Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs

[Regeling vervalt per 01-02-2025.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2016.
Geldend van 01-09-2016 t/m 08-09-2016

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 september 2015, nr. HO&S 791705, houdende het experiment vraagfinanciering deeltijds en duaal hoger onderwijs 2015–2024 in het kader van leven lang leren (Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan aan hogescholen subsidie verstrekken voor:

    • a. het aanbieden van duale of deeltijdse bacheloropleidingen als bedoeld in bijlage 1 dan wel duale of deeltijdse Ad-programma’s als bedoeld in bijlage 1 in de sectoren gezondheidszorg, gedrag & maatschappij, techniek en sectoroverstijgend voor zover het een ICT-bacheloropleiding betreft, en

    • b. het verlenen van een graad aan een student die deze graad heeft behaald uitsluitend door het volgen van modules.

  • 2 De minister verstrekt subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor het aanbieden van bacheloropleidingen of Ad-programma’s die vestigingsplaatsonafhankelijk kunnen worden aangeboden en in modules van 30 studiepunten worden aangeboden aan een student die:

    • a. nieuw in een bacheloropleiding of ad-programma instroomt vanaf de start van het experiment vraagfinanciering tot en met 31 augustus 2019,

    • b. niet meer dan één opleiding of Ad-programma volgt waarvoor de student wettelijk collegegeld of verlaagd collegegeld is verschuldigd, en

    • c. onverminderd artikel 7.45a, tweede lid, van de wet, voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 7.45a, eerste lid, van de wet.

  • 3 De te verstrekken subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt verstrekt in de vorm van een voucher en betreft steeds ten hoogste € 1.250,– per student per module met dien verstande dat:

    • a. een student ten hoogste acht modules kan volgen met subsidie tot 31 augustus 2024,

    • b. de studiepunten behorend bij de voorafgaande module van betreffende bacheloropleiding of Ad-programma zijn behaald of de hogeschool heeft vastgesteld dat voldoende studievoortgang is geboekt, en

    • c. bij niet meer dan twee opeenvolgende modules van dezelfde bacheloropleiding of hetzelfde Ad-programma de studiepunten niet volledig zijn behaald.

  • 4 In afwijking van het derde lid betreft de subsidie minder dan € 1.250,– als het collegegeld lager is dan dit bedrag. De voucher is dan evenveel waard als het collegegeld.

  • 5 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 3.333,– per graad. Deze subsidie wordt ten hoogste een keer per student als bedoeld in het tweede lid verstrekt.

Artikel 4. Bijzondere subsidievoorwaarden

De minister verstrekt subsidie als bedoeld in artikel 3 onder de voorwaarden dat:

  • a. de aanvrager afziet van diens aanspraak op bekostiging voor het betreffende hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.9 van de wet voor zover het de studentgebonden financiering, bedoeld in artikel 4.7 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 betreft;

  • b. de aanvrager bereid is deel te nemen aan een in 2016 te starten experiment op het terrein van vraagfinanciering.

Artikel 5. Duur van de subsidie

Artikel 6. Besteding subsidie

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt besteed aan de verlaging van het collegegeld dat moet worden betaald door een student als bedoeld in artikel 3 met een bedrag van ten hoogste € 1.250,–.

  • 2 Indien de middelen verkregen door de inschrijving van een student met een voucher door de hogeschool ondoelmatig worden aangewend, kan het door de student ingezette vouchertegoed worden teruggevorderd van de hogeschool. Van ondoelmatige aanwending is in ieder geval sprake indien de student met een voucher op enigerlei wijze wordt gecompenseerd.

  • 3 Indien de situatie, bedoeld in het tweede lid, zich anders dan incidenteel voordoet, kan de minister de vouchertegoeden die de hogeschool als gevolg van inschrijvingen door studenten met een voucher heeft ontvangen, terugvorderen van de hogeschool.

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 1 Een hogeschool die bereid is deel te nemen aan een eventueel per 1 september 2016 te starten experiment op het terrein van vraagfinanciering, dient uiterlijk 15 oktober 2015 een aanvraag in voor een subsidie als bedoeld in artikel 3.

  • 2 Een hogeschool die bereid is deel te nemen aan het experiment vraagfinanciering per 1 september 2017 dient een aanvraag in voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 voor 1 februari 2017.

