-
–
beloodsingsgebied: beloodsingsgebied als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid;
-
–
bevoegd gezag: gezag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, tenzij bij ministeriële regeling voor een bij die regeling aangeduid gebied een
ander bevoegd gezag is aangewezen;
-
–
bevoegde autoriteit: voor een scheepvaartweg of gedeelte daarvan door de Minister als zodanig op grond
van het Loodsplichtbesluit 1995
-
aangewezen functionaris;
-
–
bevoegd tot het geven van verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen: bevoegdheid tot het aan de scheepvaart geven van verkeersinformatie dan wel tot het
geven van verkeersaanwijzingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Scheepvaarverkeerswet;
-
–
certificaat noordzeeloods: verklaring dat een persoon voldoet aan de eisen met betrekking tot vakbekwaamheid
en geschiktheid krachtens artikel 5, eerste lid, van de Loodsenwet;
-
–
certificeringsinstelling: instelling die beschikt over een bewijs waarmee de Raad voor Accreditatie of een
daaraan gelijkwaardig instituut in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel
een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe
strekkend of mede daartoe strekkend verdrag dat Nederland bindt, kenbaar heeft gemaakt
dat gedurende een bepaalde periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin
genoemde instelling competent is voor het certificeren van opleidingen;
-
–
directeur Kustwacht: directeur Kustwacht als bedoeld in artikel 3 van het Besluit instelling Kustwacht;
-
–
examenprogramma: examenprogramma als bedoeld in artikel 1.3;
-
–
examenreglement: examenreglement als bedoeld in artikel 1.4;
-
–
geneeskundige verklaring voor de zeevaart: geneeskundige verklaring voor de zeevaart als bedoeld in artikel 1.2;
-
–
groot vaarbewijs: groot vaarbewijs als bedoeld in artikel 14 van het Binnenvaartbesluit, of een document dat daarvoor op grond van artikel 32, eerste en tweede lid, van de Binnenvaartwet en artikel 17, tweede, derde en vierde lid, van het Binnenvaartbesluit in de plaats treedt;
-
–
klein vaarbewijs: klein vaarbewijs als bedoeld in artikel 16 van het Binnenvaartbesluit, of een document dat daarvoor op grond van artikel 32, eerste en tweede lid, van de Binnenvaartwet en artikel 17, tweede, derde en vierde lid, van het Binnenvaartbesluit in de plaats treedt;
-
–
loodsdiensten: dienst van een loods als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Loodsenwet;
-
–
loodsen op afstand: functie-uitoefening als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Loodsenwet;
-
–
Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
-
–
noordzeeloods: persoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van de Loodsenwet;
-
–
opleiding tot noordzeeloods: opleiding tot noordzeeloods als bedoeld in artikel 3.3;
-
–
opleiding tot VTS-operator: opleiding tot VTS-operator als bedoeld in artikel 5.3;
-
–
registerloods: persoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Loodsenwet;
-
–
scheepsramp: voorval of ongeval, overkomen aan een schip ten gevolge waarvan schade van betekenis
aan dat schip of de zaken aan boord daarvan of letsel aan een of meer van de opvarenden,
of schade aan een ander schip of de zaken aan boord daarvan, danwel letsel aan een
of meer van de opvarenden daarvan of schade aan het mariene milieu is veroorzaakt;
-
–
vaarbekwaamheidsbewijs politie: vaarbekwaamheidsbewijs voor het zijn van schipper van een klein politievaartuig op
rivieren, kanalen en meren, of voor het zijn van schipper van een klein politievaartuig
op alle binnenwateren, afgegeven door de politie, dan wel tussen 1 april 1994 en 1 januari
2013 afgegeven door het Korps landelijke politiediensten of voor 1 april 1994 afgegeven
door het Korps Rijkspolitie;
-
–
verkeersbegeleidend systeem: systeem, ingesteld teneinde de veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer
en de bescherming van het mariene milieu te bevorderen en dat een of meer centrales
of posten omvat;
-
–
verordening: verordening als bedoeld in de Loodsenwet;
-
–
VTS-operator: persoon als bedoeld in artikel 5.1, onderdeel a.