Tarievenregeling Kadaster

Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006.
Geldend van 01-01-2006 t/m 21-04-2016

Besluit van het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, houdende vaststelling van de kadastrale tarieven (Tarievenregeling Kadaster)

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • kadasterstylesheet: een gestructureerd digitaal document waarin de opmaakgegevens voor een in de openbare registers in te schrijven stuk zijn opgenomen, zodanig dat een daarmee opgemaakt stuk geschikt is voor automatische bijwerking van een rechtszekerheidsregistratie en dat gelijktijdig met het in te schrijven stuk elektronisch wordt aangeboden;

  • negatieve mededeling: een mededeling inhoudende dat de gevraagde gegevens van een (rechts)persoon dan wel de naam van een schip of luchtvaartuig in een rechtszekerheidsregistratie ontbreken;

  • netwerk: een net als bedoeld in artikel 5:20, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek;

  • object: een in een rechtszekerheidsregistratie vermeld perceel, appartementsrecht, netwerk, schip of luchtvaartuig;

  • rechtszekerheidsregistratie: een registratie als bedoeld in artikel 48, 85 of 92 van de wet, met uitzondering van de kadastrale kaart;

  • wet: Kadasterwet.

Hoofdstuk 2. Tarieven

Titel 1. Inschrijven stukken

Artikel 2

  • 1 Voor de inschrijving van

    • een stuk dat leidt tot wijziging van een rechthebbende in een rechtszekerheidsregistratie;

    • een stuk betreffende de vestiging van een recht van hypotheek;

    • een stuk inhoudende de (onder)splitsing in appartementsrechten, is verschuldigd:

      • a. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden en is opgemaakt door middel van een kadasterstylesheet en dat leidt tot bijhouding van een rechtszekerheidsregistratie op geautomatiseerde wijze: € 103,–;

      • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden en niet is opgemaakt door middel van een kadasterstylesheet: € 168,–;

      • c. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 192,–.

  • 2 Voor de inschrijving van

    • een stuk betreffende de koop van een registergoed;

    • een stuk inhoudende een koopoptie of voorovereenkomst tot koop;

    • een stuk betreffende een proces-verbaal van inbeslagneming;

    • een stuk betreffende de doorhaling van een recht van hypotheek;

    alsmede voor de boeking van een stuk in een register van voorlopige aantekeningen, is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden en is opgemaakt door middel van een kadasterstylesheet en dat leidt tot bijhouding van een rechtszekerheidsregistratie op geautomatiseerde wijze: € 44,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden en niet is opgemaakt door middel van een kadasterstylesheet: € 74,–;

    • c. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 98,–.

  • 3 Voor de inschrijving van een stuk betreffende de doorhaling van een proces-verbaal van inbeslagneming, of een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden en is opgemaakt door middel van een kadasterstylesheet en dat leidt tot bijhouding van een rechtszekerheidsregistratie op geautomatiseerde wijze: € 12,60;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden en niet is opgemaakt door middel van een kadasterstylesheet: € 21,–;

    • c. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 45,–.

  • 4 Voor de inschrijving van een stuk genoemd in het eerste en tweede lid waarbij:

    • meer dan 50 objecten zijn betrokken of waarin meer dan 5 nieuwe rechthebbenden of rechtsfeiten zijn opgenomen of geen verwijzing naar objecten of eerder ingeschreven stukken is opgenomen; en

    • vooraf met de Dienst geen afspraken zijn gemaakt over een mutatieprocedure die geautomatiseerde verwerking van het stuk mogelijk maakt,

    worden de daar vermelde tarieven verhoogd met:

    • a. indien een verwijzing naar objecten of naar reeds ingeschreven stukken ontbreekt: tweemaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b;

    • b. per 50 objecten, waarbij het aantal naar boven wordt afgerond op een veelvoud van 50: het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b;

    • c. per 5 nieuwe rechthebbenden of rechtsfeiten, waarbij gezamenlijke rechthebbenden als één rechthebbende wordt beschouwd, en waarbij het aantal naar boven wordt afgerond op een veelvoud van 5: het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b;

    • d. per 10 nieuwe percelen, waarbij het aantal naar boven wordt afgerond op een veelvoud van 10: het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b.

