Vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting; giftenaftrek of uitdeling

Geraadpleegd op 09-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-11-2016.
Geldend van 09-11-2016 t/m heden

Vennootschapsbelasting. Inkomstenbelasting. Dividendbelasting. Giftenaftrek of uitdeling

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een vervanging van het besluit BLKB 2015/396 voor giften die de maximumgrens van artikel 16 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 te boven gaan.

1. Inleiding

Bij de giftenaftrek van artikel 16 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) wordt herhaaldelijk gevraagd of giften die verband houden met persoonlijke vrijgevigheid van de aandeelhouder wel in aanmerking komen voor giftenaftrek. Gezien het verband met de persoonlijke behoefte van de aandeelhouder kwalificeren deze giften als middellijke uitdeling en zijn als zodanig van aftrek uitgesloten. Ik geef echter een tegemoetkoming voor dit vraagstuk ter voorkoming van verdere discussies.

Voor de volledigheid merk ik op dat de voor giftenaftrek vereiste zogenoemde ANBI-status van de begiftigde onder andere meebrengt dat de aandeelhouder geen doorslaggevende zeggenschap mag hebben over de ANBI.

2. Geen uitdeling als gift voldoet aan vereisten van artikel 16 Wet Vpb en de wettelijke maximumgrens niet te boven gaat

Ik keur goed dat giften door een vennootschap die zijn ingegeven door de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder maar overigens voldoen aan de voorwaarden van artikel 16 Wet Vpb, voor het gezamenlijke bedrag als giften in de zin van dat artikel in aftrek komen en voor dat bedrag niet als uitdeling worden aangemerkt voor de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en de dividendbelasting. Deze goedkeuring geldt dus voor zover dergelijke giften het wettelijke maximum van artikel 16 Wet Vpb niet te boven gaan. Voor het meerdere is er sprake van een uitdeling. Als er zowel giften zijn gedaan die zijn ingegeven door de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder als andere giften, mag voor de bepaling van het bedrag dat onder de goedkeuring valt, zoveel mogelijk van het wettelijke maximum aan de eerstbedoelde giften worden toegerekend.

Voorbeeld 1

BV XA maakt € 75.000 over aan stichting XA in verband met de persoonlijke charitatieve behoefte van XA, directeur/grootaandeelhouder van BV XA. Stichting XA heeft de ANBI-status. Het bedrag van € 75.000 is minder dan het maximum van artikel 16 Wet Vpb.

BV XA brengt € 75.000 als gift in aftrek (eventueel te verhogen bij een culturele instelling als bedoeld in artikel 16, derde lid, van de Wet Vpb). Er wordt geen uitdeling in aanmerking genomen voor de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en de dividendbelasting.

Voorbeeld 2

BV XA maakt € 150.000 over aan stichting XA in verband met de persoonlijke charitatieve behoefte van XA, directeur/grootaandeelhouder van BV XA. Stichting XA heeft de ANBI-status. Het bedrag van € 150.000 overschrijdt het maximum van artikel 16 Wet Vpb met € 50.000.

Er is voor € 100.000 sprake van een aftrekbare gift en voor € 50.000 van een uitdeling voor de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en de dividendbelasting. Op dit bedrag ad € 50.000 is eventueel nog de giftenregeling in de inkomstenbelasting van toepassing.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 31 oktober 2016

De

Staatssecretaris

van Financiën,
namens deze,

J. de Blieck

Lid van het managementteam Belastingdienst