4.2.2. Voorwaarden voor productie-eenheden
Met betrekking tot de in 4.1.2.1, sub d bedoelde revisieperioden houden de netbeheerders en producenten elkaar met een zichtperiode
van één jaar schriftelijk op de hoogte van alle plannen en wijzigingen met betrekking
tot het onderhoud en de revisie van hun bedrijfsmiddelen.
Afhankelijk van de netsituatie en de omvang van de productiecapaciteit zullen producenten
en netbeheerders hun onderhoudsplannen schriftelijk afstemmen en wijzigen, waarbij
beoogd wordt de voorzieningszekerheid te waarborgen.
Indien één of beide partijen onderhoudsplannen moeten gaan fixeren, bijvoorbeeld ten
gevolge van een contractuele overeenkomst of afspraak met een derde partij, wordt
een planning bindend verklaard vanaf de door die omstandigheden bepaalde datum en
schriftelijk bevestigd naar de andere partij.
Indien een partij na een bindend verklaring alsnog van de planning wil afwijken zal
de andere partij daar zoveel als mogelijk aan tegemoet komen, door bijvoorbeeld het
verschuiven of verwisselen van reeds gepland onderhoud over andere productie-eenheden
en transportnet-onderdelen.
Indien een afwijking van een bindende planning tot extra kosten leidt, zullen deze
kosten gedragen worden door de veroorzakende partij, waarbij de andere partij al het
mogelijke zal doen om de extra kosten te beperken.
4.2.5. Aanvullende voorwaarden voor congestiemanagement
Congestiemanagement, zoals beschreven in deze paragraaf, wordt uitsluitend toegepast
ter voorkoming van een op artikel 24, tweede lid, van de Wet gebaseerde weigering van de netbeheerder om aan een of meer aangeslotene(n) transportcapaciteit
beschikbaar te stellen in netten van 110 kV of hoger en in netten lager dan 110 kV
indien dit, met inachtneming van artikel 16, eerste lid, onderdeel b, van de Wet, mogelijk is.
Toepassing van congestiemanagement, zoals beschreven in deze paragraaf, in netten
lager dan 110 kV is mogelijk indien en voor zover:
-
a. de verwachte transportbeperking in deze netten geen relatie heeft met het overschrijden
van het toegestane kortsluitvermogen in deze netten en;
-
b. de netten voor invoering van genoemde maatregelen technisch uitgerust zijn of kunnen
worden, waaronder wordt verstaan de continu beschikbare mogelijkheid om de relevante
netdelen en -componenten op afstand te bewaken en te bedienen en;
-
c. de benodigde systemen om de genoemde maatregelen effectief te kunnen uitvoeren beschikbaar
zijn of dit zijn binnen maximaal 25% van de doorlooptijd van de uit te voeren netverzwaring,
-wijziging of -uitbreiding zoals genoemd in 4.2.5.3.
Toepassing van congestiemanagement in een gebied dient uitsluitend ter overbrugging
van de periode die resteert tot het moment waarop het (de) net(ten) zodanig verzwaard,
gewijzigd of uitgebreid is (zijn) dat het gevraagde transport volledig beschikbaar
gesteld kan worden.
Indien op een bepaald deelnet in een afgebakend en duidelijk gedefinieerd gebied het
geheel van verzoeken om transport tot het beloop van het gecontracteerde en beschikbaar
gestelde transportvermogen voorzienbaar in enige programmatijdseenheid niet volledig
gehonoreerd kan worden, meldt de netbeheerder van het net waarvan dat deelnet onderdeel
is, door middel van een vooraankondiging dat er sprake kan zijn van congestie. Indien
de in de vorige volzin bedoelde situatie zich voordoet op de deelnetten van gekoppelde
netten die door verschillende netbeheerders worden beheerd, doen de netbeheerders
van die netten gezamenlijk de vooraankondiging dat er sprake kan zijn van congestie.
Deze vooraankondiging zal ten minste de volgende gegevens bevatten:
-
a. het verwachte congestiegebied (geografische aanduiding) en;
-
b. de periode waarin congestie wordt verwacht in dat gebied en;
-
c. de oorzaak van de verwachte congestie en;
-
d. het in het verwachte congestiegebied totale gecontracteerde en beschikbaar opgestelde
transportvermogen en;
-
e. een planning van de netverzwaring.
De vooraankondiging wordt gepubliceerd op de website(s) van de netbeheerder(s) die
de melding heeft, dan wel hebben, gedaan en in alle gevallen tevens op de website
van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. De betrokken netbeheerders
zenden een afschrift van de vooraankondiging aan de Autoriteit Consument en Markt.
De betrokken netbeheerder(s) start(en) voor een gebied waarvoor een vooraankondiging
is afgegeven, een onderzoek naar de mogelijkheden voor de toepassing van congestiemanagement.
Congestiemanagement zal worden toegepast indien uit het onderzoek blijkt dat:
-
a. de betrokken netbeheerder(s) het nettechnisch mogelijk acht(en) en;
-
b. de betrokken netbeheerder(s) het bedrijfsvoeringstechnisch mogelijk acht(en) en;
-
c. de periode van verwachte congestie langer duurt dan 1 jaar en korter dan 4 jaar en;
-
d. in het desbetreffende gebied voldoende potentiële deelnemers aanwezig zijn voor de
uitvoering van congestiemanagement.
Indien uit het in 4.2.5.5 genoemde onderzoek blijkt dat congestiemanagement geen oplossing biedt of de in artikel 4.2.5.4 gemelde vooraankondiging, om wat voor reden dan ook, is komen te vervallen, doen
de desbetreffende netbeheerders hiervan binnen één week na afronding van het onderzoek,
of het bekend worden van elke andere reden, melding via hun website en in alle gevallen
tevens op de website van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Deze
melding zal tenminste bevatten:
-
a. het gebied waarop de melding betrekking heeft en;
-
b. een verklaring waarom de vooraankondiging is komen te vervallen, waarbij ten minste
wordt aangegeven wat het actuele totale gecontracteerde en beschikbaar gestelde transportvermogen
in het desbetreffende gebied is.
Voor het desbetreffende gebied zullen dan ook geen aanvullende eisen van toepassing
worden verklaard.
Indien van toepassing, geschiedt de vooraankondiging door de in 4.2.5.4 of 4.2.5.6 bedoelde netbeheerder na overleg met eventuele andere betrokken netbeheerders.
Indien op basis van het in 4.2.5.5 genoemde onderzoek blijkt dat in het congestiegebied waarover een vooraankondiging
is afgegeven congestiemanagement een oplossing biedt, zal de netbeheerder binnen één
week na afronding van het onderzoek, of het bekend worden van elke andere reden, een
melding doen aan de hierna in onderdeel a bedoelde aangeslotenen in het congestiegebied.
De melding bevat in ieder geval de volgende gegevens:
-
a. een aanduiding van het congestiegebied door middel van een lijst van EAN-codes van
aansluitingen met een gecontracteerd en beschikbaar gesteld transportvermogen van
0,1 MW of hoger en een geografische beschrijving van het betrokken gebied met het
desbetreffende deelnet of de desbetreffende deelnetten in dat gebied en;
-
b. de ingangsdatum van de verwachte congestie en;
-
c. de verwachte periode waarvoor het congestiegebied is aangewezen en;
-
d. een onderbouwing en motivering, op grond waarvan duidelijk blijkt dat er binnen het
gestelde gebied sprake is van congestie en omvat in ieder geval de onder a. tot en
met c. genoemde punten en;
-
e. een onderbouwing en motivering van de onmogelijkheid om de transportbeperkingen op
andere wijze op te lossen dan het toepassen van congestiemanagement.
De netbeheerder bepaalt de grens als bedoeld in 4.2.1.2 op basis van de omvang van het congestiegebied en de hoeveelheid vermogen die minimaal
aanvullend nodig is om de enkelvoudige storingsreserve tijdens de verwachte congestieperiode
op een efficiënte wijze te handhaven.
De melding als bedoeld in 4.2.5.8, alsmede het in 4.2.5.8 bedoelde onderzoek en de uitkomsten daarvan, wordt binnen
één week na afronding van het in 4.2.5.8 bedoelde onderzoek gepubliceerd op de website
van de netbeheerder die de melding heeft gedaan of, in het geval bedoeld in de tweede
volzin van 4.2.5.4, op de websites van de netbeheerders die de melding hebben gedaan en in alle gevallen
tevens op de website van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
Indien de melding als bedoeld in 4.2.5.8 niet gedaan wordt door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, moet de
netbeheerder die de melding heeft gedaan hiervan uiterlijk op de dag waarop publicatie
volgens 4.2.5.10 plaatsvindt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in kennis stellen,
onder vermelding van in ieder geval de gegevens, genoemd in 4.2.5.8.
De melding als bedoeld in 4.2.5.8 wordt gestuurd aan alle aangeslotenen in het congestiegebied,
met een gecontracteerd en beschikbaar gesteld vermogen van 0,1 MW en meer.
Na publicatie van de melding, bedoeld in 4.2.5.8, verzoekt de netbeheerder alle aangeslotenen
vanaf een door de netbeheerder te bepalen ondergrens, op basis van het opgesteld vermogen
in het desbetreffende gebied ten opzichte van de maximaal mogelijke overschrijding
van de transportcapaciteit per dag, zich vrijwillig voor de minimale periode van één
maand te willen verplichten tot het doen van biedingen conform 5.1.2.3 overeenkomstig de specificaties die de netbeheerder dienaangaande heeft opgesteld
en bekendgemaakt.
Indien de netbeheerder op enig moment op grond van 4.2.5.13 minder vermogen dan de maximaal mogelijke overschrijding ter beschikking heeft om
de van toepassing zijnde netveiligheidseisen tijdens de verwachte congestieperiode
te handhaven, dan kan de netbeheerder alle aangeslotenen met een gecontracteerd en
beschikbaar gesteld vermogen vanaf een nader te bepalen, en per congestiegebied vast
te stellen grens, minimaal één maand van te voren verplichten om een bijdrage te leveren
aan het oplossen van de verwachte transportbeperking door middel van biedingen conform
5.1.2.3.
Indien de netbeheerder vermoedt dat de biedingen zoals bedoeld in 4.2.5.13 en 4.2.5.14 niet resulteren in een vanuit een oogpunt van doelmatig netbeheer kosteneffectieve
prijs voor het opregelen en het afregelen stelt de netbeheerder, in samenspraak met
de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, de in 4.2.5.13 en 4.2.5.14 genoemde
(onder)grens zo nodig op- of neerwaarts bij.
Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vermoedt dat één of meer
bij het biedproces betrokken aangeslotenen uitzonderlijk afwijkende biedingen doen
waardoor het biedproces zoals bedoeld in artikelen 4.2.5.13 en 4.2.5.14 mogelijk ondoelmatig verloopt, meldt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
dit vermoeden aan de Autoriteit Consument en Markt.
De regeling als bedoeld in 4.2.5.14 en paragraaf 5.1.2 is niet van toepassing op:
-
a. aangeslotenen met productie-eenheden die uitsluitend gebruik maken van één of meer
niet-regelbare energiebronnen;
-
b. aangeslotenen met productie-eenheden die zijn geïntegreerd in een industrieel productieproces,
met dien verstande dat het afgegeven vermogen niet kan worden gewijzigd zonder verstoring
van het productieproces;
-
c. verbruikers met installaties waarbij het substantieel en ongepland wijzigen van het
opgenomen vermogen direct van invloed is op het functioneren van openbare voorzieningen,
zoals openbaar vervoer en productie en transport van aardgas.
Congestiemanagement in een bepaald gebied eindigt op het moment dat er geen sprake
meer is van congestie in het desbetreffende gebied zoals aangekondigd in 4.2.5.9, dan wel als de termijn zoals genoemd in 4.2.5.8, onderdeel c, is verstreken en er geen reden is om deze termijn te verlengen. Het einde van congestiemanagement
in een bepaald gebied zal door de netbeheerder tenminste één week voor het daadwerkelijke
einde worden gepubliceerd via zijn website. Deze publicatie bevat tenminste de volgende
gegevens:
-
a. een aanduiding van het desbetreffende congestiegebied en;
-
b. de datum waarop congestiemanagement niet meer van kracht zal zijn en;
-
c. de onderbouwing van de beëindiging van congestiemanagement.