Mandaatregeling hoofden clusters van Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012

Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-11-2012.
Geldend van 05-11-2012 t/m 21-01-2013

Regeling van de secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 3 januari 2012, nr. 5719732, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan de hoofden van de clusters van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012)

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Van het ingevolge artikel 2 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 aan de secretaris-generaal verleende mandaat wordt ondermandaat verleend aan de hoofden van de clusters, genoemd in artikel 2, onder b tot en met g, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ten aanzien van de aangelegenheden die hun cluster betreffen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 1205, datum inwerkingtreding 22-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 05-11-2012.

Van het ingevolge artikel 2 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 aan de secretaris-generaal verleende mandaat wordt ondermandaat verleend aan de hoofden van de clusters, genoemd in artikel 2, onder b tot en met h, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ten aanzien van de aangelegenheden die hun cluster betreffen.

Artikel 2

Aan de secretaris-generaal blijft voorbehouden de bevoegdheid om besluiten te nemen, indien deze:

Artikel 3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De hoofden van de clusters, genoemd in artikel 2, onder b tot en met g, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 worden aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun cluster ressorterende ambtenaren.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 1205, datum inwerkingtreding 22-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 05-11-2012.

De hoofden van de clusters, genoemd in artikel 2, onder b tot en met h, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 worden aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun cluster ressorterende ambtenaren.

Artikel 4

Besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger behoeven de instemming van het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 5

De Mandaatregeling DG’s, NCTb en plv. SG Justitie 2005 en het Taak- en bevoegdheidsbesluit pSG Justitie worden ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2011.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling hoofden clusters van Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

J. Demmink