Instellings- en mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Wft

Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2016.
Geldend van 01-04-2016 t/m heden

Besluit van de Minister van Financiën van 11 juni 2014, FM 2014/881 M, directie Financiële Markten, houdende instelling van een College Deskundigheid Financiële Dienstverlening en mandaatverlening aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (Instellings- en mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Wft)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening van 27 november 2013;

Besluit:

§ 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

§ 2. Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening

Artikel 3

  • 2 Op verzoek van de Minister of de Autoriteit Financiële Markten adviseert het College over in dat verzoek nader te specificeren onderwerpen met betrekking tot de in het eerste lid genoemde onderwerpen.

Artikel 4

  • 1 Het College bestaat uit een voorzitter en ten minste twee, maar ten hoogste vijf leden.

  • 2 Het College kan zich bij de uitvoering van zijn taken laten ondersteunen op een door het College te bepalen wijze.

  • 3 De Minister benoemt, na voordracht van het College, de voorzitter en de leden van het College.

Artikel 5

De leden van het College worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vijf jaar en zijn terstond herbenoembaar.

Artikel 6

  • 2 Indien de taakbelasting van een andere persoon die werkzaamheden voor het College verricht daartoe aanleiding geeft, kan aan deze persoon de vaste beloning, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden toegekend.

  • 3 De voorzitter, de overige leden van het College en andere personen die werkzaamheden voor het College verrichten, hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfskosten. Het Reisbesluit binnenland is van overeenkomstige toepassing.

§ 3. Mandaatverlening

Artikel 7

Aan de voorzitter wordt mandaat verleend om namens de Minister:

Artikel 8

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde mandaat omvat niet, voor zover van toepassing, het beslissen op bezwaar.

Artikel 9

Indien uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 7 of 8 luidt de ondertekening:

De Minister van Financiën,

namens deze:

gevolgd door de handtekening en de naam van de voorzitter.

§ 4. Informatieverstrekking

Artikel 10

Het College verschaft de Minister desgevraagd schriftelijk informatie over de wijze waarop de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 7 en 8, worden uitgeoefend.

Artikel 11

Na beëindiging van de werkzaamheden draagt het College het archief over aan het Ministerie van Financiën.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem