Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2012

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012.
Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Verordening van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers van logiesverstrekkende bedrijven op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2012 ten behoeve van de Nederlandse Hotelclassificatie (Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2012)

Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

§ 1. Begripsbepalingen en het toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

logiesverstrekkende onderneming

:

een onderneming, waarvoor het bedrijfschap is ingesteld, waar logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht;

logieseenheid

:

de daartoe ingerichte kamer of overeenkomstige ruimte, waarin logies wordt verstrekt, met uitzondering van slaapzalen;

heffingsplichtige

:

een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet-rechtspersoonlijkheidbezittende vennootschap, die één of meer logiesverstrekkende ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2012;

secretaris

:

de secretaris van het bedrijfschap

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een logiesverstrekkende onderneming drijven.

§ 2. De bestemmingsheffing

Artikel 3

  • 1 De heffingsplichtige is voor het jaar 2012 per logiesverstrekkende onderneming een bestemmingsheffing verschuldigd op grondslag van het aantal logieseenheden, waarover de logiesverstrekkende onderneming beschikt. Hiervoor geldt de volgende tabel:

    Aantal logieseenheden

     

    Bestemmingsheffing (in €)

    Van

    Tot en met

     

    1 -

    5

    40,00

    6 -

    10

    68,00

    11 -

    20

    90,00

    21 -

    50

    135,00

    51 -

    100

    255,00

    Meer dan

    100

    320,00

  • 3 Aan de heffingsplichtige kan een aftrek van 10% worden toegekend op de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, indien hij over het jaar 2011 contributie heeft betaald als lid van:

    • Koninklijke Horeca Nederland,

    • de Vereniging van Recreatie-Ondernemers Nederland RECRON,

    • het Nederlands Horeca Gilde of een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

      • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen,

      • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal-Economische Raad,

      • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

      • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

      • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

§ 3. Vaststelling en oplegging van de bestemmingsheffing

Artikel 4

  • 1 De heffingsplichtige wordt in de gelegenheid gesteld per logiesverstrekkende onderneming een opgave te doen van het aantal logieseenheden.

  • 2 De heffingsplichtige doet de in het eerste lid bedoelde opgave binnen vier weken na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld.

  • 3 Ingeval van wijziging van het aantal logieseenheden is de heffingsplichtige verplicht daarvan binnen een maand opgave te doen.

  • 4 Uitvoering van het eerste lid kan achterwege blijven indien de heffingsplichtige al eens een opgave heeft gedaan van het aantal logieseenheden ten behoeve van de vaststelling van een bestemmingsheffing over een ander jaar.

  • 5 Gegevens met betrekking tot de bestemmingsheffing zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende:

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap;

    • b. niet onder vermelding van de persoon of onderneming waarop de bestemmingsheffing betrekking heeft worden bekendgemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de manager of andere personen van de afdeling Registratie en Heffing van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en het Hoofdbedrijfschap Ambachten en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voor zover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 6 Bekendmaking van gegevens met betrekking tot de bestemmingsheffing blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon of onderneming waarop zij betrekking hebben achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens of uit één of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 5

  • 1 De bestemmingsheffing wordt vastgesteld op grond van de meest recente opgave als bedoeld in artikel 4.

  • 2 Indien geen of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan, wordt de bestemmingsheffing vastgesteld op basis van een schatting.

§ 4. De betaling van de bestemmingsheffing

Artikel 6

  • 1 De heffingsplichtige voldoet de bestemmingsheffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 2 Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

  • 3 Bij niet tijdige betaling van de bestemmingsheffing:

    • a. kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht, welke minimaal € 6,- en maximaal € 14,- van het openstaande bedrag bedragen;

    • b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten.

    De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden vastgesteld volgens de staffel incassokosten kantonrechters.

§ 6. Mandaatsbepalingen

Artikel 8

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, mogen door de secretaris van het bedrijfschap worden ondergemandateerd.

  • 3 De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap.

Zoetermeer, 16 november 2011

P.J. Biesheuvel

voorzitter

W. Spaink

secretaris