Regeling aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (overheveling van [...] revalidatiezorg van AWBZ naar Zorgverzekeringswet)

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-07-2012.
Geldend van 04-07-2012 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 juni 2012, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de overheveling van geriatrische revalidatiezorg van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 13 mei 2011 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2010/11, 30 597, nr. 184);

Gelet op het verslag van een schriftelijk overleg met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 22 juni 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 30 597, nr. 200);

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet marktordening gezondheidszorg;

  • b. zorgautoriteit: Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

  • c. specialist ouderengeneeskunde: arts die als verpleeghuisarts of specialist ouderengeneeskunde is geregistreerd door de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratiecommissie;

  • d. geriatrische revalidatiezorg: revalidatiezorg zoals een specialist ouderengeneeskunde pleegt te bieden;

  • e. dbc: diagnose-behandelingcombinatie;

  • f. zzp: zorgzwaartepakket;

  • g. Aanwijzing nhc’s: Aanwijzing inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ van 12 juli 2011 (Stcrt. 2011, 13319), zoals gewijzigd bij de Aanwijzing houdende wijziging van de aanwijzing inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ van 8 augustus 2011 (Stcrt. 2011, 16189);

  • h. nhc: normatieve huisvestingscomponent in de zin van de Aanwijzing nhc’s;

  • i. AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

  • j. bestaande zorgaanbieder: zorgaanbieder die geriatrische revalidatiezorg biedt en die daartoe vóór 1 januari 2012 productieafspraken heeft gemaakt met een zorgkantoor.

Artikel 3. uitvoering aanwijzing

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing tijdig vóór 1 januari 2013 regels of beleidsregels vast. Tevens stelt zij tijdig vóór 1 januari 2013 de grenzen vast, bedoeld in de artikelen 9 en 10 van deze aanwijzing.

Paragraaf 2. Nieuw bekostigingssysteem

Artikel 4. prestatiebeschrijving

De zorgautoriteit voert met ingang van 2013 een bekostigingssysteem in voor geriatrische revalidatiezorg, waarbij de prestatiebeschrijvingen gebaseerd zijn op dbc-zorgproducten. Zij hanteert daarbij als vertrekpunt de thans bestaande prestatiebeschrijvingen voor herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging (zzp VV9a) en AWBZ-revalidatie in dagbehandeling (H801).

Artikel 5. tarief

  • 2 De zorgautoriteit verwerkt de kapitaallasten volledig in de maximumtarieven. Zij neemt daarbij de kapitaallasten behorend bij de bestaande prestatiebeschrijvingen, genoemd in artikel 4, als vertrekpunt, met dien verstaande dat zij wat betreft zzp VV9a rekent met de volledige nhc.

Artikel 6. budgettaire neutraliteit

De zorgautoriteit voert het nieuwe bekostigingssysteem macrobudgettair neutraal in. Het hiermee gemoeide bedrag is € 817 mln (prijspeil 2012)

Paragraaf 3. Overgangsregime bestaande zorgaanbieders

Artikel 7. omzet

  • 1 De zorgautoriteit stelt per bestaande zorgaanbieder met betrekking tot de afrekening van het jaar 2013 ambtshalve een verrekenbedrag vast. Dit bedrag is het positieve of negatieve verschil tussen het totale bedrag dat een bestaande zorgaanbieder in 2013 op basis van het nieuwe bekostigingssysteem, bedoeld in artikel 4, voor geleverde zorg rechtsgeldig in rekening heeft gebracht of zou hebben kunnen brengen, ten opzichte van het bedrag dat die aanbieder in 2013 rechtsgeldig in rekening had kunnen brengen als het bekostigingssysteem voor AWBZ-zorg nog van toepassing was geweest.

  • 2 Indien de zorgautoriteit voor een zorgaanbieder een positief verrekenbedrag vaststelt, stelt zij een sluittarief per relevante zorgverzekeraar vast naar rato van het aandeel van de desbetreffende zorgverzekeraar in de omzet van die aanbieder.

  • 3 Indien de zorgautoriteit voor een zorgaanbieder een negatief verrekenbedrag vaststelt, stelt zij, met toepassing van artikel 56b van de wet, een vereffeningbedrag per relevante zorgverzekeraar vast naar rato van het aandeel van de desbetreffende zorgverzekeraar in de omzet van die aanbieder.

