Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

[Regeling vervallen per 01-04-2014.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012.
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-03-2014

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

De boetebedragen in deze richtlijn zijn geïndexeerd met 20 procent conform de door de minister voorgestelde verhoging per 1 januari 2012, waarbij de bedragen conform de Aanwijzing kader voor strafvordering zijn afgerond. In de richtlijn zijn verder verwijzingen naar relevante OM-beleidsregels geactualiseerd.

Beschrijving

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Op 1 november 1999 is de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet ’98) inwerking getreden. De wet is ten opzichte van de ‘oude’ Arbeidsomstandighedenwet op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Ook is de bestuurlijke boete geïntroduceerd. Het strafrecht is nog slechts gereserveerd voor ongevallen waarbij derden zijn betrokken, voor situaties waarin gewerkt wordt met enkele gevaarlijke stoffen en voor gevallen van herhaalde recidive. Daarnaast is het strafrecht van toepassing op gevallen, waarin de werkgever ‘naar hij weet of redelijkerwijze moet weten’ zijn werknemers in gevaar brengt of het bevel tot stillegging van het werk negeert.

Ernstige inbreuken op de Arbowet ’98 zijn in de wet strafbaar gesteld. Zij worden strafrechtelijk gehandhaafd. Van overtreding van de desbetreffende voorschriften, gesteld bij of krachtens de Arbowet ’98, wordt door de opsporingsambtenaren direct proces-verbaal opgemaakt. De strafbare feiten betreffen economische delicten als bedoeld in artikel 1, onder 3°, van de Wet op de economische delicten (WED); dit zijn:

Strafvorderingsbeleid

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

1. Polaris-systematiek

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

In de onderhavige richtlijn voor strafvordering wordt gebruik gemaakt van het Polaris-puntensysteem, zoals beschreven in de Aanwijzing Kader voor strafvordering. Voor de waarde van één sanctiepunt wordt verwezen naar genoemde aanwijzing.

2. Transigeren of dagvaarden

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Er kunnen zich situaties voordoen waarin – ondanks het advies ‘dagvaarden’ in deze richtlijn – de voorkeur moet worden gegeven aan transigeren. Dit is bijvoorbeeld het geval indien het bedrijf wil onderhandelen over het voorkomen van verdere strafvervolging en daarbij onomstotelijk duidelijk maakt dat de veiligheid in het bedrijf verbeterd is, alsmede dat voor uitkering aan slachtoffers of nabestaanden is c.q. zal worden zorg gedragen. Deze mogelijkheid kan worden geboden als een herhaling van de overtreding niet is te verwachten. Ondanks de gebleken goede wil van de werkgever in dit soort gevallen, kan toch de voorkeur worden gegeven aan dagvaarden, met name uit het oogpunt van publiciteit en ter voorkoming van een uitwaaierend effect van dit soort overtredingen.

Als de hoogte van het transactievoorstel daar aanleiding toe geeft, dient gehandeld te worden conform de Aanwijzing hoge transacties en transacties in bijzondere zaken.

3. Het voegen van de benadeelde partij

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Indien het slachtoffer van een arbeidsongeval (in geval van een economisch delict in de zin van de WED) dan wel zijn nabestaande(n) in het proces-verbaal heeft aangegeven schadevergoeding te wensen en/of op de hoogte te willen blijven van de gang van zaken volgend op het proces-verbaal, houdt het Openbaar Ministerie (OM) het slachtoffer / de nabestaande(n ) van voor hem / hen relevante beslissingen in de strafzaak op de hoogte.

Het OM tracht zoveel mogelijk een schaderegeling tussen verdachte en slachtoffer tot stand te brengen, bij voorkeur in een zo vroeg mogelijk stadium van het strafproces. De Aanwijzing slachtofferzorg is van toepassing.

4. Recidive

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Onder recidive wordt in deze richtlijn verstaan: een zelfde of vergelijkbare overtreding van de Arbowet ’98, gepleegd binnen twee jaar na een eerdere veroordeling of betaalde transactie.

5. Sancties overtredingen van voorschriften gesteld bij of krachtens:

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Overtredingen waarbij geen of licht letsel is ontstaan

Categorie

Transactie

Eis ter zitting

1e recidive

2e c.q. herhaalde recidive

Werkgever

Klein bedrijf

50 punten

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Werkgever middelgroot bedrijf

100 punten

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Werkgever

Groot bedrijf

150 punten

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Werknemer

15 punten

+ 20%

+ 10%

+ 20%

         
Overtredingen waarbij ernstig letsel is ontstaan

Categorie

Transactie

Eis ter zitting

1e recidive

2e c.q. herhaalde recidive

Werkgever

Klein bedrijf

120 punten

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Werkgever middelgroot bedrijf

180 punten

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Werkgever

Groot bedrijf

240 punten

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Overtredingen waarbij dodelijk letsel is ontstaan

Categorie

Transactie

Eis ter zitting

1e recidive

2e c.q. herhaalde recidive

Werkgever

Klein bedrijf

n.v.t.

180 punten

+ 50%

+ 100%

Werkgever middelgroot bedrijf

n.v.t.

240 punten

+ 50%

+ 100%

Werkgever

Groot bedrijf

n.v.t.

360 punten

+ 50%

+ 100%

6. Sancties voor als misdrijven aangewezen economische delicten, te weten overtredingen van voorschriften

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

gesteld bij:

De maximale straf, die opgelegd kan worden voor deze delicten is ex artikel 6, lid 1, onder 2°, van de WED ‘een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van de vierde categorie’.

Overtredingen ex. artikel 28, zevende lid

Categorie

Transactie

Eis ter zitting

1e recidive

2e c.q. herhaalde recidive

Werkgever

Ten minste 100 punten voorts sterk afhankelijk van feiten en omstandigheden waaronder het feit werd gepleegd.

+ 20%

+ 50%

+ 100%

Overtredingen ex. artikel 32 Arbowet ’98

Categorie

Transactie

Eis ter zitting

1e recidive

2e c.q. herhaalde recidive

Werkgever

n.v.t.

Boete (of gevangenisstraf of beide bij natuurlijk persoon), sterk afhankelijk van feiten en omstandigheden waaronder het feit werd gepleegd.

Hoogte van de te vorderen boete kan gerelateerd worden aan de som van de bestuurlijke boetes, die opgelegd zouden kunnen worden voor de onderliggende beboetbare feiten.

De som van deze boetebedragen dient dan ten minste verdubbeld te worden.

+ 50%

+ 100%

In verband met de bewijsbaarheid kan het een optie zijn om, tegelijkertijd met of in plaats van overtredingen van de Arbowet ’98, te vervolgen voor overtreding van de artikelen 307 of 308 Wetboek van Strafrecht (WvSr). De maximale straf op deze laatstgenoemde feiten is gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste negen maanden c.q. zes maanden of een geldboete van de vierde categorie.

7. Sancties voor overtredingen van het voorschrift van artikel 33, lid 3, Arbowet ’98

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Bij deze overtredingen gaat het om de derde overtreding van een beboetbaar feit, waaraan twee keer eerder binnen een periode van 48 maanden voorafgaande aan de pleegdatum van de derde overtreding een bestuurlijke boete werd opgelegd ter zake van overtredingen, die in artikel 33, lid 1 en 2, Arbowet ’98 zijn aangewezen als beboetbare feiten. Deze twee voorafgaande overtredingen zijn bestuursrechtelijk door middel van boetebeschikkingen door de toezichthouder afgedaan. Voor de vaststelling van de straf gelden de eerder opgelegde bestuurlijke boetebedragen als uitgangspunt. Afschriften van de voorafgaande boetebeschikkingen dienen in het proces-verbaal te zijn gevoegd.

Overtredingen ex. Artikel 33, lid 3

Categorie

Transactie

Eis ter zitting

1e recidive

2e c.q. herhaalde recidive

Werkgever of werknemer

Bedrag 1e opgelegde bestuurlijke boete

+ 100%

Transactiebedrag + 20%

+ 50% (werkgever) + 10% (werknemer)

+ 100% (werkgever) + 20% (werknemer)

8. Economisch voordeel

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Indien het financieel gewin door de overtreding groter is dan de maximum op te leggen geldboete(s), kan onverminderd het bepaalde in artikel 23, lid 7, WvSr een geldboete worden opgelegd van de naast hogere categorie. In dit verband is van belang dat bij overtredingen van de Arbowet ’98 bedrijfseconomische gronden vaak een rol spelen doordat wordt bespaard op noodzakelijke voorzieningen.

De Aanwijzing ontneming is van overeenkomstige toepassing.

9. Voorlopige maatregel

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Met name in die gevallen waarin structurele maatregelen dienen te worden genomen teneinde aan een overtreding een einde te maken, kan het hanteren van een voorlopige maatregel ex de artikelen 28 en 29 WED effect sorteren.

10. Bijkomende straffen

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

10.1. (voorwaardelijke) stillegging

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

In voorkomende gevallen kan een (voorwaardelijke) stillegging van een bedrijf als bijkomende straf worden geëist, gezien de preventieve werking die daarvan uitgaat.

10.2. Publicatie vonnis

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Ook van de publicatie van een vonnis gaat preventieve werking uit, zodat ook deze bijkomende straf voor toepassing in aanmerking komt.

11. Omvang onderneming

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Gelet op artikel 396 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is sprake van een klein bedrijf indien gemiddeld minder dan 50 personen in de rechtspersoon werkzaam zijn. Van 50–250 werknemers kan men spreken van een middelgroot bedrijf, terwijl bij 250 werknemers en meer sprake is van een groot bedrijf.

Uitgangspunt voor bepaling van de grootte / omvang van een bedrijf is het aantal werknemers, waarvan het handelsregisteruittreksel van de Kamers van Koophandel melding maakt. Gaat het om een filiaal c.q. nevenvestiging van een groot bedrijf of grote onderneming, dan is de indeling in bedrijfsgrootte afhankelijk van de vraag of de verwijtbaarheid van de gepleegde overtreding toe te rekenen is aan de bedrijfsleiding van het hoofd- of moederbedrijf of veel meer aan de bedrijfsleider / filiaalhouder / bedrijfsleiding van het filiaal c.q. nevenvestiging. In het laatste geval is de grootte van het filiaal c.q. nevenvestiging doorslaggevend voor de bepaling van de sanctie.

Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-04-2014]

Deze richtlijn voor strafvordering is uitsluitend geldig ten aanzien van strafbare feiten gepleegd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.