Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging ACM 2013

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m 30-01-2014

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 2 april 2013, ACM/DJZ/2013/200833, houdende regels inzake organisatie, mandaat, volmacht en machtiging van de Autoriteit Consument en Markt (Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging ACM 2013)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In dit besluit wordt verstaan onder:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Hoofdstuk 2. Organisatie

Artikel 2

  • 1 De ACM geeft leiding aan de ACM-organisatie.

  • 2 De ACM-organisatie is samengesteld uit:

    • a. de afdeling Bestuur, Beleid en Communicatie;

    • b. de directie Consumenten;

    • c. de directie Energie;

    • d. de directie Telecom, Vervoer en Post;

    • e. de directie Mededinging;

    • f. de directie Juridische Zaken;

    • g. de directie Bedrijfsvoering;

    • h. het Economisch Bureau.

  • 3 De organisatieonderdelen genoemd in het tweede lid, onderdelen a tot en met g, staan onder leiding van een directeur.

  • 4 Het organisatieonderdeel genoemd in het tweede lid, onderdeel h, staat onder leiding van de Chief Economist.

  • 5 De organisatieonderdelen genoemd in het tweede lid, onderdelen b tot en met g, bestaan uit teams die onder leiding staan van een teammanager.

  • 6 De organisatieonderdelen genoemd in het tweede lid verrichten hun taken, met inachtneming van de daaraan bij of krachtens de wet gestelde grenzen, in onderlinge samenwerking en afstemming.

Hoofdstuk 3. Werkterrein

Artikel 3.1

Tot het werkterrein van de ACM behoren het algemeen mededingingstoezicht, sectorspecifieke markttoezicht en consumentenbescherming.

Artikel 3.2

Tot het werkterrein van de afdeling Bestuur, Beleid en Communicatie behoort het adviseren van de ACM bij de dagelijkse werkzaamheden en bij het initiëren en uitvoeren van de strategische koers van de ACM-organisatie. Hiervan maken internationale werkzaamheden en interne en externe communicatie deel uit.

Artikel 3.3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Tot het werkterrein van de directie Consumenten behoren, voor zover opgedragen aan de ACM:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 3.4

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Tot het werkterrein van de directie Energie behoren, voor zover opgedragen aan de ACM:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 3.5

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Tot het werkterrein van de directie Telecom, Vervoer en Post behoren, voor zover opgedragen aan de ACM:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 3.6

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Tot het werkterrein van de directie Mededinging behoren, voor zover opgedragen aan de ACM, de uitvoering van en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Aanbestedingswet 2012, de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, verordening 139/2004, de Mededingingswet en de Wet op het financieel toezicht.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 3.7

  • 1 Tot het werkterrein van de directie Juridische Zaken behoort in het kader van de uitvoering van en het toezicht op de bij of krachtens de wet aan de ACM opgedragen taken:

    • a. het voorbereiden van beslissingen tot het opleggen van bestuurlijke sancties, voor zover hier een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan ten grondslag ligt;

    • b. de behandeling van beslissingen op bezwaarschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met uitzondering van bezwaarschriften tegen beslissingen die tot het werkterrein van de directie Telecom, Vervoer en Post behoren, genoemd in artikel 3.5, aanhef en onder 3.

    • c. het behandelen van (hoger)beroepschriften, waaronder begrepen het instellen van (hoger) beroep, waarbij de ACM partij is;

    • d. het optreden als amicus curiae.

  • 2 De directie Juridische Zaken treedt op als juridisch adviseur en verricht uit dien hoofde juridische werkzaamheden van algemene aard ten behoeve van de ACM en de ACM-organisatie.

Artikel 3.8

Tot het werkterrein van de directie Bedrijfsvoering behoren taken van respectievelijk personele en organisatorische, financiële en facilitaire aard ten behoeve van het goed functioneren van de ACM-organisatie.

Artikel 3.9

Tot het werkterrein van het Economisch Bureau behoren taken op het gebied van de economische expertisefunctie, de onderzoeksfunctie en de strategische functie. Hiertoe behoren zaaksgebonden en algemeen economisch onderzoek en het adviseren van de ACM.

Hoofdstuk 4. Publiekrechtelijke rechtshandelingen

Artikel 4.1

Bij of krachtens dit besluit verleend mandaat, volmacht en machtiging heeft geen betrekking op:

Artikel 4.2

Aan de leden van de ACM wordt in afwijking van artikel 4.1, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot aangelegenheden die tot het gehele werkterrein van de ACM-organisatie behoren, indien:

  • a. niet gewacht kan worden op een besluit van de ACM;

  • b. het de schriftelijke afdoening betreft en de ondertekening van stukken die voortvloeien uit door de ACM genomen besluiten.

Artikel 4.3

Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen en aan de Chief Economist wordt, ieder voor zich, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot aangelegenheden die tot het werkterrein van hun organisatieonderdeel behoren.

Artikel 4.4

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Aan de teammanagers werkzaam binnen de in artikel 2, tweede lid, onderdeel b tot en met g, genoemde organisatieonderdelen wordt, ieder voor zich, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot aangelegenheden die tot het werkterrein van hun organisatieonderdeel behoren.

  • 2 Het mandaat, volmacht en de machtiging bedoeld in het eerste lid strekt zich niet uit tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 4.5

Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen, de daarbij werkzame teammanagers en de Chief Economist wordt, ieder voor zich, mandaat en machtiging verleend tot aangelegenheden inzake titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 4.6

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Aan de voorzitter van de ACM wordt machtiging verleend tot het ondertekenen van de legitimatiebewijzen van respectievelijk de toezichthoudende ambtenaren, toezichthouders, personen en functionarissen als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren ACM.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2663, datum inwerkingtreding 31-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 4.8

Aan de directeur van de directie Juridische Zaken wordt machtiging verleend om beslissingen te nemen inzake het optreden als amicus curiae.

Artikel 4.9

Aan de directeur van de directie Juridische Zaken en de onder hem ressorterende medewerkers, met uitzondering van secretariële en ondersteunende medewerkers, wordt, ieder voor zich, machtiging verleend de ACM te vertegenwoordigen bij gerechtelijke procedures. Tevens zijn zij gemachtigd om voor de behandeling van een geschil één of meerdere medewerkers werkzaam bij de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen, met uitzondering van secretariële en ondersteunende medewerkers, als medegemachtigde te introduceren.

Artikel 4.10

Artikel 4.11

Hoofdstuk 5. Privaatrechtelijke rechtshandelingen

Artikel 5.1

Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met e, en g, genoemde organisatieonderdelen, de daarbij werkzame teammanagers en de Chief Economist wordt, ieder voor zich, op hun werkterrein en binnen het door de ACM vastgestelde werkplan en het daartoe door de ACM vastgestelde budget, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen met betrekking tot beleidsonderzoek en de inhuur van specialisten, voor zover deze het bedrag van € 120.000 inclusief BTW per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 5.2

Aan de directeur van de directie Juridische Zaken en de onder hem ressorterende teammanagers wordt, ieder voor zich, op hun werkterrein en binnen het door de ACM vastgestelde werkplan en het daartoe door de ACM vastgestelde budget, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen met betrekking tot juridisch advies en procesvertegenwoordiging, en de inhuur van specialisten, tolken en verslagleggers, voor zover deze het bedrag van € 120.000 inclusief BTW per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 5.3

Aan de directeur van de directie Bedrijfsvoering en de onder hem ressorterende teammanagers wordt, ieder voor zich, binnen het door de ACM vastgestelde werkplan en het daartoe door de ACM vastgestelde budget, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen met betrekking tot hun werkterrein, waaronder begrepen informatiebeheer en automatisering en de vergoeding van lidmaatschappen en telefoonkosten, voor zover deze het bedrag van € 120.000 inclusief BTW per verplichting niet te boven gaat.

Hoofdstuk 6. P&O aangelegenheden

Artikel 6.1

  • 1 Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen en aan de Chief Economist wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers voor wie salarisschaal 15 of hoger van bijlage B van het BBRA geldt, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten inhoudende:

    • a. het verlenen van verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

    • c. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties.

  • 2 Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen en aan de Chief Economist wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers voor wie salarisschaal 14 of lager van bijlage B van het BBRA geldt, respectievelijk kandidaten voor functies waarvoor die salarisschalen gelden, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten inhoudende:

    • a. het verlenen van verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

    • c. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties;

    • d. het aanstellen in vaste dienst of tijdelijke dienst en het beëindigen van vaste en tijdelijke aanstellingen;

    • e. het opdragen van een andere functie op basis van artikel 57 van het ARAR;

    • f. het opdragen van tijdelijke andere werkzaamheden op basis van artikel 58 van het ARAR;

    • g. het bevorderen naar een hogere salarisschaal;

    • h. het toekennen van beloningen.

Artikel 6.2

Aan de teammanagers van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers voor wie salarisschaal 14 of lager van bijlage B van het BBRA geldt, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten inhoudende:

  • a. het verlenen van verlof;

  • b. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

  • c. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 april 2013

De Autoriteit Consument en Markt,

C.A. Fonteijn,

Bestuursvoorzitter.

F.J.H. Don,

Bestuurslid.

J.G. Vegter,

Bestuurslid.