Beleidsregels proefplaatsing UWV 2013

Geraadpleegd op 25-11-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Artikel 1. Algemene begrippen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • a) Arbeidsongeschikten: personen die al dan niet gedeeltelijk recht hebben op een uitkering op grond van de Wet WIA, Wet Wajong, WAO of WAZ, dan wel recht hebben op arbeidsondersteuning als bedoeld in artikel 2:15 van de Wet Wajong;

  • b) Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die een medewerker onder zijn leiding en toezicht in het kader van een uitzend- of detacheringovereenkomst werkzaamheden laat uitvoeren;

  • c) Proefplaatsing: het verrichten van onbeloonde arbeid door een uitkeringsgerechtigde bij een werkgever met behoud van uitkering met als doel de inschakeling van de uitkeringsgerechtigde in reguliere arbeid bij deze werkgevert e bevorderen;

  • d) Startkwalificatie: een mbo-diploma op niveau 2 of hoger of een havo- of vwo-diploma.

  • e) Uitzendbeding: een bepaling als bedoeld in artikel 7:691, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek;

  • f) UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Artikel 2. Doelgroep van de proefplaatsing

  • 1 Met inachtneming van de wettelijke bepalingen kan UWV toestemming verlenen voor proefplaatsing aan de volgende uitkeringsgerechtigden:

    • a. ZW-gerechtigden;

    • b. WW-gerechtigden die ten minste drie maanden werkloos zijn;

    • c. WW-gerechtigden die korter dan drie maanden werkloos zijn, en die

      • de leeftijd van 27 jaar nog niet hebben bereikt en geen startkwalificatie hebben; of

      • geen recht (meer) hebben op een ZW-uitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat zij geschikt zijn bevonden voor algemeen geaccepteerde arbeid;

    • d. arbeidsongeschikten.

  • 2 Toestemming voor proefplaatsing wordt geweigerd indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de uitkeringsgerechtigde ook zonder proefplaatsing kan worden aangenomen voor dat werk.

Artikel 3. Inspanningsverplichting van de uitkeringsgerechtigde tijdens de proefplaatsing

De uitkeringsgerechtigde is verplicht zich naar vermogen in te spannen bij het uitvoeren van de werkzaamheden die bij de proefplaatsing horen.

Artikel 4. Duur van de proefplaatsing

  • 1 UWV geeft in beginsel toestemming voor een proefplaatsing voor de duur van twee maanden.

  • 2 UWV verleent toestemming voor een proefplaatsing van langer dan twee maanden tot een maximum van zes maanden als dat in het belang van de re-integratie van de uitkeringsgerechtigde is en naar het oordeel van UWV noodzakelijk is op grond van de aard van de beperkingen, de afstand tot de arbeidsmarkt of de mate van complexiteit van het werk.

Artikel 5. Voorwaarden voor proefplaatsing

De proefplaatsing moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • a. De werkzaamheden op de proefplaats zijn in overeenstemming met de krachten en bekwaamheden van de uitkeringsgerechtigde;

  • b. De werkzaamheden op de proefplaats worden onbeloond uitgevoerd;

  • c. Er bestaat voor de uitkeringsgerechtigde geen verplichting tot betaling van excessieve kosten die verbonden zijn aan de proefplaatsing en het daaropvolgende dienstverband;

  • d. De uitkeringsgerechtigde heeft niet eerder bij de betreffende werkgever gewerkt of stage gelopen op dezelfde functie, tenzij sprake is van veranderde omstandigheden die naar het oordeel van UWV de proefplaatsing rechtvaardigen;

  • e. De werkgever heeft naar het oordeel van UWV de serieuze intentie de uitkeringsgerechtigde bij goed functioneren na afloop van de proefplaatsing een regulier arbeidscontract zonder proeftijd- of uitzendbeding aan te bieden van minimaal zes maanden met een minimale omvang van hetzelfde aantal uren als gedurende de proefplaatsing van toepassing was, en

  • f. De werkgever heeft ten behoeve van de uitkeringsgerechtigde een aansprakelijkheidsverzekering- en ongevallenverzekering afgesloten.

Artikel 6. Proefplaatsing bij of via een uitzendorganisatie of detacheerder

  • 1 Proefplaatsing via een uitzendbureau of detacheerder is alleen toegestaan mits de detacheerder of het uitzendbureau kan aantonen dat de inlener ervan op de hoogte is dat de werknemer met behoud van uitkering werkt.

  • 2 Een uitkeringsgerechtigde mag meerdere keren op basis van een proefplaatsing werken via hetzelfde uitzend- of detacheringsbureau mits de inlener niet dezelfde is.

Artikel 7. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Geen toestemming voor proefplaatsing wordt verleend in situaties dat een werkgever de regeling oneigenlijk gebruikt of misbruikt.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 27 november 2012

B.J. Bruins,

Voorzitter Raad van Bestuur van UWV.