Warmteregeling

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 4 september 2013, nr. WJZ/ 13132689, houdende uitvoering van het Warmtebesluit en de Warmtewet (Warmteregeling)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikelen 3, vierde lid, en 4, derde lid, van de Warmtewet en de artikelen 3, tweede lid, 4, vierde lid, en 10, tweede lid, van het Warmtebesluit;

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Warmtewet;

  • b. maximumprijs: de prijs die de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 5, eerste lid, van de wet vaststelt.

  • c. kwetsbare consument: een verbruiker voor wie de beëindiging van de levering van warmte zeer ernstige gezondheidsrisico’s tot gevolg zou hebben of voor de huisgenoten van de verbruiker;

  • d. schuldhulpverlening: de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, bedoeld in titel III van de Faillissementswet of ondersteuning van natuurlijke personen door een instantie als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet op het consumentenkrediet bij het vinden van een adequate oplossing voor schuldsituaties gericht op de aflossing van schulden.

§ 2. Vaste kosten

Artikel 2

  • 1 Voor het vaststellen van de maximumprijs wordt bij het berekenen van het verschil in gebruikskosten uitgegaan van;

    • a. een aanschafwaarde van een cv-ketel van: € 2.474,

    • b. een gemiddelde levensduur van een cv-ketel van 15 jaar,

    • c. een gemiddelde resterende levensduur van een cv-ketel van 7,5 jaar,

    • d. jaarlijkse onderhoudskosten van een cv-ketel van 141 euro,

    • e. een aanschafwaarde van een warmtewisselaar van: € 2.243,

    • f. een reële vermogenskostenvoet gebaseerd op de laatst bekende heffingsrente die door het Ministerie van Financiën is vastgesteld,

    • g. een gemiddelde levensduur van een warmtewisselaar van 15 jaar,

    • h. een gemiddelde resterende levensduur van een warmtewisselaar van 7,5 jaar,

    • i. jaarlijkse onderhoudskosten van een warmtewisselaar van 40 euro,

    • j. de meetkosten op basis van het gewogen gemiddelde van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de netbeheerders van de gastransportnetten niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t.

    • k. jaarlijkse meerkosten van elektrisch koken van 50 euro.

  • 2 Voor de in dit artikel genoemde bedragen geldt het jaar 2009 als referentiejaar en worden deze bedragen voor latere jaren gecorrigeerd voor de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex.

§ 3. Variabele kosten

Artikel 3

Bij de bepaling van de energetische waarde van aardgasgebruik in de gaswoning wordt gebruik gemaakt van de volgende factoren:

  • a. warmtevraag voor ruimteverwarming als deel van de totale warmtevraag (VR), dat wordt vastgesteld op 0,79;

  • b. warmtevraag voor warm tapwater als deel van de totale warmtevraag (VT), dat wordt vastgesteld op 0,21;

  • c. leidingverlies bij ruimteverwarming (LVR), dat wordt vastgesteld op 0,05;

  • d. leidingverlies bij tapwater (LVT), dat wordt vastgesteld op 0,10;

  • e. gemiddeld opwekrendement voor ruimteverwarming (ηruimte), dat wordt vastgesteld op 0,90;

  • f. gemiddeld warm tapwater rendement (ηtap), dat wordt vastgesteld op 0,65.

§ 4. Compensatie bij ernstige storingen en afsluitbeleid

Artikel 4

  • 1 De verbruiker krijgt een financiële compensatie voor storingen die voor een periode langer dan 4 uren tot een onderbreking van de levering van warmte leiden, met uitzondering van voorziene onderbrekingen.

  • 2 De hoogte van de financiële compensatie per aansluiting van een verbruiker bedraagt EUR 35,– bij een onderbreking van 4 tot 8 uur, vermeerderd met EUR 20,– voor elke volgende aaneengesloten periode van 4 uur.

  • 3 De compensatie wordt door de leverancier binnen zes maanden na het herstel van de onderbreking betaald.

Artikel 5

  • 1 Een leverancier beëindigt de levering van warmte aan een verbruiker niet wegens wanbetaling voordat de procedure, opgenomen in het tweede tot en met vierde lid, is gevolgd.

  • 2 Indien een verbruiker niet binnen de gestelde termijn een vordering tot betaling van een leverancier voldoet, doet de desbetreffende leverancier de verbruiker ten minste eenmaal een schriftelijke herinnering daaromtrent toekomen.

  • 3 De leverancier:

    • a. wijst de verbruiker bij die herinnering op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening;

    • b. biedt bij de herinnering aan met schriftelijke toestemming van de verbruiker de contactgegevens van de verbruiker, diens klantnummer, en informatie over de hoogte van diens schuld aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening te verstrekken, tenzij de verbruiker geen natuurlijk persoon is;

    • c. vermeldt bij de herinnering dat de verbruiker niet wordt afgesloten indien de artikelen 6 of 7, tweede lid, van toepassing zijn.

  • 4 De leverancier spant zich in om in persoonlijk contact te treden met de verbruiker teneinde deze te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen.

Artikel 6

  • 1 Een leverancier beëindigt de levering van warmte aan een kwetsbare consument niet, tenzij:

    • a. de kwetsbare consument hierom verzoekt;

    • b. er sprake is van fraude of misbruik door de kwetsbare consument;

    • c. de onveiligheid van de installatie beëindiging van de levering noodzakelijk maakt;

    • d. de overeenkomst voor de levering van warmte aan de kwetsbare consument afloopt;

    • f. er sprake is van wanbetaling en de kwetsbare consument niet binnen een redelijke termijn een verklaring van een arts die geen behandelend arts van de betrokkene is, kan overleggen om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen.

  • 2 Een leverancier draagt er zorg voor dat de levering aan een kwetsbare consument die wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de kwetsbare consument een verklaring van een arts die geen behandelend arts van de betrokkene is, overlegt om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen.

Artikel 7

  • 1 Onverminderd de artikelen 5 en 6, is dit artikel van toepassing in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar.

  • 2 Een leverancier beëindigt de levering van warmte aan een kleinverbruiker niet, tenzij:

    • a. de verbruiker hierom verzoekt;

    • b. er sprake is van fraude of misbruik door de verbruiker;

    • c. de onveiligheid van de installatie beëindiging van de levering noodzakelijk maakt;

    • e. de overeenkomst voor de levering van warmte van de verbruiker met de leverancier afloopt;

    • f. op grond van het derde lid de levering van warmte wegens wanbetaling kan worden beëindigd.

  • 3 Een leverancier kan de levering van warmte aan een verbruiker beëindigen wegens wanbetaling, tenzij:

    • a. de verbruiker binnen een door de leverancier vast te stellen redelijke termijn na de herinnering, bedoeld in artikel 5, tweede lid, een bewijs overlegt dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist;

    • b. de vordering van de leverancier binnen een redelijke termijn betrokken wordt bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de verbruiker;

    • c. toepassing dient te worden gegeven aan het zesde lid en binnen een redelijke termijn nadat toepassing is gegeven aan dat lid de vordering van de leverancier is betrokken bij een traject van schuldhulpverlening.

  • 4 Een leverancier draagt er zorg voor dat de levering van warmte aan een verbruiker die wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de verbruiker een bewijs overlegt:

    • a. dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist of totdat de schuldhulpverlening eindigt;

    • b. dat de vordering van de leverancier wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de verbruiker.

  • 5 De uitzonderingsgronden, bedoeld in het derde lid, onderdelen a en b, zijn niet van toepassing indien de schuldhulpverlening aan de verbruiker eindigt of indien de verbruiker de verplichtingen ten aanzien van de schuldhulpverlening niet nakomt.

  • 6 Indien een verbruiker niet heeft gereageerd op het aanbod, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel b, verstrekt de leverancier de contactgegevens van de verbruiker, diens klantnummer en informatie over de hoogte van diens schuld aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening, tenzij de kleinverbruiker geen natuurlijk persoon is.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 september 2013

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp