Circulaire bezoldiging cdK’s, (onkosten)vergoeding leden gedeputeerde staten, leden provinciale staten en commissieleden per 1 januari 2013

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Circulaire bezoldiging cdK’s, (onkosten)vergoeding leden gedeputeerde staten, leden provinciale staten en commissieleden per 1 januari 2013

Algemene informatie

Door middel van deze circulaire wordt u, zoals elk jaar gebruikelijk, geïnformeerd over de wijzigingen van de bedragen van de (onkosten)vergoedingen voor de commissarissen van de Koningin, de leden van provinciale staten, leden gedeputeerde staten en commissieleden.

In deze circulaire wordt ook gesproken over de werkkostenregeling. Over de toepassing van de werkkostenregeling bent u eerder geïnformeerd bij circulaire van 8 maart 2011, nr. 2011-2000023080.

1. Bezoldiging commissaris van de Koningin

Op grond van artikel 3, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning wijzigt de bezoldiging van de commissaris van de Koningin overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010. Op dit moment is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de commissaris van de Koningin.

U bent over de bezoldiging van de commissaris van de Koningin geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de bezoldiging voor commissarissen van de Koningin per 1 april 2009 is vastgesteld op € 10.325,86 per maand.

2. Eindejaarsuitkering commissarissen van de Koningin

Op grond van artikel 4a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning heeft de commissaris recht op een eindejaarsuitkering overeenkomstig de regels, die te dien aanzien voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 1 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de eindejaarsuitkering voor de commissaris van de Koningin.

U bent over de eindejaarsuitkering van de commissarissen geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de eindejaarsuitkering voor commissarissen van de Koningin per 1 december 2009 is vastgesteld op 8,3%.

3. Ambtstoelage en overige ambtskosten commissaris van de Koningin

Kiest uw provincie wel voor de werkkostenregeling dan geldt het volgende.

De in artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning genoemde ambtstoelage bedraagt per 1 januari 2013 € 635,29 en de vergoeding van overige ambtskosten mede gezien artikel 9a, aanhef en onder a, € 485,73.

Dit zijn vaste bedragen waarop geen indexering wordt toegepast.

Voor uw informatie meld ik u ook de bedragen van de ambtstoelage en de overige ambtskosten als uw provincie (nog) niet kiest voor de werkkostenregeling. De bedragen genoemd in artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning luiden dan met ingang van 1 januari 2013 als volgt: ambtstoelage € 635,29 en de vergoeding van overige ambtskosten met toepassing van de formule genoemd in artikel 24, onder b, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, € 1.011,94.

Dit zijn vaste bedragen waarop geen indexering wordt toegepast.

4. Bezoldiging gedeputeerden

Op grond van artikel 3 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden ontvangt een gedeputeerde een bezoldiging die gerelateerd is aan het maximum van schaal 17 van het BBRA 1984. Het daarbij behorende bedrag wijzigt als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ook wijzigt.

Zoals onder 1 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog.

Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging voor gedeputeerden.

U bent over de bezoldiging van gedeputeerden geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de bezoldiging voor gedeputeerden per 1 april 2009 is vastgesteld op € 7.899,67 per maand.

5. Eindejaarsuitkering gedeputeerden

Op grond van artikel 4, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden ontvangt de gedeputeerde een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 1 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de eindejaarsuitkering voor gedeputeerden.

U bent over de eindejaarsuitkering van gedeputeerden geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de eindejaarsuitkering voor gedeputeerden per 1 december 2009 is vastgesteld op 8,3%.

6. Onkostenvergoeding gedeputeerden

In artikel 21, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten (genoemd in artikel 21, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden) voor een gedeputeerde per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2012 is bepaald op 112,70. Voor 2011 was dit indexcijfer 110,17. Een verhoging van 2,3%. Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoeding per 1 januari 2013 worden verhoogd met 2,3%.

Kiest uw provincie wel voor de werkkostenregeling dan geldt het volgende.

Met ingang van 1 januari 2013 wordt het bedrag genoemd in artikel 21, eerste lid, mede gezien artikel 23a, aanhef en onder c, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden gewijzigd in € 336,09.

Voor uw informatie meld ik u ook het bedrag van de onkostenvergoeding als uw provincie (nog) niet kiest voor de werkkostenregeling. Het bedrag genoemd in artikel 21, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden luidt dan met toepassing van de formule genoemd in artikel 24, onder b, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, met ingang van 1 januari 2013: € 700,19.

7. Vergoeding werkzaamheden statenleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden van statenleden per 1 januari van elk jaar worden herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Ten aanzien van 2012 heb ik u in de circulaire van 30 november 2011, nr. 2011-2000523144, gemeld dat het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september 2011 op dat moment nog niet bekend was. De vergoeding voor de werkzaamheden voor statenleden is daarom met ingang van 1 januari 2012 niet aangepast.

In de loop van 2012 werd dit indexcijfer wel bekend. Dat indexcijfer was 0,3% lager ten opzichte van het indexcijfer dat voor 2011 gehanteerd werd. Er is toen voor gekozen deze verlaging op dat moment niet door te berekenen in de bedragen over 2012. De bedragen over 2012 blijven dus hetzelfde als de bedragen over 2011.

Met dat percentage (-/- 0,3%) moet echter wel rekening worden gehouden bij de berekening van de bedragen over 2013.

Voor 2013 geldt namelijk wel een verhoogd indexeringspercentage. Het indexcijfer CAO lonen overheid voor 2013 is bepaald op 131,9. Voor 2012 was dit indexcijfer 129,8. Een verhoging van 1,6%.

Concreet is de volgende berekeningswijze gehanteerd.

Het indexcijfer dat over de bedragen van 2011 is toegepast is 130,2. Het indexcijfer voor de bedragen over 2012 is 129,8. Dat betekent dat de bedragen van de vergoedingen voor de werkzaamheden voor statenleden per 1 januari 2012 verlaagd hadden moeten worden met 0,3%. Deze verlaging is nu bij de berekening van de bedragen over 2013 meegenomen, in die zin dat de bedragen van 2011 eerst zijn verlaagd met 0,3% en dat voor de bedragen voor 2013 op die verlaagde bedragen de verhoging van 1.6% is toegepast.

Het bedrag genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de vergoeding van de werkzaamheden bedraagt op jaarbasis per 1 januari 2013 € 13.116,34.

8. Onkostenvergoeding statenleden

In artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten genoemd in het derde lid van artikel 2, per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2012 is bepaald op 112,70. Voor 2011 was dit indexcijfer 110,17. Een verhoging van 2,3%. Dit betekent dat de bedragen van onkostenvergoedingen per 1 januari 2013 worden verhoogd met 2,3%.

Kiest uw provincie wel voor de werkkostenregeling dan geldt het volgende.

Met ingang van 1 januari 2013 bedraagt de onkostenvergoeding genoemd in artikel 2, derde lid, mede gezien artikel 12a, aanhef en onder a, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten € 90,94. Ook ingeval van een fictieve dienstbetrekking bedraagt deze onkostenvergoeding € 90,94.

Voor uw informatie meld ik u ook het bedrag van de onkostenvergoeding als uw provincie nog niet kiest voor de werkkostenregeling.

Hierbij is het eerstgenoemde bedrag het maximumbedrag per maand voor statenleden die niet hebben gekozen voor een ‘fictieve dienstbetrekking’, maar die genieten van belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Het tweede bedrag is het maximumbedrag dat is opgenomen voor statenleden die wel hebben gekozen voor een ‘fictieve dienstbetrekking’:

Per 1 januari 2013 bedraagt het bedrag genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden € 90,94. Ingeval van een fictieve dienstbetrekking en met toepassing van de formule genoemd in artikel 14a, onder b, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden bedraagt deze onkostenvergoeding € 189,46.

9. Tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de statenleden

In artikel 10, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat provinciale staten bij verordening kunnen bepalen dat een lid van provinciale staten ten laste van de provincie een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ontvangt.

In het tweede lid van artikel 10 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat indien de nominale eindejaarsuitkering van het personeel werkzaam bij de sector Rijk wijziging ondergaat, het in het eerste lid genoemde bedrag naar evenredigheid wordt gewijzigd.

Zoals onder 1 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor het bedrag van de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden.

U bent over de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat voor de statenleden vanaf 1 april 2009 een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering geldt van € 203,21 per jaar.

10. Commissieleden

In artikel 13 juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is het bedrag bepaald van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie dat per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Ten aanzien van 2012 heb ik u in de circulaire van 30 november 2011, nr. 2011-2000523144, gemeld dat het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september 2011 op dat moment nog niet bekend was. De vergoeding voor commissieleden is daarom met ingang van 1 januari 2012 niet aangepast.

In de loop van 2012 werd dit indexcijfer wel bekend. Dat indexcijfer was 0,3% lager ten opzichte van het indexcijfer dat voor 2011 gehanteerd werd. Er is toen voor gekozen deze verlaging op dat moment niet door te berekenen in de bedragen over 2012. De bedragen over 2012 blijven dus hetzelfde als de bedragen over 2011.

Met dat percentage (-/- 0,3%) moet echter wel rekening worden gehouden bij de berekening van de bedragen over 2013.

Voor 2013 geldt namelijk wel een verhoogd indexeringspercentage. Het indexcijfer CAO lonen overheid voor 2013 is bepaald op 131,9. Voor 2012 was dit indexcijfer 129,8. Een verhoging van 1,6%.

Concreet is de volgende berekeningswijze gehanteerd.

Het indexcijfer dat over de bedragen van 2011 is toegepast is 130,2. Het indexcijfer voor de bedragen over 2012 is 129,8. Dat betekent dat de bedragen van de vergoedingen voor commissieleden per 1 januari 2012 verlaagd hadden moeten worden met 0,3%. Deze verlaging is nu bij de berekening van de bedragen over 2013 meegenomen, in die zin dat de bedragen van 2011 eerst zijn verlaagd met 0,3% en dat voor de bedragen voor 2013 op die verlaagde bedragen de verhoging van 1,6% is toegepast.

Het bedrag genoemd in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden bedraagt met ingang van 1 januari 2013 in € 105,43.

11. Vragen en informatie op internet

Voor eventuele nadere vragen kunt u contact opnemen met het ministerie van BZK via postbus.helpdeskpa@minbzk.nl.

Informatie die betrekking heeft op provinciale politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van de Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl. Daarna kiest u Ministeries/Ministerie van BZK/Onderwerpen/Provincies.