  • 3 Een hogeschool die bereid is deel te nemen aan het experiment vraagfinanciering per 1 september 2018 dient een aanvraag in voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 voor 1 februari 2018.

  • 4 De aanvraag van een bekostigde hogeschool wordt ingediend overeenkomstig het model, opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 5 De aanvraag van een rechtspersoon voor hoger onderwijs wordt ingediend overeenkomstig het model, opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

  • 6 De aanvraag van een hogeschool omvat een toelichting op het overleg dat heeft plaatsgevonden met werkgeversorganisaties over onderwijsbehoeften van werkgevers en werknemers en het daarbij passende onderwijsaanbod en cofinanciering.

  • 7 Per post wordt de aanvraag ingediend bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, directie HO&S, postbus 16375, 2500 BJ Den Haag. Elektronische indiening vindt plaats via het e-mailadres ‘experiment vraagfinanciering-ho@minocw.nl’.

Artikel 8. Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie worden geweigerd indien:

  • a. de bekostigde hogeschool voor het hoger beroepsonderwijs, waarvoor subsidie is gevraagd, niet afziet van de aanspraak op de bekostiging, bedoeld in artikel 1.9 van de wet voor zover het de studentgebonden financiering, bedoeld in artikel 4.7 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 betreft,

  • b. in de sector gezondheidszorg, gedrag & maatschappij (‘Zorg en Welzijn’) of in de sector techniek en sectoroverstijgend voor zover het een ICT-bacheloropleiding betreft (‘Techniek en ICT’) minder dan drie bekostigde hogescholen een aanvraag hebben ingediend en in aanmerking komen voor een subsidie als bedoeld in artikel 3,

  • c. in de betreffende sector geen representatieve verhouding is tussen bacheloropleidingen en Ad-programma’s gegeven op een bekostigde hogeschool en een rechtspersoon voor hoger onderwijs,

  • d. de bacheloropleiding of het Ad-programma niet is geaccrediteerd, een herstelperiode toegekend heeft gekregen of geen onderwerp is van een toets nieuwe opleiding, of

  • e. de aanvraag een andere opleiding dan een opleiding als bedoeld in bijlage 1 betreft.

Artikel 9. Besluit minister

Artikel 10. Verplichtingen

  • 1 Een hogeschool meldt voor 1 september van een jaar de hoogte van het collegegeld voor een module per opleiding of Ad-programma in het studiejaar dat aanvangt op 1 september van dat jaar.

  • 2 De hogeschool schrijft de student pas in nadat het verschuldigde collegegeld voor een module door de student is voldaan.

  • 3 Nadat een student is ingeschreven meldt de rechtspersoon voor hoger onderwijs onverwijld aan de minister naam, geboortedatum, geslacht, adres en woonplaats van de student.

  • 4 De hogeschool besteedt een voucher uitsluitend aan de verlaging van het collegegeld met de waarde van de voucher voor een module dat moet worden betaald door een student als bedoeld in artikel 3.

  • 5 De hogeschool bewaart de onderwijsovereenkomsten die naar verwachting worden gevraagd op grond van het experiment vraagfinanciering hoger onderwijs in ieder geval tot 1 februari 2025.

  • 6 De hogeschool mag het bedrag van de voucher niet in geld uitkeren aan de student.

Artikel 11. Wijze van melding

De melding, bedoeld in de artikel 10 van deze regeling door een rechtspersoon voor hoger onderwijs en de melding, bedoeld in artikel 9 van de Regeling OCW-subsidies, door een hogeschool geschiedt aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

Artikel 12. Betaling subsidie

  • 1 De minister betaalt de subsidieontvanger een bedrag ter hoogte van € 1.250,– vermenigvuldigd met het aantal inschrijvingen, bedoeld in artikel 3, in het voorafgaande kwartaal dat loopt van:

    • a. september tot en met november;

    • b. december tot en met februari;

    • c. maart tot en met mei;

    • d. juni tot een met augustus.

  • 2 De betaling van de subsidie, bedoeld in het eerste lid, vindt jaarlijks plaats onderscheidenlijk in de volgende maanden:

    • a. januari;

    • b. april;

    • c. juli;

    • d. oktober.

  • 3 De minister verstrekt de subsidieontvanger een bedrag ter hoogte van € 3.333,– vermenigvuldigd met het aantal verleende graden, bedoeld in artikel 3, in het voorafgaande kwartaal dat loopt van:

    • a. september tot en met november;

    • b. december tot en met februari;

    • c. maart tot en met mei;

    • d. juni tot een met augustus.

  • 4 De betaling van de subsidie, bedoeld in het derde lid, vindt jaarlijks onderscheidenlijk in de maanden, bedoeld in het tweede lid, plaats.

Artikel 13. Bijzondere intrekkingsgrond

  • 1 Indien het experiment vraagfinanciering hoger onderwijs niet op 1 september 2016 in werking treedt, kan de minister de subsidieverstrekking op grond van deze regeling beëindigen.

  • 2 Indien een subsidieontvanger de deelname aan het experiment vraagfinanciering hoger onderwijs om welke reden dan ook beëindigt, kan de minister de subsidie op grond van deze regeling geheel of gedeeltelijk intrekken.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing in geval de minister het experiment vraagfinanciering bij een subsidieontvanger tussentijds beëindigt.

Artikel 14. Verantwoording en controle na vaststelling

  • 2 Tot twee jaar na het jaar van betaling, bedoeld in artikel 12, toont de hogeschool op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. De hogeschool toont dit in elk geval aan door de onderwijsovereenkomsten die naar verwachting worden gevraagd op grond van het experiment vraagfinanciering hoger onderwijs, door gegevens waaruit blijkt dat de module daadwerkelijk is aangeboden en door gegevens over behaalde studiepunten.

Artikel 15. Subsidievaststelling

De minister stelt de subsidie, bedoeld in artikel 3, vast op het moment van betaling als bedoeld in artikel 12.

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 februari 2025.

Artikel 18. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker

Bijlage 1. , behorend bij de Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs

Tabel 1: Opleidingen en Ad-programma’s die voor subsidie in aanmerking komen

Opleiding of Ad-programma

Sector

Croho code

Techiek & ICT

   

Bachelor Elektrotechniek

Techniek

34267

Bachelor Engineering

Techniek

30107

Bachelor Technische bedrijfskunde

Techniek

34421

Bachelor Werktuigbouwkunde

Techniek

34280

Bachelor Mechatronica

Techniek

30026 (in ontwikkeling)

Bachelor ICT

Sectoroverstijgend

30020

Bachelor Informatie- en Communicatie Technologie

Techniek

34671

Bachelor Informatica

Techniek

34479

Bachelor Technische Informatica

Techniek

34475

Bachelor IT Servicemanagement

Techniek

34488

Associate Degree IT Servicemanagement

Techniek

80024

Associate Degree ICT – Telecom

Techniek

80109

Associate Degree Industriële Automatisering

Techniek

80110

Associate Degree Constructeur werktuigbouwkunde

Techniek

80076

Associate Degree Engineering

Techniek

80091

Associate Degree Maintenance & Mechanics

Techniek

80079

Associate Degree Technische bedrijfskunde

Techniek

80020

Associate Degree Mechatronica

Techniek

In ontwikkeling

Associate Degree Civiele techniek Projectvoorbereiding en -realisatie

Techniek

80016

Associate Degree Projectleider techniek.

Techniek

80039

Zorg & Welzijn

   

Bachelor Opleiding tot verpleegkundige

Gezondheidszorg

34560

Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

Gedrag & Maatschappij

34617

Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Gedrag & Maatschappij

34616

Bachelor Social work

Gedrag & Maatschappij

34116

Bachelor Management in de zorg

Gezondheidszorg

34538

Associate Degree Management in de zorg

Gezondheidszorg

80011

Associate Degree sociaal werk in zorg en welzijn

Gedrag & Maatschappij

In ontwikkeling

Bijlage 2. , behorend bij de Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs.

Model voor subsidieaanvraag door bekostigde hogescholen

Gegevens aanvragende instelling

Instelling

 

Correspondentieadres

College van Bestuur

 

Contactpersoon

Secretariaat CvB

 

Telefoonnummer

Secretariaat CvB

 
   

Projectleider

 

Instelling

 

Adres

 

E-mail

 

Telefoonnummer

 

Mobiele telefoon

 

Opleidingen en Ad-programma’s

 
   

Status opleiding (geaccrediteerd/toets nieuwe opleiding in aanvraag)

Opleiding 1:

   

Opleiding 2:

   

Opleiding 3:

   

Opleiding 4:

   

Opleiding 5:

   

Opleiding 6:

   

Ad-programma 1

   

Ad-programma 2

   
     

Er is geen limiet aan het aantal opleidingen en Ad-programma’s dat voor subsidie in aanmerking kan worden gebracht. Opgegeven opleidingen of Ad-programma’s moeten opgenomen zijn in de tabel in bijlage 1 bij de regeling. Na de aanvraagtermijn (uiterlijk 15 oktober 2015) wordt een besluit genomen over de subsidie voor de opleidingen of Ad-programma’s.

Gevoerd overleg

Gevoerd overleg

 
   
   
   
   
   
   
   
   

Hier geeft u aan met welke andere partijen (branches, werkgevers, regiopartners, partner hogescholen etc.) overleg is gevoerd over het experiment en tot welke afspraken u gekomen bent. Het is toegestaan als bijlage bij deze inschrijving meer informatie en bijvoorbeeld steunbetuigingen van werkgevers(organisaties) over de gemaakte afspraken mee te sturen.

Hierbij verklaart het College van Bestuur, dat in het kader van het experiment wordt afgezien van het ontvangen van de reguliere bekostiging voor studenten die nieuw in de opleiding instromen vanaf het moment van deelname en dat de instelling zal meewerken aan onderzoek in het kader van de evaluatie van het experiment, en hiertoe de benodigde gegevens zal leveren.

Ondertekening en akkoordverklaring voorwaarden

Naam bestuurder

 

Functie

 

Plaats

 

Datum

 

Handtekening

 

Bijlage 3. , behorend bij de Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs.

Model voor subsidieaanvraag door rechtspersonen voor hoger onderwijs

Gegevens aanvragende instelling

Instelling

 

Correspondentieadres

College van Bestuur

 

Contactpersoon

Secretariaat CvB

 

Telefoonnummer

Secretariaat CvB

 
   

Projectleider

 

Instelling

 

Adres

 

E-mail

 

Telefoonnummer

 

Mobiele telefoon

 

Opleidingen en Ad-programma’s

 
   

Status opleiding (geaccrediteerd/toets nieuwe opleiding in aanvraag)

Opleiding 1:

   

Opleiding 2:

   

Opleiding 3:

   

Opleiding 4:

   

Opleiding 5:

   

Opleiding 6:

   

Ad-programma 1

   

Ad-programma 2

   
     

Er is geen limiet aan het aantal opleidingen en Ad-programma’s dat voor subsidie in aanmerking kan worden gebracht. Opgegeven opleidingen of Ad-programma’s moeten opgenomen zijn in de tabel in bijlage 1 bij de regeling. Na de aanvraagtermijn (voor 15 oktober 2015) wordt een besluit genomen over de subsidie voor de opleidingen of Ad-programma’s.

Opleidingen en Ad-programma’s

Totaal aantal studenten in de gehele opleiding in studiejaar 2014/2015

(1 september 2014 t/m 31 augustus 2015)

Nieuwe instroom in de opleiding in studiejaar 2014/2015 (1 september 2014 t/m 31 augustus 2015)

Opleiding 1

   

Opleiding 2

   

Opleiding 3

   

Opleiding 4

   

Opleiding 5

   

Opleiding 6

   

Ad-programma 1

   

Ad-programma 2

   
     

Bovenstaande gegevens worden alleen gebruikt in het kader van deze aanvraag.

Gevoerd overleg

Gevoerd overleg

 
   
   
   
   
   
   
   
   

Hier geeft u aan met welke andere partijen (branches, werkgevers, regiopartners, partner hogescholen etc.) overleg is gevoerd over het experiment en tot welke afspraken u gekomen bent. Het is toegestaan als bijlage bij deze inschrijving meer informatie en bijvoorbeeld steunbetuigingen van werkgevers(organisaties) over de gemaakte afspraken mee te sturen.

Hierbij verklaart het College van Bestuur, dat de instelling zal meewerken aan onderzoek in het kader van de evaluatie van het experiment, en hiertoe de benodigde gegevens zal leveren.

Ondertekening en akkoordverklaring voorwaarden

Naam bestuurder

 

Functie

 

Plaats

 

Datum

 

Handtekening