    Indien meer dan een van de onderdelen a tot en met d van toepassing is, zijn de genoemde bedragen cumulatief verschuldigd.

  • 5 Het vierde lid is niet van toepassing op:

    • a. de tarifering van notariële akten, houdende (onder)splitsing in appartementsrechten;

    • b. wijzigingen of rectificaties van (onder)splitsing in appartementsrechten;

    • c. een naamswijziging van een rechtspersoon;

    • d. een juridische fusie.

  • 6 Voor de inschrijving van een ander stuk dat niet leidt tot wijziging van een rechthebbende in een rechtszekerheidsregistratie, zijn de tarieven verschuldigd als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 3

Kosteloos is de inschrijving van:

Titel 2. Te boek stellen schepen en luchtvaartuigen

Artikel 4

  • 1 Voor het te boek stellen van een schip, inclusief de indepotname en inschrijving van het stuk, het aanbrengen van een brandmerk en het verstrekken van een certificaat van teboekstelling, is verschuldigd:

    • a. indien bij het aanbrengen van het brandmerk gebruik wordt gemaakt van microdots: € 562,–;

    • b. in andere gevallen: € 450,–.

  • 2 In geval van een spoedteboekstelling wordt het tarief, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met € 112,– en vermeerderd met een bedrag gelijk aan het in artikel 27, onderdeel b, bedoelde tarief per kwartier dat de Dienst langer dan een uur op een bewijsstuk moet wachten.

  • 3 Voor het opnieuw aanbrengen van een brandmerk is verschuldigd:

    • a. indien gebruik wordt gemaakt van microdots: € 362,–;

    • b. in andere gevallen: € 250,–.

  • 4 Voor het aanbrengen van microdots op een reeds te boek gesteld schip is verschuldigd:

    • a. € 112,–;

    • b. vanaf het tweede tot en met zesde schip op één locatie op een dag, per schip: € 56,–.

  • 5 Indien de werkzaamheden buiten Nederland moeten worden verricht, zijn eveneens de reis- en verblijfkosten van de desbetreffende medewerker verschuldigd, zoals die vooraf door de Dienst kenbaar worden gemaakt.

  • 6 Kosteloos is de inschrijving van:

    • a. een aangifte of verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een schip of luchtvaartuig;

    • b. een aangifte tot wijziging van de beschrijving van een te boek staand schip;

    • c. een mededeling omtrent de gekozen woonplaats inzake een schip.

Artikel 5

  • 1 Voor inschrijving van een verzoek tot teboekstelling van een luchtvaartuig is verschuldigd: € 168,–.

  • 2 Kosteloos is de inschrijving van een aangifte of verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een luchtvaartuig.

Titel 3. Vorming van percelen

Artikel 6

  • 1 Voor het op verzoek vormen van percelen, anders dan bedoeld in artikel 7, derde lid, is per nieuw te vormen perceel verschuldigd, indien:

    • a. percelen moeten worden gevormd met voorlopige grenzen: € 90,–, onverminderd de toepassing van het tarief overeenkomstig onderdeel c dan wel artikel 7, eerste lid;

    • b. percelen moeten worden gevormd anders dan bedoeld in onderdeel a: € 480,–;

    • c. de voorlopige grenzen, bedoeld in onderdeel a, definitief moeten worden ingemeten of geverifieerd: € 480,–;

    • d. uitsluitend percelen moeten worden samengevoegd: € 90,–, met dien verstande dat correcties van voorlopige grenzen waarbij uitsluitend percelen moeten worden samengevoegd, kosteloos zijn.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdelen b en c, is per nieuw te vormen perceel € 408,– verschuldigd, indien 50 of meer nieuw te vormen percelen als één samenhangend project kunnen worden ingemeten. Bij projecten van 200 of meer nieuw te vormen percelen wordt dit tarief verminderd met het tarief, bedoeld in artikel 27, onderdeel b, per kwartier minder te besteden tijd door een medewerker van de Dienst.

Artikel 7

  • 2 Het bedrag, genoemd in het eerste lid, is niet verschuldigd indien:

    • a. het perceel een oppervlakte heeft van ten hoogste 100 centiare en blijkens het stuk ten aanzien van dat perceel sprake is van een koopsom of tegenprestatie met een waarde van ten hoogste € 5.000,–, of, bij het ontbreken van een koopsom of tegenprestatie, een waarde van ten hoogste € 5.000,–; of

    • b. dat bedrag al bij een eerdere inschrijving voor het betreffende perceel in rekening is gebracht.

  • 3 Onverminderd de verschuldigdheid van het tarief overeenkomstig artikel 2, eerste lid, onderdeel b of c, is voor de inschrijving van een stuk, dat aanleiding is tot het vormen van percelen, per nieuw perceel verschuldigd: € 1.200,–.

Titel 4. Netwerken en appartementen

Artikel 8

  • 1 Voor de afgifte van een verklaring inhoudende een netwerkaanduiding is verschuldigd: € 233,–.

  • 2 Voor de vervaardiging van een netwerktekening op schaal 1:5.000 of op een kleinere schaal, met een strookbreedte van tenminste 500 meter, is verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b, vermeerderd met € 45,– per tekening en € 0,67 per afgebeelde hectare.

  • 3 Voor het bijhouden van een in de afgelopen vijf jaren ingeschreven netwerktekening, binnen het op die tekening weergegeven gebied, is verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b, vermeerderd met € 45,– per tekening en € 0,11 per afgebeelde hectare.

  • 4 Voor het actualiseren van een nog niet in depot gegeven tekening waarvan het leidingtracé ongewijzigd blijft, is verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b, vermeerderd met € 45,– per tekening.

  • 5 Voor de controle op inschrijvingsvereisten van een niet door de Dienst vervaardigde netwerktekening is verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b, vermeerderd met € 45,– per tekening.

Artikel 9

  • 1 Voor de afgifte van een verklaring inhoudende de complexaanduiding ter zake van appartementsrechten is verschuldigd: € 233,–.

  • 2 Voor het in depot nemen van tekeningen en andere stukken in papieren vorm die deel uitmaken van een stuk dat in elektronische vorm ter inschrijving zal worden aangeboden als bedoeld in artikel 11b, vijfde lid, van de wet, is verschuldigd: € 118,–.

  • 3 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op het aanbieden van een appartementstekening in papieren vorm bij een analoog verzoek tot afgifte van een verklaring complexaanduiding.

Titel 5. Inlichtingen kadastrale grenzen

Artikel 10

  • 1 Voor het ter plaatse verstrekken van inlichtingen over de ligging van de kadastrale grenzen van een perceel is per grens verschuldigd: € 450,–, vermeerderd met: € 100,– per hoek- of knikpunt en: € 50,– per tussenpunt op een rechte grenslijn.

  • 2 Ingeval inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen op andere wijze dan ter plaatse worden verstrekt is per grens verschuldigd: € 41,–.

Titel 6. Inlichtingen openbare registers

Artikel 11

Voor het verstrekken van een afschrift van een in de openbare registers ingeschreven of geboekt stuk of van een in een logische databank voor archiefbescheiden opgeslagen stuk is per te verstrekken afschrift verschuldigd:

  • a. bij geautomatiseerde verstrekking: € 2,80;

  • b. bij toezending per elektronische post: € 15,80;

  • c. bij toezending in papieren vorm: € 17,80;

  • d. bij raadpleging op een van de kantoren van de Dienst: € 31,80.

Artikel 12

Voor het verrichten van onderzoeken in de openbare registers is per object verschuldigd:

  • a. indien het een onderzoek betreft naar de laatste akte waarbij het object is verkregen: € 45,–;

  • b. indien het een onderzoek naar erfdienstbaarheden betreft, teruggaand tot maximaal:

    • 1°. het jaar 1950: € 140,–;

    • 2°. het jaar 1838: € 264,–;

  • c. indien het andere onderzoeken betreft, het tarief als bedoeld in artikel 27, onderdeel b per kwartier te besteden tijd.

Titel 7. Raadplegen en verstrekken van gegevens uit registraties

Artikel 13

  • 1 Voor een abonnement op de digitale raadpleging van een rechtszekerheidsregistratie is, als vergoeding voor de vaste kosten van het abonnement per kalenderjaar verschuldigd: € 60,–. Indien de krachtens het tweede lid verschuldigde bedragen automatisch door de Dienst worden geïncasseerd is per kalenderjaar verschuldigd: € 30,–. Bij aanvang van een abonnement gedurende een kalenderjaar is een evenredig bedrag voor de resterende periode verschuldigd.

  • 3 Voor digitale raadpleging van de objectlijst is per 20 objecten verschuldigd: € 0,90.

  • 4 Voor het raadplegen van een rechtszekerheidsregistratie op een van de kantoren van de Dienst is per geraadpleegd object voor een hypothecair of een kadastraal bericht verschuldigd: € 31,80.

  • 5 Voor de niet-geautomatiseerde verstrekking van een afschrift of een uittreksel als bedoeld in artikel 100, 101, eerste lid, of 102, eerste lid, van de wet, respectievelijk van een verklaring als bedoeld in artikel 101, tweede lid, of 102, tweede lid, van de wet is per object voor een hypothecair of een kadastraal bericht verschuldigd:

    • a. bij toezending per elektronische post: € 15,80;

    • b. bij toezending in papieren vorm: € 17,80.

  • 6 Voor een negatieve mededeling is verschuldigd:

    • a. bij digitale raadpleging door middel van een geautomatiseerd proces: € 1,50;

    • b. bij toezending per elektronische post: € 14,50;

    • c. bij toezending in papieren vorm: € 16,50.

Artikel 14

Een (rechts)persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen in de openbare registers, is per object verschuldigd: € 11,20.

Artikel 15

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel worden onder gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, niet begrepen gegevens inzake hypotheken, gegevens inzake beslagen en de landelijke kadastrale kaart.

  • 2 Voor het verstrekken van gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, is per object dat in de opgave is betrokken, verschuldigd: € 1,16, met dien verstande dat:

    • a. ingeval in het afschrift meer dan 100.000 objecten zijn betrokken, per object is verschuldigd: € 0,98; en

    • b. ingeval in het afschrift meer dan 1.000.000 objecten zijn betrokken, per object is verschuldigd: € 0,73, tot een maximum bedrag van € 1.700.000,–.

  • 3 Na de eerste verstrekking, bedoeld in het tweede lid, is per kalenderjaar voor een abonnement op deze gegevens per 1.000 objecten verschuldigd: € 208,–.

  • 4 Voor het opnieuw verstrekken van eerder verstrekte gegevens in het kader van een abonnement als bedoeld in het derde lid, is per verstrekking verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b. Dit tarief is eveneens van toepassing op een tweede mutatie-abonnement en geldt in dat geval per kalenderjaar.

Artikel 16

  • 1 Voor het raadplegen of bevragen van de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 26 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, dan wel het verstrekken van gegevens uit die landelijke voorziening, is verschuldigd:

    • a. BAG Extract, éénmalige verstrekking: € 168,–;

    • b. BAG Extract, abonnement, maandelijkse verstrekking: € 112,– per maand;

    • c. BAG Extract Mutatie, abonnement, maandelijkse verstrekking: € 11,20 per maand;

    • d. BAG Extract Mutatie, abonnement, dagelijkse verstrekking: € 168,– per maand;

    • e. BAG Bevraging, abonnement, maximaal 3.000 bevragingen per dag: € 84,– per maand;

    • f. BAG Bevraging, abonnement, meer dan 3.000 bevragingen per dag: € 168,– per maand;

    • g. BAG Compact, éénmalige verstrekking: € 168,–;

    • h. BAG Compact, abonnement, maandelijkse verstrekking: € 11,20 per maand.

  • 2 Het raadplegen van BAG Web of de BAG Viewer is kosteloos.

Titel 8. Raadplegen en verstrekken van kadastrale kaarten

Artikel 17

  • 1 Voor het raadplegen van de door de Dienst gehouden kadastrale kaarten en hulpkaarten is verschuldigd:

    • a. in geval van digitale raadpleging via het openbare internet: € 0,–;

    • b. in geval van raadpleging op een van de kantoren van de Dienst, per raadpleging, inclusief de verstrekking van een uittreksel op A3 of A4 formaat: € 30,50.

  • 2 Voor de geautomatiseerde verstrekking van afschriften of uittreksels van de kadastrale kaarten in elektronische vorm op A3 of A4 formaat is verschuldigd: € 1,50.

  • 3 Voor de niet-geautomatiseerde verstrekking van afschriften of uittreksels van de kadastrale kaarten of hulpkaarten, is per te verstrekken afschrift of uittreksel verschuldigd:

    • a. bij toezending per elektronische post op A3 of A4 formaat: € 14,50 en op A2 formaat of groter: € 56,–;

    • b. bij toezending in papieren vorm op A3 of A4 formaat: € 16,50 en op A2 formaat of groter: € 58,–.

  • 4 Voor het gebruik van de digitale raadpleegdienst voor de kadastrale kaart door middel van een geautomatiseerd proces is per maand verschuldigd:

    • a. tot en met 10.000 maphits: € 0,–;

    • b. voor de 10.001ste tot en met de 100.000ste maphit, per maphit: € 0,06;

    • c. vanaf de 100.001ste maphit, per maphit: € 0,03, tot een maximumbedrag van € 12.000,–.

Artikel 18

  • 1 Voor het verstrekken van een gedeelte van de landelijke digitale kadastrale kaart is verschuldigd:

    • a. bij verstrekking via het openbare internet: € 0,–;

    • b. bij verstrekking op een elektronische gegevensdrager: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b.

  • 2 Voor een abonnement op de digitale kadastrale kaart is per kalenderjaar verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b.

  • 3 Indien de gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager, is naast het daar bedoelde bedrag per verstrekking verschuldigd: driemaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b.

  • 4 Voor het opnieuw verstrekken van eerder verstrekte gegevens in het kader van een abonnement als bedoeld in het tweede lid, is per verstrekking verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b.

Titel 9. Geometrisch referentiesysteem

Artikel 19

  • 2 Voor het certificeren van de coördinaten van stations voor satellietplaatsbepaling of het inrekenen van coördinaten van tijdelijke stations voor satellietplaatsbepaling is verschuldigd:

    • a. tot en met vijf stations, per station: € 320,–;

    • b. van het zesde tot en met het tiende station, per station: € 256,–;

    • c. van het elfde tot en met het vijftiende station, per station: € 192,–;

    • d. van het zestiende tot en met het twintigste station, per station: € 128,–;

    • e. vanaf het eenentwintigste station, per station: € 64,–.

Titel 10. Samengestelde en afgeleide gegevens

Artikel 20

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave van afgeleide gegevens inzake vastgoedtransacties of hypotheken is verschuldigd, indien:

    • a. het de gegevens van referentiepanden betreft, per referentiepand: € 1,16;

    • b. het individuele koopsommen betreft, per stuk: € 1,43;

    • c. het de gegevens van een hypotheekinschrijving betreft, per stuk: € 1,49;

    • d. het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a tot en met c, per akte: € 2,13.

  • 2 Voor een jaarabonnement op de verstrekking van gegevens inzake vastgoedtransacties voor de interne werkprocessen van de afnemer is verschuldigd:

    • a. bij een bestandsselectie tot en met 25.000 transacties per jaar: € 7.500,–;

    • b. bij een bestandsselectie van 25.001 tot en met 50.000 transacties per jaar: € 15.000,–;

    • c. bij een bestandsselectie van 50.001 tot en met 100.000 transacties per jaar: € 22.500,–;

    • d. bij een bestandsselectie van meer dan 100.000 transacties per jaar: € 30.000,–.

  • 3 Voor het verstrekken van historische transactiegegevens voor de interne werkprocessen van de afnemer is verschuldigd:

    • a. voor de transacties van de afgelopen vijf jaren: vijf maal het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, b, c of d;

    • b. voor de transacties die ouder zijn dan vijf, maar jonger dan tien jaren: tweeënhalf maal het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, b, c of d;

    • c. voor de transacties ouder dan tien jaren: tweeënhalf maal het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, b, c of d.

  • 4 Indien transactiegegevens als genoemd in het tweede en derde lid, door afnemer worden doorgeleverd aan derden, is afnemer verschuldigd:

    • a. het bedrag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, b, c of d; of

    • b. een bedrag berekend op basis van het aantal doorgeleverde transactiegegevens aan derden:

      • 1°. tot en met 50.000 transacties per jaar, per transactie: € 1,49;

      • 2°. bij 50.001 tot en met 100.000 transacties per jaar, per transactie: € 1,12;

      • 3°. bij 100.001 tot en met 200.000 transacties per jaar, per transactie: € 0,75;

      • 4°. bij meer dan 200.001 transacties per jaar, per transactie: € 0,50.

    Het bedrag, bedoeld onder a, is verschuldigd indien dat hoger is dan het bedrag, bedoeld onder b.

    De in het derde lid, bedoelde historische transactiegegevens worden in geval van doorlevering aan derden, ongeacht het aantal doorgeleverde transactiegegevens, kosteloos aan afnemer verstrekt.

Artikel 21

  • 1 Voor een opgave inzake statistische waarden, zijnde gemiddelden, aantallen of totalen van vastgoedtransacties, hypotheken of koopsommen, is verschuldigd:

    • a. indien de opgave 5.000 of minder statistische waarden betreft, per verstrekte statistische waarde: € 0,67;

    • b. in andere gevallen: € 2.250,–, vermeerderd met € 225,– per gebiedsniveau of andere rubricering;

    • c. per jaar voor een abonnement op de opgaven, bedoeld onder a of b: tweeënhalf maal het tarief, bedoeld respectievelijk onder a en b.

  • 2 Voor een abonnement op de hypothekenscan is per jaar verschuldigd, indien geleverd:

    • a. op landelijk niveau: € 7.700,–;

    • b. op provinciaal niveau: € 12.800,–;

    • c. op gemeenteniveau: € 21.400,–;

    • d. op 4-positie postcodeniveau: € 30.400,–;

    • e. op 6-positie postcodeniveau: € 38.000,–.

  • 3 Voor een woningrapport is verschuldigd:

    • a. tot en met 10.000 woningrapporten per jaar, per stuk: € 26,50;

    • b. bij 10.001 tot en met 50.000 woningrapporten per jaar, per stuk: € 21,20;

    • c. bij 50.001 of meer woningrapporten per jaar, per stuk: € 15,90.

Artikel 22

  • 1 Voor een opgave inzake de coördinaten van adressen, percelen of centroïden van postcodegebieden, anders dan de gegevens uit de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 26 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, is per coördinaat verschuldigd: € 0,01 met dien verstande dat per opgave ten hoogste € 595,– verschuldigd is.

  • 2 Voor een opgave inzake een indicatie of classificatie van de aard of toestand van een object of gebied is verschuldigd:

    • a. per indicatie of classificatie: € 0,04;

    • b. na de eerste verstrekking als bedoeld onder a, per jaar voor een abonnement op deze gegevens: 20% van het tarief, bedoeld onder a, met dien verstande dat per kalenderjaar ten hoogste € 54.000,– verschuldigd is.

  • 3 Voor een opgave inzake cartografische gegevens zonder de kadastrale grenzen is verschuldigd:

    • a. indien het betreft het landelijke bestand met bestuurlijke grenzen: € 0,–;

    • b. indien het een ander bestand met gebiedsgrenzen betreft: € 1,– per gebied, tot een maximum bedrag van € 225,–.

  • 4 Voor het verstrekken van een eigendoms- of eigenarenkaart is verschuldigd:

    • a. per opgave in een digitaal verwerkbare vorm: € 1,35 per perceel, vermeerderd met het tarief als bedoeld in artikel 27, onderdeel b, per kwartier te besteden tijd;

    • b. per kalenderjaar voor een abonnement op de opgave als bedoeld in onderdeel a: € 270,– per 1000 percelen, vermeerderd met het tarief als bedoeld in artikel 27, onderdeel b, per kwartier te besteden tijd;

    • c. voor een opgave in andere vorm dan bedoeld onder a: het tarief als bedoeld in artikel 27, onderdeel b, per kwartier te besteden tijd, vermeerderd met:

      • 1°. indien het een opgave op formaat A3 of A4 betreft: € 16,50;

      • 2°. indien het een opgave op groter formaat betreft: € 58,–.

Artikel 23

  • 1 Voor het digitaal raadplegen van bestanden bestaande uit gegevens die zijn samengesteld uit de gegevens welke door de Dienst bij het vervullen van de door hem opgedragen taken, bedoeld in artikel 3 van de wet, zijn verkregen is verschuldigd:

    • a. indien het bestanden inzake de gemiddelde koopsom per 6-positie postcodegebied betreft, per raadpleging: € 0,75;

    • b. indien het bestanden inzake vastgoedtransacties per 6-positie postcodegebied betreft, per raadpleging: € 2,35;

    • c. indien het bestanden inzake vastgoedtransacties agrarische gronden betreft, per transactie: € 0,75.

  • 2 Voor het digitaal raadplegen of verstrekken van een opgave van gegevens uit andere dan door de Dienst gehouden registraties is de inkoopprijs van het betreffende gegeven verschuldigd, vermeerderd met het bedrag, bedoeld in artikel 29, eerste lid.

Artikel 24

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave van gegevens, die de Dienst heeft verkregen bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen f en g, van de wet, of die de Dienst uit die gegevens heeft samengesteld, is verschuldigd:

    • a. voor een standaardopgave inzake gegevens uit de bestanden TOP10NL, TOP25raster, TOP50NL, TOP50raster, TOP100NL, TOP250NL, TOP250raster, TOP500NL, TOP1000NL, TOP25namen, TOP50namen of TOP250namen: € 0,–;

    • b. voor een opgave per punt uit het landelijk bestand TOPstakels: € 0,56 en voor het gehele bestand: € 8.300,–;

    • c. voor analoge topografische kaarten:

      • 1°. per kaartblad op schaal 1:10.000: € 10,25;

      • 2°. per kaartblad op schaal 1:25.000, 1:50.000 en 1:250.000: € 5,50;

      • 3°. per gemeentekaart: € 9,35;

      • 4°. per herdruk van een historische kaart: € 17,–;

      • 5°. per kopie van een historische kaart, formaat A0: € 7,85;

      • 6°. per kleurenkopie van een historische kaart, formaat A1: € 35,20;

      • 7°. indien het lamineren van een kaartblad betreft, per stuk: € 4,10;

      • 8°. indien kaarten, herdrukken of kopieën per post worden geleverd, per verstrekking: € 3,50;

    • d. voor orthofoto mozaïeken, per mozaïek: € 39,50;

    • e. voor een digitale luchtfoto indien verstrekt:

      • 1°. op een digitale gegevensdrager: € 39,50;

      • 2°. door middel van het openbare internet: € 11,20;

    • f. voor analoge luchtfoto’s:

      • 1°. per contactafdruk op schaal 1:18.000: € 39,50;

      • 2°. per vergroting op schaal 1:10.000: € 52,–;

      • 3°. per vergroting op schaal 1:5.000: € 134,– ;

      • 4°. per vergroting op schaal 1:2.500: € 403,–.

  • 2 Voor het gebruik van de digitale raadpleegdienst voor de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde gegevens, alsmede de BRT-achtergrondkaart, door middel van een geautomatiseerd proces is per maand verschuldigd:

    • a. tot en met 10.000 maphits: € 0,–;

    • b. voor de 10.001ste tot en met de 100.000ste maphit, per maphit: € 0,06;

    • c. vanaf de 100.001ste maphit, per maphit: € 0,03, tot een maximumbedrag van € 12.000,–.

Titel 12. Uitzonderingen voor overheidsorganisaties

Artikel 26

  • 2 In afwijking van artikel 18, derde lid, is voor een abonnement op de aldaar bedoelde verstrekking op een elektronische gegevensdrager aan een overheidsorganisatie als bedoeld in het eerste lid, per kalenderjaar verschuldigd: achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b, ongeacht het aantal objecten of percelen dat in het abonnement is betrokken.

  • 3 In afwijking van het eerste lid is de aldaar bedoelde kosteloze verstrekking van gegevens niet van toepassing op notarissen en gerechtsdeurwaarders.

  • 4 Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op politieke partijen die zijn vertegenwoordigd in de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal, alsmede op ProRail B.V. te Utrecht.

Titel 13. Uitvoeren andere werkzaamheden

Artikel 27

Voor het uitvoeren van andere werkzaamheden op grond van de wet dan genoemd in deze regeling is per kwartier, of een gedeelte van een kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed, verschuldigd:

  • a. indien het een administratief medewerker betreft: € 19,50;

  • b. indien het een juridisch medewerker of technisch medewerker betreft: € 24,–;

  • c. indien het een senior juridisch medewerker of senior technisch medewerker betreft: € 26,–;

  • d. indien het een projectleider of technisch specialist betreft: € 28,50;

  • e. indien het een assistent projectmanager of GIS-specialist betreft: 31,50;

  • f. indien het een projectmanager of senior GIS-specialist betreft: € 34,–.

Artikel 28

Voor het op verzoek door de Dienst technisch vervaardigen, aanpassen of vormgeven van een kadasterstylesheet, dan wel het goedkeuren van een door een derde vervaardigde stylesheet, is per door de Dienst besteed kwartier, of een gedeelte van een kwartier, verschuldigd: € 41,–.

Artikel 29

  • 1 Indien de opgave, bedoeld in artikel 18, 20, 21, 22, 23, tweede lid of 24, eerste lid, onderdelen a en b, in een andere vorm of met een uitgebreidere inhoud dan de standaardopgave wordt verstrekt, is naast het tarief, bedoeld in die artikelen, verschuldigd:

    • a. de kosten voor specifieke infrastructuur, zoals die vooraf door de Dienst kenbaar worden gemaakt; en

    • b. per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed: een bedrag gelijk aan het tarief als bedoeld in artikel 27.

  • 2 Indien de opgave, bedoeld in artikel 20, 21 of 22, met een beperktere inhoud dan de standaardopgave wordt verstrekt, zijn verschuldigd de tarieven, bedoeld in die artikelen, verminderd met een bedrag dat gelijk is aan de minderkosten voor specifieke infrastructuur zoals die vooraf door de Dienst kenbaar worden gemaakt.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 30

  • 2 Voor de toepassing van de artikelen 15, derde lid, en 22, vierde lid, onderdeel b, wordt uitgegaan van het aantal objecten dan wel percelen waaruit het desbetreffende gebied bestaat op 1 januari van het jaar waarin de gegevensverstrekking plaatsvindt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Apeldoorn, 10 november 2015

Raad van Bestuur

Namens deze,

Th.A.J. Burmanje