Artikel 8. kapitaallasten

De zorgautoriteit voorziet met betrekking tot de kapitaallasten van bestaande zorgaanbieders, met inachtneming van de Aanwijzing nhc’s, in een overgangsregime, waarin:

  • a. de kapitaallasten op basis van de volledige nhc’s worden verwerkt in de maximumtarieven van de dbc-zorgproducten, bedoeld in artikel 4;

  • b. het verschil in opbrengst dat ontstaat door toepassing van de beleidsregels van de zorgautoriteit ter uitwerking van het bepaalde onder a en de opbrengst die zou zijn ontstaan bij toepassing van de beleidsregels ter uitwerking van het bepaalde in artikel 7 van de Aanwijzing nhc’s, na afloop van het jaar wordt verrekend via nacalculatie op de aanvaardbare kosten AWBZ van de desbetreffende zorgaanbieder.

Paragraaf 4. Macrobeheersmodel

Artikel 9. macrogrens

  • 2 De zorgautoriteit stelt de macrogrens, bedoeld in het eerste lid, en de individuele grenzen, bedoeld in artikel 10, vast op grond van het bedrag voor zorg dat voor 2013 ten hoogste beschikbaar is, zijnde € 730 miljoen (prijspeil 2012).

Artikel 10. individuele grenzen

  • 1 De zorgautoriteit stelt ambtshalve per individuele zorgaanbieder voor het jaar 2013 een individuele grens vast, zijnde een bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onder c, van de wet. Daarbij houdt zij als volgt rekening met de macrogrens:

    • a. indien de zorgaanbieders samen de macrogrens niet overschrijden, is de individuele grens voor een zorgaanbieder gelijk aan de door die aanbieder in 2013 gerealiseerde omzet;

    • b. indien de zorgaanbieders samen de macrogrens wel overschrijden, is de individuele grens voor een aanbieder gelijk aan het procentuele aandeel van de omzet van die aanbieder in de totale omzet van alle zorgaanbieders gezamenlijk vermenigvuldigd met het bedrag dat de zorgautoriteit heeft vastgesteld als macrogrens.

  • 2 Tot de in 2013 gerealiseerde omzet behoort mede het verrekenbedrag dat voor een zorgaanbieder is vastgesteld op grond van artikel 7.

  • 4 Tot de omzet van een zorgaanbieder worden niet gerekend de nacalculatiebedragen die voortvloeien uit de toepassing van de beleidsregels van de zorgautoriteit ter uitwerking van artikel 8.

Artikel 11. handhaving macrogrens

De zorgautoriteit handhaaft de macrogrens door handhaving van de individuele grenzen, bedoeld in artikel 10, eerste lid.

Artikel 12. macrogrens niet overschreden

  • 1 Indien door alle zorgaanbieders samen de macrogrens niet is overschreden, stelt de zorgautoriteit ambtshalve vast dat voor iedere zorgaanbieder de individuele grens gelijk is aan de door die aanbieder in 2013 gerealiseerde omzet.

  • 2 De zorgautoriteit doet een vaststelling als bedoeld in het eerste lid niet dan nadat ik haar uiterlijk 1 december 2014 schriftelijk heb laten weten dat het bedrag, genoemd in artikel 9, tweede lid, niet is overschreden.

Artikel 13. macrogrens wel overschreden

  • 1 Indien door alle zorgaanbieders samen de macrogrens is overschreden, geeft de zorgautoriteit de individuele zorgaanbieders ambtshalve een aanwijzing in de zin van artikel 76, tweede lid, van de wet, tot de afdracht aan het Zorgverzekeringsfonds van een door de zorgautoriteit vastgesteld bedrag.

  • 2 Het individueel af te dragen, door de zorgautoriteit vast te stellen bedrag is voor iedere zorgaanbieder gelijk aan het procentuele aandeel van de omzet van die aanbieder in de totale omzet in het jaar 2013 van alle aanbieders samen, vermenigvuldigd met het bedrag, bedoeld in het derde lid, dat de zorgautoriteit als basis dient te nemen voor de handhaving.

  • 3 De zorgautoriteit geeft een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid niet dan nadat ik haar uiterlijk 1 december 2014 schriftelijk heb laten weten dat het bedrag, genoemd in artikel 9, tweede lid, is overschreden, onder vermelding van het bedrag dat de zorgautoriteit als basis dient te nemen voor de handhaving van de macrogrens.

Paragraaf 5. Overige bepalingen

Artikel 14. impactanalyse

De zorgautoriteit stuurt mij uiterlijk 1 september 2013 een onderbouwde, kwalitatieve analyse van de (mogelijk) gevolgen van de invoering van het nieuwe bekostigingssysteem, bedoeld in paragraaf 2, en de werking van het overgangsregime, bedoeld in paragraaf 3.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers