccommodatie aan te bieden.

6, lid 1, onder b jo. 9, lid 1, onder b en c

DBC 6.1.7

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs kon verwachten dat een vlucht van meer dan 3.500 km een vertraging van vier uur of meer tot na de geplande vertrektijd zou oplopen, heeft verzuimd om de passagiers binnen vier uur gratis maaltijden en verfrissingen aan te bieden.

6, lid 1, onder c jo. 9, lid 1, onder a

DBC 6.1.8

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en redelijkerwijs kon verwachten dat de vertrektijd van een vlucht van meer dan 3.500 km ten vroegste daags na de geplande vertrektijd zou zijn, heeft verzuimd om de passagiers binnen vier uur gratis hotelaccommodatie en gratis vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de hotelaccommodatie aan te bieden.

6, lid 1, onder c jo. 9, lid 1, onder b en c

DBC 6.1.9

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft passagiers, die recht hebben op gratis verzorging, niet in de gelegenheid gesteld om twee gratis telefoongesprekken te voeren of telex- of fax- of e-mailberichten te verzenden.

6, lid 1 jo. 9, lid 2

Compensatie

Nummer

Omschrijving overtreding

Artikel Verordening

DBC 7.1.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, heeft verzuimd om aan een passagier die zonder redelijke grond tegen zijn wil de toegang tot een vlucht is geweigerd onmiddellijk het in artikel 7 van de Verordening genoemde compensatiebedrag te betalen.

7, jo. 4, lid 3

DBC 7.1.2

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft geweigerd om aan een passagier, wiens vlucht is geannuleerd en aan wie niet een andere vlucht is aangeboden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c, van de Verordening, of wiens vlucht drie of meer uren na de oorspronkelijk geplande aankomsttijd de eindbestemming heeft bereikt, en die bij haar een verzoek tot het betalen van compensatie heeft ingediend, het in artikel 7 van de Verordening genoemde compensatiebedrag te betalen, hoewel zij niet heeft kunnen aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden.

7, jo. 5, 6 en jurisprudentie Europese Hof van Justitie C-402/07 + C-432/07 en C-629/10

Personen met beperkte mobiliteit of met bijzondere behoeften

Nummer

Omschrijving overtreding

Artikel

DBC 11.1.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft geen voorrang gegeven aan personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders of officiële geleidehonden of aan alleenreizende kinderen.

11, lid 1

DBC 11.2.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft bij het verzorgen van de passagiers geen bijzondere aandacht geschonken aan de behoeften van personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders of aan de behoeften van alleenreizende kinderen, of er niet voor gezorgd dat deze verzorging hen zo spoedig mogelijk wordt geboden.

11, lid 2 jo. 9, lid 3

Informatieplicht

Nummer

Omschrijving overtreding

Artikel

DBC 14.1.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft er niet voor gezorgd dat bij het inchecken een goed leesbaar bericht is uitgehangen, dat voor de passagiers duidelijk zichtbaar is.

14, lid 1

DBC 14.1.2

De tekst van het uitgehangen bericht is niet in overeenstemming met de in artikel 14, eerste lid, van de Verordening voorgeschreven tekst.

14, lid.1

DBC 14.2.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft er niet voor gezorgd dat iedere passagier die door instapweigering of door annulering van een vlucht is getroffen of wiens vlucht minstens twee uur vertraging heeft, een schriftelijke mededeling ontvangt, waarin zijn uiteengezet de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig de Verordening, en waarin de adresgegevens van de Inspectie Verkeer en Waterstaat zijn vermeld.

14, lid 2

DBC 14.3.1

De luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert heeft er niet voor gezorgd dat aan blinde of visueel gehandicapte passagiers de in artikel 14 van de Verordening bedoelde informatie met behulp van alternatieve passende middelen wordt verstrekt.

14, lid 3