5.6. Verwerking van persoonsgegevens in verband met wettelijke voorschriften
[Regeling vervallen per 26-04-2010]
5.6.1 Financiële instellingen dienen op grond van wettelijke bepalingen in voorkomende
gevallen informatie over hun Cliënten en andere Betrokkenen aan overheids- en andere
instellingen te verstrekken. De belangrijkste wettelijke verplichtingen worden hieronder
vermeld.
5.6.2 Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet Mot): op grond van de Wet Mot is een Financiële instelling verplicht ongebruikelijke
transacties te melden bij het wettelijk meldpunt, dat tot taak heeft te bezien of
deze gegevens van belang kunnen zijn voor de voorkoming en opsporing van misdrijven.
Welke transacties als ongebruikelijk moeten worden aangemerkt wordt bepaald aan de
hand van een indicatorenlijst. Een Financiële instelling is verplicht om dergelijke
meldingen geheim te houden.
5.6.3 Wet identificatieplicht bij dienstverlening (Wid): op grond van deze wet is een Financiële instelling verplicht om de identiteit
van een Cliënt vast te stellen voordat zij aan Cliënt een dienst verleent. De identiteit
van de Cliënt wordt vastgesteld met behulp van documenten die in deze wet worden genoemd
of waarnaar wordt verwezen. Een Financiële instelling is daarbij verplicht om een
aantal met name genoemde gegevens vast te leggen en te bewaren.
5.6.4 Informatieverstrekking aan de Belastingdienst: Financiële instellingen zijn
verplicht informatie te verstrekken over hun Cliënten aan de Belastingdienst. Verwezen
wordt naar het Voorschrift Informatie Fiscus/Banken.
5.6.5 Wet toezicht kredietwezen 1992: De Nederlandsche Bank N.V. heeft op grond van de Wet toezicht kredietwezen 1992
de bevoegdheid bij bepaalde Financiële instellingen alle inlichtingen in te winnen,
die zij bij het uitoefenen van haar toezichthoudende taak noodzakelijk acht. Dit zal
slechts in incidentele situaties tot het opvragen van gegevens over Cliënten leiden.
5.6.6 Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993: De Pensioen- en Verzekeringskamer heeft op grond van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf
1993 de bevoegdheid alle inlichtingen in te winnen, die zij bij het uitoefenen van
haar toezichthoudende taak noodzakelijk acht. Dit zal slechts in incidentele situaties
tot het opvragen van gegevens over Cliënten leiden.
5.6.7 Wet financiële betrekkingen buitenland 1994: op grond van deze wet is een ieder verplicht aan De Nederlandsche Bank N.V. inlichtingen
en gegevens te verschaffen, die voor het samenstellen van de betalingsbalans van Nederland
van belang zijn en/of die van belang kunnen zijn voor het naleven van internationale
verdragen aangaande kapitaal- en goederenverkeer. Voor de Cliënt – tenzij deze ingezetene
is van een door sancties van de Verenigde Naties getroffen land of voorkomt op een
lijst van door sancties getroffen personen – is alleen de verstrekking aan De Nederlandsche
Bank N.V. van gegevens voor de samenstelling van de betalingsbalans relevant. Bij
grotere betalingen worden de relevante gegevens (opdrachtgever, bedrag, aard van de
betaling, begunstigde e.d.) aan De Nederlandsche Bank N.V. doorgegeven.
5.6.8 Wet toezicht effectenverkeer 1993 (Wte): op grond van deze wet kan de Financiële instelling in het kader van de bestrijding
van misbruik van voorwetenschap genoodzaakt worden om gegevens betreffende financiële
transacties aan opsporingsinstellingen te verstrekken. Zie ook art. 42 van de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer 1999 (Stcrt 1999, nr. 12, p. 8 e.v).
5.6.9 Wet consumentenkrediet (Wck): op grond van de Wck dienen Uit: Staatscourant 3 februari 2003, nr. 23 / pag.
16 4 Financiële instellingen die zich bezighouden met het verstrekken van kredieten
aan natuurlijke personen die onder de werking van de Wck vallen, te zijn aangesloten
bij een ‘stelsel van kredietregistraties’ (art. 14 lid 2 Wck). Het Bureau Krediet Registratie te Tiel (BKR) beheert een dergelijk stelsel van
kredietregistratie. Kredietverschaffers verstrekken gegevens omtrent ontstaan en afwikkeling
van financieringen aan het BKR en kunnen tevens beschikken over de door andere kredietverschaffers
aangeleverde gegevens. De aard van de vastgelegde gegevens, de voorwaarden voor vastlegging,
gebruik en verstrekking en de regels voor verwijdering van de gegevens zijn neergelegd
in het reglement van het BKR. Tevens is er een Gedragscode BKR. Voorts kunnen bij
het BKR geregistreerde personen – naast de mogelijkheid van artikel 60 WBP – in geval van een geschil zich wenden tot de geschillencommissie BKR.
5.6.10 Wet inkomstenbelasting 2001 en Invoeringswet inkomstenbelasting 2001: op grond van deze wetten is voorgeschreven dat door Financiële instellingen het
sofi-nummer als verplicht identificerend gegeven op de renseigneringen moet worden
vermeld.
5.6.11 Besluit gebruik sofi-nummer: op grond van dit besluit kunnen verzekeraars als
bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder b van de Pensioen- en spaarfondsenwet het sofi-nummer gebruiken ter uitvoering van pensioenregelingen. De verzekeraars
mogen dit nummer slechts gebruiken voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering
van hun taken of ten behoeve van de rechtmatige uitvoering van wettelijke taken. Ook
mogen verzekeraars dit nummer gebruiken in het verkeer met de persoon op wie het nummer
betrekking heeft en in hun contacten met de personen en instanties die zelf gerechtigd
zijn tot het gebruik van het sociaal-fiscaal nummer.