Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet

Geraadpleegd op 27-11-2024.
Geldend van 29-07-2014 t/m heden

Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 37b, derde lid, van de Spoorwegwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op wijzigingen, opgenomen in bijlage 1, die van invloed zijn op wijzigingen, opgenomen in bijlage 2.

Artikel 2

De wijzigingen in bijlage 2, worden in ieder geval aangemerkt als een verbetering of vernieuwing, als bedoeld in artikel 37b, eerste lid, van de Spoorwegwet, waarvoor een informatiedossier verplicht is gesteld.

Artikel 3

  • 1 Met betrekking tot wijzigingen aan spoorvoertuigen waarvan de aanvrager weet of verwacht dat die worden aangemerkt als een verbetering of vernieuwing, wordt de aanvraag voor een nieuwe vergunning voor indienststelling aangemerkt als informatiedossier, indien de aanvraag een omschrijving van het project bevat.

Artikel 4

  • 1 Deze beleidsregel wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

  • 2 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,
Namens deze,

De inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport,

J. Thunnissen

Bijlage 1. , behorende bij artikel 1 en 2

  • wijzigingen in de diagnose software (diagnose: informatieverzameling alleen ten behoeve van de machinist of storingsherstelling op termijn door werkplaats);

  • firmware update;

  • het aanbrengen, verwijderen, wijzigen van bedrading of bekabeling;

  • wijziging die beperkte aanpassing van de massa of massabalans van het type tot gevolg hebben (cumulatie van de (voorgaande) wijziging(en) < 500 kg);

  • het isoleren van leidingen en pijpen (pneumatiek of airconditioning);

  • het vervangen van componenten door andere componenten met gelijke functionaliteit en eigenschappen (substitutie) of vervanging door TSI-conforme component (interoperability constituent);

  • de vervanging van de GSM-R voice radio set door een andere TSI conforme GSM-R;

  • wijziging van de buitenbeschildering, bestickering of grafiek voor zover deze aan de TSI PRM voldoet en waarbij de buitendeuren ten behoeve van reizigers en hun directe omgeving van de bakwand (gerekend over 50 cm van de kortste afstand tot de naastliggende deur) niet wordt gewijzigd;

  • het aanbrengen of wijzigen van transfers (voor zover deze voldoen aan de TSI’s);

  • wijzigingen in de content van het reizigers informatie systeem (systeem moet voldoen aan TSI’s);

  • wijzigingen in kleuren van stoelbekleding en klapzittingen (niet zijnde wijziging van het aantal of de eigenschappen van brandwerendheid);

  • wijzigingen van de hoeveelheid koelvloeistof in airco installatie;

  • herstellen van onjuistheden t.g.v. ‘kwaliteitsperikelen’ in eigen engineering of productie voor zover de oplossing binnen de in dit document aangegeven kaders blijft;

  • wijzigingen waarvoor door een erkende keuringsinstantie (of Gutachter) een verklaring van non-regressie voor de Nederlandse hoofdspoorweginfrastructuur is afgegeven, voor zover het interoperabele spoorvoertuigen met buitenlandse landcode betreft waarvoor reeds een vergunning voor inzet op de Nederlandse hoofdspoorweginfrastructuur is afgegeven.

Bijlage 2. , behorende bij artikel 2

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat wijzigingen aan spoorvoertuigen die in deze categorie vallen betrekking hebben op:

  • veiligheid,

  • voertuigspecificaties (ERATV),

  • voertuigeigenschappen,

  • wijzigingen in operationeel gebruik (profiel, gekoppeld rijden, geduwd rijden, eenmansbediening, radiografische besturing etc.).

Voorts kan gesteld worden dat in ieder geval een informatiedossier moet worden ingediend, met betrekking tot wijzigingen aan het systeem treinbeveiliging die invloed hebben op:

  • een wijziging van de functionaliteit klasse A en B systemen;

  • een wijziging van detectie-eigenschappen;

  • een wijziging van de EMC en het stoorstroomgedrag.

Voorbeelden van dergelijke wijzigingen:

  • als een of meer type gegevens in de lijst van ERATV moeten worden herzien;

  • wijziging van of in de treinbeveiliging (hardware of software) van een (type) spoorvoertuig met landcode NL. Ook die van de buurlanden B en D voor zover het type spoorvoertuig op NL grondgebied wordt ingezet en die installatie(s) op het/de (grens)baanvak(ken) actief zijn;

  • wijziging stoorstroomdetectiesysteem of de instelling daarvan;

  • wijziging van de reminstallatie (inclusief remblokken, -voeringen of -schijven e.d.);

  • wijzigingen die de infracompatibiliteit (mogelijk kunnen) beïnvloeden;

  • wijziging van het wielprofiel of wijziging van de equivalente coniciteit of detectie eigenschappen;

  • wijziging van de soort of het type stootbuffers;

  • modernisering van een (type) spoorvoertuig;

  • indien een of meer van de al voor het goedgekeurde type spoorvoertuig TSI- certificaten zijn of moeten worden aangepast;

  • wijziging in de besturing of installatie van de tractie;

  • wijziging in hoofd- en hulpverbruikers met uitzondering van voertuigen met dieselhydraulische tractie;

  • wijziging van soort of type dan wel wijziging aan stroomafnemer of schuitje of koolsleepstukken;

  • wijziging van wiel(stel) of draaistel of luchtvering of hoogteregeling of lastafremming;

  • wijziging van de besturing of vergrendeling van de passagiersdeuren;

  • wijziging die de massa of massabalans van het type tot gevolg hebben (cumulatie van de (voorgaande) wijziging(en) > 500 kg);

  • als uit de eigen beoordeling (CSM of anderszins) blijkt dat er een wijziging van het veiligheidsniveau is of de veilige integratie in het voertuig in het geding is, dan wel in de productie omgeving of bij onderhoud of herstelling.